Nadat Landgraaf prima is opgewarmd door de broeierige rock van My Baby en de Ierse rockformatie Kodaline de massa behoorlijk in beweging heeft gekregen, is het tijd voor de eerste verrassing van de zondag van Pinkpop 2017, de Nederlandse metalband The Charm The Fury. Dat betekent headbangen 2.0 in een uitpuilende tent. De lieflijk uitziende zangeres Caroline Westendorp eist alle aandacht op. Zo charmant als ze oogt, zo vernietigend is haar stemgeluid. Het crowdsurfverbod wordt genegeerd, er wordt gepogood in de voorste rijen en wie nog niet geheel wakker is van de dag ervoor is dat nu wel. The Charm The Fury knalt, beukt en overtuigt.
De lichtvoetige elektropop van het Britse Clean Bandit is van een geheel andere orde. Het gezelschap heeft een klassieke achtergrond. De viool die zo nu en dan wordt ingezet, is dan ook logisch en die krikt het niveau van de songs ook omhoog. Er wordt geheupwiegd en de catchy hit Rockabeye wordt massaal uit volle borst meegezongen.
Positieve verrassing op Stage 4 is het uit Nottingham afkomstige kwartet Amber Run, dat een prettige portie vlammende folkrock serveert. Het geluid raakt soms aan dat van Mumford & Sons. Enthousiaste band, die beloond wordt door dito publiek. Gaan we vast meer van horen.
De breekbare popliedjes van voormalig kindsterretje Birdy (foto) vallen ook goed in de smaak in Landgraaf. Al vroeg in de set zet ze de hit People Help The People in, alsof ze een statement wil maken. Een oproep aan een verdwaasde wereld. De Britse, met Belgische en Nederlandse roots, laat meteen horen welk een begenadigd zangeres ze is. Birdy scoort een hole in one. De prima versie van Kate Bush’ Runing Up That Hill wordt overtuigend gebracht. Stevig en pakkend. Birdy (21 inmiddels) is als een cadeautje op de zondagmiddag. Voorzichtig uitpakken, maar dan heb je ook wat. Een aandachtspuntje is er ook: die Jomanda-achtige jurk. Niet meer doen.
De aanstekelijke mix van onder andere dubstep, hiphop, elektronica en het Zuid-Amerikaanse cumbia van het door Will Smith (!) ontdekte Bomba Estéreo is retedansbaar. Het rockt en swingt. Ja, zelfs als de techniek de band tijdelijk in de steek laat. Colombia wordt op de kaart gezet in Limburg.
Nadat geilneef Sean Paul voor een oerdegelijke en zelfs wat saaie portie dancehall heeft gezorgd, in een magere show die vooral wordt gered door zijn twee uitermate wulps dansende, schaarsgeklede danseressen en de punkrockers van Rancid wél overtuigen, is het de beurt aan slotact Greenday.
Natuurlijk is de show redelijk uitgekauwd, natuurlijk kennen we elk kunstje van de Amerikanen inmiddels, maar wat blijft het een genot om Greenday aan het werk te zien. Fans worden het podium opgesleurd. Ja, alweer. Maar dat jochie van 9 dat een gitaar om zijn nek wordt gehangen, een paar akkoorden speelt en huilt als hij zo dicht bij zijn grote held Billie Joe Armstrong in de buurt staat; het is onbetaalbaar. Hij mag de gitaar mee naar huis nemen en beleeft het mooiste moment van zijn nog korte leventje. Hoewel voorspelbaar blijft Greenday een band om van te houden. Domweg omdat ze zó veel goeie punkrockliedjes in het repertoire hebben. Elke keer weer verbaas je je over die ongelooflijke hoeveelheid beklijvende songs die de Amerikanen op plaat hebben gezet.
‘No racism, no sexism, no homophobia and no Donald Trump!’, schreeuwt Armstrong (45), terwijl hij de Nederlandse vlag boven zijn hoofd houdt. Greenday heeft punk naar de massa gebracht en blijft een act om in te lijsten. Gewoon elk jaar programmeren. Geen haan die ernaar kraait. Oja, Armstrong schreeuwt ook nog ‘No more Justin Bieber!’ We hadden het zelf kunnen bedenken.