Elephant Stone – Ship Of Fools (Elephants on Parade)
Vierde album alweer van deze Canadese band rond zanger en allroundmuzikant Rishi Dhir, die ondanks sterke platen als Elephant Stone (2013) en Three Poisons (2014) nog steeds wacht op een wereldwijde doorbraak. Wie weet dat die er binnenkort gaat komen, want album nummer vier, Ship Of Fools, is al net zo goed als zijn voorgangers. De Indiase invloeden die eerder werk kenmerkten zijn hier wat naar de achtergrond gedrongen, maar de psychedelische elementen vieren nog steeds hoogtij.
Nieuw zijn de elektronische beats die nummers als Manipulator, Where I’m Going en See The Light naar grote hoogten stuwen, maar van een echte stijlbreuk is geen sprake. Het naar een nummer van de Stone Roses vernoemde Elephant Stone vindt op deze toffe plaat de juiste balans tussen experiment en toegankelijkheid en gezien de populariteit van geestverwanten als Tame Impala zou het dan ook niet meer dan terecht zijn als ook Rishi Dhir en zijn bandmaten nu eindelijk doorstoten naar de grotere zalen. Tekst Mania | Marco van Ravenhorst
Ship Of Fools Tracklist:
1. Manipulator
2. Where I’m Going
3. Cast The First Stone
4. Photograph
5. See The Light
6. Run, Sister, Run
7. Love Is Like A Spinning Wheel
8. Andromeda
9. The Devil’s Shelter
10. Silence Can Say So Much
11. Au Gallis
LIVEDATA: 29/11 V11, Rotterdam 30/11 Paradiso, Amsterdam 2/12 Trix Bar, Antwerpen
ELEPHANT STONE LIVE IN CONCERTO
Woe 30 november instore: 17:00 Concerto A’damRolling stones – Blue & Lonesome (Polydor Records)
Het moest er een keer van komen maar het heeft maar liefst ruim een halve eeuw geduurd voordat de Rolling Stones hun grote voorbeelden met een volledig en honderd procent oprechte bluesplaat weten te eren. Deze week verschijnt Blue & Lonesome waarmee ze terug gaan naar de roots en een diepe buiging maken voor de muziek van Eddie Taylor, Willie Dixon, Howlin’ Wolf, Little Walter en Jimmy Reed.
Tekst: Jeroen Bakker (met dank aan Everaldo Pechler)
Op voorhand waren de verwachtingen dat de luisteraar weer zou worden meegetrokken in de Dartford Delta, een verwijzing naar de bakermat van de blues, de Mississippi Delta in combinatie met de plaats waar Mick en Keith opgroeiden in de beginjaren zestig, of naar een geweldig creatieve periode, zo halverwege de jaren zestig, toen de Stones enige tijd in de befaamde Chess studio’s te Chicago verbleven. Een, zeker vanuit historisch Stones-perspectief, uitermate belangrijk tijdperk aangezien daar onder leiding van de beroemde engineer Ron Malo de allereerste versie van Satisfaction werd opgenomen terwijl Muddy Waters, de grote held van de Stones, het plafond aan het witten was.
Bij de eerste beluistering van Blue & Lonesome dient zich echter een geheel andere vergelijking aan, die van het nooit uitgebrachte album dat Mick Jagger beginjaren negentig opnam met de helaas ter ziele gegane band The Red Devils, het uit zes jonge honden bestaande gezelschap uit Los Angeles waarbij de blues door de aderen stroomde. Onder leiding van mondharmonicavirtuoos Lester Butler speelde de band gretig, smerig en met ongekende bezieling. Luister naar hun enige album Live At The King King, een absolute must voor de liefhebber, en je begrijpt gelijk wat hier wordt bedoeld. Blues zoals blues gespeeld hoort te worden. Alsof je zelf ter plekke druipend van het zweet getuige bent van een hypnotiserend blues voodoo-ritueel waar Screaming Jay Hawkins trots op zou zijn.
Uitgerekend met deze band dook Mick Jagger juni 1992 de studio in om samen met producer Rick Rubin een legendarische sessie op te nemen. Geen vooropgezet plan van welke nummers er opgenomen gingen worden, gewoon roepen welke klassieker in je opkwam en het werd gespeeld. Soms in één take, vaak vier of vijf keer het zelfde nummer live achter elkaar spelen tot het er goed op stond. Bijzonder feitje hierbij was dat Jagger zich liet corrigeren door de jonge band, zij speelden deze nummers immers een paar keer per week in rokerige clubs in LA. Nummers als Blues With A Feeling, Evil, Checkin Up On My Baby, Still A Fool, ze kwamen allemaal voorbij. Geen overdubs en trucjes achteraf, maar gewoon een band live in de studio. Microfoons aan, stand-by, record en gaan.
Jagger moet ongetwijfeld hebben terug gedacht aan deze tijd toen hij eind vorig jaar met Keith, Ronnie, Charlie en enkele vaste krachten die de Stones sinds jaar en dag bijstaan, in de studio bezig was. Naar verluidt verliepen de opnamen van het nieuwe zelfgeschreven materiaal niet bepaald vlekkeloos. Keith zette plotseling een blues-standaard in en als donderslag bij heldere hemel bleek het heilige vuur weer aangewakkerd. Jagger gebruikte hetzelfde weekend nog om een selectie te maken uit de rijke muzikale nalatenschap van bovengenoemde blueshelden. Toen vervolgens de opnamen werden hervat bleek daar ook Eric Clapton te zijn begonnen aan het opnemen van nieuw werk. Saillant detail is overigens dat de plaats van handeling de British Grove Studios in West-Londen betreft. Eigendom van Mark Knopfler en op een steenworp afstand van Richmond en Eel Pie Island waar de Stones in hun beginjaren ooit als jonge bluesband in pubs en clubs speelden. Clapton hoorde hoe de Stones zich met volle overtuiging op het bluesmateriaal stortten, onderbrak zijn eigen opnamen en bood zijn medewerking aan. Binnen drie dagen hadden de Rolling Stones twaalf tracks op de band staan waarvan er twee enkele bijdragen van Mr. Slowhand bevatten.
Zo bevat Blue & Lonesome dezelfde bezieling en gedrevenheid als die legendarische sessie in LA van toendertijd. Deze keer waren de Stones met zijn allen in een studio zonder poespas, en zonder overdubs, de muziek makend waar ze al decennia lang verdomde goed in zijn: de blues, waarmee tevens aan de wens van vele fans is tegemoetgekomen.
Met name Jagger laat zich van z’n beste kant horen. Zowel op zang als mondharmonica vertolkt hij de rol van hoodoo-man met verve. Dichter bij het “down and out” gevoel van de blues kan je niet komen dan op de gelijknamige titeltrack Blue And Lonesome, een cover van Little Walter, de onbetwiste mondharmonica-koning van de naoorlogse blues, waarin overduidelijk is te horen dat de betreffende persoon niet veel zin meer in het leven heeft: “I’m gonna cast my trouble in the deep blue sea. Let the whales and the fishes have a fuss over me”. Misschien wel het hoogtepunt van het album. Maar ook ‘Little Rain’ klinkt spannend en bijna spookachtig. Met name door een sterk staaltje “ancient weaving” van Keith Richards en Ron Wood.
De manier waarop de Stones Lightnin’ Slim’s Hoodoo Blues eigen hebben gemaakt doet niet onder voor het origineel. Een zeer geslaagde versie met Jim Keltner op percussie. Hij is, zoals gezegd, niet de enige gast op het album. Clapton speelt mee op Everybody Knows About My Good Thing, een track die Jagger al eens eerder uitbracht in een versie met Gary Moore, en op I Can’t Quit You Baby, een cover van Otis Rush, geschreven door Willie Dixon, uitgebracht op het befaamde Cobra Record Corp. label. Deze versie komt helaas gemakzuchtig, zelfs cliché-matig over en mist de spanning van het origineel. Wellicht hadden ze Bill Wyman erbij moeten betrekken. Als er één album is waarop zijn sublieme bassspel meer dan ooit tot z’n recht zou komen is het Blue & Lonesome wel.
Desondanks hebben de Stones een meer dan geslaagde ode aan de blues gebracht en dat door een band die inmiddels groter is geworden dan de blueshelden die hun geïnspireerd hebben om überhaupt muziek te gaan maken.
Blue & Lonesome Tracklist:
1. Just Your Fool
2. Commit A Crime
3. Blue And Lonesome
4. All Of Your Love
5. I Gotta Go
6. Everybody Knows About My Good Thing
7. Ride ‘Em On Down
8. Hate To See You Go
9. Hoo Doo Blues
10. Little Rain
11. Just Like I Treat You
12. I Can’t Quit You Baby
Ter ere van Black Friday werd voorafgaand aan dit weekend al de op blauw vinyl geperste één-track 10” van Ride ‘Em On Down uitgebracht. Het betreft een gelimiteerde oplage dus de liefhebbers zullen zich alsnog naar de betere platenzaken moeten haasten om een exemplaar in hun bezit te krijgen.