Pinguin Radio Volkskrant

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #10

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.GojiraGojira – Magma (Roadrunner / Warner Music)
In de niet-extreme metal is de Franse band Gojira de laatste jaren de blikvanger. Gojira maakt donkere maar progressieve postrock en metal, die ook nog eens ergens over gaat. De band, afkomstig uit Bayonne (in Frans Baskenland), zingt bij voorkeur over de roofbouw die de mens pleegt op de natuur en daar bouwen de mannen geen al te vrolijke liedjes omheen.

Door: Robert van Gijssel 29 juni 2016

Magma is beheerst en somberder dan de voorgangers. Op vorige albums had Gojira soms de neiging het technisch vernuft te etaleren, maar in het plechtstatige The Shooting Star mogen de gitaren rustig riffen en is vooral de groove belangrijk: een geweldige openingstrack, met bezwerende en meerstemmige vocalen die je direct de plaat binnenslepen. Het titelnummer is ook al zo’n mooi rockende donderpreek, waarin Mario Duplantier toch stiekem laat horen welke geweldige drumbreaks hij beheerst. Uitschieter is het tweeluik Pray en Only Pain, waarin Gojira de snelheid opvoert in zware thrashmetalriffs die in Franse handen lijken op een mix van Sepultura en Tool. Een heerlijke rockplaat, ook voor niet-metalheads.

Robert EllisRobert Ellis – Robert Ellis (New West Records)
Een van de betere nieuwe singer-songwriters is de 27-jarige, uit Houston afkomstige Robert Ellis. Zijn twee jaar geleden verschenen album The Lights from the Chemical Plant werd te weinig gehoord, wat te maken zal hebben met zijn muzikale ongrijpbaarheid.

Door: Gijsbert Kamer 29 juni 2016

Hij schrijft kleine countryliedjes waarin hij ruimte laat voor melodische wendingen of jazzgitaar. Lijkt rommelig, maar het vormt een eenheid door zijn lichte, beetje nasale en melancholieke stem.
Ook zijn titelloze vierde album zit weer razendknap in elkaar. Dit keer zijn het vooral strijkers die de liedjes kleur geven. Wonderschoon zijn de met grote precisie uitgewerkte arrangementen. Prachtig klinkt bijvoorbeeld de elektrische piano op California, een van de mooiste liedjes van de plaat. Eentje waar je misschien even voor moet gaan zitten, maar dat geduld wordt uiteindelijk rijkelijk beloond.

WevalWeval – Weval (Kompakt/ N.E.W.S.)
Ook aan de meer avontuurlijke kant van het elektronische muziekspectrum begint Nederland internationaal leuk mee te doen. De Bossche producer Jameszoo tekende bij het Amerikaanse label Brainfeeder van Flying Lotus en doet daar nu heel mooie dingen. En op het Duitse dancelabel-op-stand Kompakt verschijnt het albumdebuut van het Amsterdamse duo Weval.

Door: Robert van Gijssel 22 juni 2016

Dat mag er zijn. De titelloze plaat staat ramvol knap opgebouwde en weldadige dansmuziek, die toch nergens overdreven doordacht klinkt. Het geluid is toegankelijk, organisch en warm: de synthesizers zijn menselijk en comfortabel en de zware drumbeats en bassen lijken afkomstig van de ritmesectie van een echt bandje.

Tracks als I Don’t Need It worden geduldig opgetrokken uit funky en melodieuze baslijntjes, eenvoudige maar pakkende synthesizermelodieën en steeds precies de goede vocale samples, die de tracks van catchy haakjes voorzien. Na drie keer draaien zit zo’n nummer voorgoed in je hoofd. Net als het lichtelijk nostalgische Square People, dat aanvankelijk bij weemoedige en mistige toetsen doet denken aan de droomdance van bijvoorbeeld Bibio. Tot er weer zo’n strakke en opwindende bas onder wordt gezet.

De plaat als geheel is ook al zo’n mooi bouwwerk. De spanning wordt opgevoerd richting finale: Just in Case en het in twee stukken opgeknipte You Made It, met weer van die prachtig vervormde vocalen, en in deel twee een echte dansvloerclimax met onwaarschijnlijk lekkere bassen en bliepende synthsequenties. Aan Weval gaan we dus ook live heel veel dansplezier beleven, op festivals als Pitch en Lowlands.

Eli Paperboy ReedEli Paperboy Reed – My Way Home (Yep Roc)
Een blanke jongen met een zwarte soulstem die opzwepende vintage rhythm-and-blues speelde, zo introduceerde de Amerikaanse Eli Paperboy Reed (1983) zich een jaar of tien geleden.

Door: Gijsbert Kamer 22 juni 2016

Maar spetterende shows werden gevolgd door helaas steeds minder vurige platen. Een paar jaar geleden werd tevergeefs geprobeerd om van hem een popster te maken, door hem aan de Engelse producer Mark Ronson te koppelen, waarna hij uit beeld verdween.
Nu neemt Eli Paperboy Reed wraak met een even rauw als opzwepend nieuw album. My Way Home staat vol met spijkerharde soul, elf sterke liedjes overgoten met een warme gospelsaus.
Eli Paperboy Reed schreeuwt alsof hij door de duivel bezeten is de longen uit zijn lijf. Even hysterisch klinken orgel en gitaar. De productie is zo rudimentair dat je al snel geneigd bent de plaat het etiket garagesoul te geven. Intense godvruchtige schreeuwsoul, zoals je die veel te weinig hoort.

Allen ToussaintAllen Toussaint – American Tunes (Nonesuch/Warner Music)
Voordat de legendarische zanger, producer en pianist Allen Toussaint november vorig jaar overleed, nam hij nog een prachtige plaat op. Op American Tunes speelt Toussaint de muziek waarmee hij zelf opgroeide of die anderszins belangrijk voor hem was.

Door: Gijsbert Kamer 22 juni 2016

Naast werk van zijn stadgenoot uit New Orleans en leermeester Professor Longhair, interpreteert hij achter de piano liedjes van Duke Ellington, Fats Waller en Paul Simon. Veel jazz (een hoogtepunt is Bill Evans’ Waltz for Debby), maar Toussaint maakt er met zijn sprankelende spel iets geheel eigens van. Vaak doet hij dat alleen, maar een enkele keer krijgt hij hulp van Van Dyke Parks als tweede pianist of zangeres Rhiannon Giddens.

Het mooiste bewaart Toussaint voor het laatst: een bewerking van zijn eigen Southern Nights en een breekbaar gezongen versie van Paul Simons American Tune. Een fraaie afsluiting van een buitengewoon sterk oeuvre.

ApneuApneu – This Will Never Happen To Us (Subroutine/Clear Spot)

Je moet wat als je wanhopig bent en niet zo handig met vrouwen: ‘I got a haircut at the place you recommended (…) I carved the letters of your name in my forehead just to prove I’m true.’

Door: Menno Pot 15 juni 2016

Zulke ontwapenende, komische zinnen tref je bij bosjes aan in de liedjes van Apneu, Amsterdamse gitaarband met een meisjesobsessie die heeft geleid tot de songtitels Siobhan, Caroline, Jennifer én Emily. Allemaal niks geworden, vermoedelijk.

Apneu heeft met het derde volwaardige studioalbum This Will Never Happen To Us een van de leukste Nederlandse indierockplaten van de laatste tijd gemaakt. Deze sluit losjes aan bij de Amsterdamse school van Hospital Bombers en Naive Set: ongedurig huppelende popsongs (de aanduiding ‘pop’ kun je per geval van een prefix als power- of jangle- voorzien), vaak met een gitaar die als een eigenwijs snijbrandertje de zangmelodie schaduwt.

Behoorlijk tragikomisch, melodieus en onweerstaanbaar allemaal. En o ja, de prijs voor ‘Songtitel van het Jaar’ kan alvast worden beloofd aan Homelessly Devoted To Glue, want daar gaat echt helemaal niemand meer overheen.

Giorgio MoroderGiorgio Moroder – TRON Run/r (Original Video Game Soundtrack) (Disney Interactive/Sumthing Else)
Bij de verspreiding van de goede werken van de elektronische muziek speelt het computerspel een niet te onderschatten rol. Dat was al zo in de jaren negentig. Het futuristische racespel Wipeout bijvoorbeeld had een fantastische soundtrack met de grote dance van de jaren negentig, van Orbital tot The Chemical Brothers en Leftfield. Het spel werd een culthit en werd vervolgens razend populair. Die dance ook.

Door: Robert van Gijssel 15 juni 2016

Begin dit jaar verscheen de game TRON Run/r, een afgeleide van de Hollywoodfilm TRON: Legacy uit 2010. Daarvoor maakte Daft Punk een soundtrack die al leuker was dan de film. Voor het spel tekende de legendarische Italiaanse producer Giorgio Moroder (van o.a. Donna Summer), met soundtrackcomponiste Raney Shockne en nog wat grootheden uit de elektronische muziek (Darkstar, Plaid, Bibio). De nu verschenen gamesoundtrack is een cadeautje voor de liefhebbers van gejaagde, futuristische grotestadstechno met een cinematografische lading. Een aantal originele Moroder-tracks voor TRON Run/r zijn geremixt door technohelden van statuur.

Het stuk 611 Time Out bijvoorbeeld is in bewerking van Autechre een subtiel atmosferische dancebeuker, in een genre dat we ooit ‘intelligent dance music’ noemden, vol van dwarse en Afrikaans aandoende ritmes en tegenritmes en broeierige baslijnen. Het Moroder-nummer Recursion zit vol synthesizernostalgie, met bliepende en razendsnel bubbelende sequenties die we van de disco-pionier gewend zijn. Donker en bezwerend, en indrukwekkender dan het werk op Moroders laatste album. Daarmee is TRON Run/r meer dan een dancetussendoortje, een aanrader.

William BellWilliam Bell – This Is Where I Live (Stax/Universal)
Soulzanger William Bell was in 1961 met You Don’t Miss Your Water verantwoordelijk voor een van de eerste en grootste hits op het legendarische Stax label. Een intens gezongen ballad, die nog altijd kan doorgaan voor een van de mooiste soulliedjes ooit. Hij schreef ook hits voor anderen zoals in 1967 Born Under A Bad Sign voor Albert King, maar de laatste decennia was zijn productie vooral wisselvallig.

Door: Gijsbert Kamer 15 juni 2016

Hoewel nooit gestopt met zingen, verdween hij regelmatig uit zicht om weer vergeefs met inferieur geproduceerde platen de aandacht te trekken. Maar zingen kan hij nog, zo toont hij aan op het zeer smaakvol klinkende This Is Where I Live, op hetzelfde label waar hij zijn grootste succes had.
Het Stax label koppelde Bell aan John Leventhal, die alles precies de gepaste sobere klank geeft. Bell zingt prachtig, vol onderkoelde emotie. Naturel, zonder effectbejag zoals dat op bijvoorbeeld de platen van Charles Bradley wel gebruikelijk is.

Geen moment doet Bell zijn best modern of actueel te zijn. Hij neemt oude liedjes als Born Under A Bad Sign onder handen en geeft ze de nieuwe betekenis van een oudere man die terugdenkt. Mooiste liedje is het kleine, gospelachtige People Want To Go Home. Nu maar hopen dat Bell het volgende maand op het North Sea Jazz Festival net zo klein en verzorgd wil houden.

WhitneyWhitney – Light Upon The Lake (Secretly Canadian/Konkurrent)
Dat was een aangename verrassing, deze winter. Gewoon vanuit het niets een heerlijk warm zomers liedje. Beetje droevige vocalen, opgevangen door een strijkje en troostrijke blazers. No Woman heette het nummer, de uitvoerende band noemde zichzelf Whitney.

Door: Gijsbert Kamer 8 juni 2016

Twee jongens, live uitgebreid tot zes muzikanten, uit de indiescene van Chicago, zo bleek. Mark Kakacek (gitaar) en Julien Ehrlich (drums) speelden al samen in het aardige maar nooit echt van de grond gekomen Smith Westerns, terwijl Ehrlich ook nog drumde in Unknown Mortal Orchestra.
Een heuse indiesupergroep dus, dat Whitney, waarin Ehrlich de hoge falset voor zijn rekening neemt. Dat doet hij soms een beetje beverig, maar op zijn best klinkt hij als een kruising tussen Shuggie Otis en – iets minder cool – de Alessi Brothers.

Die referenties werkt hij met Kakacek zelf in de hand door precies de juiste jarenzeventigarrangementen aan de mooi verzorgde liedjes te geven. Klein Farfisa-orgelgeluid, een beetje blazers, lui ritme en, heel fraai in bijvoorbeeld Dave’s Song, een van George Harrison geleend gitaargeluid.

Het is wel duidelijk dat het begin jaren zeventig razend populaire Westcoast-popgeluid (zie ook America, Bread en Carole King) model stond voor Whitneys albumdebuut. Ze benaderen het knap en voegen er een handvol eigen hedendaagse popjuweeltjes aan toe.
Een instrumentaal nummer als Red Moon, met een tikkeltje valse trompet, hadden ze beter van de plaat kunnen houden, maar verder is Light upon the Lake voorbestemd om een van de zomerplaten van 2016 te worden.

Amber ArcadesAmber Arcades – Fading Lines (Heavenly/PIAS)
Het verhaal achter Amber Arcades is al mooi genoeg. Annelotte de Graaf uit Utrecht verzamelt al haar spaargeld en gaat naar New York om daar met zelf gekozen professionals de mooiste plaat te maken die ze in haar hoofd heeft. Thuisgekomen blijkt het Britse label Heavenly geïnteresseerd om de plaat uit Fading Lines uit te brengen, met als gevolg dat de eerste lovende recensies voor Amber Arcades Brits waren.

Door: Gijsbert Kamer 8 juni 2016

Het geluid van Amber Arcades laat zich omschrijven als melodieuze ‘dreampop’, die doet denken aan Stereolab en Real Estate, wiens drummer Jackson Pollis op Fading Lines te horen is. Producer Ben Greenberg laat de mooie, warme stem van De Graaf mooi samenvloeien met de gitaren. Come with Me, Fading Lines en het lekker voortjakkerende Turning Light zijn hoogtepunten op dit verder zeer coherent klinkende album.

Amber Arcades maakt het soort gitaarpop dat hier nooit zo is aangeslagen, maar waarop ze in het Verenigd Koninkrijk nog altijd dol zijn. In een aantal liedjes hoor je echo’s van Stereolab, Broadcast en Lush terug. Namen die in het buitenland meer tot de verbeelding spreken dan hier, maar daarom zit Amber Arcades ook bij een Brits label.