Interview: Bootsie Butsenzeller

Bootsie ButsenzellerWie het Antwerpse muzikale reilen en zeilen op de voet volgt, weet dat Bootsie ButsenZeller reeds enkele decennia meedraait. Deze muzikale kameleon kroop al in de meest diverse vermommingen en leverde bijdragen aan tal van meer of minder obscure projecten. Zijn nieuwste worp, die hij volledig solo afwerkte, doopte hij Seqs & Drums & Rockin’ Synths. Een album waarop zijn favoriete drums een liefdesverklaring afleggen aan synthesizers en andersoortige ‘elektronica-knopjes’.

Tekst Ruud Van Der Locht Foto’s Dirk Wouters

Je hanteert een hoop diverse stijlen op je nieuwe album. Muzikaal polyglot?
Bootsie: “Ik ben inderdaad iemand die zowel geniet van klassieke muziek à la Bartok, jazz, weirdo electronica, indie rock of metal. Op dat vlak zit ik heel eclectisch in elkaar. Ik weet dat ik het me daardoor niet gemakkelijk maak, maar dat zijn nu eenmaal mijn muzikale genen. Wel vind ik deze plaat dansbaarder dan mijn vorig werk dankzij de leidraad van de akoestische drums. Bovendien probeerde ik ditmaal meer songs te maken in tegenstelling tot de vroegere soundscapes. Ik wilde vooral gebalde nummers op deze plaat. Toen ik door mijn eigen database snuisterde, bleek daar al een hele verzameling bruikbaar materiaal tussen te zitten. Daarop heb ik voortgeborduurd.”

Dat je een fervent drummer bent, weten we al langer. Maat wat trok je zo aan om ditmaal ook met synths aan de slag te gaan?
Bootsie: “Ik hou erg van de onvoorspelbaarheid van sommige synthesizers waarmee ik in de studio erg veel lol beleefde. Live zit ik achter mijn drumkit en combineer dat met een laptop en een hoop electronica. Toch een combinatie die je niet al te vaak ziet. Natuurlijk blijven de drums mijn favoriete instrument bij uitstek. Maar die liefde deel ik wel met een passie voor elektronische machines. Het feit dat ik ook als dj actief ben, speelt daarin zeker een rol. Noem het voor mijn part twee liefdes die elkaar opnieuw gevonden hebben.”

Je maakt tevens deel uit van een heleboel muzikale zijprojecten. Wil je met deze plaat een persoonlijke doorbraak forceren?
Bootsie: “Ik geniet zowel van dit solowerk als de interactie met andere muzikanten. En natuurlijk is er de ambitie om een breder publiek te bereiken, maar daarvoor wil ik me niet in allerlei bochten wringen of muziek maken waar ik totaal niet achter sta. De massa slikt toch wat er in hun strot geramd wordt en daarvoor is mijn muziek ongetwijfeld te avontuurlijk, aangezien beleidsmakers op radio en tv tegenwoordig enkel maar op voorzichtigheid spelen. Had deze conservatieve houding in de jaren ’60 overheerst, hadden we nooit van figuren als Jimi Hendrix, Frank Zappa of Captain Beefheart gehoord. Die ‘format-obsessie’ vind ik eerlijk gezegd angstwekkend voor de toekomst van de alternatieve muziekwereld.”

Toch ontving je goede kritieken op Seqs & Drums & Rockin’ Synths, zelfs tot over de landsgrenzen heen.
Bootsie: “Klopt. In Engeland werd ik zelfs uitgenodigd om een liveperformance te spelen in de studio van een belangrijk alternatief radiostation. Er bestaat dus duidelijk nog steeds een voedingsbodem voor die undergroundscene, maar zolang de platenbonzen in maatpak vasthouden aan hun businessmodellen om enkel mainstream muziek te promoten, zullen wij in de marge blijven ploeteren. Maar dat weerthoudt me absoluut niet om al spartelend boven water te blijven. Want er bestaan gelukkig nog steeds mensen die zich met hart en ziel inzetten om die ‘afwijkende’ muziek alle mogelijke kansen te bieden, zoals het Gentse Kinky Star Records, de Antwerpse alternatieve Radio Centraal of mijn eigen label Jesus Factory. Zij bewijzen dat het nog steeds mogelijk is om met een minimum aan middelen goede muziek uit te brengen.”

Mij lijk je een muzikaal revolutionair die graag op de barricaden staat? Dat blijkt ook uit je politieke inzet voor de extreem-linkse PVDA.
Bootsie: “Dat kan ik niet ontkennen.. Maar dat neemt niet weg dat ik ook erg kan genieten van een band als Abba die geniale popmuziek heeft gemaakt. Miles Davis stelde ooit: “er is goede en slechte muziek, wars van het genre.” Zelf spel ik ook in een band als Dóttir Slonza die popmuziek met een zwart randje brengt. Het hoeft dus niet steeds tegendraads of weerbarstig te zijn.”

Een lovenswaardige instelling maar er moet toch ook brood op de planken komen? Je bent immers een vader van twee kinderen.
Bootsie: “Gelukkig geniet ik van het kunstenaarstatuut dat mij een gewaarborgd inkomen garandeert, alhoewel dat vrij beperkt is. Dat bedrag vul ik aan met live-concerten en als dj allerlei feestjes en party’s muzikaal op te fleuren. Ik geef toe dat het een dagelijks gevecht is, maar zelfs na meer dan twintig jaar, blijft het de moeite waard. Stop me in een nine-to-five job en ik evolueer in een mum van tijd tot een heel vervelend mannetje.”

Wat is tot slot je persoonlijke favoriete nummer op Seqs & Drums & Rockin’ Synths?
Bootsie: “Moeilijke vraag, want het zijn allemaal mijn eigen kindjes Neem dan maar Rise and Shine dat ik al een hele tijd geleden instrumentaal componeerde en waarop ik een zangeres wilde loslaten. Uiteindelijk heb ik er nog een hele tijd aan gesleuteld en het volledig omgevormd. Het is één van de nummers die over mijn kinderen gaat. Vaak zijn dat erg emotionele nummers die ik heel moeilijk live kan brengen. Ook met deze tekst heb ik zitten janken. Weet je wat ik het ergste vind? Dat ik mijn kinderen moet opvoeden in een wereld waar het er elke dag slechter aan toe gaat…”