The Dustbowl Revival: “hartenzeer en daarna weer swingend verder”

Een Dixie brassband, met alle toeters en bellen, die nu hele partijen blues, soul en funk gaan spelen. “Het is vrij ongewoon om een mandoline en een viool funk partijen te horen spelen, of een hoornsectie die gevoelige folk blaast, maar wij doen het.” The Dustbowl Revival heeft zichzelf opnieuw uitgevonden en hoe! De band heeft met hun gelijknamige album zichzelf helemaal ‘funkefied’.

Tekst Martje Schoemaker

Als je het album hoort klinkt het als de normaalste zaak van de wereld, The Dustbowl Revival die funk, blues en soul spelen. Waarbij je kan denken in de richting van St. Paul & Broken Bones, Nathaniel Rateliff & The Night Sweats, maar ook Aretha Franklin en Paul Simon kun je erin horen. Je vraagt je bijna af waarom het zo lang geduurd heeft voor ze dit zijn gaan spelen. Zanger en oprichter Zach Lupetin: “Wij veranderen en de muziek verandert met je mee. Toen we begonnen zaten we echt in de Gospel, swing hoek. Een vintage retro band! Maar dan de moderne versie van een big band. Maar met acht man in de band, met blazers en alles, gingen we steeds meer toe naar waar we allemaal echt van  houden; de soul en funk.”

De omslag die de band moest maken ging vrij natuurlijk en leverde een heel nieuwe dynamiek op. “Liedjes kunnen heel makkelijk een nieuwe vriend worden, waar het eerst een oude bekende was. Neem My Name, dat hebben we jaren gespeeld, als een leuk nummer. Maar Ted Hutt, onze producer die hoorde er iets anders, iets meer in. Hij heeft het ‘gefunkefied’! Waardoor het een soort ‘dirty down home sexy kinda song’ geworden is. Iets wat we ons nooit hadden kunnen voorstellen.” Ze hebben dus niets gedag gezegd, ze hebben meer in huis gehaald.

Ze hebben een bijzondere samenstelling aan muzikanten en hun instrumenten. Ze halen het meeste uit hun instrumenten en ook het schrijven van de nummers is niet meer een 1 persoons taak. “Dit album is echt een samenwerking. Eerder kwam het veelal vanuit mij, mijn liedjes waar de band hun stukken aan toevoegde al gelang de weg die het nummer nam. Bij deze nieuwe plaat zijn we echt samen gaan zitten, hebben ieder liedje stuk voor stuk uit elkaar gehaald en hebben, waar nodig, nieuwe stukken toegevoegd die er eerder nog niet waren. We proberen dus veel meer uit. De kans bestaat dat mensen het niets vinden, omdat het iets is wat ze nooit eerder hebben gehoord, maar het is uniek en dit zijn wij.”

Keb ‘Mo doet ook mee op het album, een subtiele samenwerking, maar dusdanig smaakvol dat het precies past. “We kwamen hem tegen in Nashville en hij wilde meteen meedoen! Hij heeft in één keer zijn stukken ingespeeld en wij konden ermee door.” De subtiliteit uit dat nummer en de gevoeligheid van de plaat maakt het wel heel anders om te spelen dan hun vorige albums. “Deze muziek heeft een hart, mensen vinden het fijn om te luisteren, zelfs al komen ze niet uit Amerika, waar de blues de wortels heeft. Ik wil ook echt de geschiedenis van de muziek levend houden, er valt zoveel te vertellen en dat kan met de blues. Muziek moet met een been in het verleden, maar ook in de toekomst staan.”

Op het eerste gehoor kan dit album vrolijk zijn, genoeg om bij de swingen, maar er zit ook verdriet in, verhalen om naar te luisteren. Zach is heel benieuwd welke liedjes ons het meest gaan raken, is het de voorkant, de eerste luisterbeurt van muzikaal plezier, of toch misschien de iets donkere, rare liedjes, die je kunnen raken. “Eerder was ons doel Feest! op het podium en in de zaal, wat goed is, fun! Nu is er meer te vertellen, meer waar we iedereen in mee kunnen krijgen. Dus hup, dansen, maar ook echt goed luisteren, kunnen begrijpen wat er gebeurt; een stukje verdriet, hartenzeer en daarna weer swingend verder.”

LIVEDATA 29/08 Coco Maria @ Roots On The Road, Veenhuizen 30/08 Paradiso, Amsterdam

Jazz Middelheim 2017: expeditie van vrijheid & avontuur

Lies SteppeLies Steppe, medewerkster van Klara (de klassieke radiozender van de VRT), kruipt tijdens Jazz Middelheim opnieuw in het kleed van presentatrice-gastvrouw. Een prima gelegenheid om te polsen naar haar favorieten op de affiche en een verbindende babbel over het fenomeen jazz dat dit jaar zijn honderdste officiële verjaardag viert.

Tekst Ruud Van Der Locht Foto Joris Vermost

Naar parels in de koffer van Jazz Middelheim 2017 moet Lies Steppe niet lang zoeken. “Joshua Redman brengt drummer Brian Blade mee, een fantastische muzikant die met Daniel Lanois en het Wayne Shorter Quartet werkte. Ongetwijfeld één van de meest fenomenale muzikanten die ik ken. Charles Lloyd & the Marvels begeestert mij vooral met de specifieke saxgeluiden die vrij spiritueel klinken. Charles beleeft zijn derde renaisssance; na een blitzcarriere in de sixties, (hij had een soort van rocksterstatus) ontvluchtte hij letterlijk het succes, kreeg ernstige gezondheidsproblemen en schenkt vandaag al zijn toewijding aan zijn muziek. Maar ook op vrijdag, wanneer de Nu jazz hoogtij viert, belooft het erg boeiend te worden. Ik verwacht veel van Mark Guiliana die dit jaar ‘artist in residence’ is. Hij is één van de meest beloftevolle actuele drummers en speelde o.a. mee op het laatste album van David Bowie. Tot slot kijk ik ook met veel interesse uit naar het Clubpodium dat steeds groter en interessanter wordt.”

Horizontaal ‘jazzen’
Jazz Middelheim is dit jaar aan zijn 36ste editie toe en lijkt over bijzonder sterke festivalgenen te beschikken. Daar zijn een aantal redenen voor, vindt Lies. “Naast de eigenzinnige, doelgerichte programmatie vindt het fesitval plaats op een fantastische locatie met het kasteel op de achtergrond en de prachtig uitgelichte bomen. Festivalgangers kunnen er heerlijk in het gras liggen terwijl ze naar livemuziek luisteren. Bovendien beschikt Jazz Middelheim over een erg rijke traditie en een podium waarop een resem jazzgrootheden stonden. Bovendien trekt het festival op een verstandige manier zijn register open. Vorig jaar stond Patti Smith op de affiche, dit jaar komt Van Morrison op bezoek waardoor ook de niet-pure jazzfans worden geprikkeld. Tot slot zendt de VRT een aantal concerten integraal uit en doet dat op een erg bedreven wijze. Sommige artiesten, zoals John Zorn en Stefano Bollani brachten de opnames van hun concert zelfs uit op een album.”

De laatste jaren staken een heleboel jonge, alternatieve jazzbands de kop op; Stuff, Black Flower, BadbadNotGood, De Beren Gieren,…  En er lijkt maar geen eind te komen aan de vloedstroom. “De golf die Stuff mee ontketende, doet me wat denken aan de dEUS-periode een dikke twintig jaar geleden. In hun voetspoor ontrolden zich destijds een heleboel alternatieve rockbands. Wie weet vormt Stuff vandaag een inspiratiebron voor veel jonge muzikanten om met jazz aan de slag te gaan. Maar vergeet niet dat ook de jazzconservatoria veel volwassener zijn dan pakweg vijftien jaar geleden. Het niveau ligt er vandaag erg hoog.”

Een jazzmeisje van 13
Dat Lies Steppe anno 2017 de rol vervult van ‘madame jazz’ bij de VRT is niet toevallig. Blijkbaar vloeit er een hoop improvisatie doorheen haar DNA. “Als dertienjarig kind ontleende ik reeds cd’s van Billie Holiday en Coltrane uit de plaatselijke bibliotheek. Dat vind ik nu wel cool want op dat moment luister je nog heel puur en onbevooroordeeld naar muziek, zonder beïnvloed te worden door tijdelijke hypes. Vooral de vrijheid en het avontuur die jazzmuziek uitstraalt, spreken me enorm aan. Jazzmuzikanten vormen een groep bij uitstek die zich in het diepe stort. Figuren die bij voorkeur over de nodige humor en zelfrelativering beschikken. De pretoogjes en telepathische communicatie, die ik bijv. ervaar bij muzikanten als Wayne Shorter en Brian Blade, stralen puur spelplezier uit. Dat is ongetwijfeld ook dé reden waarom jazzmuzikanten zich op late leeftijd nog steeds rot amuseren op een podium. Kijk naar Randy Weston die intussen de negentig gepasseerd is, maar nog steeds de eer van Afrika vertegenwoordigt met een glimlach van oor tot oor. Als je dergelijke mooie muziek maaakt, moet je ook wel een mooi mens zijn. Het klinkt misschien klef, maar het is wel de waarheid…”

LIVEDATA 03-06/08 Jazz Middelheim @ park Den Brandt, Antwerpen.

 

 

 

Interview J. Bernardt: Ontsnapt aan de Balthazar-machine

J. Bernardt

Van de drie kikkers die tijdelijk uit de kruiwagen van indierockband Balthazar zijn gesprongen, is zanger en gitarist Jinte Deprez met zijn alter ego J. Bernardt veruit de traagste. Vorig jaar brachten mede-frontman Maarten Devoldere (Warhaus) en bassist Simon Casier (Zimmerman) al een eigen album uit, pas nu volgt Deprez met zijn Running Days. Nu ook hij eindelijk klaar is, komen de Vlamingen snel weer samen als Balthazar. “Gewoon, efkes een pauze.”

Tekst LiveGuide | Daan Keijzer

Was er iets aan de hand in Balthazar waardoor bijna iedereen tijdelijk een eigen weg insloeg?
“Tuurlijk was er iets aan de hand! We begonnen als prille tieners met Balthazar en zijn vanaf 2009 keihard Europees gaan touren. Het waren een paar heel drukke jaren. We zaten constant op elkaars lip, schreven onze liedjes in de tourbus… Dat ging toen goed, omdat het moest. Maar in al die jaren hebben we eigenlijk nooit tijd kunnen nemen voor onszelf. Dat tempo was niet langer vol te houden. Daarom besloten we na de tour bij ons laatste album Thin Walls een pauze te nemen. Ik moet eerlijk zeggen dat ik ook wel goesting had om een eigen plaat te maken. We spraken wel direct af dat Balthazar na afronding van de soloprojecten weer bij elkaar zou komen, dus in a way is het gewoon efkes een pauze. Het belangrijkste element bij muziek maken is plezier. Misschien was Balthazar te veel een machine geworden om er nog van te kunnen genieten. Het werd dus even tijd voor wat anders.”

Kunnen we wel van een pauze spreken, zolang iedereen solo gewoon keihard doorgaat?
“Nee, in feite heb ik het nu niet rustiger dan in de tijd met Balthazar. Het grote verschil is alleen dat ik nu al, nog voor mijn dertigste, een soort veteraan ben. Het is de tweede keer dat ik from the bottom een muziekproject opstart en omdat ik al zoveel meegemaakt heb met Balthazar merk ik dat ik er veel rustiger in sta. Die eerste jaren lagen we plat op onze buik om Europees te kunnen slagen. Door dat harde werk staat het netwerk nu als een huis. Mijn plaat komt direct in heel Europa uit en ik kan meteen overal touren.”

J. Bernardt plukt dus als een bezetene de vruchten van Balthazar?
“Ja! En ik amuseer mij ook veel meer. De stress is eraf. Ik speel met J. Bernardt nu weer in de kleine clubs en geniet daar enorm van. Als ik eerlijk ben: de leukste shows met Balthazar waren in Oost- en Zuid-Europa, voor veel minder volk dan op grote festivals en in logge arena’s. De druk dat het goed moet gaan is dan veel groter en dat ging ten koste van de fun. Bij J. Bernardt is er geen druk. Vinden Balthazar-fans de muziek niet interessant? Prima, dat is hun goed recht. Ik hoef niet in dezelfde landen en voor dezelfde mensen te spelen als met Balthazar. Om een voorbeeld te noemen: in Roemenië sta ik in de Top 40. Geen idee hoe dat komt, maar met Balthazar zijn we daar nog nooit geweest. En dus ga ik graag met J. Bernardt naar Roemenië. Waarom niet?”

Je gaat niet alleen naar andere plekken, maar ook muzikaal neem je duidelijk afstand van Balthazar…
“Ik heb lang gezocht naar iets wat bestaansrecht heeft naast Balthazar. Maarten en Simon hadden al een hoop muziek klaarliggen toen we aan deze pauze begonnen. Ik was de enige die nog ‘from scratch’ moest gaan schrijven. De richting lag voor mij al wel vast: hiphop en R&B heb ik altijd interessant gevonden. Toch heb ik de afgelopen periode een heleboel muziek moeten wegsmijten. Ik bleef te braaf en te dicht bij Balthazar. Uiteindelijk biedt Running Days nu inderdaad iets heel anders. Natuurlijk zijn er wel hints en toetsen die naar mijn oude band verwijzen, maar die zijn bewust gekozen. Het is een gezond evenwicht.”

“Dertig worden is mega chique, maar ook mega triest”

Welke les heb je als J. Bernardt geleerd en neem je mee terug naar Balthazar?
“Ik heb niet veel contact gehad met de andere bandleden. We gunden elkaar echt de rust om iets anders te doen. Het was vooral wennen om de afwerking in m’n eentje te doen, maar op een positieve manier. Op de momenten dat je vastloopt, kan je het werk niet aan iemand anders overlaten. Daardoor heb ik mezelf beter leren kennen, want ik moest mij nu verder pushen dan in eerste instantie gedacht.”

En dat op je 29e!
“Rond de release van Running Days word ik zelfs al dertig. Het bereiken van die leeftijd is wel heftig voor mij. Ik kijk nu terug op mijn eigen verhaal. Mijn twintiger jaren zijn eigenlijk geënt op mijn tijd in Balthazar. Dat was een aparte levensstijl. Het is goed om daar nu even bij stil te staan, om echt te voelen dat ik dertig word. Damn, dat is al oud. Het is mega chique, maar ook mega triest. Eigenlijk sluit ik met deze persoonlijke plaat mijn jaren als twintiger af.”

En dat symboliseer je door je baard te laten staan?
“Vanaf de pauze met Balthazar ben ik mij vergeten te scheren. Die baard is sindsdien niet weggegaan. Het is ergens wel symbolisch om mij anders te profileren als soloartiest, met zoiets kleins. Je zoekt toch een andere kant van jezelf op. Dus misschien is het een klein statement. Verder kijk ik er nu ontzettend naar uit om straks gewoon weer samen aan het werk te gaan. Het wordt wel lastig om een nieuwe richting te vinden, aangezien het niet te veel op onze soloprojecten mag lijken, maar ook niet op het Balthazar van voor de pauze. Ik ben vooral heel blij dat de beslissing om eventjes te stoppen de juiste is gebleken. Voor hetzelfde geld was er iets misgegaan en kwamen we nooit meer samen. Dan zou het een grote fout geweest zijn.”

LIVEDATA 18/07 Valkhof Festival, Nijmegen 19/07 Boomtown, Gent 22/07 Borgerwood, Antwerpen 28/07 Rock Olmen, Olmen 04/08 Dranouter Festival, Dranouter 12/08 Lokerse Feesten, Lokeren 18/08 Lowlands, Biddinghuizen 01/09 Crammerock, Stekene 07/09 Mezz, Breda 08/09 Leffingeleuren, Middelkerke 09/09 Popmonument, Bergen op Zoom 28/09 Effenaar, Eindhoven 05/10 Reflektor, Charleroi 06/10 Ancienne Belgique, Brussel 11/10 Muziekgieterij, Maastricht 12/10 Doornroosje, Nijmegen 13/10 TivoliVredenburg, Utrecht 14/10 Patronaat, Haarlem 17/10 Tolhuistuin, Amsterdam 18/10 Vera Groningen 19/11 Paard, Den Haag

LiveGuideKlinkt als: een zwoele groovy ontsnapping aan indierock, geserveerd met een beetje heimwee

Pinguin Radio en LiveGuide werken al een tijd samen, maar nu is het tijd voor de volgende stap. Voortaan zal op iedere maandag dat de krant verschijnt (tien keer per jaar) van acht tot negen uur ‘s avonds LiveGuide Radio te horen zijn!

Tijdens LiveGuide Radio hoor je alle acts die in de nieuwste editie staan van het blad dat zich richt op de tofste namen die de Nederlandse podia komen bestormen. Zo komt vandaag de zesde editie van het jaar, met onder meer interviews met Amber Arcades, Future Islands, J. Bernardt en het Sean Koch Trio. Checken ze de rider van Donnie en brengen ze het grote 010 vs. 020 bandgevoel onder de aandacht. En de Fanboyquiz! is met Bartek bassist David Stapel over André Rieu.

Het gratis krantje valt af te halen op meer dan 550 punten in heel Nederland. Bijvoorbeeld bij de meeste popzalen, maar ook bij koffiezaakjes, universiteitsbibliotheken en platenzaken. LiveGuide is ook online te lezen via liveguide.nl.

Interview The Amazons: “Fucking bollocks!”

The Amazons“Fucking bollocks!”, foetert frontman Matt Thomson van The Amazons in de kleedkamer van Paradiso. “Wat winnen we hiermee?! Waarom is iedereen in Engeland hier in godsnaam zo blij over?” Het gesprek met de band uit Reading is na een lofzang over het spelen in Europese clubs per abuis beland op de Brexit, het aanstaande vertrek van Groot-Brittanië uit de Europese Unie. Thomson beseft zich opeens dat toeren over het Europese vasteland voor Britse bands een stuk meer administratieve rompslomp en kosten met zich mee zal brengen als zijn land niet meer in de economische unie zit. “Maar afijn, dat is politiek”, besluit hij vlug. “We zijn geen politieke band.”

Tekst Mania | Ruben Eg Foto Dan Harris

The Amazons heeft er op het moment van spreken net het tweede optreden in Paradiso in een maand tijd opzitten, terwijl het titelloze debuutalbum van het viertal dan nog moet verschijnen. Van diepgaande politieke teksten moeten Thomson en kornuiten het niet hebben, van poppy gitaarriffs des te meer. “Vreemd eigenlijk dat we nu alwéér in Amsterdam spelen”, is de volgende inval van de hardop denkende Thomson. “Het lijkt een jaar geleden. Tijd gaat nogal snel als je op tournee bent, maar tegelijk ook niet. Je leeft in het moment. Toen ik in de supermarkt werkte vloog de tijd voorbij. Een jaar leek een week te duren. Maar in een band lijkt vorige maand al zo ongelooflijk lang geleden, gewoon omdat je zo verschrikkelijk veel doet in korte tijd. In hoeveel landen zijn we vorige maand geweest? Tien? In een busje nog wel. Je doet zo veel. Tijd wordt dan ontzettend relatief.”

Heb je wel tijd om er een beetje van te genieten?
“Nou, als je niet oppast doe je dat niet. Het is heel makkelijk om elke avond naar de zaal te gaan voor een optreden en verder alles langs je heen te laten gaan. We wilden vanmiddag naar het Van Gogh Museum, maar er stond een enorme lange rij voor de ingang. Maar als we niet in het uur voor de soundcheck naar het Van Gogh zouden gaan, dan was er geen tijd meer voor. Dus zijn we toch maar in de rij gaan staan. Als je er geen moeite voor doet zie je eigenlijk helemaal niets op tournee, behalve concertzalen.”

Jullie komen uit Reading. Wat is dat voor stad?
“Een slaapstad. Iedereen die in Reading woont gaat voor werk en uitgaan ergens anders naar toe, vooral Londen. Eigenlijk is het is een spookstad. Veel bands laten Reading op tournee vaak links liggen. Het ligt te dicht bij Londen, Oxford en Brixton. De clubs in de stad kun je op één hand tellen. Drie jaar geleden heeft een aantal lokale bands de koppen bij elkaar gestoken. We hebben avonden georganiseerd in cafés, andere bandjes gevraagd naar Reading te komen. Uiteindelijk lukte dat best aardig. Wij, Sundara Karma en InHeaven zijn drie bands uit Reading die dit jaar bij een major label hebben getekend. En we spelen allemaal op het Reading en Glastonburry Festival. Ongelooflijk. Het was niet zo geweldig in Reading. Maar we hebben ons best gedaan om er iets van te maken.”

Moet een band uit Reading harder werken dan een band uit Londen?
“Ik denk eigenlijk dat bands uit Londen het lastiger hebben. Alle bands trekken naar Londen. Ik vond altijd dat we uit Londen moesten komen, en niet uit Reading. In Londen zit de muziekindustrie. Maar dat is eigenlijk volkomen lulkoek. Als je band goed genoeg is en je goede liedjes schrijft, ontdekken platenlabels je vanzelf. Als ze een demo op internet vinden, al woon je ergens op het platteland in Ierland, dan komen ze wel naar jou toe. In Londen gaan die A&R-managers elke dag naar optredens. Ze zien bands veel te vroeg spelen, al bij hun tweede optreden. Niemand komt kijken in Reading, behalve als jij er klaar voor bent. Ik denk dat we toen al twintig optredens hadden gespeeld toen er iemand van een label kwam kijken.”

Hoe weet je terwijl je met elkaar aan het rommelen bent dat je een eigen sound te pakken hebt?
“Niet. Je zoekt er niet naar, want je weet zelf niet eens wat je zoekt. Je doet wat je leuk vindt en blij van wordt. Je weet pas dat iemand anders datzelfde gevoel krijgt als er na een optreden opeens iemand komt zeggen dat hij het te gek vindt. Het is altijd een schot in het donker.”

Wat was het eerste nummer dat jij schreef en je niet verschrikkelijk vond klinken?
“Er was een tijd, lang geleden, dat ik mijn liedjes nooit goed vond. Omdat het schrijven achterliep bij mijn smaak. Ik vond steeds meer bands en muziek leuk, dat ik gefrustreerd raakte over wat ik zelf had geschreven. Pas de laatste drie, vier jaar zijn we nummers gaan maken waar ik heel tevreden over ben. Ik zeg er dan wel bij dat al liedjes schrijf sinds ik 11, 12 jaar oud was. Stay With Me, het openingsnummer van de plaat, is één van de eerste nummers die we cool vonden. Nightdriving, één van de eerste singles die we uitbrachten, is ook zo’n nummer waar we snel een heel goed gevoel over hadden. De nummers die je tien keer achter elkaar wilt spelen omdat je het zo te gek vindt om te spelen, dat zijn de liedjes waar je je kaarten op moet zetten.”

LIVEDATUM 15/07 Valkhof Festival, Nijmegen 21/09 Melkweg, Amsterdam 22/09 Vera, Groningen 13/11 013, Tilburg 14/11 Doornroosje, Nijmegen 23/11 Ancienne Belgique, Brussel (BE)

Interview VANT: “Ik was niet zo’n vlotte jongen”

Wereldwijd gaat punkrockkwartet VANT als een speer. Het ontstaan van de band in 2014 ging meteen al sneller dan, noem eens wat… deze zin, en inmiddels voorziet Parlophone Records ze van extra wind in de zeilen. We treffen gitarist en zanger Mattie Vant terwijl hij met debuutplaat Dumb Blood in handen vanuit een Londense kroeg verder strompelt over die weg naar succes.

Tekst LiveGuide | Kees Braam Foto’s Sharon & Maureen Vreeburg

Het wordt een verdraaid lekker potje lullen in plat Brits. Dat Mattie net een café in zijn thuisstad verlaat, komt zijn articulatie misschien ook niet ten goede. “Voor VANT werkte ik in een Londense kroeg”, kunnen we nog net verstaan. “In de avonduren zat ik daar met mijn maten in het oefenhok. Een eigen repetitieruimte hadden we niet.”

De opnames die ze daar maakten, hebben Dumb Blood uiteindelijk niet gehaald. Wel stuurde de band de tapes naar diverse labels. Geen van de bandleden had zien aankomen wat er toen gebeurde: “Binnen een dag nadat we ze verstuurd hadden, klopte Parlophone bij ons aan. We konden direct tekenen!” Met het contract bij het legendarische label trad VANT in de voetsporen van onder meer Coldplay, Danger Mouse en Gorillaz.

Moed in de schoenen
De jonge rocker kan het zelf nog steeds maar moeilijk geloven, zeker omdat hij al jaren knokte voor een plekje in de muziekindustrie. “Je kunt ook niet verwachten dat het zomaar in je schoot valt. Het proces dat je als muzikant doormaakt voordat je succes hebt, is van onschatbare waarde. Naarmate ik ouder werd, zakte de moed me wel steeds verder in de schoenen. Op een gegeven moment vroeg ik me af of er ooit nog iets met mijn muziek zou gebeuren. Ik verloor het vertrouwen in mezelf.”

Inmiddels heeft VANT niet alleen succes in eigen land. “Gisteren waren we nog in Nederland om een nieuwe clip op te nemen. Een Nederlandse fan die professionele video’s maakt, had ons dat aangeboden. Hoe vet!” De Nederlandse fanbase liegt er dan ook niet om, vertelt de zanger trots. “Ik durf te beweren dat onze aanhang in Nederland net zo groot is als hier!”

VANTNooit meer school
Als VANT het niet had gemaakt, was alsnog één ding zeker: Mattie gaat nooit meer terug naar school. “Ik was niet zo’n vlotte jongen en heb altijd ruzie gehad met het onderwijssysteem in Engeland. Ik heb er zo de pest aan!”

Leren en muziek maken doet hij dan ook niet volgens het boekje en die attitude hoor je duidelijk in de muziek van VANT. Toch is hun dwarse indierock geen totale anarchie. Dat heeft te maken met de inbreng van zijn bandmaten, die in tegenstelling tot Mattie juist geschoolde muzikanten zijn. “Dat is handig. Als iets muzikaal gezien niet lekker loopt, vinden zij altijd wel een oplossing.”

LIVEDATA 14/07 Zwarte Cross, Lichtenvoorde 19/08 Nirwana Tuinfeest, Lierop 09/09 Appelpop, Tiel

VANT klinkt als: drie hardwerkende mannen die hun muziekdocent de vinger geven

LiveGuide

Pinguin Radio en LiveGuide werken al een tijd samen, maar nu is het tijd voor de volgende stap. Voortaan zal op iedere maandag dat de krant verschijnt (tien keer per jaar) van acht tot negen uur ‘s avonds LiveGuide Radio te horen zijn!

Tijdens LiveGuide Radio hoor je alle acts die in de nieuwste editie staan van het blad dat zich richt op de tofste namen die de Nederlandse podia komen bestormen. Zo komt vandaag de zesde editie van het jaar, met onder meer interviews met Amber Arcades, Future Islands, J. Bernardt en het Sean Koch Trio. Checken ze de rider van Donnie en brengen ze het grote 010 vs. 020 bandgevoel onder de aandacht. En de Fanboyquiz! is met Bartek bassist David Stapel over André Rieu.

Het gratis krantje valt af te halen op meer dan 550 punten in heel Nederland. Bijvoorbeeld bij de meeste popzalen, maar ook bij koffiezaakjes, universiteitsbibliotheken en platenzaken. LiveGuide is ook online te lezen via www.liveguide.nl.

Kind aan huis op festivals Anders Trentemøller: “Succes overweldigt me”

TrentemøllerAnders Trentemøller werkt deze zomer nogal wat festivals af, samen met zijn band. Dat doet hij al jarenlang en met veel succes. Achter de coulissen van Down The Rabbit Hole nam Trentemøller de tijd om onder andere over die festivals te praten, alsook over andere zaken. Plezierige gesprekspartner. Open en ontwapenend.

Tekst Pieter Visscher

 

Trentemøller vindt het spelen op festivals flink afwijken van spelen in een zaal. “Vaak komen mensen even binnenvallen in een tent of op een wei ergens, zonder dat ze bekend zijn met je muziek. In een zaal weet je dat ze speciaal voor jou komen. Enerzijds is dat natuurlijk geweldig, dat je publiek kunt laten kennismaken met jouw muziek, anderzijds is het ook wel spannend. Ze vallen toevallig binnen op een festival en dan hoop je maar dat je dat publiek binnen kunt houden. Dat is de uitdaging. Die mix van spelen in zalen en op festivals bevalt me ontzettend goed overigens. Het liefst sta ik in de kleine tenten, vanwege de intieme sfeer.”

De Deen herinnert zich veel goede optredens op festivals wereldwijd, maar hij denkt met het meeste plezier terug aan Coachella, in 2011. “Schitterende omgeving, in een woestijn. Geweldig, en dat bij een prachtige, ondergaande zon op de slotdag van het festival. We begonnen te spelen voor een paar duizend man en uiteindelijk waren dat er ruim 30.000. Het was fantastisch. Op Glastonbury herinner ik me dat het een keer zó veel had geregend dat er twee gasten met een opblaasboot over de camping roeiden. Dat was ongelooflijk. Natuurlijk, ook Roskilde blijft speciaal, als Deen. Zeker omdat ik als kleine jongen al op dat festival kom. Deze zomer speel ik op meer dan 25 festivals. Op Roskilde probeer ik met mijn vriendin altijd een dagje mee te pikken.”

Chemie

Prettige bijkomstigheid: op festivals komen vaak spontaan samenwerkingen tot stand, omdat artiesten natuurlijk om de haverklap collega’s tegen het lijf lopen. Een ontmoeting met Jenny Lee Lindberg van Warpaint leidde al eens tot een samenwerking en zo raakte Trentemøller ook met Blonde Redhead in gesprek. “Het klikte goed. Toevallig een van mijn favoriete bands en we maakten dan ook meteen een afspraak om samen te werken. Het leidde tot de track Come Undone van voorlaatste album Lost (2013) waarop Kazu Makino de vocalen voor haar rekening neemt. “Wanneer je voelt dat er een bepaalde chemie is, maak ik daar het liefst meteen gebruik van. Die dingen ontstaan vanzelf.”

Gevraagd naar een toekomstige toevallige ontmoeting, zegt Trentemøller, hard lachend: “Thom Yorke! Radiohead is ook een van m’n favoriete bands. Zij kunnen dat intieme gevoel zó goed neerzetten. Geweldige muzikanten.” Van zijn eigen stem is hij minder onder de indruk, vandaar dat gastvocalisten de voorkeur hebben. “Wat ik zelf vocaal voor mijn rekening neem, is vrij eenvoudig, niet te veel en zeker niet te uitbundig”, lacht-ie.

Op het vorig jaar verschenen Fixion werkt de fidele Deen samen met Jehnny Beth, van Savages. Gastvocalisten schrijven hun eigen teksten. Dat voelt veel natuurlijker voor Trentemøller. Terwijl Beth natuurlijk lang niet altijd paraat is. Integendeel. Daarom heeft Trentemøller sinds 2009 de eveneens Deense Marie Fisker in zijn liveband opgenomen. “Marie is zo ongelooflijk getalenteerd. Live worden het dan echt háár songs.”

Organisch

De Deen wordt overweldigd door het huidige succes dat hij en zijn band hebben de laatste jaren. “In de studio, waar ik erg veel tijd doorbreng, ben ik heel geïsoleerd. Vooral op festivals overweldigt alle enthousiasme me telkens weer. Het is dan ook heerlijk om muziek live te spelen. Ik houd enorm van die directe feedback, hoewel het soms dus ook wel beangstigend is. Omdat ik onzeker blijf over het wel of niet waarderen van de massa van mijn muziek. Dat zal nooit overgaan, vrees ik.”

Hoewel Anders Trentemøller in zijn muziek duidelijk een hoofdrol blijft wegleggen voor elektronica, is zijn sound organischer dan in de beginjaren. Naar elektronische muziek luistert hij gek genoeg ook niet zoveel. “In de auto staat zelfs steevast een zender op waar geen muziek wordt gedraaid en het alleen over politiek en ander nieuws gaat. Ik ben zó veel met muziek bezig dat het luisteren naar andere dingen me alleen maar afleidt van het maken van eigen muziek.”

Áls Trentemøller al naar muziek luistert, is het bijvoorbeeld naar Exploded View, een formatie uit Mexico en naar Beak, waarin onder meer Geoff Barrow van Portishead actief is. “Ik houd enorm van melodieën en harmonieën. Denk ook aan bands als Suicide, Depeche Mode en The Cure. I’m a real melody freak!

Trentemøller speelt 13 juli op het strand van Bloemendaal, in Woodstock69, met zijn band. Een samenwerking met Patronaat. Het voorprogramma wordt verzorgd door The Mysterons. Een dag later staat hij op Dour in België. Weer een festival, inderdaad.

 

 

 

Interview Phoenix: “Een spiegel en reflectie… meer niet”

Phoenix staat aan het begin van een grootse festival tour met hun nieuwe album Ti Amo. En zoals we van Phoenix gewend zijn, ze maken er iets speciaals van. Een proces wat geheel vanzelf komt en ook totaal bedacht is. Ik spreek gitarist Chris(tian Mazzalai), als de band net terug is van Glastonbury, maar alweer onderweg is naar het volgende optreden, waar ze neerstrijken met hun bijzondere podium setup.

Tekst Martje Schoemaker

Geen kleine clubs voor Phoenix deze zomer, ze spelen alleen de grote festivals en met plezier. “Kleine clubs spelen is makkelijk, je hoeft weinig te doen om je muziek te laten spreken. Voor een groot publiek spelen, dat is een uitdaging. Zeker zonder in clichés te vallen zoals vuurwerk en confetti kanonnen.” Niet alleen muzikaal, maar ook visueel is Phoenix een band die blijft verbazen en verwonderen. Met hun nieuwe album Ti Amo’hebben ze een plaat geleverd over de basisemoties, de mooie, leuke, lieve dingen in het leven, met een Italiaans laagje erover. “We wilden dat gevoel, die emoties zo groots mogelijk brengen op het podium, uniek en helemaal op onze manier. Daarom hebben we een grote spiegel in een hoek van 45 graden opgehangen en staan we te spelen op een groot scherm waar beelden op geprojecteerd worden en weer weerspiegeld in de spiegel. Het zijn simpele trucjes, die we gejat hebben trouwens! Van een Parijse cancan show uit de jaren ‘20 van vorige eeuw. De truc is bijna 100 jaar oud, maar goede ideeën moeten simpel zijn en niet kapot te krijgen. Een spiegel en reflectie… meer niet”

Toch is de band nog nerveus voor ieder optreden; het kan fantastisch zijn of totaal niet aanslaan. De optredens die ze nu achter de rug hebben waren een groot succes. Omdat het album zoveel met zich meedraagt is het belangrijk dat ze de juiste connectie met het publiek maken, wat zelfs voor een ervaren band als Phoenix een delicaat proces is. “Soms zie je gewoon dat ze het niet begrijpen, je ziet het aan de ogen. Hoe simpel wel ook alles neer willen zetten. Maar we zijn altijd op zoek naar de connectie, om proberen een gevoel over te brengen.”

Toch is dat niet hoe ze beginnen aan het schrijven van muziek, met het idee van een publiek. “Als je probeert iemand te plezieren of tevreden te houden, dat werkt niet. Wij werken eigenlijk heel egoïstisch, zo werken we altijd. Het moet goed voor ons zijn en dan hopen we dat het ook goed voor jullie is.” Op ‘Ti Amo’ omarmen ze positieve gevoelens en creëren hun eigen Italië, in gevoel en geluid. Niet dat dit bewust was, ze beginnen… blanco. “Het is een regel, we zijn met z’n viertjes en we moeten als lege vellen die eerste keer de studio binnen komen wandelen. Als we binnenkomen met ideeën, of twee van ons met ideeën, dan worden we voorspelbaar. We zijn altijd op zoek naar datgene wat onze hersenen niet hadden kunnen bedenken, zich had kunnen voorstellen. We proberen telkens weer dat maagdelijke stukje brein te vinden, dat stukje onbewuste wat we nog niet hadden ontdekt. Daarom waren we zelf ook zo verbaasd dat we in Italië uitkwamen!”

Het onvoorspelbare van hun proces hoor je ook terug in de muziek, waar altijd kleine, aparte dingen in verwerkt zitten. “We zoeken de spanning op van iets wat we niet kunnen controleren en totale discipline over wat we kunnen en doen. Het zijn echt twee fases waar we doorheen werken. Het eerste gedeelte, het schrijven gaat in ‘freewheeling’ modus en daarna gaan we over in een bijna wetenschappelijke precisie. Je hebt ‘hors d’oeuvres’ nodig, verschillende smaken, iets rauws, om tot een smakelijk geheel te komen.”

LIVEDATUM 15/07 Dour Festival Dour (BE)

Interview Father John Misty: “De wereld is al heel lang gek”

Father John Misty

Josh Tillman, alias Father John Misty, neemt met zijn derde soloalbum Pure Comedy als een soort muzikale Jeroen Bosch de dolende mensheid onder de loep. Maar wie denkt dat de voormalige Fleet Foxes-drummer door het hier en nu aan het somberen is geslagen heeft het mis. “De wereld is écht geen gekke plek geworden toen Donald Trump tot president van de Verenigde Staten werd gekozen. De wereld is al heel lang gek”, benadrukt hij.

Tekst Mania | Ruben Eg Foto’s Melanie Marsman

Hoewel Randy Newman wel vaker wordt genoemd als vergelijking voor de muziek van Father John Misty, schuurt Tillman met zijn nieuwe album nu wel akelig dicht tegen bij de invloedrijke pianist met zijn satirische songteksten aan. Muzikaal is Pure Comedy inderdaad een op de piano gecomponeerde plaat, steekt Tillman van wal. “Hoewel gecomponeerd een groot woord is. Ik bespeel niet echt instrumenten; ik gebruik ze eigenlijk. (lacht) Ik ben lang aan het schrijven geweest voor dit album. Ik zat lang in een schrijfsfeer. Dat was eigenlijk de titel van de plaat. Father John Misty: Mood For Writing.”

De opnames duurden twee dagen, maar het schrijven een jaar?
“Dit album vroeg veel tijd om te schrijven, herschrijven, herschrijven en herschrijven. Ik heb langer zitten herschrijven dan dat ik voor deze plaat echt nummers geschreven heb. Dat komt door de specifieke onderwerpen. En de humor. Ik denk dat dit mijn humoristische plaat ooit is. Veel nummers op de A-kant van de plaat zijn erg cynisch. Als ik er om kan lachen dan is het vrij goed. Als ik een regel schrijf zoals: ‘Sometimes I miss the top of the food chain. But what a perfect afternoon’, dan moet ik daar erg om lachen.”

Het lijkt alsof de teksten op Pure Comedy geschreven zijn door iemand die vanaf een andere planeet op ons neer kijkt, en zich bescheurt om wat wij hier aan het doen zijn.
“Dat klopt wel. Pure Comedy, het eerste nummer van de plaat, is een beetje de fanfare van het album. Het is een soort conceptalbum, en het eerste nummer is het intro van het verhaal. Ik wilde deze plaat schrijven vanuit het perspectief van iemand, een soort buitenaards wezen… die haastig een rapport moet schrijven over hoe de mensheid in elkaar steekt. Hij zit daar en ziet al die waanzin.”

Father John MistyGek genoeg zijn het liedjes die uitnodigen om mee te zingen, maar als je de teksten leest dan is dat wat bizar om te doen.
“Ik denk dat vrijheid ontstaat uit het erkennen van onze absurditeit. Het is lastig om dingen te vinden die ergens op slaan. We zijn niet erg binair, maar juist heel erg onzinnig. Ik bedoel: dit is waanzin. Kijk om je heen. Kijk naar dat ding, die microfoon die je vasthoudt. We zijn stapelgek! We maken al die waanzinnige dingen, we geloven in allemaal waanzinnige dingen. We zijn enigszins absurd. En ik denk dat veel vrijheid voortkomt uit het realiseren van die absurditeit.”

Pure Comedy doet wat denken aan de schilderijen van Jeroen Bosch.
“Ja. Iemand met een gekke hoed op, een official, een bisschop of iemand anders met een bedachte titel, zal je zeggen dat alles volkomen logisch is. Dat er orde is. Dat God alles op deze manier heeft gemaakt. Maar je vraagt je af: waarom zou iemand dit op deze manier hebben geschapen? Dat klopt van geen kant. Dus. Ik denk dat de dingen waarvan wij vinden dat ze logisch zijn, ons alleen maar gekker maken. De voorkant van de plaat is gemaakt door Edward Steed. Hij werkt vooral voor de New Yorker. Zijn artwork is ongelooflijk. De achterkant van de plaat is nog waanzinniger dan de voorkant.”

Heb je voor je begint een dergelijk thema in gedachten? Of zie je pas achteraf dat een plaat als Pure Comedy een soort conceptalbum is?
“Natuurlijk zijn er nummers die afwijken. Op I Love You, Honeybear ging Bored In The USA niet specifiek over liefde. Op dit album heb je Smoochie en A Bigger Paper Bag die niet echt passen. Maar ik vond het belangrijk dat als een plaat over de mensheid een deel heeft dat iets echt menselijks centraal heeft. Maar je moet het ook niet allemaal te letterlijk nemen. Zoals ik zei: we zijn niet binair. We zijn niet goed óf slecht. We zijn een beetje absurd.”

In veel internetfora wordt Pure Comedy gezien als een aanklacht tegen het huidige Amerika. Maar je hebt de nummers al in 2015 geschreven?
“Ik denk dat dit album duizend jaar geleden ook al actueel was. Mensen schrijven al lang over deze thema’s. Al mijn platen beginnen met een clichévraag. Fear Fun was: “Wie ben ik?”. En I Love You, Honeybear was: “Wat is liefde?”. Pure Comedy is: “Wat betekent het allemaal?”. Ik denk dat je mij op de platen hoort worstelen met hoe cliché die vragen zijn. Maar het zijn hele oude gedachten. De wereld is geen gekke plek geworden toen Donald Trump tot president werd gekozen. De wereld is al heel lang gek.”

Bij de vraag “Wat betekent het allemaal?” moet ik snel denken aan komedie. De film The Meaning Of Life van Monty Python bijvoorbeeld.
“Zeker. Komedie is een heel gepast middel om zulke vragen te beantwoorden.”

Toch wordt zulke komedie vaak als cynisme afgedaan.
“Ik denk niet dat er iets bestaat als cynische muziek. Achter de piano gaan zitten, en uren en uren zoeken naar de perfecte manier om iets te zeggen is geen cynisme. Cynisme is gewoon zeggen: fuck it.’

Wanneer weet jij wanneer de melodie waar je uren op zit te studeren perfect is?
“Ik schrijf mijn melodieën thuis, alleen. Soms veranderen ze een beetje. Maar je weet het eigenlijk niet. Je weet nooit of het perfect is of niet. Dat weet je eigenlijk pas als de recensies binnenkomen. Als je drie of vier sterren krijgt.” (lacht)

Doet dat er toe?
“Nee. Daar is de volgende plaat altijd voor. De volgende keer doe je het perfect. De echte pijn is verkeerd begrepen worden. Met deze plaat vooral. De grootste vergissing is dat Pure Comedy cynisch, oordelend, onaardig of onwetend gevonden wordt. Elke keer als ik iets schrijf, dan is het een uitnodiging om de wereld een uurtje net even anders te zien. Het is niet didactisch. Ik probeer anderen er niet van te overtuigen om dingen te zien zoals ik ze zie. Dat is het heilige van muziek. Ik ben niet christelijk, maar als ik naar gospel luister dan heb ik drie minuten om in de wereld van iemand anders te leven. De wereld waarin God echt bestaat en je daar drie minuten ook écht in kunt geloven. Dat doet muziek met je.”

LIVEDATA 23/06 Down The Rabbit Hole, Beuningen 12/11 Ancienne Belgique, Brussel 13/11 TivoliVredenburg, Utrecht

Interview Life: “Onze muziek is puur escapisme”

LIFEJa, zo gaat dat met jonge bandjes uit Engeland. Die komen weleens te laat op een afspraak. We hebben om 15.30 uur afgesproken in de Cinetol in Amsterdam en drie kwartier later zijn de mannen gearriveerd. Blijven plakken in de coffeeshop? Knetterstoned? Niets van dat. Gewoon, wat vertraging met de ferry. Alle begrip voor natuurlijk.

Tekst Pieter Visscher

 

Bedolven onder verontschuldigingen, lopen we gedwee richting kleedkamer. Er wordt een met pils gevulde koelkast opengerukt en het is direct gezellig. De vier mannen van Life zijn wereldgozers. Letterlijk en figuurlijk. Hun debuut Popular Music is onlangs verschenen en puilt uit van de catchy punkrocksongs, met het titelnummer als een van de beste songs van de laatste jaren. Jawel.

Het album wordt inmiddels goed gedraaid op de Engelse zenders. Met name BBC 6 is onder de indruk en niet voor niets. “Het is wat ongewoon voor een Engelse indieband dat we zo veel airplay krijgen op de Engelse radio”, vertelt zanger en voornaamste woordvoerder van de vier, Mez Green. De band bestaat voorts uit bassist Loz Etheridge,  drummer Stewart Baxter en gitarist Mick Sanders. Laatstgenoemde heeft even geen antwoord op de vraag hoe de muziek van Life het best te omschrijven valt. “Sorry, man. I just woke up”, lacht-ie. Mez Green neemt het maar even over: “Heel energiek. En met veel woede, vanwege de huidige toestand in de wereld. Desondanks maken we zeker geen intimiderende muziek. Het is veelal tongue-in-cheek. Het laatste wat we willen, is preken. Al met al zou je onze muziek puur escapisme kunnen noemen.”

Genadeloos

Het titelnummer van het debuut van Life, Popular Music, is een van de meest opwindende en sterkste songs die de laatste jaren zijn verschenen. Het wijkt muzikaal duidelijk af van de andere nummers op het krachtige album. Volgens Green evenwel is er geen andere werkwijze aan voorafgegaan. “De titelsong is heel natuurlijk ontstaan, net als de rest van de plaat. We maken ongecompliceerde, meedogenloze muziek, waarmee je jezelf kunt bevrijden uit de dagelijkse sleur. De song Popular Music gaat over uitgaan; jezelf verliezen in de muziek die je hoort. Net als de rest van de nummers is Popular Music opgehangen aan één woord, één thema. We schrijven eerst teksten en bouwen als band gezamenlijk de muziek eromheen. Soms ontstaat een song door simpelweg een opmerking in de pub.”

De mannen van Life vinden zichzelf vrij genadeloos tijdens het schrijfproces. “Veel ideeën belanden vaak acuut in de vuilnisbak. We voelen ontzettend snel aan wanneer een song goed is en van de rest nemen we acuut afscheid.”

De band liet zich voor debuut Popular Music inspireren door gevestigde namen als The Clash, Dead Kennedys en The Fall, maar ook door de nog wat minderbekende Amerikaanse postpunkformatie Protomartyr. “Van hun laatste plaat skip je geen enkele song”, verzekert Green. Zonder te willen pochen: “Dat album (The Agent Intellect – PV) inspireerde ons om een plaat af te leveren met ook alleen maar unskippable tracks. Onze grootste uitdaging is om punk weer actueel te maken.”

Hull

Gitarist Mick, die even daarvoor de slaap nog uit zijn ogen wreef, huppelt inmiddels richting koelkast om wat verse pils op tafel te zetten. De mannen van Life genieten van het vele toeren en proberen bovendien interviewsessies zo aangenaam mogelijk aan te kleden. Gelijk hebben ze, hoewel het kwartet geen seconde de indruk wekt een broertje dood te hebben aan vraaggesprekken. Integendeel. Nou oké, één dissonant.

Ze zijn to the point, jong, stoer en trots. Ook op hun stad Hull, een havenstad met zo’n 250.000 inwoners, die voornamelijk leeft van de industrie. “Niet mooi genoeg om er een rek ansichtkaarten mee vol te krijgen, maar dit jaar wel winnaar van de prestigieuze prijs UK City Of Culture”, lacht Mez Green – hieronder crowdsurfend over zijn publiek.

LIFE_Mez_Fruit_0316 “Er is ontzettend veel creativiteit in de stad. We zijn een hidden secret wat dat betreft. Denk niet alleen aan muziek en poëzie, maar ook aan hoogstaande graffiti. We zijn trots op elkaar. Er is geen haat in Hull. We hebben ook een geweldige popzaal in de stad, The New Adelphi Club. Bands gunnen elkaar dat ze daar mogen spelen. Hull is een charmante stad, met een bescheiden bevolking. Niemand die indruk probeert te maken op een ander. Wat je wel ziet in bijvoorbeeld Londen”, geeft Green de Engelse hoofdstad even een veeg uit de pan.

 

Identiteit

“De muziekscene in Hull is enorm groeiend. Ook de urbankant. Een artiest uit Hull om in de gaten te houden is Serial Chiller”, vervolgt Green, die duidelijk op zijn praatstoel zit. “Vroeger had je in Hull louter bandjes die Oasis en andere 90’s-bands coverden, nu zie je eigenlijk alleen maar bands met een eigen identiteit. Er zijn in de zomer veel festivals in de stad; er is in korte tijd een enorme scene ontstaan in Hull. Daar zijn we hartstikke trots op. We schieten elkaar geheel belangeloos te hulp. Bandjes die elkaar op weg helpen in Hull, zie je sowieso heel veel.” Dat terwijl het knallende debuut Popular Music van Life toch voornamelijk op eigen benen tot stand is gekomen.

“Het is een plaat met teksten die handelen over het alledaagse leven. Politieke onderwerpen gaan we bijvoorbeeld zeker niet uit de weg. Sommige teksten zijn abstract, andere zijn beatnik of gonzo. Geregeld vol met woede. Soms zijn ze observerend en soms hoopgevend. Het is zaak de teksten vooral niet te letterlijk te nemen. Veel is dus tongue-in-cheek.”

Stemmen

Zeker, de huidige situatie op onze verdwaasde planeet, komt aan de orde op Popular Music. Loz Etheridge: “Daar kun je domweg niet aan voorbijgaan. Neem een Brexit. Maar je zult ons nooit depressief horen hoor. Maar we moedigen de jeugd aan om te stemmen bijvoorbeeld. Have a voice! Ons album is zonder meer inspirerend voor de jeugd.”

Die youngsters weten de weg naar de concertzalen waar Life staat geprogrammeerd net zo makkelijk te vinden als oudere fans. Etheridge: “Dat zien we graag. Spelen vinden we namelijk heerlijk. Daar worden we echt heel gelukkig van. Je kunt ook niet in een band zitten zonder plezier te hebben in liveoptredens. We rijden zonder problemen door drie of vier landen heen om een opreden af te werken van een halfuur. Oké, wanneer je dat analyseert, is het ronduit gestoord. Maar toch, we genieten er écht van.”

 

 

 

 

Interview Oumou Sangaré: voorvechtster, topartiest en zakenvrouw

Oumou Sangaré

Op een of andere manier lijkt de chaos rond Afrikaanse artiesten altijd nog net een ietsje groter dan bij hun Europese en Amerikaanse collega’s. Ook de Malinese songstress Oumou Sangaré (49) moet tijdens het interview tussendoor gasten omhelzen en telefoontjes plegen. “Waar waren we ook alweer gebleven?”

Tekst Heaven | Louis Nouws

Oumou Sangaré heeft net een nieuw album uit, Mogoya, wat zo veel betekent als ‘mensen van nu’. Er zijn alvast twee opmerkelijke zaken. De plaat klinkt veel elektronischer dan de voorgangers en na meer dan twintig jaar heeft ze gebroken met het gerenommeerde wereldmuzieklabel World Circuit, ondanks haar bijzondere band met boss Nick Gold, alom geprezen om zijn integere omgang met artiesten en zijn oog voor talent. Gold zette wereldacts op de kaart als Buena Vista Social Club, Ali Farka Touré, Toumani Diabaté, Orchestra Baobab en niet in de laatste plaats natuurlijk Oumou Sangaré. “We zijn zonder ruzie uit elkaar gegaan”, benadrukt ze. Wat er precies heeft gespeeld, blijft in het midden. “Een nieuw album van mij paste niet in het releaseschema van World Circuit en ik wilde niet wachten.”

Haar voorlaatste album Seya dateerde alweer van 2008. Ze was druk met haar almaar uitdijende zakenimperium. Ze bezat al een hotel in Bamako, importeerde four-wheel drives uit China, en daar zijn een landbouwbedrijf en een eigen rijstmerk bij gekomen. “Daarnaast heb ik aldoor getourd, veel in Afrika, maar ook in Australië en Europa.” Haar zakelijke activiteiten staan haar artistieke carrière niet in de weg, vindt ze. “Zijn niet alle Amerikaanse topartiesten, zoals Beyoncé en Alicia Keys, evenzeer zakenvrouw?”

Oumou SangaréSYNTHESE
Oumou Sangaré moet al op zeer jonge leeftijd zingen om de kost te verdienen. Haar vader verlaat haar moeder voor een andere vrouw. Als griot zingt de jonge Oumou op bruiloften en doopfeesten, later sluit ze zich aan bij een zanggroep en op haar twintigste verschijnt haar debuut, Moussoulou. Dat verkoopt meer dan 200.000 cassettes verkocht, een voor Mali ongekend aantal. Dat haar carrière meteen zo’n hoge vlucht neemt, is verrassend, want in haar teksten schopt ze stevig tegen de door mannen gedomineerde West-Afrikaanse samenleving. Ze verfoeit wat vrouwen onderdrukt of volgzaam laat zijn – polygamie, besnijdenis, gebrekkig onderwijs, uithuwelijken – en roept haar ‘zusters’ op niet lijdzaam te zijn en zelf initiatieven te ontplooien.

Het thema van Moussoulou, de titel betekent ‘vrouwen’, loopt als een rode draad door haar hele oeuvre. Zo ook op Mogoya, met als een van de hoogtepunten Minata Waraba, een eerbetoon aan haar strijdvaardige moeder. De sound van het album daarentegen wijkt behoorlijk af van haar eerdere werk. De muziek is nog wel steeds gebaseerd op de griottraditie van Zuid-Mali, met veel percussie, de draagbare harp kamele n’goni en scherpe samenzang. Maar waar Oumou Sangaré er met Nick Gold voor koos haar geluidspalet zo nu en dan te verbreden met viool, saxofoon of fluit, zijn op Mogoya – in Stockholm opgenomen met producer Andreas Unge en afgewerkt door het Franse collectief A.l.b.e.r.t. – geluidsbepalende partijen te horen op keyboards en synthesizers, waardoor het album veel zwaarder en elektronischer klinkt.

“Moderner”, noemt de zwarte diva het. “Ik merkte dat mijn muziek en dus mijn boodschap minder goed overkwamen bij de jeugd van Mali. Wereldwijd zijn heavy beats veel belangrijker geworden, dus is het niet zo vreemd die in te zetten om jongeren aan te spreken. Tegelijk zie ik dat jonge Afrikanen wel degelijk openstaan voor hun eigen ritmes en muziektradities. Ze luisteren echt niet enkel naar rap en dance. Ik heb dat willen verenigen.”

Met een zevenkoppige begeleidingsgroep bewijst Oumou Sangaré later op de avond in het Rotterdamse LantarenVenster (red. 29 april 2017) haar faam als wereldster. De synthese die ze voorstaat, komt op het podium veel beter uit de verf dan op de plaat, waarschijnlijk doordat toetsenist Alexandre Millet zich tamelijk bescheiden opstelt. Ze spelen de beproefde troeven breed uit: de kabbelende klanken van de kamele n’goni, de messcherpe harmonieën met de achtergrondzangeressen, en de gitaar, dit keer magistraal in handen van Guimba Kouyaté.

HeavenLIVEDATA 01/07 Couleur Café, Brussel 02/07 Afrika Festival @ Openluchttheater Hertme, Hertme

In Heaven #4 van 2017 interviews met onder meer Nikki Lane, Spinvis, Spoon, My Baby, Colin Benders (voorheen Kyteman), Oumou Sangaré en Thomas Dybdahl.

In de rubriek ‘Onder de loep’ aandacht voor Sgt.Pepper’s Lonely Hearts Club Band van The Beatles. Bertram Mourits staat uitgebreid stil bij bij de twintigste verjaardag van Either/Or, de klassieker van de te vroeg gestorven Elliott Smith.

In de recensierubriek met meer dan 100 recensies, nieuwe albums van o.a. John Mellencamp, Jason Isbell, Garland Jeffreys, Father John Misty, Anathema, The Bats en véél meer.

Dit nummer niet missen? Neem een abonnement en profiteer van de aanbieding: 1 jaar Heaven van € 33,40,- voor slechts € 22,50,-! Een abonnement neem je hier: www.popmagazineheaven.nl/actie-abonnement