Sharon Van Etten – Seventeen

Niet dat het nodig is, wie regelmatig Pinguin Radio luistert hoort vaak vrouwenstemmen, maar met het oog op de opmerking eind vorig jaar van een zogenaamde deskundige op tv, dat er weinig goede vrouwelijke artiesten zouden zijn, leek het ons een goed idee om het nieuwe IJsbreker-seizoen te vervolgen met de nieuwe single van een supersterke vrouw, een die in de afgelopen periode niet alleen een kind heeft gekregen, maar ook een studie psychologie heeft gedaan, haar eerste stappen gezet op het acteursvlak, en alsof dat allemaal niet genoeg is ook nog eens een compleet nieuw album heeft geschreven.

We hebben het over Sharon Van Etten. Sharon is vooral bekend van de indie-evergreen Every Time The Sun Comes Up, maar ze heeft inmiddels een heel oeuvre opgebouwd, dat dus zeer binnenkort wordt uitgebreid met een nieuwe, vijfde album, Remind Me Tomorrow.

Seventeen is het derde en misschien wel smakelijkste voorproefje van Sharon Van Etten’s nieuwe langspeler. En dat terwijl Comeback Kid en Jupiter 4 ook niet te versmaden zijn.

Na drie singles is wel duidelijk dat Sharon niet de makkelijkste weg heeft gekozen, of beter de gladste weg. Oneffenheden zijn bewust niet weggelakt en ook blijft Sharon met haar zangpartijen lang niet altijd binnen de lijntjes. De rauwe sfeer past prima bij het onderwerp van nieuwe single Seventeen, haar hometown de stad New York. De moraal van haar verhaal; ze is niet meer de jonge dromer die ze was toen ze zeventeen was, maar ook de stad is veranderd.

Seventeen doet niet toevallig denken aan punk-poet en collega native New Yorker Patti Smith, die in Sharon Van Etten een waardige troonopvolgster zal herkennen.

LIVEDATUM 29/03 Paradiso, Amsterdam

The Raconteurs – Now That You’re Gone

10 jaar hebben Brendon Benson, Jack Lawrence en Patrick Keeler moeten wachten op het telefoontje van Jack White, maar een paar maanden geleden kwam toch eindelijk het verlossende woord. ‘Jongens we pikken de draad weer op met The Raconteurs‘.

Op de prangende vraag of het het wachten waard is geweest kunnen we met een volmondig ja antwoorden. De twee nieuwe tracks kunnen we er goed bij hebben, doen absoluut geen afbreuk aan de torenhoge reputatie van de ‘supergroep’ en zijn een uitstekende advertentie van het nieuwe album dat over een paar maanden klaar moet zijn.

Sunday Driver is een tierelantijnen-loze rocksong in de geest van Drive My Car van The Beatles uit welk nummer de titel afkomstig is.

Now That You’re Gone is de betere track van de twee. Het is een met scherpe gitaarerupties doorspekte ballad met lead-zang van Jack White en een uitermate sterk refrein dat met vereende krachten wordt gezongen. Beide songs zijn retro van het tijdloze soort. Sunday Driver zullen we ook zeker oppikken, maar in eerste instantie zetten we alle ballen op Now That You’re Gone, ergo de nieuwe en tevens laatste IJsbreker van het jaar.

FIDLAR – Can’t You See

FIDLAR is een van de weinige surfpunkbands, die aanspraak kunnen maken op die benaming. Veel bands uit het genre hebben zelf nooit op een plank gestaan De FIDLARS daarentegen zijn zo goed als in de branding geboren. De pa van zanger Zac Carper is een beroemd ontwerper van surfboards, terwijl die van Elvis en Max Kuehn in T.S.O.L zit/zat, een surfpunkband van het eerste uur. Alleen bassist Brandon Schwartzel heeft geen surfende voorvaderen. Hij is bevriend met Zac sinds ze samen dakloos en aan de drugs nachten doorbrachten op het strand. 11 jaar geleden kwam het kwartet bij elkaar en begon de victorie.

Can’t You See is de derde single van het binnenkort te verschijnen derde FIDLAR album. Zijn de eerste twee, Alcohol en Too Real onstuimige, hard rockende songs, waarin de band net niet de controle over het stuur verliest, Can’t You See is heel andere koek. De song is beheerst, melodieus en zelfs een tikje introvert. Nauwelijks herkenbaar als FIDLAR dus. Tot nu toe moest zanger Zac Carper altijd schreeuwen om boven de golven van geweld uit te komen, Can’t You See zingt hij met zijn praatstem, op zijn gemak en goed verstaanbaar. FIDLAR op halve kracht bevalt uitstekend. Afgaande op de twee andere singles van het in januari te verschijnen Almost Free album is Can’t You See een uitzondering, het oog van de orkaan. 

Charles Watson – Voices Carry Through The Mist

Slow Club is niet meer, lang leve Slow Club! Het Britse duo dat ooit met veel bombarie werd onthaald, heeft een punt gezet achter een loopbaan, die ondanks een veelbelovende start nooit echt van de grond wilde komen. Dat is jammer, maar ook weer niet, want de breuk heeft twee solisten opgeleverd die beiden behoorlijk interessant bezig zijn.

De vrouwelijke helft van Slow Club, Rebecca Taylor opereert tegenwoordig onder de naam Self Esteem. Haar hoor je momenteel dagelijks op de Pinguin met het aanstekelijke Wrestling. Charles Watson kiest ervoor onder eigen naam te werken. Hem hoor je op Pinguin Radio met het sfeervolle Voices Carry Through The Mist.

De ex-partners wijken niet heel erg af van wat ze als Slow Club uitvraten, ze maken allebei sfeervolle, goed verzorgde medium tempo mood muziek. Self Esteem is iets pittiger dan Charles, die zich op zijn debuutalbum Now That I’m A River van een gevoeliger kant laat horen.

De single Voices Carry Through The Mist is een dromerig lied, dat zachtjes aan kracht wint en uitmondt in een mooie gitaarsolo, die niet niet aan Neil Young doet denken. De rest van het album is even sfeervol en muzikaal als de single en derhalve een aanrader.

Deerhunter – Death in Midsummer

Welkom terug Deerhunter! Bijna vier jaar hebben we moeten wachten op nieuwe muziek van de band uit Atlanta, maar zoals de volkswijsheid wil, ‘dan heb je ook wat’. Death in Midsummer is het openingsnummer cq smaakmaker van het nieuwe album van Deerhunter, dat op 18 januari volgend jaar publiek zal worden gemaakt.

De 7e van Deerhunter gaat ‘Why Hasn’t Everybody Disappeared’ heten en wordt door de band omschreven als een science fiction album over het heden.  Dat klinkt interessant. Voorbode Death in Midsummer is een zorgvuldig opbouwende indie-Americana ballad met meeslepende gitaren en een zich langzaam opwindende Bradford Cox, die zingt over vergankelijkheid. Cox en co maken zich zorgen over de toekomt van hun land. Wie de Amerikaanse politiek een beetje volgt, weet dat daar alle reden toe is.

Deerhunter zou Deerhunter niet zijn als de politieke lading niet verstopt zou zitten in een tekst, die voor verschillende uitleg vatbaar is. Zo komt het woord ‘Death’  in het hele nummer niet voor en ‘Midsummer’ ook niet. Ook muzikaal laat de band zich weer moeilijk vastpinnen. Zo houdt de band de spanning er in en de interesse vast, al zeven albums lang.

Lewsberg – The Smile

Het is geen toeval dat Lewsberg onlangs op Crossing Border stond. Niet alleen is de band uit Rotterdam muzikaal één van de grote lichten van de huidige indie-scene, ook tekstueel voldoet Lewsberg aan de criteria van het Haagse festival, dat muziek koppelt aan literatuur.

De clou zit in de bandnaam. Lewsberg is de naam die schrijver Robert Loesberg zou gebruiken mocht hij internationaal doorbreken. Helaas heeft het (nog) niet zover mogen komen. Loesberg overleed in 1990 op 46 jarige leeftijd na een val van een trap. Vergeten is hij dus niet. Niet alleen is de bandnaam een eerbetoon aan de dode dichter, ook de teksten van Lewsberg ademen de geest van hun stadsgenoot, die cynisme tot levensstijl had verheven.

Muzikaal vinden de Rotterdammers inspiratie in de new wave/no wave scene van het New York -niet toevallig ook een havenstad- van de jaren 70. Het als single-cassette uitgebrachte The Smile is edit van een van de, zo niet het hoogtepunt van het eerder dit jaar verschenen debuutalbum van Lewsberg. Frontman Arie van Vliet zingt de tekst niet, maar declameert hem. Geen rap, maar parlando zoals de muzikaal technische term luidt. Na twee minuten geeft hij het woord aan de band, die gretig gebruik maakt van de spreektijd en zorgt voor een climax van bas, drums en vooral gitaren, of zoals de muzikaal technische term luidt, een crescendo.

Lana Del Rey – Mariners Apartment Complex

Ook al is niet ieder nummer van Lana Del Rey geschikt voor onze doeleinden, dat de diva iets in haar mars heeft staat buiten kijf. Lana heeft al vijf albums op haar naam staan, maar haar kruit nog lang niet verschoten, blijkt uit de twee tracks die de komst aankondigen van een zesde langspeler.

Laat het ook duidelijk zijn dat miss Del Rey geen marionet is, maar zelf verantwoordelijk voor haar muziek, productie zowel al composities. Net als haar Zweedse collega en evenpool Lykke Li heeft Lana een voorkeur voor beschouwende songs. Mariners Apartment Complex en het eveneens nieuwe Venice Bitch zijn daar weer sterke voorbeelden van, misschien wel de sterkste toe nu toe.

Mariners Apartment Complex heeft een troostende toon. Lana, die recentelijk uit een dal is gekropen biedt zich aan als steunpilaar, you lose your way, just take my hand zingt ze, I’m your man. Daarmee verwijst ze naar een song van Leonard Cohen, elders in het nummer citeert ze Elton John. I Ain’t No Candle In The Wind.

Lana produceerde het nummer, net als de rest van het nieuwe album met Jack Antonoff, de ladies man van het producersgilde, die eerder met o.a. Lorde, Taylor Swift en St Vincent werkte. In de backingband zit o.a. Dan Auerbach van Black Keys. Het nieuwe album, Norman Fucking Rockwell, genoemd naar de illustrator, die beroemd is geworden met idyllische afbeeldingen van the American way of life verschijnt begin 2019.

White Lies – Time To Give

Zeggen dat we aangenaam verrast zijn over de nieuwe single van White Lies is een understatement. We zijn dolenthousiast over Time To Give! Misschien wel extra omdat we de band stiekem al hadden opgegeven.

Daar was ook wel reden toe. Vorig jaar nog verscheen er een nieuw album van White Lies, maar dat was vooral minder van het zelfde en ook geen succes. De platenmaatschappij van White Lies verloor het vertrouwen en liet de band vallen. Misschien was dat net de schop onder de kont, die de band nodig had. Daar lijkt het in ieder geval wel op. Time To Give getuigt van een nieuw elan, van een hernieuwde drang om te bewijzen dat er nog wel degelijk leven zit in de band.

Los van een accentverschil -meer keyboards minder gitaren- ligt Time To Give in het verlengde van oude successen als To Lose My Life, Death en Bigger Than Us. De sombere Britse 80’s new wave sound, die ook bands als Interpol en Editors tot mooie dingen beweegt, blijft de belangrijkste bron van inspiratie. De druk om te scoren lijkt echter te hebben plaatsgemaakt voor een hervonden liefde voor muziek.

Het ruim 7 minuten durende Time To Give heeft een part 1 en een part 2. De eerste helft is vocaal, het sluitstuk grotendeels instrumentaal en werkt toe naar een climax van stadionformaat. Laten we niet overdrijven en zeggen dat Time To Give het beste White Lies nummer tot nu toe is, maar dat de Britten weer terug zijn aan het front is wel duidelijk.

LIVEDATA 18/2 Paradiso, Amsterdam 19/2 Doornroosje,Nijmegen 21/3 Effenaar, Eindhoven.

Kurt Vile – Loading Zones

Om welke reden ook Kurt Vile The War On Drugs heeft verlaten, het zal niet vanwege muzikale meningsverschillen zijn geweest. Kurt‘s nieuwe single. Loading Zones is misschien iets poppier (lees korter en minder serieus) dan het werk van zijn goede vriend Adam Granduciel, maar zou verder prima passen op een W.O.D. album.

Met Loading Zones kondigt Kurt (waarschijnlijk) de komst aan van zijn nieuwe album. De vorig jaar verschenen duetplaat met Courtney Barnett meegerekend wordt het album 8 van de man, die in 2003 voor het eerst van zich liet horen.

Het The War On Drugs-verhaal is een tikkeltje ingewikkeld. Kurt en Adam zijn dikke vrienden. Adam speelt op Kurt-platen en vice versa. Samen richten ze in 2005 The War On Drugs op en maken ze twee albums. Kurt is echter ook solo actief. In 2008, zo rond de tijd dat The War On Drugs groter begint te groeien, verschijnt zijn eerste langspeler, Constant Hitmaker. Het lijkt hem verstandig om niet op twee paarden tegelijk te wedden en zich te concentreren op zijn eigen winkel. Met Adam is hij even goede vrienden, die blijft gewoon lid van zijn begeleidingsband The Violators.

En dan verschijnt in 2013 de single Red Eyes van The War On Drugs en heeft Kurt het nakijken. Een jaar later is zijn oude band één van de grootste attracties van indieland en hij een aardige middenmoter.

In 2015 slaat Kurt met Pretty Pimpin’ een inhaalslag en scoort hij zijn eerste wereldwijde succes. Maar W.O.D. Heeft ook niet stilgestaan en is ondertussen mega geworden. Ter vergelijking Kurt staat binnenkort in Paradiso en The War On Drugs in de Ziggo Dome. Waarschijnlijk vindt hij het wel best zo. Op een houtje te bijten hoeft hij al lang niet meer en last van een hete adem in zijn nek van promotors en platenbazen, die meer en groter willen heeft hij ook niet.  De eigentijdse hippie maakt gewoon lekkere muziek in zijn tempo en op zijn manier, zoals het zacht vloeiende en rijkelijk met gitaar bestrooide Loading Zones, een song met een universeel thema; het vermijden van parkeerboetes.Dat optreden van Kurt Vile in Paradiso vindt trouwens plaats op 1 november. Koop snel je ticket als je wilt gaan, want het optreden gaat zeker uitverkopen. Dat dan weer wel.

LIVEDATUM 01/11 Paradiso, Amsterdam.

Father John Misty – Hangout At The Gallows

John Tillman a.k.a. Father John Misty heeft weer heel wat zieltjes gewonnen op Best Kept Secret. Het volgens velen hoogtepunt van zijn optreden was Hangout At The Gallows, het openingsnummer van zijn nieuwe album. Laat dat nou ook het mooiste nummer zijn van God’s Favorite Customer. Ten minste als je het ons vraagt.

Father John Misty is nog steeds niet vies van een woordspeling of twee, zie de titel van Hangout At The Gallows en ironie en parodie zijn nog steeds de belangrijkste wapens waarmee hij de luisteraar op afstand houdt. Toch kan je zeggen zeggen dat hij op zijn vierde album iets minder lollig is dan voorheen. Zijn tong komt zelden in zicht, maar zijn harnas vertoont scheuren. Die werpen een blik op John Tillman, de man achter het masker, die bij tijd en wijle doodongelukkig blijkt te zijn, suïcidaal zelfs. 

Lang was het taboe voor artiesten om te praten over hun psychische problemen. Na de zelfmoord van prominenten als Chris Cornell en Anthony Bourdain lijkt dat taboe doorbroken. Ook Tillman’s voormalige collega van Fleet Foxes, Robin Pecknold spreekt nu vrijuit over zijn depressiviteit terwijl Kanye West en public probeert een deugd te maken van zijn bipolariteit. 

Tillman verpakt zijn ironische, (semi)autobiografische en beschouwende songs in een jasje van 70’s snit. Hangout At the Gallows is een weelderig geproduceerde ballad, die niet had misstaan op een album van Elton John, Billy Joel of Sir Paul. Het intrinsieke doel van zijn songs doet echter denken aan John Lennon, die met zijn solodebuut in 1970 misschien wel het eerste zelftherapie album ooit maakte.

LIVEDATA 02/11 Effenaar, Eindhoven 03/11 Take Root festival, Groningen 05/11 Paradiso, Amsterdam.