Roald van Oosten heeft een nieuw album – Oh Dark Hundred – uit met zijn nieuwe band, is daarmee aan het touren, speelt het naprogramma van Radiohead (21 mei HMH) en moet zich ook weer voorbereiden op een eenmalige reunie van Caesar. Druk druk druk. Terug van weggeweest, maar nooit opgehouden met muziek maken.
Tekst Martje Schoemaker
De liefde voor de muziek, dat is waar het om draait. Niet alleen bij Roald, maar ook bij de fans van Caesar. Hij is verrast door de liefde en lieve reacties die hij van fans krijgt, nu hij weer met nieuw materiaal is gekomen. “Er is geen teleurstelling dat het geen Caesar is. De muziek zit nog steeds in dezelfde hoek en dat hoor je en voel je. We passen in het palet van bands, dat als iemand die Caesar leuk vond, die begrijpen dit. Er zit genoeg in van Caesar en Ghosttrucker, het was ook de rede om onder mijn eigen naam dit uit te brengen, het zit erin, maar is het niet.”
Een reunie van Caesar had hij niet zien aankomen. Op 3 juni 1996 verscheen EXCEL96001, het eerste nummer van het eerste album wat Excelsior Recordings uitbracht. Het album Clean, het debuutalbum van Caesar. Om het twintig jarig jubileum van Excelsior Recordings te vieren, heeft het label de leden van Caesar gevraagd eenmalig weer bij elkaar te komen en op hun feestje te komen spelen. “Ik ben geen fan van die hele reunie rage. Als ik zoiets doe, dan wil ik ook gewoon met een nieuwe plaat komen. Dat gaat niet gebeuren, maar we gaan wel weer repeteren natuurlijk. We hebben al wat nummers uitgezocht, maar ik zit dan met een gitaar op schoot me af te vragen ‘wat deed ik toen in hemelsnaam’. Er zit zoveel destortion op waarvan ik niet meer weet hoe ik het gedaan heb. Leuk hè, het geluid van de jaren ’90.”Heel anders is het muziek maken voor het theater en films, wat Roald ook doet, al jaren, met veel liefde, plezier en vooral ook verrassing. Aankomende week is de première van Distel, van Orkater. Niet alleen heeft hij de muziek voor het stuk gecomponeerd, hij staat ook gewoon met zijn band bij iedere voorstelling op het podium, de muziek te spelen. Alamo Race Track heeft dit ook eens gedaan en aangezien ze toch een soort van vriendjes zijn, is het niet heel verrassend dat hij ook richting het theater trok. “Ik heb echt een pop requiem gemaakt voor dit stuk, dus je hebt een soort artistieke vrijheid die je soms niet echt voelt als je met je band verplicht bent toch een soort van dezelfde nummers moet blijven spelen. Er komt maar één keer in de twee, drie of soms vier jaar een album uit. Dat schiet niet echt op. In het theater heb je zes weken repetities en dan ga je spelen. Er lijkt een veel snellere flow in te zitten. Nu kun je natuurlijk niet meer dan zoveel muziek schrijven per jaar, dan word je gek. Meer dan één keer per jaar moet je zo’n groot stuk niet doen.”
Muziek voor hoorspelen, voor films, er komt gewoon ontzettend veel uit. Hij is dan ook veel productiever dan dat hij was toen hij alleen in een band zat. “Ik vind het heel fijn om die muzikale wereld steeds verder uit te breiden. Dat er nu een plaat uit is… een album is toch een soort mijlpaal, waarop je gewoon toch even alles afmaakt en mooi produceert. Maar daarnaast is er gewoon veel meer muziek te vinden.” Het wisselen van rollen is wel een uitdaging. Het is een hele andere energie, in het theater op het podium staan of op het podium met een groep vrienden die voor een groep vrienden speelt, want dat is een concert. “We speelden op Here Comes the Summer, toen we daar aankwamen hadden we net twee avonden repetitie gehad met het toneelstuk en toen kwamen we daar opeens in een festivalsfeer, waar iedereen al twee dagen aan het drinken en feesten is, en toen zat ik daar wel even met open mond om me heen te kijken. Een kleine shock, als je opeens die switch moet maken. Maar het komt altijd wel goed.”
LIVEDATA 21/05 HMH, Amsterdam (naprogramma Radiohead) 01/06 Paradiso Noord @ Tolhuistuin, Amsterdam (Excelsior Recordings is 20)