Voor degenen die Orange Skyline al wat langer volgen, kan het even slikken zijn. Al jaren bouwt de band een publiek op met op Engelse leest geschoeide rockmuziek, maar het debuutalbum laat plots een ander geluid horen. Elektronischer, maar ook doordachter en minder in-your-face. Deze omslag komt mooi naar voren in de playlists die ze half 2013 en begin 2017 samenstelden. De eerste is een fraaie bloemlezing van vijftig jaar Britse rockmuziek terwijl de tweede een stuk veelzijdiger is, met hiphop (Kendrick Lamar), R&B (FKA twigs), dance (LCD Soundystem), toch nog het een en ander aan rock (Pixies) en zelfs hitparadepop (Ariana Grande). Alle reden voor een goed gesprek en dus spreken we met Niels van der Wielen, lead-gitarist van Orange Skyline maar ook steeds meer een muzikale duizendpoot binnen de band.
Tekst Arnout de Vries
Oorspronkelijk is Niels van der Wielen vooral de gitarist van de band maar tegenwoordig bespeelt hij ook onder andere de synthesizer, arrangeert hij strijkers, en zingt hij zelfs af en toe (Embrace). Samen met zijn broer Stefan, de frontman van de band, schrijft hij de teksten van de band, waarbij ze elk hun eigen stempel op de muziek drukken. Hun beider studies dragen hieraan bij: Niels studeert namelijk aan het conservatorium en Stefan doet een literatuur-gerichte studie.
Geïnspireerd door hiphop, dance en R&B vindt de band een nieuw muzikaal pad
Maar waar is die band vol bravoure eigenlijk gebleven? Van der Wielen legt het uit: “We maakten niet meer de muziek die we zelf tof vonden. We kwamen erachter dat we op weg naar concerten drieënhalf uur lang hiphop draaiden in de auto. Ja, dan krab je je wel achter de oren als je weer surfdeuntjes aan het spelen bent.” Bovendien was het onderdeel van de zoektocht naar een eigen identiteit: “Er zijn zoveel gitaarbandjes die een beetje springindie maken. Het komt mij echt m’n neus uit. We waren ook een beetje anoniem, vind ik. Maar dat is niet erg: het is gewoon een tocht die doorgaat, en ik ben blij dat we op het goede pad zitten.”
Op die tocht verorberde de band aanvankelijk vooral rockmuziek maar tegenwoordig lijken ze echte culturele omnivoren geworden te zijn. Ondanks dat de band vaak nogal ‘cocky’ wordt genoemd, toont Van der Wielen zich een aimabel persoon die bovenal een enorme passie voor muziek heeft. Meer dan een uur lang praat hij geanimeerd over een rijk palet aan invloeden; het ene moment spreekt hij zijn bewondering uit voor Kanye West of de Talking Heads, het andere moment haalt hij de bebop van Charlie Parker als voorbeeld aan, of vertelt hij over het shoegaze-album dat hij nog eens wil maken: met noise-gitaren, drumcomputers en falsettozang. Op het moment dat hij het blazergebruik van Bon Iver en Patrick Watson roemt, speelt ergens op de achtergrond, nauwelijks hoorbaar, My Way van Frank Sinatra. Meteen begint hij enthousiast over de sterke blazers die daarin zitten. Het is Niels van der Wielen ten voeten uit.Terug naar het nieuwe album: Things That I Hide. De titel doet een persoonlijk album vermoeden en de teksten bevestigen dat. Van der Wielen: “Dat is wel een verschil. De teksten zijn wat belevender. An Introduction (hun laatste EP, red.) was veel meer een objectieve benadering; subcultuurtjes, beschouwend. Ik denk dat er meer gevoel in deze plaat ligt.” Zo voelt Enemy voor hem als ‘jezelf goed tegenkomen’. Ook noemt hij Embrace en I Feel Fine als emotioneel beladen nummers. Teksten uitleggen doet hij echter niet graag. Over de muziek raakt hij daarentegen niet uitgesproken. Zo vertelt hij over Embrace: “Het is eigenlijk een heel raar nummer: het heeft wat trap-invloeden en wat orkestrale invloeden (met strijkers en piano), daarbij een stukje gitaar en dat een beetje met R&B-invloeden. Eigenlijk allemaal spontaan ontstaan.”
Ondanks de spontaniteit die Van der Wielen nog altijd koestert, wordt de invloed van zijn conservatorium-opleiding ook al snel duidelijk. Zo vertelt hij over de open akkoorden aan het eind van enkele nummers, over hun doordachtere manier van nummers schrijven (“ik heb veel geschreven met de bassist; dan schreven we eerst een dansbare, melodieuze baslijn, daaroverheen een topline, om uiteindelijk het middengebied als een soort puzzel in te vullen”), en zelfs over Beethoven-progressies aan het einde van Embrace. Pretentieus? “We zijn hyperpretentieus, daar deins ik niet voor terug. Ik denk dat dat nog steeds die Britse cockiness is: gewoon doen!”
De elektronica, de pretentie, het staat allemaal haaks op het lekker-rammen-gitaarbandje dat ze voorheen waren. Best gewaagd, want ze hebben net een doorbraak met Sound & Fury: het ene nummer dat nog wel goed op die oude stijl aansluit. Ook hier benadrukt hij de cockiness: ‘men noemde ons soms arrogante mannetjes. Ik denk dat dat er nog steeds wel in zit, maar dan in de harde keuzes die we maken. Zo van: fuck it, dit is totaal nieuw, het oude komt niet meer terug en hierna komt weer iets nieuws, deal er maar mee!” Enkele nummers op het album, voornamelijk Lost, verwijzen naar de nieuwe ik; ter illustratie begint hij bij de uitleg van Lost spontaan Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band te zingen. Sowieso gooit Van der Wielen er het hele interview lang de ene na de andere verwijzing uit, en aan het eind van het interview vat hij zo per ongeluk zijn eigen band goed samen, over Space Oddity van David Bowie: “dat basgeluid dat ineens veel te hard uit je speakers knalt en dat je je blijft herinneren: dat is een statement, en veel leuker dan binnen de lijntjes kleuren.”
LIVEDATA 18/05 Vera, Groningen 19/05 Paradiso, Amsterdam 20/05 De Helling, Utrecht