Interview Jeangu Macrooy: “Ik wilde meer, dus ik wilde weg”

Jeangu MacrooyHet zinderende Paramaribo verruilen voor het toch wat minder sexy Hengelo. Zoiets doe je natuurlijk alleen als je verdomd zeker van je zaak bent. En jawel, dat was-ie, Jeangu Macrooy. Tweeënhalf jaar na zijn verhuizing richting deze contreien verschijnt op 14 april zijn eerste volwaardige album High On You.

Tekst LiveGuide | Jeroen Haneveer

“Het weer, daar moest ik vooral aan wennen”, zegt Jeangu over die verhuizing. “Verder heb ik hier heel snel m’n plek gevonden en vrienden gemaakt. En Hengelo is inmiddels ingeruild voor Enschede. Wel zo makkelijk, want daar zit m’n opleiding.”

Maar waarom die stap van het warme Zuid-Amerika naar het kille West-Europa? “Er is sowieso geen grote muziekmarkt in Suriname en er is vooral veel aandacht voor de wat ritmischere stijlen. Van reggae en dancehall kan je daar nog wel leven. Als het maar dansbaar is. Maar ik wilde meer. En dus wilde ik weg.”

De kans dat Jeangu het zou gaan maken als dancehall-artiest was toch al klein. Inspiratie voor zijn eigen muziek haalde hij vooral uit wat zijn moeder thuis op had staan. “De cd’tjes die zij draaide, dat waren vooral vrouwen. Ik ben opgegroeid met ninetiesdiva’s en ik denk dat daardoor die affiniteit is ontstaan. Maar misschien vind ik het ook mooi omdat vrouwen kwetsbaarder kunnen zijn in hun muziek. Ik luister er in ieder geval graag naar.”

Hoe dan ook, de oversteek naar Nederland heeft gunstig uitgepakt. De man gaat als een speer! Vorig jaar deden EP Brave Enough en de single Gold het al goed en dit jaar staat hij, om maar iets te noemen, op North Sea Jazz en Lowlands. En dat terwijl hij de popacademie nog moet afmaken. “Ik moet nog anderhalf jaar en die wil ik ook graag voltooien. Ik doe m’n best, maar er gebeuren nu zoveel dingen buiten school om. Het loopt gewoon super goed en ik grijp alle kansen die ik krijg.”

Brave Enough was al een goede manier om mezelf te introduceren en voor dit album had ik veel ruimte en tijd om samen met Perquisite als producer te schrijven. Om iets te maken waar ik helemaal achter sta en trots op ben. Het is een goede representatie geworden van wie ik ben en waar ik nog naartoe kan groeien.”

LIVEDATA 13/04 Bitterzoet, Amsterdam (Uitverkocht) 27/04 The Life I Live, Den Haag 27/04 Oranjepop, Nijmegen 30/04 Here Comes the Summer, Vlieland 11/05 Rotown, Rotterdam 12/05 De Oosterpoort, Groningen 13/05 EKKO, Utrecht 18/05 Hedon, Zwolle 19/05 Luxor Live, Arnhem 17/06 Full Color, Kampen 26/05 Metropool, Hengelo 24/06 Wicked Jazz Sounds, Amsterdam 07/07 North Sea Jazz, Rotterdam 18+19+20/08 Lowlands, Biddinghuizen

Klinkt als: folky en soulvolle Surisound met een onvervalste powervrouwelijke touch

LiveGuide

Op de cover van de dertigste uitgave van LiveGuide prijkt met Thundercat een eigenaardige vogel. Een absolute sterrencast aan gastvocalisten is op zijn nieuwe album Drunk te horen (o.a. Kendrick Lamar, Pharrell, Kenny Loggins en Michael McDonald), maar de funktronicabassist is er totaal niet op uit om hits te scoren. Commercieel gedoe interesseert hem niet zoveel, vertelt hij in het krantje.

In LiveGuide #30 staan ook interviews met onder meer Temples, The Lemon Twigs, Jeangu Macrooy en The Dawn Brothers. Verder blikken we terug op de shows van Peter Doherty (Melkweg) en Tory Lanez (Paradiso) en krijgen we een inkijkje in de rider van de Vlaamse meditatiesensatie Het Zesde Metaal. En dan komt er nóg een zuiderbuur aan het woord, want de tofste rapster van België figureert in de rubriek Fangirlkwiz! Daarin komt aan het licht dat deze Coely behoorlijk veel gemeen heeft met Yasiin Bey (Mos Def), die bezig is aan zijn afscheidstour.

Interview The Lemon Twigs: “Je dumpt je broertje niet zomaar”

Lemon Twigs The Lemon Twigs @ Indiestadt festival

Een uur later dan afgesproken lukt het eindelijk om de oudste broer van The Lemon Twigs uit bed t bellen. Een nog half slapende Brian D’Addario staat mij al geeuwend te woord. In oktober bracht hij met zijn broertje Michael het debuutalbum Do Hollywood uit. Die plaat ruikt nog naar pasgeboren baby’s, maar het psychedelische popduo werkt al hard aan een opvolger.

Tekst LiveGuide | Dominique Dirkx

Van een writer’s block hebben de Amerikanen nog nooit gehoord. “Wij schrijven heel veel muziek”, zegt Brian. “We hebben ook al nieuwe nummers opgenomen, maar die komen niet op ons volgende album. Die zijn voor een EP die we dit jaar nog willen uitbrengen. Ons tweede album komt denk ik volgend jaar pas uit.” Dat allemaal terwijl ze nog bezig zijn met hun tour voor Do Hollywood

Van jongs af aan is muziek met de paplepel naar binnen geduwd bij de bijna twintigjarige Brian en zijn twee jaar jongere broertje Michael. “Ik was denk ik vijf toen onze ouders daarmee begonnen. Pa leerde mij de basisdingen: beetje drummen, wat ritmes. Ma leerde mij gitaarspelen.”

De New Yorkers werden al luisterend en kijkend naar The Beatles grootgebracht. “Tot aan mijn negende had ik een obsessie voor die band. Daarna begon ik ook andere muziek te luisteren, zoals The Who. Tijdens het maken van Do Hollywood was ik helemaal weg van The Beach Boys. Ik luisterde niets anders. Of dat terug te horen is? Geen idee, dat zou best kunnen.”

Geen college-dropouts
De jonge muzikanten kwamen nog maar net uit de schoolbanken gerold toen ze direct de studio indoken om Do Hollywood te maken. “Ik ben blij dat mijn schooltijd voorbij is, want nu kan ik me helemaal focussen op onze band. Maar hoewel het soms best pittig was om school en muziek te combineren, vond ik het ergens ook heel fijn. Als ik geen muziek had kunnen maken na de les, had ik waarschijnlijk veel meer moeite gehad om school af te ronden.”

Voor Michael was het wel wat zwaarder. Net als Brian deed hij zijn best om zo snel mogelijk zijn opleiding af te ronden, zodat ze daarna konden touren. Alleen moest Michael hiervoor zijn school een jaar eerder afmaken. “Hij zat de hele dag te studeren, werkte dan aan muziek en ging ’s avonds laat weer terug naar school. Het was zwaar voor hem, maar nu is hij er wel van af.”

Gebroederlijk
De twee D’Addario’s doen niets liever dan samen muziek maken, maar schreven opvallend genoeg geen enkele track op Do Hollywood samen. “Ik weet niet hoe dat is gekomen, zo doen we dat gewoon. Michael schreef zijn eigen liedjes en ik de mijne. We zingen ook alleen onze eigen songs.”

Wel doen ze de background vocals op elkaars tracks, maar daar blijft het verder bij. Het was dan ook een bewuste keuze om twee singles uit te geven bij dit album: These Words van Brian en As Long As We’re Together van Michael. Voor het nieuwe album wil het tweetal wel wat meer samenwerken. “We staan er nu voor open en maken minder ruzie als we samenwerken. Hiervoor was dat wel anders, maar inmiddels waarderen we elkaars inzichten en ideeën.”

Er zijn genoeg broers die elkaar na een uur al in de haren vliegen, maar deze twee talenten groeien met de dag meer naar elkaar toe. “Het is fijn om te werken met iemand die je al je hele leven kent. Je dumpt je broertje ook niet zomaar. Dat geeft toch een bepaalde zekerheid.”

LIVEDATA 07/04 Tolhuistuin, Amsterdam 08/04 Motel Mozaïque, Rotterdam 23-24-25/06 Down the Rabbit Hole, Ewijk

Klinkt als: jeugdige energie die zich uit in mini-rockopera’s die in de seventies en eighties grote hits zouden zijn

LiveGuide

Op de cover van de dertigste uitgave van LiveGuide prijkt met Thundercat een eigenaardige vogel. Een absolute sterrencast aan gastvocalisten is op zijn nieuwe album Drunk te horen (o.a. Kendrick Lamar, Pharrell, Kenny Loggins en Michael McDonald), maar de funktronicabassist is er totaal niet op uit om hits te scoren. Commercieel gedoe interesseert hem niet zoveel, vertelt hij in het krantje.

In LiveGuide #30 staan ook interviews met onder meer Temples, The Lemon Twigs, Jeangu Macrooy en The Dawn Brothers. Verder blikken we terug op de shows van Peter Doherty (Melkweg) en Tory Lanez (Paradiso) en krijgen we een inkijkje in de rider van de Vlaamse meditatiesensatie Het Zesde Metaal. En dan komt er nóg een zuiderbuur aan het woord, want de tofste rapster van België figureert in de rubriek Fangirlkwiz! Daarin komt aan het licht dat deze Coely behoorlijk veel gemeen heeft met Yasiin Bey (Mos Def), die bezig is aan zijn afscheidstour.

Interview Sampha: “Ik vind social media soms moeilijk”

SamphaWat hebben Drake, Kanye West, FKA Twigs, Frank Ocean en Solange met elkaar gemeen? Dat ze allemaal hebben gewerkt met Sampha Sisay, natuurlijk! Nu stapt hij met de release van zijn debuutalbum Process eindelijk uit de schaduw van deze grootheden, al komt zijn roem waarschijnlijk puur via zijn muziek. De kalme Londenaar lijkt namelijk niet het type voor Twitter-rants en andere Kanyeaanse trucjes om de media te beheersen.

Tekst LiveGuide | Sven Bersee

Voelt het voor jou ook als een opluchting dat je eindelijk een eigen album hebt?
“Het kostte me twee jaar om deze plaat te schrijven en te maken. Dan voelt het een beetje vreemd als ‘ie ineens echt uit is. Dat is altijd anders dan je je voorstelde, maar het voelt goed.”

Hiervoor had je al aardig naam gemaakt. Komt dat doordat je al vroeg een podium kreeg via acts als SBTRKT, Jessie Ware en The xx?
“Ik ben alle mensen dankbaar die mij in creatief opzicht hebben geholpen. Daardoor ben ik echt beter geworden in wat ik doe. En ja, natuurlijk is mijn naam via bepaalde artiesten ook bij een hoop nieuwe mensen terechtgekomen. Dat maakt het wel wat makkelijker.”

Jij weet uit eigen ervaring hoeveel die connecties kunnen opleveren voor nieuw talent, maar op Process staan geen featurings, toch?
“Dat klopt, afgezien van de muzikanten die meespelen op de plaat. Het voelde vrij logisch om het allemaal zelf te doen; de gedachte om gastartiesten te vragen kwam eigenlijk niet eens bij me op. Ik heb de plaat in mijn eentje geschreven met weinig mensen om me heen en het zit niet echt in mijn natuur om dan zomaar iemand te vragen om mee te doen. Maar echt een bewuste keuze was het ook weer niet, dus wie weet werk ik in de toekomst wél samen met andere artiesten aan eigen songs.”

‘No one knows me like the piano in my mother’s home’, zing je in nu al een van de mooiste liedjes van het jaar. Gaat dat over die piano of meer over je moeder?
“Het gaat over allebei. Er is zonder meer een relatie tussen mij en dat instrument, maar het is ook een metafoor voor de liefde voor mijn moeder. (No One Knows Me) Like the Piano is ook een soort reflectie op mijn jeugd, waarin ik besef hoe belangrijk de omgeving waarin je opgroeit kan zijn. Ik weet zeker dat ik een heel ander persoon was geweest als mijn moeder geen piano in haar huis had staan. Ik schreef dat nummer overigens niet op die piano, maar ergens in Noorwegen. Soms staan zulke dingen je het meest helder voor ogen als je ver van huis bent.”

Terug in Londen dan: je begon op je dertiende al met produceren. Kijk je anders naar muziek maken nu je 28 bent?
“Ik sta meer open voor nieuwe dingen. Tegenwoordig zijn er meer verschillende genres, harmonieën en arrangementen die me boeien. Ik ben zeker ook kalmer geworden, al is dat volgens mij iets natuurlijks als je ouder wordt. Maar weet je, tegelijk zijn er nog heel veel gelijkenissen met die dertienjarige zelf.”

Je hebt ooit gezegd dat je jaloers bent op de songwritingskills van The Streets-rapper Mike Skinner. We zijn nu een paar jaar verder, dus zit je inmiddels al op zijn level?
“Nee, ik ben nog steeds jaloers, haha! Ik heb nog een lange weg te gaan, op dat niveau zit ik nog niet. De manier waarop hij het dagelijkse leven in woorden omzet is heel knap.”

Ik denk wel dat je op Process de ballen toont om heel persoonlijk te worden, meer dan op je EP’s Sundanza en Dual. Wat was de moeilijkste track om op plaat te zetten?
“Alle nummers zijn ontstaan vanuit freestyling en ontstonden dus gewoon zoals ze in me opkwamen. Maar sommige songs waren wel moeilijk om af te maken, zoals Blood On Me. Maar volgens mij ben ik op Process nou ook weer niet super ‘confessional’.”

samphaJe hebt al met veel grootheden gespeeld. Van wie heb je echt iets geleerd?
“Toen ik met Solange werkte, was zij bezig met harmonieuze klanken die mij echt intrigeerden. Ik begreep niet goed wat ze aan het doen was, maar als ik nu haar album terugluister snap ik het. Zij heeft daarmee mijn oren geopend. Het was ook heel interessant om te zien hoe Kanye West aan The Life of Pablo werkte, met zoveel passie en toewijding.”

Kanye komt altijd over alsof het hem geen bal uitmaakt wat mensen van hem denken, wat er misschien wel voor zorgt dat de helft van de wereld hem tot op het bot haat.
“Iedereen heeft allerlei gedachten en die zijn echt niet allemaal even politiek correct, maar Kanye is niet bepaald het type dat die gedachten dan voor zich houdt. Toch is hij een veel introspectiever type dan ik had verwacht.”

Die kant laat ‘ie op Twitter niet echt zien… Jij bent wat minder fanatiek op de socials, hè?
“Ik vind social media soms moeilijk, dus doe er inderdaad niet zoveel mee. Ik weet niet zo goed wat ik daar moet roepen. Mensen proberen me daar wel toe aan te zetten en ik wil het ook best, maar ik moet me eerst over mijn social media-angsten zetten, haha.”

Staat er eigenlijk al een volgende spraakmakende collab op het programma voor je?
“Nee, eerst concentreer ik me op mijn eigen tour en daarna wil ik snel weer nieuwe muziek maken. Ik ben altijd wel aan het schrijven en heb al heel wat ideeën. Ik kijk er al weer naar uit om weer de studio in te gaan.”

LiveGuideLIVEDATA 23/03 Paradiso, Amsterdam (Uitverkocht) 24/03 CATCH @ TivoliVredenburg, Utrecht

Klinkt als: een zalig egale stew van zorgvuldig geselecteerde ingrediënten uit future garage, UK bass, neo-soul en artpop

Het maart-nummer van LiveGuide is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Daarin onder meer interviews van My Baby, Chef’Special, Jo Goes Hunting, Wout Kemkens van Donnerwetter.
Verder de rider van de Paceshifter en in de nieuwe Fangirlkwiz vroeg LiveGuide Sophia de Geus van 45ACIDBABIES de hemd van het lijf over Edje Sheeran.

 Interview: Jo Goes Hunting en de kunst van de playlist

Jo Goes HuntingHet lijkt alweer lang geleden, dat we kennismaakte met Jo Goes Hunting, oftewel Jimmi Jo Hueting, in 2015. Zijn EP Glow was daar toen opeens en liet ons in blijde verwondering wachten op meer. Dat moment in eindelijk daar, want zijn volledige debuutalbum Come, Future is af. Voor ons was het even wachten, voor Jimmie was het een logisch proces, waar tijd in is gaan zitten.

Tekst Martje Schoemaker Foto Sanja Marusic

“Ik voelde eigenlijk helemaal geen druk. Ik wilde zoveel mogelijk tijd nemen, wat ik nodig dacht te hebben en te stoppen wanneer in écht tevreden was.” Een creatief proces waar geen druk op stond en een artiest die precies weet wat hij wil. Geen deadline, maar wel een soort planning. Want er zijn genoeg artiesten die zonder deadline maar blijven schaven, en dat is zonde. “Ik zit er tussenin. Ik heb wel veel geschaafd, maar het was gewoon goed.” Het is een proces wat hij grotendeels alleen doet en toch zoekt hij toch ook klankborden buiten zichzelf. Een (ex)vriendinnetje, zijn broer (red. Rocco Hueting, De Staat) en zijn ouders.

“Niet teveel mensen betrek ik erbij, dan komt er teveel ruis op de lijn. Daarbij ben ik mijn ‘own worst critic. En mijn band natuurlijk. Die zijn er altijd bij betrokken.” De samenstelling van de band staat vast en ze spelen nu al zo’n twee jaar samen. Toch gebeurt het meeste muziek schrijven en componeren in zijn eigen studio. “Alle partijen maak ik zelf, werk ik uit. Ik schrijf niet zozeer voor deze bezetting, ik schrijf wat mijn fantasie nodig heeft. Maar als ik dan iets heb, wat vaak al grotendeels af is, dan breng ik het naar de oefenruimte en dan gaan we het spelen. Dan komen er toch wel wat dingetjes bovendrijven die anders kunnen, omdat het dan weer tot leven wordt gebracht.”

Door deze speciale manier van samenwerken heeft het ook wat langer geduurd voor het album af was. Heen en weer van de eigen studio naar de oefenruimte. Daarbij hebben ze het afgelopen jaar niet stilgezeten, want ze hebben ze ook al veelvuldig opgetreden. “Wij hebben in de set altijd open, vrijere stukjes, wat heel erg aan het publiek ligt hoe we het invullen. We repeteren wel veel, echt een jaar lang hebben we geoefend. En doordat we de Popronde hebben kunnen doen en het voorprogramma van De Staat, hebben we echt meters kunnen maken. De muziek die we spelen is niet echt standaard, niet meespringen, het is iets anders. Het doel van een show is het publiek helemaal laten opstijgen, in de sfeer van de muziek.”

Een live set is geen album, maar de filosofie naar de luisteraar toe, zoals je het publiek meeneemt, is net zo goed terug te horen op het album als dat hij op het podium ten gehore brengt. Tegenwoordig zijn we gewend zelf playlisten te maken en losse nummers te luisteren, waar Come, Future zich ook wel voor leent, maar als geheel verliest het geen moment aan intensiteit. “De volgorde zit veel in, er zit een sterke ontwikkeling in van begin tot eind, de sound van de liedjes. Neem het einde, echt anders dan het begin, een slot. Ik hoop dat mensen het album helemaal luisteren, want het laatste nummer is wel één van mijn favorieten.” Een playlist maken is een kunst en Jimmie houdt daar net zo goed van. Met dat in gedachte is het album tot stand gekomen. “Als je het helemaal luistert ga je er helemaal in mee. Er zitten speciale overgangen in, het verveelt geen moment en ik hoop dat mensen er echt voor gaan zitten.”

LIVEDATA 16/03 Merlyen, Nijmegen 17/03 V11, Rotterdam 18/03 Paradiso, Amsterdam 27/04 Koningsdag @ Nieuwe Groenmarkt, Haarlem 29/04 Schoolrock Festival, Kontich (B) 13/05 Gebouw-T, Bergen op Zoom 10/06 Swim With The Current @ deSingel, Antwerp (B)

Tickets winnen voor V11 of Paradiso?

Mail ons de naam van de broer van Jo Goes Hunting! Doe dit naar prijsvraag@pinguinradio.com en jij staat binnenkort naar de playlist van Jimmi Jo Hunting te luisteren!

Interview Zimmerman: Over demookes en aflikken

ZimmermanZimmerman is het alter ego van Simon Casier, ook wel bekend als de bassist van Balthazar. The Afterglow is zijn debuutalbum, waarop hij openhartig zingt over zijn relaties. Na jaren schrijven vond hij dat het tijd was om drie stappen naar voor te doen op het podium en de rol als frontman te omarmen. Pinguin sprak de sympathieke Vlaming tijdens een try-out in Amsterdam.

Tekst Chris Dekker

Terwijl de bassdrum zich boven ons eindeloos herhaalt voor een soundcheck, nemen wij plaats in de relaxte kelder van Paradiso. We moeten het toch eerst even over die naam hebben, want de popkenner weet dat Zimmerman de echte naam is van ene Bob Dylan.
“Je moet maar durven”, schreef iemand, trapt de Casier lachend af. “Ik spreek het trouwens ook op zijn Engels uit. Mijn muziek staat zo ver af van die van hem dat ik het durfde. Ik ben geen Dylan-freak, maar ik vond het gewoon grappig. Als ik akoestisch zou spelen, met een mondharmonica, dan zou ik het nooit durven.”

Casier schrijft al jaren nummers. Zoveel dat er de laatste jaren elk jaar een album van hem verscheen… … op alleen zijn eigen computer.

Waarom komt er nu pas een echt album uit?

“Ik had nooit het gevoel van ‘dit wordt mijn debuutplaat’. Twee jaar geleden kwam ik uit een relatie, dat ging over in een nieuwe en in die periode schreef ik alles. Alles klopte meteen en ik wist dat dit het moest worden. Dit was echt van mezelf. Ik ben demookes gaan maken en daarna zijn we ze echt gaan opnemen. Die albums die ik de afgelopen tien  jaar maakte, zet ik misschien ooit nog eens online. Ik ben blij dat ik zoveel schreef, want ik merk dat ik wel gegroeid ben als schrijver door die nummers.”

De thema is liefde en verwerking. Is daar inmiddels alles niet over gezegd?
“Niet over mijn ervaringen, haha. Liefde blijft als thema altijd interessant. Ik zie mezelf gewoon niet snel schrijven over klimaatproblemen ofzo.”

Is er in Balthazar geen ruimte voor jouw songs?
“Ik heb in die band wel eens meegeschreven, maar dat was meer toevallig. Balthazar is een band met eigen songwriters en ik ben gewoon de bassist. Balthazar is hun ding en ik dring mijn songs niet op. Deze nummers zijn erg persoonlijk, dus ik wilde ze zelf doen.”

Je bent bassist, maar op je album horen we voornamelijk synthbassen. Heeft dat een reden?
“Ik bewaar de baspartij altijd tot het laatst, na gitaar, drums en zang. Bij het eerste nummer wat ik schreef kwam er gewoon geen baspartij uit. Toevallig had ik een geleende bassynthesizer en die lange noten bleken perfect te zijn voor het nummer, dus ik ben zo doorgegaan.”

Het valt me op dat je album zeer organisch klinkt. Niet te klinisch. Hoe kreeg je dat voor elkaar?
“Ik ben perfectionistisch, maar spontaniteit is belangrijk. Het album klinkt voor 85% als de demo’s en het opnemen ging spontaan en makkelijk. Ik zorgde er voor dat mijn gitaar goed klonk en toen ben ik gewoon in één keer alle partijen op gaan nemen. Bij een nummer zei ik dat de drummer loos mocht gaan aan het eind en dat was in één keer goed. Het was dus even overleggen en dan meteen spelen. Het laatste nummer is zelfs gewoon de demo. Een plaat hoeft niet afgelikt te zijn. Is dat Vlaams? Gelikt? Zonder dat is het tijdlozer.”

Wat zijn je plannen voor de toekomst?
“Ik weet nu hoe het is om frontman te zijn en ik vind de afwisseling vooral fijn. Binnenkort ben ik weer gewoon bassist en backing vocalist van Balthazar. Ik wil dit voorjaar nog wat nummers uitbrengen, maar niet in de vorm van een album. Misschien als download, daar ben ik nog niet uit.  Maar ook daarna gaan jullie nog zeker van me horen.”

LIVEDATA 10/03 Paard van Troje, Den Haag 23/03 Patronaat, Haarlem 25/03 De Biekorf, Brugge (B) 21/04 Nosta, Opwijk (B) 08/06 De Kreun, Kortrijk (B) 10/06 Altstadt Eindhoven

Interview met Wayne Coyne van The Flaming Lips

Flaming LipsDe titel van het veertiende album van The Flaming Lips bestaat uit twee woorden die bandleider Wayne Coyne per toeval las in een Poolse vertaling van de roman Close To Home van schrijver Erskine Caldwell. De ongrijpbare frontman van de dromerige psychedelische rockgroep uit Oklahoma heeft alleen geen flauw idee hoe hij de titel van zijn nieuwe plaat eigenlijk correct moet uitspreken. “Oczy Mlody. Ik geloof dat alleen een Pool weet hoe je het uitspreekt. Iedereen mag het van mij zelf bepalen.”

Tekst Mania | Ruben Eg

Coyne heeft in dertig jaar met The Flaming Lips een oeuvre opgebouwd van albums die de luisteraar meevoeren naar een vreemde nieuwe wereld. The Soft Bulletin (1999) en Yoshimi Battles The Pink Robot (2002) gelden als de ultieme hoogtepunten van deze ruimtereizen door het universum van Coyne en kornuiten, onder wie vaste producer Dave Fridmann. “Nou, het is hier geen BBC-studio”, kijkt Coyne met de telefoon in zijn hand om zich heen op de vraag naar de plek waar de avontuurlijke Flaming Lips-platen geboren worden. “Het is maar een kleine ruimte, hoewel muzikanten uit New York zullen zeggen dat die enorm is. Er staan freaky oude spullen en bad ass nieuwe dingen en computers. Alles is klaar om snel aan het werk te kunnen. Je bent als muzikant net een schilder, die eerst alle kleuren klaarlegt. Als je rood nodig hebt hoef je er niet eerst naar te zoeken. Wachten zuigt energie uit het creatieve proces. Daarom heb ik ook een computer vol plug-inns.”

Is er een grens met het werken op de computer?
“Absoluut. Uiteindelijk wil je toch muziek creëren waar je geen controle over hebt. Muziek is het beste als er enig mysterie in het spel is. Zoals die geweldige, vervormde drumtrack die Steven (Drozd, red.) speelt in Race For The Prize op The Soft Bulletin. Die namen we op bij Dave Fridmann in de studio. We wisten hoe we het geluid wilden hebben, maar niet hoe we het zo moesten krijgen. Dave had een serie microfoons opgesteld, maar er per ongeluk slechts één aangesloten. Toen Steven begon te drummen zei ik nog: ‘Perfect, dit is het!’. Achteraf bleek dat het geluid juist werd veroorzaakt omdat er bijna niets bleek te werken. Dat is de magie.”

Oczy Mlody is bij vlagen een heel emotionele plaat, soms zelfs ontroerend. Was dat de bedoeling?
“Het is in ieder geval het beste compliment dat je kunt krijgen. Muziek is een universum van emotie. Zo voel ik muziek ook. Geweldige muziek accelereert emoties. In het gewone leven krijg je zo’n intens gevoel nooit. Een deel in ons wordt ook getrokken naar dit type emotionele melodieën. Misschien is het sentimenteel. Ik schrijf teksten die ik kan zingen, maar ik zoek niet naar woorden die vertellen wat de muziek al zegt. Sowieso ben ik technisch geen goede zanger. Maar mijn zang maakt het misschien net iets menselijker, kwetsbaar, geloofwaardiger. Ik volg wat de melodie dicteert.”

Flaming LipsDe plaat brengt je naar andere werelden, maar niet per se mooie. There Should Be Unicorns is bijvoorbeeld een vrij grimmig nummer.
“Dat hebben we als laatste op de plaat gezet. Steven doet vier verschillende harmonieën, die breken in het grote refrein. De zware teksten geven het nummer weer een andere laag. Zoals gebeurt in het kinderboek Green Eggs and Ham van Dr. Seuss. Het is geen sciencefiction, maar een andere wereld. Schrijver en tekenaar Dr. Seuss neemt je niet in de maling; hij neemt je mee naar een andere wereld die iedereen emotioneel kan begrijpen. Ik kan zonder na te denken zingen over “unicorns, eenhoorns, en daar een laag van dingen omheen bouwen. Het nummer How begint hard over ‘white trash en ‘red necks, maar wordt daarna heel emotioneel. Taal en emotie zijn verschillende dingen. Het ene deel van het brein kan gevloek als ‘fuck en ‘shit horen, terwijl het andere brein juist een mooie melodie hoort. Dát vindt het brein mooi aan muziek. Het totale brein wordt bezet door al die verschillende dingen tegelijk. Zo kom je in een andere wereld.”

Klopt het dat ik ergens ook de Amerikaanse samenleving van dit moment in de teksten verwoord hoor?
“Wat ik in mijn liedjes stop heeft te maken met mijn gedachten en gevoelens van het moment. Je probeert in een trance gedachten te uiten waarvan je nooit had gedacht dat je ze ooit zou uiten. Je kunt die tekst daarna altijd weer wijzingen, maar het is beter om het te houden zoals het is. ‘Als de politie opdaagt, laten we hen dan zo veel geld geven dat ze gaan huilen en ons vergeven.’ Zoiets zou ik nóóit bewust opschrijven. Maar het is wel een onbewuste gedachte waarvan je vindt dat het waar is. De speech van Reggie Watts in There Should Be Unicons duurde net zo lang om op te schrijven als het voor jou duurt om het te lezen.”

Op de website van de band noem je rapper A$AP Rocky als inspiratie voor dit album?
“De afgelopen jaren hebben we een paar dingen gedaan met Miley Cyrus en haar producer Mike Will. Als je in die wereld stapt moet je er helemaal ingaan. Wij kochten zo’n groot sub-bass geluidssysteem, omdat voor de productie van het album Miley Cyrus & Her Dead Petz meer bas nodig was. Voor The Flaming Lips hadden wij zulke minimale baslijnen nooit nodig. We wilden daar met dit nieuwe album mee verder, als volgende stap in het creatieve proces. Zo maakten we bijvoorbeeld het nummer Sunrise.”

Kan The Flaming Lips ooit zonder Dave Fridmann werken?
“Dat kan zeker. Hoewel we een andere producer na verloop van tijd zouden willen vermoorden! (lacht) Dave vindt het prettig als wij hem iets brengen dat niet zo kwetsbaar is en makkelijk uit elkaar valt, zodat hij het als outsider nét iets beter kan maken door er nieuwe dingen in te stappen. Hij verandert de snelheid, ritmes, refreinen, zonder dat het liedje er stuk door gemaakt wordt. Dave vindt dat leuk. Werken met hem is heel intens. Niets gebeurt traag. Ik kan hem een liedje geven waar ik intens verliefd op ben. Hij kan het in korte tijd helemaal omdraaien, terwijl je er toch tevreden mee bent. Ik wil ook dat Dave dit doet. Het is onmogelijk om alles alleen te doen.”

Interview: De Avantgarde indie van Molino

MolinoEen band van blazers, maar dan geen fanfare band zoals ze zichzelf nog wel omschrijven. Na een moment van lost in translation over wat een fanfare band in het Engels en in het Nederlands is, zijn we eruit. Tenminste, niet helemaal, maar het neigt meer naar de brass bands uit bijvoorbeeld New Orleans, maar dan met een lading electronische invloeden er doorheen. Molino is een totale muzikale verrassing die je omver zal blazen.

Tekst Martje Schoemaker Foto Atsushi Yukutake

“Het is verschrikkelijk moeilijk als je heel bewust eclectisch wil zijn. Gelukkig kwam het ons heel natuurlijk aanwaaien. We komen allemaal van het conservatorium, maar hebben andere achtergronden en voorkeuren. Er is geen moment geweest waaraan we getwijfeld hebben dat wat we doen niet klopt.” Dat het voor hun natuurlijk voelt, kan voor de mensen die het eerste album van Molino hebben gehoord wellicht als een verrassing komen. “Ons eerste album heeft veel meer een klassieke bodem. Waar we nu mee komen heeft veel meer groove.”

Een tweetal liedjes zijn al af, waarvan er eentje mét videoclip al in december voor ons klaar ligt. “De nieuwe nummers zijn echt heel erg goed en we kunnen hiermee ech een ander, jonger publiek bereiken en aanspreken. Je publiek laten meedansen, zingen en springen. Het echte festivalwerk.” Blazers, drum en electronica zijn inderdaad de perfecte ingrediënten voor het betere spring en danswerk waar de band niet heel veel extra’s op het podium hoeft te doen. “Mensen willen graag iets zien, live muziek, ze kijken wel naar een DJ, maar wij hebben echte instrumenten en dat helpt heel erg mee in de live beleving.”Toch imiteren ze geen dance muziek, de basis is echt van zichzelf. “De electronische invloeden die we erover heen gooien zijn ook redelijk over de top. Maar we maken geen dansmuziek, maar hopen wel dat mensen erop gaan dansen.” Avantgarde indie, zo omschrijven ze het zelf. “Je ziet veel in elkaar overlopen muzikaal gezien en het is goed dat wij daar ook onze plek in hebben.” Het is natuurlijk niet nieuw, bands die meerdere invloeden incorporeren en met een genre komen wat (nog) niet te duiden valt. “Björk is daar een goed voorbeeld van toen ze met haar eerste album kwam. Dat hadden we nog nooit gehoord met z’n allen. Gelukkig hebben we ook een IJslander in de band zitten, dus we hopen daarmee de toegang tot die IJslandse muziek magie in huis te hebben.”

Dat er nog zoveel tijd tussen de opnames en het uitkomen van het album zit werkt alleen maar in het voordeel van de band. “We hebben heel duidelijk voor ogen waar we heen willen en hoe het moet klinken. Ieder nummer moet kloppen en op deze manier kunnen we er ook genoeg afstand van nemen om het nog eens goed te beluisteren. De electronica zullen we pas in de postproductie toevoegen om het plaatje compleet te maken.” Voordeel is ook dat ze alles aanwezig hebben in de band aan muzikale kennis, zo is de klarinet speler ook de live electronics expert. Behalve een gitaar dan. “Maar we hebben wel veel speeltjes die we ook gebruiken! We gebruiken telefoons, guiro’s en zelfs een megafoon.”

In een gesprek met een band die bestaat uit leden van bijna over de hele wereld ontstaan er nog wel eens spraakverwarringen. Zo was er nog één lost in translation moment over de naam ‘Molino’. Wat in het Spaans windmolen betekent, maar ook gewoon molen, pepermolen. “Het is vooral omdat we een liedje zo mooi vonden Molino Molero. Snarky Puppy heeft dat nummer ook gedaan, samen met de Peruaanse zangeres Susanna Baca. We vonden dat zo mooi en de titel zo leuk, dat we besloten onszelf zo te noemen. Daarbij staat een molen ook voor een oneindig proces, wat ons erg aanspreekt.”

LIVEDATA 02-05/03 Cross-linx Festival 2017, Eindhoven, Groningen, Amsterdam, Rotterdam 08/04 Cinetol, Amsterdam 30/08 Grote Kerk Gorinchem, Gorinchem

Interview Iguana Death Cult: “Ik hou van die foute shit”

Iguana Death CultWie Iguana Death Cult live ziet spelen, vraagt zich misschien af: waar halen die jongens de energie vandaan? Nou, van een goed bord eten bijvoorbeeld. Als we frontman Jeroen Reek telefonisch treffen naar aanleiding van hun aanstaande debuutplaat The First Stirrings of Hideous Insect Life, zit hij – hoe kan het ook anders – heel decadent aan een deftige dis in Parijs.

Tekst LiveGuide | Jeroen Haneveer

Wat schaft de pot?
“Ik zit aan de transseksuele zalmforel. Hij is zalm, hij is forel. Ik weet niet wat-ie nou wil.”

Klinkt goed! En morgen spelen jullie twee shows op Eurosonic, dus dat wordt lekker eierballen bikken?
“Vorig jaar speelden we daar ook en toen heb ik ze voor het eerst geproefd. Toen ik ’s nachts vier van die dingen achter elkaar had gegeten, vond ik ze nog echt heel lekker. Vrij kort daarna heb ik ze uitgekotst en nu kan ik ze niet meer zien. Dat heb je ook weleens met een drankje: dat je ooit zó ziek bent geworden van sambuca dat je over je nek gaat wanneer je dat spul alleen al ruikt. Dat heb ik dus met eierballen…”

Tosti’s dan? Ik zag op Instagram een foto waar jullie lekker tosti’s zaten te eten na een stevig partijtje bowlen. Wie heeft die pot toen gewonnen?
“Dat was onze drummer Arjen. Ik ben zelf geëindigd als laatste. Goed, ik kan ook niet overal de beste in zijn natuurlijk. Wel heb ik gewonnen met tosti’s eten. Ja, daar ben ik heel goed in.”

Jullie zijn nu een jaar of drie bezig, waarom is het debuut niet wat eerder gekomen?
“Het is gewoon een beetje zo gelopen. Pas toen we echt honderd procent achter ons werk stonden, wilden we een plaat opnemen. We vonden dat het al best leuk ging, maar hadden altijd het idee dat het gewoon beter kon.  Deze plaat wilden we een jaar geleden al opnemen, maar het was zo ontiegelijk druk met liveshows spelen en tussendoor in leven blijven. En het kost natuurlijk ook nog geld, dus alles wat we hebben verdiend met die liveshows hebben we in onze plaat gepompt.”

Als ik op je Facebook rondsnuffel kom ik Lionel Richie een paar keer tegen. Toch hoor ik verdomd weinig Richie of Commodores in jullie muziek…
“Hahaha, ja klopt! Dat vind ik echt een heel mooie vent. Ik hou van die foute shit, dat jarentachtigsfeertje. Lionel in z’n mooie sweatertje en met die snor van ‘m. De ladies man, weet je wel. Dat heeft wel charme ja. Het zijn foute liedjes, maar eigenlijk wel gewoon supergoed. En ze blijven in je kop hangen. Iedereen vindt dat leuk, hoe hard ze het ook ontkennen.”

LiveGuideLIVEDATA 16/02 Rotown, Rotterdam (releaseparty) 17/02 Bitterzoet, Amsterdam 18/02 Pier15, Breda 23/02 Stroomhuis, Eindhoven 24/02 Brigant, Arnhem 02/03 Cul de Sac, Tilburg 10/03 Zwarte Ruiter, Den Haag 16/03 Vera, Groningen 17/03 Patronaat, Haarlem 23/03 ACU, Utrecht

Klinkt als: de snerpende teringherrie die twee hekwerken van de onvolprezen firma Heras uit Oirschot maken wanneer je ze keihard tegen elkaar aan sodemietert.

Het februari-nummer van LiveGuide.NL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Daarin onder meer interviews van Foxygen, The Amazons, The Naked Sweat Drips en Andy Shauf.
Verder de rider van Matt Winson en uiteraard weer een nieuwe Fanboykwiz met Dave Von Raven (The Kik)!

Interview Roald van Oosten

Roald van OostenDrie albums had Roald van Oosten nog in de kast liggen, toen hij vorig jaar opeens terugkwam als solo artiest met Oh Dark Hundred. Nu is zijn tweede solo album uit A Stir is in the Air. Een album wat eigenlijk al eerder klaar was dan degene die zijn rentree op de Nederlandse podia inluidde.

Tekst Martje Schoemaker Foto Frank Ruiter

“Het is het perfecte moment om een tweede album uit te brengen. Oh Dark Hundred heeft de bodem gelegd voor deze plaat, omdat het er een broertje van is.” Een aantal jaar geleden was Roald van Oosten verzonken in Edgar Allen Poe, waar hij ook een cultureel festival omheen had gebouwd. “A Stir is in the Air” is in een week opgenomen, in de Ardennen. Maar toen alles erop stond, kon hij het toch niet loslaten. “Ik ben als een idioot eraan blijven werken in mijn studio, ik had er ook de tijd voor. Zeker een jaar van mijn vrije tijd heb ik erin gestopt.” Door de bomen het bos niet meer zien is op dit project weer van toepassing, want als je ergens zo ín zit, hoor je misschien niet meer wat er anders kan.

“Een aantal vrienden zeiden tegen me dat het nog wat onaf klonk en toen heb ik het aan Dave Menkehorst gegeven. Die kon er wel wat mee! Binnen twee weken was het album uitgemixt” Toch zou het nog even duren voor de plaat uitgebracht zou worden. Alles heeft een tijd en een plaats, en Roald was vooral bezig met componeren en het theater en film. Rust had hij vooral nodig, om de albums goed te kunnen plaatsen en ook dankzij het label (V2 Records) kwam die rust er. “Omdat ik het nu duidelijker heb opgezet, kan ik het het beter uitbrengen. Daarbij heb ik een nieuwe band waar ik ontzettend blij mee ben, die allemaal heel ervaren zijn. Dus daar kan ik ook meekijken hoe gaan we deze nummers incorporeren in de optredens. Want we zijn pas net weer begonnen met optreden, maar we kunnen dus nu al met de nummers van de vorige plaat, deze plaat en al nieuwe liedjes waaraan we werken, een geweldige set neerzetten. Het is eigenlijk een soort greatest hits.”

Roald van Oosten_A Stir Is In The Air_Albumcover DEFEdgar Allen Poe is al op zoveel manieren bezongen, verfilmd, ten tonele gebracht. Wat zit er nog in deze donkere schrijver/dichter wat we nog niet eerder hebben gehoord? “Lou Reed heeft zelfs een Poe album uitgebracht The Raven. Dat belooft al niet veel goeds, het voelt al zwaar aan. Het is op een zwaarwichtige manier gedichten voorlezen op hele sombere muziek. Dat is echt het allerlaatste wat ik wilde.” Dat maakt A Stir in the Air ook een bijzonder (mooi) album. Het is bijna lichtvoetig te noemen op sommige momenten. “De muziek en de teksten werken het beste als ze bijna tegenover elkaar staan, er moet balans zijn zodat beide het beste naar voren komen. Dan krijg je een interessant spanningsveld.” De vervormde geluiden, cello’s en horrormuziek zijn er wel, maar op geen enkel moment wordt het een zware gothicplaat.

Het is vooral een tekstuele inspiratiebron, zoals Roald van Oosten Edgar Allen Poe gebruikt. Niet zíjn werk op muziek zetten, maar je verplaatsen in de persoon. De teksten zijn grotendeels origineel van Roald. “Als je je verplaatst in iemands wereld, er veel van leest, dan maak je diens vocabulaire eigen. Waarmee je zelf weer dingen kan maken. Het voorkomt dat er je dan teveel met jezelf mee bezig bent.” Het zijn dan ook niet zijn angsten en nachtmerries die op plaat staan. De fascinatie met de nacht is iets menselijks wat ver terug te leiden is in onze maatschappij. Zo ook Oh Dark Hundred, dat ging ook over de nacht en wat er dan met je gebeurt. “Voor heel veel mensen is de nacht het moment waarop de hele wereld verandert. En dat is waar Poe zo sterk op inhaakt. Ik denk… dat de mensen die het best functioneren, die hebben leren omgaan met hun angsten. Niet de minste angsten dus. De rol van angst heeft een sturende en soms remmende functie en dat vind ik heel interessant.”

Door de lichtvoetigheid van het album springen de nummers ook veel meer van het podium bij live optredens. Zijn de liedjes van de vorige plaat echt ‘in-leun-nummers’, lenen deze liedjes zich meer voor reactie. Geen vleermuizen en spinnenwebben tijdens de optredens, ze zoeken vooral de intensiteit in de muziek en niet het theatrale. “De reactie van het publiek bij de albumpresentatie lieten me zien dat het goed was. Ook mensen die mij of Ceasar niet kenden, reageerden direct. Daar zie je de kracht van de muziek, dat je met je instrumenten het werk doet en de muziek doet de rest.”

LIVEDATA 10/02 Baroeg, Rotterdam (samen met Magnapop en Black Horse Society) 12/02 Ekko, Utrecht (samen met Magnapop)

 

 

Interview The Amazons: “Ongelooflijk dat we in dat rijtje staan”

The AmazonsAan de tafel van The Amazons heerst in het restaurant naast Huize Maas een verbazingwekkend gemoedelijke sfeer. Vreemd, want de Britse rockers spelen hier in Groningen zometeen voor een afgeladen tent hun showcase op Eurosonic. Met een BBC Sound of 2017-nominatie aan de bandnaam geplakt, zou je verwachten dat er veertig minuten voor aanvang veel meer spanning op staat.

Tekst LiveGuide | Tim Arets Foto Dan Harris

De band uit Reading blijkt er behoorlijk nuchter in te staan. “Het is allang ongelooflijk dat we in dat rijtje BBC-talenten staan”, vindt drummer Joe Emmet. “We hebben al veel support gekregen van de BBC. De dj’s daar, Huw Stephens en Annie Mac, hebben ons ook altijd gesteund.”

“Die steun was zo onverwachts voor ons dat we nu extra vastberaden blijven doorgaan met waar we mee bezig waren”, haakt bassist Elliot Briggs in. “Zo zijn we er gekomen en zo gaan we verder. Elke avond dat we weer tien nieuwe fans voor ons wonnen, heeft hier uiteindelijk toe geleid. Deze band bestaat nu twee jaar en we wilden niks overhaasten, dus ik ben blij met hoe geleidelijk het succes komt.”De show op Eurosonic is de eerste van het nieuwe jaar. En zeker niet de laatste, want de vier uit Reading touren de komende tijd uitgebreid door Europa. Joe: “We zijn al eens in Duitsland geweest toen we het voorprogramma van The Kooks deden. Het is tof dat we nu nog veel meer landen gaan zien!”

Het supporten van The Kooks was voor het kwartet al heel wat: “Op tour met een band waar zoveel mensen naar luisteren, is natuurlijk iets waar je naar uitkijkt. We waren toen ook pas net bezig, dus dat was vrij spannend. Het heeft vele deuren voor ons geopend, we zijn die gasten nog steeds heel dankbaar.”

LiveGuideBijna showtime. Maar het Groningse publiek moet nog even geduld hebben, want de boys hebben nog een sappige anekdote voor ons.“We hadden net in Glasgow een van de laatste shows van onze headline-tour gedaan”, vertelt Elliot. “We stapten de bus in om richting hotel te gaan, toen mijn lieftallige bandmaat Joe de deur van het busje met flink wat kracht dichtgooide. Helaas voor onze gitarist (Chris Alderton) zaten zijn vingers ertussen. Hij kon ze de hele avond niet meer bewegen en we hadden in de dagen daarna nog vier shows te gaan… Hij heeft toen gewoon zijn ringvinger en pink gebruikt om gitaar te spelen. Meer rock & roll dan dat wordt het niet, toch?”

LIVEDATA 15/02 Rotown, Rotterdam 16/02 Paradiso, Amsterdam (Uitverkocht)
Klinkt als: de nieuwste Britse rocksensatie

Het februari-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Daarin onder meer interviews van Foxygen, Iguana Death Cult, The Naked Sweat Drips en Andy Shauf.
Verder de rider van Matt Winson en uiteraard weer een nieuwe Fanboykwiz met Dave Von Raven (The Kik)!

LiveGuide Radio #1

Pinguin Radio en LiveGuide werken al een tijd samen, maar nu is het tijd voor de volgende stap. Voortaan zal op iedere maandag dat de krant verschijnt (tien keer per jaar) van acht tot negen uur ‘s avonds LiveGuide Radio te horen zijn! Luister hieronder naar de allereerste uitzending.