Shame

shame – Water in the Well

Dit nieuws gaat al langer rond dan het covid-19 virus, éindelijk is het zo ver en kondigt shame hun langverwachte nieuwe album Drunk Tank Pink aan! Daarnaast heeft de band een door Pedro Takahashi geregisseerde video gedeeld voor de gloednieuwe single ‘Water in the Well’.

Er zijn momenten op Drunk Tank Pink dat je bijna naar de hoes moet grijpen om te controleren of dit dezelfde band is die Songs Of Praise uit 2018 heeft gemaakt. Het is een flinke sprong die shame gemaakt heeft van de losbandige post-punk van hun debuut tot het uitgestrekte avontuur dat uiteengezet is in de grotere, gedurfdere James Ford-geproduceerde follow-up!

Deze creatieve sprong werd gedeeltelijk veroorzaakt door de recente crash van de band, nadat ze hun hele volwassen leven onderweg hadden doorgebracht. Het komt voort uit het begin van de band als pubers met grote ogen, die op hun tanden bijten in de pubs en de kleine podia van Zuid-Londen, tot de meest gevierde nieuwe band in Groot-Brittannië, compleet gekatapulteerd door het succes van hun baanbrekende debuutalbum.

Opnieuw wennend aan een normaal thuis met – voor het eerst sinds de formatie van de band – geen liveshows aan de horizon, probeerde frontman Charlie Steen de psychose er uit te feesten. “When you’re exposed to all of that for the first time you think you’re fucking indestructible”, merkt hij op.“After a few years you reach a point where you realise everyone needs a bath and a good night’s sleep sometimes.”

Een intense aanval van lucide koortsdromen overtuigde Charlie ervan dat zelfmedicatie voor zijn demonen geen erg gezond actieplan was en dat het waarschijnlijk tijd was om te stoppen en naar zijn diepste zelf te kijken.“You become very aware of yourself and when all of the music stops, you’re left with the silence”, zegt Charlie terugblikkend. “And that silence is a lot of what this record is about.”

In een kamer (lees:meer een kast waarin vroeger een wasmachine stond totdat die naar buiten werd gesleept en vervangen door een bed), in een roze tint geschilderd die gebruikt werd om dronken tankgevangenen te kalmeren, cocoonde Charlie zichzelf om na te denken en te schrijven.
In de kamer die ‘the womb’ werd genoemd – door het prisma van zijn eigen surrealistische dromen – sprak hij over de psychologische tol die het leven in de band van hem had geëist. Het uiteenvallen van zijn relatie, het verlies van een gevoel van eigenwaarde en de groeiende identiteitscrisis die zowel de band als een hele generatie voelden.

Charlie: “The common theme when I was catching up with my mates was this identity crisis everyone was having, no one knows what the fuck is going on.”
“It didn’t matter that we’d just come back off tour thinking, ‘How do we deal with reality!?’”,beaamt gitarist Sean Coyle-Smith. “I had mates that were working in a pub and they were also like, ‘How do I deal with reality!?’ Everyone was going through it.”

Sean had een ​​andere tactiek als Charlie en barricadeerde zichzelf in zijn slaapkamer. Hij verliet nauwelijks het huis en in plaats daarvan deconstrueerde hij obsessief zijn benadering van spelen en muziek maken, plukte hij de draden van de muziek die hij verslond uit elkaar (Talking Heads, Nigerian High Life, de droge funk van ESG, Talk Talk …) en creëerde werk doordrenkt met paniek en knetterintensiteit. “For this album I was so bored of playing guitar”, herinnert hij zich, “the thought of even playing it was mind-numbing. So I started to write and experiment in all these alternative tunings and not write or play in a conventional ‘rock’ way.”

Het geniale van Drunk Tank Pink is hoe Charlie’s tekstuele thema’s aansluiten bij de muziek. Opener Alphabet ontleedt het uitgangspunt van ‘moeten presteren’ tijdens een sirene van nerveuze, schokkerige gitaren, het refrein klinkt als een bierfles over een mosh-pit wordt gegooid. Nigel Hitter verandert de alledaagsheid van routine in iets spectaculairs via een onsamenhangende puzzel van gesyncopeerde ritmes en shattered punkfunk. Het resultaat is een enorme uitbreiding van het sonische arsenaal van shame.