Drie albums had Roald van Oosten nog in de kast liggen, toen hij vorig jaar opeens terugkwam als solo artiest met Oh Dark Hundred. Nu is zijn tweede solo album uit A Stir is in the Air. Een album wat eigenlijk al eerder klaar was dan degene die zijn rentree op de Nederlandse podia inluidde.
Tekst Martje Schoemaker Foto Frank Ruiter
“Het is het perfecte moment om een tweede album uit te brengen. Oh Dark Hundred heeft de bodem gelegd voor deze plaat, omdat het er een broertje van is.” Een aantal jaar geleden was Roald van Oosten verzonken in Edgar Allen Poe, waar hij ook een cultureel festival omheen had gebouwd. “A Stir is in the Air” is in een week opgenomen, in de Ardennen. Maar toen alles erop stond, kon hij het toch niet loslaten. “Ik ben als een idioot eraan blijven werken in mijn studio, ik had er ook de tijd voor. Zeker een jaar van mijn vrije tijd heb ik erin gestopt.” Door de bomen het bos niet meer zien is op dit project weer van toepassing, want als je ergens zo ín zit, hoor je misschien niet meer wat er anders kan.
“Een aantal vrienden zeiden tegen me dat het nog wat onaf klonk en toen heb ik het aan Dave Menkehorst gegeven. Die kon er wel wat mee! Binnen twee weken was het album uitgemixt” Toch zou het nog even duren voor de plaat uitgebracht zou worden. Alles heeft een tijd en een plaats, en Roald was vooral bezig met componeren en het theater en film. Rust had hij vooral nodig, om de albums goed te kunnen plaatsen en ook dankzij het label (V2 Records) kwam die rust er. “Omdat ik het nu duidelijker heb opgezet, kan ik het het beter uitbrengen. Daarbij heb ik een nieuwe band waar ik ontzettend blij mee ben, die allemaal heel ervaren zijn. Dus daar kan ik ook meekijken hoe gaan we deze nummers incorporeren in de optredens. Want we zijn pas net weer begonnen met optreden, maar we kunnen dus nu al met de nummers van de vorige plaat, deze plaat en al nieuwe liedjes waaraan we werken, een geweldige set neerzetten. Het is eigenlijk een soort greatest hits.”
Edgar Allen Poe is al op zoveel manieren bezongen, verfilmd, ten tonele gebracht. Wat zit er nog in deze donkere schrijver/dichter wat we nog niet eerder hebben gehoord? “Lou Reed heeft zelfs een Poe album uitgebracht The Raven. Dat belooft al niet veel goeds, het voelt al zwaar aan. Het is op een zwaarwichtige manier gedichten voorlezen op hele sombere muziek. Dat is echt het allerlaatste wat ik wilde.” Dat maakt A Stir in the Air ook een bijzonder (mooi) album. Het is bijna lichtvoetig te noemen op sommige momenten. “De muziek en de teksten werken het beste als ze bijna tegenover elkaar staan, er moet balans zijn zodat beide het beste naar voren komen. Dan krijg je een interessant spanningsveld.” De vervormde geluiden, cello’s en horrormuziek zijn er wel, maar op geen enkel moment wordt het een zware gothicplaat.
Het is vooral een tekstuele inspiratiebron, zoals Roald van Oosten Edgar Allen Poe gebruikt. Niet zíjn werk op muziek zetten, maar je verplaatsen in de persoon. De teksten zijn grotendeels origineel van Roald. “Als je je verplaatst in iemands wereld, er veel van leest, dan maak je diens vocabulaire eigen. Waarmee je zelf weer dingen kan maken. Het voorkomt dat er je dan teveel met jezelf mee bezig bent.” Het zijn dan ook niet zijn angsten en nachtmerries die op plaat staan. De fascinatie met de nacht is iets menselijks wat ver terug te leiden is in onze maatschappij. Zo ook Oh Dark Hundred, dat ging ook over de nacht en wat er dan met je gebeurt. “Voor heel veel mensen is de nacht het moment waarop de hele wereld verandert. En dat is waar Poe zo sterk op inhaakt. Ik denk… dat de mensen die het best functioneren, die hebben leren omgaan met hun angsten. Niet de minste angsten dus. De rol van angst heeft een sturende en soms remmende functie en dat vind ik heel interessant.”
Door de lichtvoetigheid van het album springen de nummers ook veel meer van het podium bij live optredens. Zijn de liedjes van de vorige plaat echt ‘in-leun-nummers’, lenen deze liedjes zich meer voor reactie. Geen vleermuizen en spinnenwebben tijdens de optredens, ze zoeken vooral de intensiteit in de muziek en niet het theatrale. “De reactie van het publiek bij de albumpresentatie lieten me zien dat het goed was. Ook mensen die mij of Ceasar niet kenden, reageerden direct. Daar zie je de kracht van de muziek, dat je met je instrumenten het werk doet en de muziek doet de rest.”
LIVEDATA 10/02 Baroeg, Rotterdam (samen met Magnapop en Black Horse Society) 12/02 Ekko, Utrecht (samen met Magnapop)