Interview: Nothing But Thieves kruipt in loopgraven

Jong, dynamisch en toch geduldig bouwend aan een carrière. Dat lijkt ons een beloftevolle cocktail om muzikale vonken te slaan de volgende jaren. Geen wonder dat het Britse vijftal Nothing But Thieves met Wake Up Call de status van IJsbreker verwierf. Hoog tijd om Conor, Joe, Dom, Price & Phil voor het voetlicht te houden. Voorlopig nog in Southend-On-Sea, binnenkort in ons eigen Amsterdam.

Tekst Ruud Van Der Locht

De videoclip van de nieuwe single Ban All The Music toont vijf post-puberale jongens in mooi afgeborstelde maatpakjes die hun jeugdhormonen de vrije loop laten d.m.v. een losbandig liedje. Nothing But Thieves, dus. Bij de Amsterdamse meisjes van goede en iets minder goede zeden, zullen ze in ieder geval hoog scoren op de populariteitsladder. Maar beschikt deze band ook over enige muzikale credibiliteit? Laten we een ‘factcheck’ uitvoeren en een lijntje leggen met Southend-on-Sea waar deze band uit het ei kroop. Zanger Conor staat ons met veel enthousiasme te woord. “We leerden elkaar op school kennen en muziek maken was ons lust en ons leven. Wanneer ik als jong ventje concerten bezocht, vond ik het zalig om te crowdsurfen. Nu heb ik mijn eigen fans-crowdsurfers. Wat wil je meer?”Southend-On-Sea; het klinkt iets minder rock and roll dan Liverpool, Manchester of London City. “Grote concertzalen vind je er inderdaad niet, maar toch heerst er best een levendige muziekscene. Blijkbaar veroorzaakt de zeewindjodium goede vibraties. En Londen ligt tenslotte in onze achtertuin,” relativeert Conor.

Critici situeren Nothing But Thieves in de indie-popregionen, alhoewel Conor lichtjes riposteert. “We voelen ons zowel aangesproken door de klassieke rock van Led Zeppelin en AC/DC als het werk van Sam Cooke, Chet Baker of Arcade Fire. Vooral de eigenzinnige aanpak van deze band laatste ligt ons wel. We willen vooral een eigen gezicht tonen.”

Dat vertaalt zich niet in een vast, gestructureerd strijdplan, Nothing But Thieves laten de teugels het liefst losjes vieren en alle mogelijke ervaringen hun werk doen. “De voorbije vier jaar schreven we een eigen sound bij elkaar, maar we bekijken nog elke dag wat er op ons afkomt en hoe die indrukken ons groeiproces beïnvloeden. De toekomst wijst wel uit waar dit avontuur ons brengt. “

Na twee eerdere singles kwamen de ‘non-diefjes’ begin dit jaar dus met Ban All The Music op de proppen. Een nummer dat prompt werd opgepikt in de BBC-tiplijst en een airplay-stroomversnelling veroorzaakte. “Maar het blijft hard werken want uiteindelijk zijn we nog helemaal niet zo bekend, zelfs niet in in Groot-Brittanië. We spelen meestal in zaaltjes voor drie- tot vierhonderd fans. Maar geen probleem, wij houden van die organische groei.” Dat neemt niet weg dat de band intussen op plusminus 25.000 Facebook-likes kan rekenen en een platendeal versierde bij major label RCA.

Die fans reageren volgens Conor lovend tot overweldigend. Vooral in Warschau kregen de jonge Britten een bijzonder warm onthaal. “Ik weet niet wat die Polen bezielde, maar ze gingen volledig uit hun dak. Maar ook in Amsterdam beleefden we een hoop lol. De juiste chemie tussen de bandleden is daar niet vreemd aan. Na een heleboel personeelswissels, heb ik de indruk dat we eindelijk het juiste spoor vonden.”

Dat leidt hen in 2015 alvast langs een aantal concertzalen, festivalpodia die Conor voorlopig angstvallig geheim houdt, en de opnamestudio waar Nothing But Thieves tijdens het najaar zijn eerste volwaardige album opneemt. “Voorlopig liggen er zestien nieuwe songs te wachten. Je houdt ons dus maar beter in de gaten”, waarschuwt de zingende Brit ons…

LIVEDATA 04/04 Pinguins in Paradiso, Amsterdam 05/04 Paaspop, Schijndel