Leprous werd in 2001 gevormd in Notodden, Noorwegen. In 2006 brachten ze hun eerste full-album Aeolia uit. Noorse media bespraken dit album bijzonder positief waarna de band hun tweede album Tall Poppy Syndrom opnam, waarmee ze een label zochten. Het album werd in 2009 uitgebracht door Sensory Records. Hun bekendheid beperkte zich de eerste 10 jaar vooral tot Scandinavie. In de herfst van 2010 startte er een Europese tour waarna de band ook Europese bekendheid kreeg.
Hun laatste album Malina is deze maand Album van de maand op Aardschok. Metal Mike schrijft hierover:
Meer dan torenhoog. Denk Mount Everest. Zó hoog waren mijn verwachtingen voor het nieuwe Leprous-album. Voorganger ‘The Congregation’ is namelijk samen met het Arch/Matheos-album ‘Sympathetic Resonance’ uit 2011 mijn favoriete album van het huidige decennium. Toen de eerste aankondiging voor ‘Malina’ (mooie mysterieuze titel trouwens) verscheen, heb ik er alles aan gedaan om mijn verwachting tot ‘formaatje Keutenberg’ terug te brengen. Maar ‘The Congregation’ is nu eenmaal één van die albums die tot een beperkt lijstje van essentiële, progressieve mijlpalen behoort. De vraag is nu of Leprous dat kunstje met het nieuwe album opnieuw flikt. Welnu, ik denk dat ‘Malina’ daarvoor iets te veel in het verlengde van de voorganger ligt. En dat het songmateriaal op ‘The Congregation’ net een tikkie sterker was. Maar toch, wat een geweldig album is het weer. Wat opvalt is dat de nieuwe nummers meer koortjes bevatten en dat de sound opener en lichter is geworden. De gitaren staan beduidend minder zwaar afgesteld. Denk echter niet dat de Leprous nu ineens poppy klinkt, daar is de band veel te eigenzinnig voor. Iets anders dat opvalt, is het gebruik van echte strijkinstrumenten. Cello en viool zijn niet alleen nadrukkelijk aanwezig, maar voegen ook echt iets toe aan de Leprous-sound, vooral in de kerkelijke afsluiter „The Last Milestone”, die uitsluitend bestaat uit strijkers en de hoge zang van Einar Solberg. De nieuwe aspecten komen het mooist samen in „Stuck”; dit nummer stevent de eerste drie minuten af op iets dat op een hitsingle lijkt, maar die gedachte wordt in de tweede helft van de song genadeloos de grond in getrapt na een prachtige break, gevolgd door een weergaloos einde waarin zanger Einar werkelijk alles uit de kast haalt. Opener „Bonneville” en „Mirage” kennen eveneens zo’n prachtige opbouw. Op ‘Malina’ staan echter ook compactere nummers, zoals het beklijvende en tegelijkertijd heerlijk tegendraadse „Captive”. En wat te denken van „Coma”, waarin ongemakkelijk en catchy moeiteloos hand in hand gaan. Niet in de laatste plaats vanwege drummer Baard Kolstad. Deze gast is hard op weg om de Mike Portnoy/Keith Moon van zijn generatie te worden. Tot zover de superlatieven. Doordat instant klassiekers als „Rewind” of „Slave” lijken te ontbreken en de zanglijnen soms wat te lang worden uitgesponnen, geen tien uit tien voor ‘Malina’. Toch is het een beest van een album geworden, dat door het iets toegankelijker geluid weleens vele nieuwe zieltjes voor Leprous zou kunnen gaan winnen.