Net genoeg kartelrandjes op überzonnig Pinkpop 2023

Pinkpop 2023 is een editie die de geschiedenisboeken ingaat als een festival dat nog wat sterker verschuift naar de pop in plaats van de rock. Ook pop met scherpe randjes en dat houdt het niveau van de drie muziekdagen dan toch overeind.

Tekst en foto’s: Pieter Visscher

Het is op de vroege vrijdagmiddag dat de Haagse rapper Frenna Deluxe af mag trappen op een van de twee hoofdpodia van Pinkpop. Ontbloot bovenlijf, vrijwel alle zang aangelengd met autotune. Daar moet je van houden en dat doet de jonge groep liefhebbers die vooraan staat absoluut, hetgeen goed te volgen is op de beeldschermen naast het podium. Zowel muzikaal als tekstueel erg mager en ook lekker luchtig op de hete vrijdagmiddag. Frenna  – dat zijn die moderne tijden – vermengt het Engels met het Nederlands: “Je weet ik heb die badman sauce. No lie, ik houd het echt met jou. Je weet dat ik vecht met jou. That way, ik ga weg met jou, my girl. I’m looking for a bad girl to dance for me.” Da’s Frenna uit Den Haag, muziekstad nummer 1 in Nederland. Sowieso érg goed vertegenwoordigd dit weekeinde. Zoals de pop dus bovendien, want wat te denken van Ellie Goulding, de 36-jarige Britse met haar lichtvoetige dansliedjes. Goulding heeft behoorlijk wat baat bij haar drie achtergrondzangeressen, die het vocaal naar een wat hoger niveau weten te trekken.

Op naar The Haunted Youth, in de tent. Beklijvende, galmende indiepop/rock uit België. Zanger/gitarist Joachim Liebensen en gitarist Tom Stokx hebben beiden een jolige pornosnor onder de neus laten groeien en wanneer je daarop let kom je er nauwelijks nog van los. Lekker volle tent! Waarin je als je je een beetje slim positioneert een kleine frisse bries mee kunt pikken. Geen overbodige luxe tijdens een weekend verzengende hitte in Landgraaf. Al zou je ook kunnen spreken van superweer en dat doen we liever.

Na de lichtvoetige folkrock van The Lumineers en de stoere rock uit Mongolië van het opvallende The Hu, dat de nodige zieltjes wint in de Pinkpoptent met hun onverstaanbare nummers, is het de beurt aan The War On Drugs, dat voor ruim 60.000 toeschouwers de winnaar van de vrijdag wordt. Met alle respect voor wat er eerder op de dag muzikaal allemaal is neergezet begint-ie natuurlijk pas echt met de band rond de uiterst goedgemutste Adam Granduciel, die zich laat verleiden tot wat geijkte woorden richting het veld. Maar je voelt dat hij het meent. Het komt uit z’n hart. “You guys are beautiful today. Every single one of you.” TWOD is uitgesponnen als vanouds, het geluid is geweldig en er blijft geen hit liggen. Ook degenen die dat nog niet wisten krijgen te maken met een van de beste bands die er tegenwoordig te vinden zijn op de mondiale podia en die status wordt andermaal moeiteloos waargemaakt. De spanning die wordt opgebouwd in Under The Pressure blijft van een ongekend hoog niveau. Wat een zegetocht! Hetgeen we in mindere mate kunnen constateren bij Editors, waar een bepaalde vorm van sleet zichtbaar is. Het heilige vuur lijkt even te zijn verdwenen. Tom Smith oogt wat uitgeblust in zijn judobloes, of is het een afgeknipte badjas. Tuurlijk, de zevende (!) keer Pinkpop voor de Britten, die toe lijken aan rust. Even de boel de boel. Halfjaartje Schiermonnikoog met z’n allen en kijk eens hoe je dan weer opbloeit. Editors heeft niets van de energie van Pink, de headliner van de vrijdag. Hoewel er zonder meer wordt gemusiceerd wordt door Alecia Beth Moore Hart en haar band gaat de aandacht vooral uit naar de enorme portie circus die we krijgen voorgeschoteld van de Amerikaanse, die ontzettend veel baat heeft bij haar achtergrondzangeressen. Het is spectaculair allemaal, Pink ziet eruit om in te lijsten terwijl de acrobatiek het wint van haar liedjes.

Zaterdag

De zaterdag start al vroeg, want DeWolff staat reeds om 12 uur geprogrammeerd in de tent. Thuiswedstrijd voor de Limburgers. Een van de beste bands die we hebben. Pablo van de Poel is verheugd dat het publiek zo massaal is afgekomen op zijn formatie, terwijl de ochtend net voorbij is. “Ik ben een beetje verliefd op jullie. Zijn jullie ook op mij?” De psychedelische blues van DeWolff, schatplichtig aan onder meer The Doors, is inmiddels in heel Europa omarmd. Daar mogen we trots op zijn en Limburg helemaal.

Na de onderhoudende hiphop van de Belgische rapper Zwangere Guy en de prima popliedjes van Rondé, laten zowel SONS als Ramkot (ingevallen voor Disturbed) zien dat het op rockgebied wel goedzit bij onze zuiderburen. Ramkot maakt, zo noemen ze het zelf, ramrock. Korte halen, snel thuis. SONS is een stuk melodieuzer. Liedjes met een kop en een staart, die meteen al goed in de smaak vallen op het heerlijke debuut Family Dinner uit 2019. Robin Borghgraef en zijn drie vrienden hebben er duidelijk zin in en dat enthousiasme wordt opgepikt door het publiek. De garagerock, waarin we behoorlijk wat invloeden uit de punk ontdekken staat als een twee-onder-een-kap. SONS laat zich kronen tot een van de winnaars van het weekend en is een mooie aanloop naar een van de andere positieve verrassingen op Pinkpop 2023: Hollywood Vampires, dat bestaat uit Alice Cooper (75), Aerosmith-oprichter Joe Perry (72), toetsenist Buck Johnson van Aerosmith, drummer Glen Sobel (uit Alice Cooper Band en Mötley Crüe) en bassist Chris Wyse van The Cult. Maar grootste blikvanger is  Johnny Depp. De superformatie ontstaat acht jaar terug. Het is een speels optreden waarin het nauwelijks uitmaakt dat de rock van het kwartet soms wat eendimensionaal is. Terwijl er ook potentieel hitmateriaal voorbij komt. Heerlijk is de vlekkeloze uitvoering van Break On Through van The Doors, wanneer opnieuw opvalt hoe geweldig Cooper nog bij stem is. Depp, onder de tatoeages, heeft een kek reggaemutsje op het hoofd, hij draagt iets wat aan een Schotse rok doet denken, heeft zijn linkerbeen in het gips en doet vocaal ook een duit in het zakje. Depp zingt het pakkende People Who Died. Cover van The Jim Carroll Band. Hij kondigt het op kolderieke wijze aan: “We used to sing this in kindergarten.” Op het scherm achter de band een ode aan muzikanten als David Bowie, Roy Orbison, Kurt Cobain, John Lennon, Ric Ocasek, de onlangs overleden Taylor Hawkins, Joe Strummer en vele anderen. Indrukwekkend, al die grote namen. Hollywood Vampires maakt de verwachtingen meer dan waar en kan weleens meer worden dan een hobbyproject van gearriveerde namen. Depp zingt op imposante wijze Bowies Heroes. We worden muzikaal in de watten gelegd op de zaterdagmiddag. Na Heroes even de Oekraïense vlag op het scherm. De temperatuur is inmiddels ronduit aangenaam te noemen. Er waait zelfs een enigszins frisse bries, rond een uur of zes. Zijn we aan toe in Landgraaf. Walk This Way komt voorbij en een stevige versie The Yardbirds’ Train Kept A- Rollin’ De band sluit af met het 51 jaar oude School’s Out, dat ook door de jongsten op de weide hard wordt meegeblèrd. Het loopt vlekkeloos over in Pink Floyds Another Brick In The Wall. Hollywood Vampires (foto) is een van de hoogtepunten van Pinkpop. Wie had dat gedacht?

Dan Auerbach misschien wel, van The Black Keys, die met zijn vriend Patrick Carney voor meer rockgeweld zorgt op de zaterdag. Vooral hits als het sublieme Lonely Boy zorgen voor wat extra opwinding. De Zweedse zangeres Tove Lo doet dat onder meer door haar borsten te ontbloten in de Pinkpoptent. Niet nieuw tijdens haar optredens, wel verfrissend en waarom ook niet? We hebben immers ook al talloze ontblote mannenlijven ontwaard, zowel op het veld als op het podium. Hoewel Josh Homme zijn kleding aanhoudt. Queens Of The Stone Age mag een uurlang het gras uit de zoden beuken in Landgraaf en stelt geen seconde teleur.

Subliem opgewarmd door dj-collectief Kiss All Hipsters van Arnold Scheepmaker zien we tussendoor een andere winnaar van het weekend: Prins S. en de Geit, ook uit Den Haag. Dit Is Mijn Kerk is een Nederlandse vertaling van Faithless’ God Is A DJ. De immer sterk articulerende, wat androgyn ogende zanger/dichter Scott Beekhuizen is een sympathieke volksmenner met ADHD. “Elektronische muziek om op te dansen”, noemen ze het zelf. Dat klopt. De elektrobeats vliegen je om de oren. Er wordt muzikaal geknipoogd naar de jaren 80. Gitarist Marne Miesen is terug na het overleven van een hersenbloeding en dat levert tranen op bij de heren, die elkaar uitgebreid knuffelen. Prins S. en de Geit is een tijdens de pandemie ontstane act, waarvan de bandleden geen idee hadden wat het zou gaan doen in het land. Het liep snel uit de hand, in positieve zin. Qua enthousiasme is het trio misschien wel de winnaar van het weekend, wat wát een feest in Landgraaf. Op nummers als Kinderboerderij, het beukende Kan Je Niet Maken, Als Punk Geen Muziek Is en vooral Nacht gaat het voortreffelijk los. Songs van het vorig jaar verschenen debuut Rood Staan Hard Gaan, vol met sprankelende lyriek en beats. Prins S. en de Geit (foto) is sowieso de Haagse winnaar van het weekend en een van de opwarmers voor Robbie Williams.

“I’m Robbie fucking Williams! And this is my ass! De toon is gezet in Landgraaf, waar Williams klaagt over zijn conditie. “I’m fucked. Yes, I’m fucked. Long covid.” Door de fysieke klachten maakt hij pragmatisch gebruik van zijn grote klasse als rasentertainer, spelend met zijn publiek. Vocaal mankeert er overigens niks aan. Het is een aaneenschakeling van hits en een sprankelende versie van Oasis’ Don’t Look Back In Anger. Williams (49), inmiddels grijs en met een punkkapsel laat als hij het even niet meer volhoudt zijn publiek uit volle borst meezingen en wordt ook overeind gehouden door zijn enorme band, fantastische zangeressen en schaarsgeklede danseressen die ook de nodige aandacht opeisen. Zeer open is-ie, over z’n demonen, z’n drugsgebruik, z’n zwaktes, zijn suïcidegedachten. Mooi mens. Stemmen in z’n hoofd, die hem constant vertellen hoe waardeloos hij is. Dat ie niet kan zingen. Williams vecht tegen de tranen. Dit is zelden vertoonde openheid van een artiest, die al zijn intrinsieke worstelingen heeft overleefd en, zo zegt hij, momenteel gelukkiger is dan ooit. Je gunt ‘m het allerbeste.

Zondag

Na een prima optreden van (eau eau Den Haag) Di-rect (wat is Soldier On toch weer indringend) zien we de springerige indiepop van Upsahl (foto). Hyperactieve blikvangster in roze, loszittende broek, die steeds af dreigt te glijden. Het levert spannende momenten op. “Call the priest, you are possessed, if you keep eyefucking my breasts”, zingt ze, in het pakkende Wet White Tee Shirt, dat muzikaal wel wat wegheeft van Wet Leg. Muzikaal is Upsahl verder niet zo’n heel erg spannend trio, hoewel er zonder meer sprake is van aanstekelijkheid. We horen ook wat raakvlakken met Ting Tings. “The world is on fire. We’re so fucking tired”, komt de Amerikaanse (24) ook nog eens quasi geëngageerd om de hoek kijken.  En dan is het de beurt aan Goldband, ook uit Den Haag. Na de ongekende successhow vorig jaar in de Alpha op Lowlands zijn de verwachtingen hooggespannen. Misschien wel iets té hoog, want de voormalig stukadoors zitten niet in hun beste fase. Het oogt allemaal wat uitgeblust. Of willen we misschien wel te veel? De pure energie ontbreekt. “Er is maar één plek mooier in Nederland dan Pinkpop en dat is Scheveningen!”, schreeuwt Milo Driessen. Haagse vlaggen op het podium en in het publiek. Driessens vader komt langs, want het is Vaderdag. Er volgt een intense omhelzing. Pa weet niet wat ‘m overkomt en neemt het ervan. Goldband herpakt zich qua energie wat in de loop van het concert, maar het oogt te vaak iets te blasé. En we missen Maan op het podium, want Goldbands mooiste liedje is het overheerlijke Stiekem – een klassieker in wording, mét Maan. Haar vriendje Karel Gerlach mist haar misschien wel het meest.

Terwijl de temperatuur in Landgraaf steeds aangenamer wordt zappen we langs singer-songwriter Tom Odell en blijven we wat langer hangen bij Warpaint, dat een prachtige, subliem opgebouwde set afwerkt in de inmiddels lekker koele tent op Pinkpop. De indierock van het uit Los Angeles afkomstige kwartet dames is kost voor kenners, gezien het matig gevulde veld voor het podium, terwijl daar een van de lekkerste optredens van het weekend wordt afgewerkt. Op de North Stage klimt Colson Baker, zanger van de Amerikaanse rock/hiphopact Machine Gun Kelly, aan het eind van hun show in een van de geluidsmasten in de buurt van het podium. Flikker je eruit, dan ben je dood, maar alles gaat goed. Het roept herinneringen op aan Thelonious Monster in 1993. Zanger Bob Forrest klimt dan via luidsprekertorens omhoog om als een doorgesnoven idioot op het dak van het hoofdpodium te gaan zitten. Ook die strapatsen kosten geen leven. We zijn in elk geval opgewarmd voor afsluiter Red Hot Chili Peppers, waarover we louter positieve noten kunnen kraken. Er gebeurt niets verrassends, maar de set is uitgekiend en er wordt met veel klasse gemusiceerd. Het is andermaal gitarist John Frusciante die de show steelt. Hij is de meest getalenteerde van het stel. RHCP toont zich een waardig afsluiter van een zonder meer geslaagd Pinkpop, dat her en der misschien een paar éxtra scherpe randjes ontbeerde. Nochtans: weer genoeg krenten in de pap.