Kurt Vile

Interview: Kurt Vile

Met B’lieve I’m Goin Down… overtreft Kurt Vile zich voor het zesde album op rij. De duistere en tegelijk vrolijke gitaarpop van het voormalige lid van The War on Drugs mag nu al genomineerd worden voor de plaat van dit najaar.

Tekst Mania | Ruben Eg

Een jaar na een optreden in Paradiso verschijnt al weer een nieuw album. Ben je tijdens die tournee al aan de opvolger van Wakin’ On A Pretty Daze begonnen?
“Ik denk dat I’m An Outlaw het eerste nieuwe nummer was waar ik vorig jaar in de zomer aan begon. Ongeveer een jaar geleden ben ik begonnen aan B’lieve I’m Goin Down…. Pffff (lacht) Ik weet eigenlijk niet meer wanneer ik nu precies begonnen ben. Tegenwoordig kan ik wel overal muziek schrijven. En dat doe ik nu ook. Overal.”

Was dat ooit anders?
“Ik had vroeger in Philadelphia overdag een baantje. In de avond schreef en nam ik liedjes op. Dus het was meer thuis werken. En toen ging ik touren, tekende ik bij Matador en deed ik dit soort persdingen. Ik vroeg me echt af hoe ik in hemelsnaam nog een song kon schrijven. Maar nu kan ik het ook op tournee, zelfs tijdens het opnemen van een plaat. Ik kan ter plekke een nummer schrijven in de studio. Ik kan nu 100 procent doen wat ik doe. Ik hoef er niet de voor tijd te nemen.”

Jouw albums klinken altijd alsof jij ter plekke in de kamer speelt, maar dan met steeds betere apparatuur.
“Cool. Dat is precies wat het is: ik zit in jouw kamer. En ik heb ditmaal inderdaad betere apparatuur. (lacht)”

Thuis opnemen is er niet meer bij?
“Ik heb de mentaliteit van een artiest die thuis opneemt, maar ik hoef niet specifiek thuis zelf op te nemen. Tock zou ik dat wel graag weer willen doen. Ik heb een opnameapparaat gekocht. Veel gemakkelijker dan ProTools, dat ik een keer in de wanhoop heb aangeschaft. Natuurlijk ga ik mijn nummers niet met ProTools opnemen. Teveel pop-upschermen en berichten; teveel computer en te weinig muziek. Ik had vroeger een digitale achtsporenrecorder. Die stond in mijn eigen ruimte die was volgepakt met apparatuur. Ik denk dat ik daar weer in kruip.”Begin je steeds wat tokkelend op een gitaar aan nummer?
“Min of meer. Je pakt een gitaar als je inspiratie hebt, een akoestische of elektrische, en gaat wat tokkelen. Dat is gewoon wat ik doe. Het gaat natuurlijk.”

Dat tokkelen hoor je niet zo vaak.
“Ik heb het opgepikt toen ik banjo speelde. Die had ik gekregen van mijn vader. Op mijn veertiende nam ik een paar lessen. Ik werd direct gek op tokkelende gitaristen. Zelfs op The White Album van The Beatles hoor je het. Op de muziek van Jim O’Rourke was ik natuurlijk gek. En die was weer beïnvloed door John Fahey en al die Appalachian Fingerstyle-gitaristen waar mijn vader ook van hield. Op zeker moment pikte ik allemaal op. Maar wie is er tegenwoordig goed in tokkelen op een gitaar? Steve Gunn, een goede vriend van mij, is geweldig. Maar hij gebruikt fingerpicks, en ik niet. Dus: ik ben in voor een wedstrijdje. Ik ben klaar voor een duel met een uitdager.”

Hoe belangrijk is drums voor jouw nummers? Die hoor je namelijk altijd sterk.
“Heel belangrijk. En ik drum nooit op mijn platen. Stella Mozgawa (van Warpaint, red.) is een ongelooflijke drummer. Ik denk nu meer aan de drums dan voorheen. Maar ik zoek muzikanten uit van wie ik weet dat ze goed werk leveren. Er zijn een paar drummers in mijn leven. Van iedereen met wie ik speel weet ik dat ze iets proberen met hun eigen emoties bij mijn muziek. Als ik het niets vind dan zeg ik het natuurlijk. Maar ik ben niet iemand die iemand vooraf precies vertelt hoe hij moet spelen. Dat zou hun natuurlijke reactie beïnvloeden.”

Heb je een voorbeeld waarbij iemand je volledig verraste?
“Wheelhouse. Absoluut. Stella en Dave (Scher, red) reageerden zo goed. Ik voelde mij nederig dat ze er waren. Ik had dit nummer met niemand anders kunnen opnemen. Niemand had bij hen in de buurt kunnen komen. Zelfs als het met anderen bijna zoals dit had geklonken, had ik gezegd dat het nummer nog niet af was.”

Is het toeval dat je bij Dust Bunnies aan Sam Cooke denkt?
“Ik zing natuurlijk “Don’t know much about history”, waarna ik de tekst verdraai in “Don’t know much about the shape I’m”. Het refereert aan Wonderful World en Oh Well van Fleetwood Mac met Peter Green. Ik voeg ze een beetje samen. Een knipoog. Hoe heet die gozer van dat nummer Blurred Line ook al weer? Die had ook wat van Sam Cooke gebruikt. Ik hoef de erfgenamen maar een klein percentage van mijn royalties te betalen, en hij een heleboel. Interessant waar je wel en niet mee kunt wegkomen.”

De contrast tussen jouw doorgaans duistere teksten en vrolijke muziek is altijd erg intrigerend.
“Dat is het leven nietwaar? Het is niet allemaal negatief. Ik ben een opgewekt en vrolijk persoon, ben dankbaar voor wat ik heb en de mensen om mij heen. Maar ik ben ook realistisch. Er is genoeg waar je treurig van wordt. Het beste is om dit te combineren en het te accepteren.”

Waar komt jouw inspiratie vandaan?
“Ik smijt geen dingen er uit of verzin maar wat. Misschien was ik in het verleden wat psychedelischer. Dit is wat meer innerlijke strijd of vreugde. De manier waarop ik mij voel en niet 100 procent in woorden kan uiten komt er wat meer poëtisch of minder realistisch uit. Klinkt dat een beetje logisch?”

LIVEDATUM 31/10 London Calling @ Paradiso, Amsterdam 01/11 Ancienne Belgique, Brussel