Interview: De Staat

Als één band sinds hun debuut constant een vaste waarde in de Nederlandse scene is, dan is het De Staat wel. Momenteel werken de Nijmegenaren in de voormalige poptempel Doornroosje aan plaat nummer vier, maar daar komen ze speciaal voor Pinguïns in Paradiso zaterdag 4 april uit vandaan. Tijd om frontman Torre Florim eens telefonisch lastig te vallen…

Tekst Milo Lambers Foto Isabelle Renate la Poutré

Onlangs brachten jullie de EP Vinticious Versions, met daarop een aantal nieuwe versies van oude De Staat-nummers. Evolueren nummers zich bij jullie op natuurlijke wijze?
“Bij bepaalde nummers laten we live altijd veel open. Bijvoorbeeld bij het nummer Wait For Evolution. Daar zit een lang jamstuk in. Dat klinkt nooit hetzelfde. Dat ontwikkelt zich wel, ja. Het idee voor Vinticious Versions ontstond anders. We worden vaak gevraagd voor instore-optredens, maar spelen eigenlijk nooit akoestisch. Ik heb niet eens een akoestische gitaar. Dat dwingt je om andere arrangementen te schrijven. Dat hebben we verder uitgebouwd op Vinticious Versions. Ik ben helemaal los gegaan in de studio.”

Op dit moment werken jullie in het voormalige Doornroosje aan een nieuwe plaat. Je gaf eerder aan dat je de plaat ‘from scratch’ zonder bemoeienissen van buitenaf. Waarom kiezen jullie voor deze aanpak?
“Dit wordt onze vierde plaat alweer, ik voel dat het tijd is voor een andere aanpak. Voorheen schreef ik thuis in mijn eentje heel veel en huurde we een studio met een engineer. Nu doen we alles zelf. Dit geeft ons veel meer ruimte om te experimenten. We kunnen bijvoorbeeld kijken welke drumset-up het beste werkt. Het gevaar is natuurlijk dat je daarin doorslaat, maar ik werk graag op deze manier. Ik heb de laatste plaat van Janne Schra (Torre’s vriendin, red.) ook zo geproduceerd. Het is een heel intensief proces, maar ik denk dat we op deze manier spannende dingen kunnen doen.”

De muziek van De Staat heeft altijd experimentele kanten gehad, maar het is toch ook heel dansbaar. Hoe zorg je dat je niet doorslaat in het experiment?
“Ik probeer mij er tijdens het schrijven van nummers altijd van bewust te zijn dat ik het ook live uit moet kunnen voeren. Mijn partijen moeten niet te lastig zijn. Sowieso houd ik niet van erg ingewikkelde dingen. Mensen moeten met hun hoofd kunnen knikken. Soms kom je er ook live pas achter of iets werkt of niet. Dat had ik bijvoorbeeld met Devil’s Blood, een van de singles van het vorige album I_CON. We speelde dat nummers op tv en ik merkte dat ik me ontzettend moest concentreren. Ik moest mijn kop erbij houden. Hoe je dat oplost? Nou, gewoon meer oefenen.”

Zaterdag 4 april spelen jullie bij Pinguïns in Paradiso. De Paradiso is voor veel bands een bijzondere plek. Hoe is dat voor jullie?
“Precies zoals je zegt: ‘het is een bijzondere plek’. Ik kan me nog herinneren dat we daar voor het eerst speelde. Ik raakte helemaal een beetje verward van het gangenstelsel backstage. En dan ben je al zenuwachtig. Wanneer dat was? Ik denk een voorprogramma in de kleine zaal. Voor The Presidents of the USA, dacht ik. Iets later speelde we ook tijdens de Pinkpop-presentatie. Dat was wel een momentje.”

In 2012 bracht je solo een cover uit van The Prodigy’s Firestarter. Onlangs plaatste The Prodigy de clip op hun Facebook-pagina. ‘The best cover ever of one of our songs’. Sindsdien werd het nummer een enorme hit online. Enig idee waarom dat nu pas op gang komt?
“Het nummer is gebruikt in de trailer van een populaire game: Just Cause 3. Veel gamers vonden het nummer gaaf en zo is het bij The Prodigy terecht gekomen. Ik denk dat The Prodigy per dag ontzettend veel berichten krijgt, je moet net de mazzel hebben dat ze het opvangen. Heel tof natuurlijk. Ik vind het zelf ook nog steeds een gaaf nummer. Of we hem in Paradiso spelen? Dat zou zo maar eens kunnen.”

LIVEDATUM 04/04 Pinguins in Paradiso, Amsterdam

posterpip2metprijs