Interview NOSOYO: “We staan nooit stil”

NOSOYOZe hebben net hun eerste tour erop zitten met het debuutalbum Resonate onder de arm: NOSOYO (Spaans voor “Ik ben mezelf niet”). Het duo bestaande uit Daim de Rijke and Donata Kamarz, hebben na ruim twee en een half jaar muziek schrijven, spelen, oefenen en opnemen, even de tijd voor zichzelf. Wat even leuk is, maar niet te lang want ze hebben zoveel met ons te delen.

Tekst Martje Schoemaker

“Onze liedjes werken gewoon beter als we voor mensen spelen. Op tour werkt het nog beter dan als we hier in de buurt (Berlijn) akoestisch spelen bijvoorbeeld. Onderweg zijn past ook veel beter bij ons verhaal en veel liedjes zijn ook geschreven toen we op weg waren.” Daar zit de kracht van het tweetal ook, op weg zijn, wat zowel letterlijk als figuurlijk kan worden opgevat. Hun reis als NOSOYO begon in Amsterdam, maar leidde al snel naar Berlijn, wat niet zo gepland was, maar wel goed uitkwam. Donata is Duits en Daim heeft over de halve wereld gewoond, en allebei hebben ze het gevoel dat ze weer iets nieuws wilde ervaren, nieuwe steden zien, want er is zoveel in de wereld wat boeiend en interessant is.

“Na een paar jaar Amsterdam hadden we besloten de eerste kans die zich aandient te pakken. Dus toen we een hele toffe producer tegenkwamen, zijn we direct in het vliegtuig naar Berlijn gestapt om met hem te kletsen. Hij was er misschien wel meer van overdonderd dan wij!” Het bleek een goede zet, want hij wilde graag met ze samenwerken… Maar dan moesten ze wel naar Berlijn verhuizen. En daar zaten ze opeens met een nieuwe producer, in een nieuwe stad, klaar voor een nieuwe start.

Al hun liedjes zijn verhaaltjes, kleine zoektochten, herkenbare zaken waar we allemaal tegenaan lopen in het leven. Maar, alles verandert, zo ook de ervaringen en de muziek. “De meeste liedjes gaan juist over verandering. We blijven ons ontwikkelen, we blijven veranderen. Niet dat alle obstakels overwonnen zijn, maar we staan nooit stil.” De ervaringen dragen ze altijd met zich mee, ook al is een liedje jaren geleden geschreven, toch past het nog steeds, ook al is het soms in een nieuw muzikaal jasje.

Het menselijke in de muziek, in de teksten maakt NOSOYO heel persoonlijk en laat je meekijken, voelen, wat Daim en Donata ervaren. “Het zit wel in ons karakter, het verhaal wat we te vertellen hebben. Het volgende album zal hier ook nog wel over gaan. Mocht één van de liedjes niet meer bij ons aansluiten, mocht de thematiek niet meer ter zake doen, dan zullen we dat liedje ook niet meer spelen. Maar! (lachend) wellicht is het dan een paar jaar later wel weer passend.” Hoe lastig dingen soms ook lijken, wordt het leven met behulp van Donata en Daim, die het met zoveel leven, liefde en bruisende muziek neerzetten, een stukje leuker.

Interview Valerie June: De tijd is rijp

Valerie June - The Order Of Time“Goed beschouwd heb ik dertien jaar over The Order Of Time gedaan”, zegt Valerie June met een heerlijke southern drawl over haar nieuwe album. “Sommige nummers dateren al van lang terug en ze ontstonden in verschillende periodes. Je kunt niet van een conceptalbum kunt spreken, maar ik heb er wel echt de tijd voor genomen. Niet alleen voor het schrijven, maar ook voor het opnemen.”

Tekst Popmagazine Heaven | Louis Nouws

Daarvoor trok ze zich zo’n drie maanden terug in het landelijke Vermont, driehonderd kilometer van New York, samen met producer Matt Marinelli en een kerngroep van muzikanten onder wie zangeres Norah Jones, gitarist Andy MacLeod en drummer Dan Rieser. “We aten samen, dolden in de sneeuw, we hadden vooral veel lol. De meesten van ons wonen in Brooklyn, ikzelf incluis, waar je volop in het stadse leven ondergaat. In Vermont zaten we geïsoleerd. We hadden rust en tijd.”

Bij het sfeervol klinkende album waren veel meer muzikanten betrokken, die óf voor kortere periodes langskwamen, zoals steelgitarist Dan Lead, óf elders hun partijen inspeelden. “De blazers en strijkers zijn in Manhattan en Brooklyn opgenomen en de achtergrondzang van mijn broers en mijn vader in Tennessee.” Haar vader was toen al ziek en is inmiddels overleden. “Tijdens de opnamen wist ik niet dat ik het voor The Order Of Time zou gaan gebruiken, gewoon omdat je dat nooit tevoren kunt weten. Ik wist ook niet dat hij zou sterven voordat mijn nieuwe album uitkwam. We hebben als familie altijd veel samen gezongen en het voelde heel natuurlijk om dat toen ook te doen.”

Valerie JuneValerie June Hockett komt uit Jackson, Tennessee, een provinciestadje halverwege Memphis en Nashville. Niet gek dus dat ze in haar muziek van beide walletjes eet. Voeg daarbij bluegrass en gospel, twee andere muzikale pijlers van de Volunteer State, plus een harde leerschool als straatmuzikante, en je krijgt southern americana in optima forma. Met haar stem kan ze bovendien veel emotionele registers bespelen, van onschuld tot verleiding en van vreugde tot verdriet.

“Mijn vader was een harde werker. Hij had twee bedrijven. Hij verdiende de kost als aannemer en daarnaast deed hij de plaatselijke promotie voor gospel- en soulzangers, onder anderen voor Bobby Womack. Hij heeft zijn werkmoraal overgebracht op zijn kinderen. We mochten net als hem onze dromen en passies najagen, maar we mochten niet gaan zweven.” Ze gedenkt hem op The Order Of Time met het ingetogen Long Lonely Road: Pops earned his bread in dust, but his hard working hands fed us. Sun up to sun sink down, his body worked to the ground. Het contrasteert met het uitbundige Shakedown, waarop hij is te horen in de achtergrondzang: Feel it when you sing it.

Haar tegenwerping ten spijt, speelt het begrip tijd een grote rol op het album. Follow the signs, slowly but steady. Don’t rush, the day will come when you are ready. Just trust, zingt ze in Astral Plane. “Tijd laat zich niet vertragen of versnellen, laat staan bedotten. We weten niet wat in de toekomst ligt besloten. We weten dat we doodgaan, alleen niet wanneer. En als het gebeurt is het verdrietig, maar het leven gaat door. De tijd laat zich niet stoppen. Ik heb geleerd de tijd te nemen. Ik heb mijn dromen, altijd gehad, maar het heeft geen zin ze geforceerd na te jagen. Als de tijd rijp is, dan gebeurt het, daar moet je op vertrouwen. Probeer de tijd te zien als een vriend die je meeneemt naar waar je wilt komen. Werk hem niet tegen, want het leidt tot niets.”

LIVEDATA 30/04 Bird, Rotterdam 01/05 TivoliVredenburg, Utrecht 03/05 AB Flex, Brussel

HeavenDe nieuwe Heaven is is weer uit, #3 van 2017. Wat hebben Bruce Springsteen, Keith Richards, John Hiatt, James Burton, Joe Strummer, Merle Haggard en Chuck Prophet met elkaar gemeen? Ze delen hun grote liefde voor de Fender Telecaster, het Zwitserse zakmes onder de gitaren. Geert Henderickx neemt de oergitaar liefkozend onder de loep in een stuk vol overpeinzingen en anekdotes; Chuck Prophet breekt een lans voor ‘zijn Fender’ en Merle Haggard staat centraal in de muziekhistorische rubriek ‘It was xx years ago today’. Een halve eeuw dit keer, want zijn I’m A Lonesome Fugitive stamt uit 1967.

Verder grote interviews met Nederlandse artiesten die om wat voor reden dan ook niet eerder in ons blad stonden. De Zeeuwse rootsrocker Danny Vera, die een opkontje nodig had van Johan Derksen om dan toch eindelijk door te breken. Julian Sas, de bluesrocker uit het Land van Maas en Waal, die onverdroten zijn passie blijft volgen. En de boomlange pianist Joep Beving, die met zijn filmische neo-klassieke pianomuziek de wereld stilletjes aan het veroveren is.

Bijzonder wordt de theatervoorstelling Pinkpop van Toneelgroep Maastricht: een ode aan de liefde en aan het oerfestival. Jack Poels van Rowwen Hèze schreef en speelt de muziek en vertelt. Americanaliefhebbers kunnen uitzien naar interviews met de jonge revelatie Courtney Marie Andrews, het vooral in ons land populaire duo Over The Rhine en geheimtip The Black Lillies.

Als altijd staan er in het blad ook nog eens meer dan 100 albumrecensies. Popmagazine Heaven niet missen, neem dan een abonnement! En profiteer van de aanbieding: het eerste jaar Heaven voor slechts €22,50 + 3 cadeaus.

 

Interview Temples: “We wilden wat meer high fidelity”

TemplesOp Volcano, het tweede album van Temples, is niets wat het aanvankelijk lijkt. De eerste luisterbeurt kan de teleurstellende indruk wekken dat het Engelse viertal zich na het debuut Sun Structures, vol fijne psychedelische Britpop, iets teveel op synthesizers heeft uitgeleefd. Maar, vergelijkbaar met het album Currents van Tame Impala, spuwt Volcano vervolgens tot fraaie liedjes verpakte collages van geluidslagen uit. “We wilden wat meer high fidelity”, aldus bassist Tom Warmsley en drummer Sam Toms. “Dit album laat vooruitgang zien.”

Tekst Mania | Ruben Eg

Het was drie jaar wachten op Volcano. Was er druk om een totaal ander album te maken?
Tom: “We hebben Sun Structures in bijna twee jaar bijna nonstop live gespeeld. Ondertussen verander je als muzikant en als groep. En misschien verandert ook de manier waarop je naar muziek kijkt. Van alles spelen wij het liefst live. Het directe van live spelen, een geluid dat je direct raakt heeft zijn weerslag gehad op het schrijven en opnemen van Volcano. Er was geen specifieke focus op een specifieke sound, maar vooral een directe aanpak van de liedjes. We leunen met dit album minder op één geluid, en meer op de liedjes zelf.”

Zou je dan niet juist minder complexiteit verwachten?
Tom: “Juist daarom leverde dit zo’n breed scala aan geluiden op. Sun Structures zit meer in één hoek, heeft een meer algemene sound. Nu wilden we de onderliggende details verder uitdiepen. Als je een band ziet spelen wordt je altijd getroffen door een opeenstapeling van allemaal verschillende geluiden. Wat meer high fidelity, zou je kunnen zeggen. We zijn in oktober 2015 aan dit album begonnen. Pas na een halfjaar kreeg het hele proces vorm. Uiteindelijk hebben we misschien een maand in de studio opgenomen. Schrijven en reflectie vormde een belangrijk onderdeel van het werkproces. Omdat wij onze albums zelf produceren moet je ook de tijd nemen, denk ik.”

TemplesIn die periode is ook nog een korte tournee gedaan. Om het materiaal te finetunen?
Tom: “Eigenlijk helemaal niet. We hebben vorig jaar slechts een paar nieuwe nummers live gespeeld, vaak ook in een heel andere versie dan het eindresultaat. Het merendeel van de nummers op Volcano is tussen september en oktober vorig jaar geschreven. Dus alles is vrij nieuw. Ze lenen zich wel erg om live te spelen, omdat het erg directe liedjes zijn. Ik zou niet zeggen dat ze op voorhand zijn geschreven zijn om live op te voeren, maar ze passen erg goed in onze set. Veel nummers op Sun Structures waren misschien een stuk… uitdagender om goed live te kunnen spelen.”

Wat zijn de laatst geschreven nummers?
Tom: ”Oh The Saviour is één van de eerste. Die is begin 2015 geschreven. En de allerlaatste is Strange Or Be Forgotten. We hadden geen grote lading liedjes. Eigenlijk is alles dat je hoort op Volcanos letterlijk van de grond af aan opgebouwd.”

Ook dit album is zelf geproduceerd. Is in dit genre niet juist een klankbord nodig om orde te scheppen in alle psychedelische dromerigheid?
Sam: “Ik weet het niet. Het is een combinatie, denk ik. Je voelt druk in de studio om alles op tijd af te krijgen. Maar thuis voelt alles wat natuurlijker.”
Tom: “We nemen er wel het liefst de tijd voor. De manier waarop we werken, het tegelijkertijd schrijven en opnemen, kunnen we alleen maar zelf doen. We hebben er wel over nagedacht om met iemand anders te werken voor deze plaat. Maar dat zou het proces te veel verstoren. Eerst demo’s opnemen, om die dan aan een producer geven voor de arrangementen… Als we iemand van buiten de band in het productieproces toelaten moeten we onze manier van werken zó omgooien. We sluiten het niet uit, maar het moet wel een heel bijzonder iemand zijn dan.”
Sam: “Brian Eno. Die mag het wel doen.”

Toch apart dat jullie nog steeds thuis werken. Is er zo weinig veranderd sinds 2012?
Tom: “Min of meer. Je moet vasthouden aan waar je bekend mee bent en wat werkt. Met deze plaat vonden we dat we nog iets bewijzen hadden, ook creatief gezien. Als iemand onze sound opnieuw uit had moeten vinden, dan moesten we dat zelf zijn. Zo konden we ook aan onszelf bewijzen wat en wie we als band zijn.”

Wat moet je bewijzen? Dat je geen eendagsvlieg uit de NME bent?
Sam: “Ik denk het.”
Tom: ‘Drie jaar is best een lange tijd tussen twee albums. Zeker als je met een eerste album zo sterk leunt op één bepaalde sound. Mensen hebben dan snel een mening gevormd over wat voor soort band je dan bent. Terwijl geen band gedefinieerd kan worden door één bepaald nummer of één specifiek album.”
Sam: “Dit album laat onze vooruitgang na ons debuut zien.”
Tom: “Ik denk dat zo veel artiesten met een tweede album worstelen, omdat dat album zo belangrijk is. Je moet zeker zijn waar je met je muziek naar toe wilt, welke nieuwe stap je zet.”
Sam: “Maar je wilt ook niet te ver afdwalen. Want het moet als jou klinken.”

Als ik een nummer mag aanhalen: de combinatie van barok en gitaarpop op (I Want To Be Your) Mirror intrigeert.
Tom: ‘Dat is één van de nummers die tussen de muziek op Sun Structures en Volcano in zit. Het blikt terug en kijkt vooruit. De tekst gaat daar ook over. Het zweeft ergens tussen oud en nieuw. Een transitieliedje.’

Geen klassieke scholing die opborrelt?
Tom: “Nee hoor. Ik denk dat het iets Brits is. Britse folk leunt erg op barokmelodieën en strijkers. Een soort kinderlijk element. Kevin Ayers, Syd Barrett… Ik denk dat Volcano vooral heel erg Brits is. Met enige progressieve elementen erin. De Britse manier van songschrijven zal altijd een soort complexe melodie bevatten, met wat gekke klassiek-, barok- of renaissancestijlen erin.”
Sam: “Het volgende album wordt helemaal barok, toch?”
Tom: “Met heel veel hoornblazers!”

LIVEDATA 14/04 Doornroosje, Nijmegen 15/04 Paradiso Noord, Tolhuistuin, Amsterdam (Sold Out) 18/04 Botanique – Orangerie, Brussel (B)

Interview Jeangu Macrooy: “Ik wilde meer, dus ik wilde weg”

Jeangu MacrooyHet zinderende Paramaribo verruilen voor het toch wat minder sexy Hengelo. Zoiets doe je natuurlijk alleen als je verdomd zeker van je zaak bent. En jawel, dat was-ie, Jeangu Macrooy. Tweeënhalf jaar na zijn verhuizing richting deze contreien verschijnt op 14 april zijn eerste volwaardige album High On You.

Tekst LiveGuide | Jeroen Haneveer

“Het weer, daar moest ik vooral aan wennen”, zegt Jeangu over die verhuizing. “Verder heb ik hier heel snel m’n plek gevonden en vrienden gemaakt. En Hengelo is inmiddels ingeruild voor Enschede. Wel zo makkelijk, want daar zit m’n opleiding.”

Maar waarom die stap van het warme Zuid-Amerika naar het kille West-Europa? “Er is sowieso geen grote muziekmarkt in Suriname en er is vooral veel aandacht voor de wat ritmischere stijlen. Van reggae en dancehall kan je daar nog wel leven. Als het maar dansbaar is. Maar ik wilde meer. En dus wilde ik weg.”

De kans dat Jeangu het zou gaan maken als dancehall-artiest was toch al klein. Inspiratie voor zijn eigen muziek haalde hij vooral uit wat zijn moeder thuis op had staan. “De cd’tjes die zij draaide, dat waren vooral vrouwen. Ik ben opgegroeid met ninetiesdiva’s en ik denk dat daardoor die affiniteit is ontstaan. Maar misschien vind ik het ook mooi omdat vrouwen kwetsbaarder kunnen zijn in hun muziek. Ik luister er in ieder geval graag naar.”

Hoe dan ook, de oversteek naar Nederland heeft gunstig uitgepakt. De man gaat als een speer! Vorig jaar deden EP Brave Enough en de single Gold het al goed en dit jaar staat hij, om maar iets te noemen, op North Sea Jazz en Lowlands. En dat terwijl hij de popacademie nog moet afmaken. “Ik moet nog anderhalf jaar en die wil ik ook graag voltooien. Ik doe m’n best, maar er gebeuren nu zoveel dingen buiten school om. Het loopt gewoon super goed en ik grijp alle kansen die ik krijg.”

Brave Enough was al een goede manier om mezelf te introduceren en voor dit album had ik veel ruimte en tijd om samen met Perquisite als producer te schrijven. Om iets te maken waar ik helemaal achter sta en trots op ben. Het is een goede representatie geworden van wie ik ben en waar ik nog naartoe kan groeien.”

LIVEDATA 13/04 Bitterzoet, Amsterdam (Uitverkocht) 27/04 The Life I Live, Den Haag 27/04 Oranjepop, Nijmegen 30/04 Here Comes the Summer, Vlieland 11/05 Rotown, Rotterdam 12/05 De Oosterpoort, Groningen 13/05 EKKO, Utrecht 18/05 Hedon, Zwolle 19/05 Luxor Live, Arnhem 17/06 Full Color, Kampen 26/05 Metropool, Hengelo 24/06 Wicked Jazz Sounds, Amsterdam 07/07 North Sea Jazz, Rotterdam 18+19+20/08 Lowlands, Biddinghuizen

Klinkt als: folky en soulvolle Surisound met een onvervalste powervrouwelijke touch

LiveGuide

Op de cover van de dertigste uitgave van LiveGuide prijkt met Thundercat een eigenaardige vogel. Een absolute sterrencast aan gastvocalisten is op zijn nieuwe album Drunk te horen (o.a. Kendrick Lamar, Pharrell, Kenny Loggins en Michael McDonald), maar de funktronicabassist is er totaal niet op uit om hits te scoren. Commercieel gedoe interesseert hem niet zoveel, vertelt hij in het krantje.

In LiveGuide #30 staan ook interviews met onder meer Temples, The Lemon Twigs, Jeangu Macrooy en The Dawn Brothers. Verder blikken we terug op de shows van Peter Doherty (Melkweg) en Tory Lanez (Paradiso) en krijgen we een inkijkje in de rider van de Vlaamse meditatiesensatie Het Zesde Metaal. En dan komt er nóg een zuiderbuur aan het woord, want de tofste rapster van België figureert in de rubriek Fangirlkwiz! Daarin komt aan het licht dat deze Coely behoorlijk veel gemeen heeft met Yasiin Bey (Mos Def), die bezig is aan zijn afscheidstour.

Interview The Lemon Twigs: “Je dumpt je broertje niet zomaar”

Lemon Twigs The Lemon Twigs @ Indiestadt festival

Een uur later dan afgesproken lukt het eindelijk om de oudste broer van The Lemon Twigs uit bed t bellen. Een nog half slapende Brian D’Addario staat mij al geeuwend te woord. In oktober bracht hij met zijn broertje Michael het debuutalbum Do Hollywood uit. Die plaat ruikt nog naar pasgeboren baby’s, maar het psychedelische popduo werkt al hard aan een opvolger.

Tekst LiveGuide | Dominique Dirkx

Van een writer’s block hebben de Amerikanen nog nooit gehoord. “Wij schrijven heel veel muziek”, zegt Brian. “We hebben ook al nieuwe nummers opgenomen, maar die komen niet op ons volgende album. Die zijn voor een EP die we dit jaar nog willen uitbrengen. Ons tweede album komt denk ik volgend jaar pas uit.” Dat allemaal terwijl ze nog bezig zijn met hun tour voor Do Hollywood

Van jongs af aan is muziek met de paplepel naar binnen geduwd bij de bijna twintigjarige Brian en zijn twee jaar jongere broertje Michael. “Ik was denk ik vijf toen onze ouders daarmee begonnen. Pa leerde mij de basisdingen: beetje drummen, wat ritmes. Ma leerde mij gitaarspelen.”

De New Yorkers werden al luisterend en kijkend naar The Beatles grootgebracht. “Tot aan mijn negende had ik een obsessie voor die band. Daarna begon ik ook andere muziek te luisteren, zoals The Who. Tijdens het maken van Do Hollywood was ik helemaal weg van The Beach Boys. Ik luisterde niets anders. Of dat terug te horen is? Geen idee, dat zou best kunnen.”

Geen college-dropouts
De jonge muzikanten kwamen nog maar net uit de schoolbanken gerold toen ze direct de studio indoken om Do Hollywood te maken. “Ik ben blij dat mijn schooltijd voorbij is, want nu kan ik me helemaal focussen op onze band. Maar hoewel het soms best pittig was om school en muziek te combineren, vond ik het ergens ook heel fijn. Als ik geen muziek had kunnen maken na de les, had ik waarschijnlijk veel meer moeite gehad om school af te ronden.”

Voor Michael was het wel wat zwaarder. Net als Brian deed hij zijn best om zo snel mogelijk zijn opleiding af te ronden, zodat ze daarna konden touren. Alleen moest Michael hiervoor zijn school een jaar eerder afmaken. “Hij zat de hele dag te studeren, werkte dan aan muziek en ging ’s avonds laat weer terug naar school. Het was zwaar voor hem, maar nu is hij er wel van af.”

Gebroederlijk
De twee D’Addario’s doen niets liever dan samen muziek maken, maar schreven opvallend genoeg geen enkele track op Do Hollywood samen. “Ik weet niet hoe dat is gekomen, zo doen we dat gewoon. Michael schreef zijn eigen liedjes en ik de mijne. We zingen ook alleen onze eigen songs.”

Wel doen ze de background vocals op elkaars tracks, maar daar blijft het verder bij. Het was dan ook een bewuste keuze om twee singles uit te geven bij dit album: These Words van Brian en As Long As We’re Together van Michael. Voor het nieuwe album wil het tweetal wel wat meer samenwerken. “We staan er nu voor open en maken minder ruzie als we samenwerken. Hiervoor was dat wel anders, maar inmiddels waarderen we elkaars inzichten en ideeën.”

Er zijn genoeg broers die elkaar na een uur al in de haren vliegen, maar deze twee talenten groeien met de dag meer naar elkaar toe. “Het is fijn om te werken met iemand die je al je hele leven kent. Je dumpt je broertje ook niet zomaar. Dat geeft toch een bepaalde zekerheid.”

LIVEDATA 07/04 Tolhuistuin, Amsterdam 08/04 Motel Mozaïque, Rotterdam 23-24-25/06 Down the Rabbit Hole, Ewijk

Klinkt als: jeugdige energie die zich uit in mini-rockopera’s die in de seventies en eighties grote hits zouden zijn

LiveGuide

Op de cover van de dertigste uitgave van LiveGuide prijkt met Thundercat een eigenaardige vogel. Een absolute sterrencast aan gastvocalisten is op zijn nieuwe album Drunk te horen (o.a. Kendrick Lamar, Pharrell, Kenny Loggins en Michael McDonald), maar de funktronicabassist is er totaal niet op uit om hits te scoren. Commercieel gedoe interesseert hem niet zoveel, vertelt hij in het krantje.

In LiveGuide #30 staan ook interviews met onder meer Temples, The Lemon Twigs, Jeangu Macrooy en The Dawn Brothers. Verder blikken we terug op de shows van Peter Doherty (Melkweg) en Tory Lanez (Paradiso) en krijgen we een inkijkje in de rider van de Vlaamse meditatiesensatie Het Zesde Metaal. En dan komt er nóg een zuiderbuur aan het woord, want de tofste rapster van België figureert in de rubriek Fangirlkwiz! Daarin komt aan het licht dat deze Coely behoorlijk veel gemeen heeft met Yasiin Bey (Mos Def), die bezig is aan zijn afscheidstour.

Interview Sampha: “Ik vind social media soms moeilijk”

SamphaWat hebben Drake, Kanye West, FKA Twigs, Frank Ocean en Solange met elkaar gemeen? Dat ze allemaal hebben gewerkt met Sampha Sisay, natuurlijk! Nu stapt hij met de release van zijn debuutalbum Process eindelijk uit de schaduw van deze grootheden, al komt zijn roem waarschijnlijk puur via zijn muziek. De kalme Londenaar lijkt namelijk niet het type voor Twitter-rants en andere Kanyeaanse trucjes om de media te beheersen.

Tekst LiveGuide | Sven Bersee

Voelt het voor jou ook als een opluchting dat je eindelijk een eigen album hebt?
“Het kostte me twee jaar om deze plaat te schrijven en te maken. Dan voelt het een beetje vreemd als ‘ie ineens echt uit is. Dat is altijd anders dan je je voorstelde, maar het voelt goed.”

Hiervoor had je al aardig naam gemaakt. Komt dat doordat je al vroeg een podium kreeg via acts als SBTRKT, Jessie Ware en The xx?
“Ik ben alle mensen dankbaar die mij in creatief opzicht hebben geholpen. Daardoor ben ik echt beter geworden in wat ik doe. En ja, natuurlijk is mijn naam via bepaalde artiesten ook bij een hoop nieuwe mensen terechtgekomen. Dat maakt het wel wat makkelijker.”

Jij weet uit eigen ervaring hoeveel die connecties kunnen opleveren voor nieuw talent, maar op Process staan geen featurings, toch?
“Dat klopt, afgezien van de muzikanten die meespelen op de plaat. Het voelde vrij logisch om het allemaal zelf te doen; de gedachte om gastartiesten te vragen kwam eigenlijk niet eens bij me op. Ik heb de plaat in mijn eentje geschreven met weinig mensen om me heen en het zit niet echt in mijn natuur om dan zomaar iemand te vragen om mee te doen. Maar echt een bewuste keuze was het ook weer niet, dus wie weet werk ik in de toekomst wél samen met andere artiesten aan eigen songs.”

‘No one knows me like the piano in my mother’s home’, zing je in nu al een van de mooiste liedjes van het jaar. Gaat dat over die piano of meer over je moeder?
“Het gaat over allebei. Er is zonder meer een relatie tussen mij en dat instrument, maar het is ook een metafoor voor de liefde voor mijn moeder. (No One Knows Me) Like the Piano is ook een soort reflectie op mijn jeugd, waarin ik besef hoe belangrijk de omgeving waarin je opgroeit kan zijn. Ik weet zeker dat ik een heel ander persoon was geweest als mijn moeder geen piano in haar huis had staan. Ik schreef dat nummer overigens niet op die piano, maar ergens in Noorwegen. Soms staan zulke dingen je het meest helder voor ogen als je ver van huis bent.”

Terug in Londen dan: je begon op je dertiende al met produceren. Kijk je anders naar muziek maken nu je 28 bent?
“Ik sta meer open voor nieuwe dingen. Tegenwoordig zijn er meer verschillende genres, harmonieën en arrangementen die me boeien. Ik ben zeker ook kalmer geworden, al is dat volgens mij iets natuurlijks als je ouder wordt. Maar weet je, tegelijk zijn er nog heel veel gelijkenissen met die dertienjarige zelf.”

Je hebt ooit gezegd dat je jaloers bent op de songwritingskills van The Streets-rapper Mike Skinner. We zijn nu een paar jaar verder, dus zit je inmiddels al op zijn level?
“Nee, ik ben nog steeds jaloers, haha! Ik heb nog een lange weg te gaan, op dat niveau zit ik nog niet. De manier waarop hij het dagelijkse leven in woorden omzet is heel knap.”

Ik denk wel dat je op Process de ballen toont om heel persoonlijk te worden, meer dan op je EP’s Sundanza en Dual. Wat was de moeilijkste track om op plaat te zetten?
“Alle nummers zijn ontstaan vanuit freestyling en ontstonden dus gewoon zoals ze in me opkwamen. Maar sommige songs waren wel moeilijk om af te maken, zoals Blood On Me. Maar volgens mij ben ik op Process nou ook weer niet super ‘confessional’.”

samphaJe hebt al met veel grootheden gespeeld. Van wie heb je echt iets geleerd?
“Toen ik met Solange werkte, was zij bezig met harmonieuze klanken die mij echt intrigeerden. Ik begreep niet goed wat ze aan het doen was, maar als ik nu haar album terugluister snap ik het. Zij heeft daarmee mijn oren geopend. Het was ook heel interessant om te zien hoe Kanye West aan The Life of Pablo werkte, met zoveel passie en toewijding.”

Kanye komt altijd over alsof het hem geen bal uitmaakt wat mensen van hem denken, wat er misschien wel voor zorgt dat de helft van de wereld hem tot op het bot haat.
“Iedereen heeft allerlei gedachten en die zijn echt niet allemaal even politiek correct, maar Kanye is niet bepaald het type dat die gedachten dan voor zich houdt. Toch is hij een veel introspectiever type dan ik had verwacht.”

Die kant laat ‘ie op Twitter niet echt zien… Jij bent wat minder fanatiek op de socials, hè?
“Ik vind social media soms moeilijk, dus doe er inderdaad niet zoveel mee. Ik weet niet zo goed wat ik daar moet roepen. Mensen proberen me daar wel toe aan te zetten en ik wil het ook best, maar ik moet me eerst over mijn social media-angsten zetten, haha.”

Staat er eigenlijk al een volgende spraakmakende collab op het programma voor je?
“Nee, eerst concentreer ik me op mijn eigen tour en daarna wil ik snel weer nieuwe muziek maken. Ik ben altijd wel aan het schrijven en heb al heel wat ideeën. Ik kijk er al weer naar uit om weer de studio in te gaan.”

LiveGuideLIVEDATA 23/03 Paradiso, Amsterdam (Uitverkocht) 24/03 CATCH @ TivoliVredenburg, Utrecht

Klinkt als: een zalig egale stew van zorgvuldig geselecteerde ingrediënten uit future garage, UK bass, neo-soul en artpop

Het maart-nummer van LiveGuide is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Daarin onder meer interviews van My Baby, Chef’Special, Jo Goes Hunting, Wout Kemkens van Donnerwetter.
Verder de rider van de Paceshifter en in de nieuwe Fangirlkwiz vroeg LiveGuide Sophia de Geus van 45ACIDBABIES de hemd van het lijf over Edje Sheeran.

 Interview: Jo Goes Hunting en de kunst van de playlist

Jo Goes HuntingHet lijkt alweer lang geleden, dat we kennismaakte met Jo Goes Hunting, oftewel Jimmi Jo Hueting, in 2015. Zijn EP Glow was daar toen opeens en liet ons in blijde verwondering wachten op meer. Dat moment in eindelijk daar, want zijn volledige debuutalbum Come, Future is af. Voor ons was het even wachten, voor Jimmie was het een logisch proces, waar tijd in is gaan zitten.

Tekst Martje Schoemaker Foto Sanja Marusic

“Ik voelde eigenlijk helemaal geen druk. Ik wilde zoveel mogelijk tijd nemen, wat ik nodig dacht te hebben en te stoppen wanneer in écht tevreden was.” Een creatief proces waar geen druk op stond en een artiest die precies weet wat hij wil. Geen deadline, maar wel een soort planning. Want er zijn genoeg artiesten die zonder deadline maar blijven schaven, en dat is zonde. “Ik zit er tussenin. Ik heb wel veel geschaafd, maar het was gewoon goed.” Het is een proces wat hij grotendeels alleen doet en toch zoekt hij toch ook klankborden buiten zichzelf. Een (ex)vriendinnetje, zijn broer (red. Rocco Hueting, De Staat) en zijn ouders.

“Niet teveel mensen betrek ik erbij, dan komt er teveel ruis op de lijn. Daarbij ben ik mijn ‘own worst critic. En mijn band natuurlijk. Die zijn er altijd bij betrokken.” De samenstelling van de band staat vast en ze spelen nu al zo’n twee jaar samen. Toch gebeurt het meeste muziek schrijven en componeren in zijn eigen studio. “Alle partijen maak ik zelf, werk ik uit. Ik schrijf niet zozeer voor deze bezetting, ik schrijf wat mijn fantasie nodig heeft. Maar als ik dan iets heb, wat vaak al grotendeels af is, dan breng ik het naar de oefenruimte en dan gaan we het spelen. Dan komen er toch wel wat dingetjes bovendrijven die anders kunnen, omdat het dan weer tot leven wordt gebracht.”

Door deze speciale manier van samenwerken heeft het ook wat langer geduurd voor het album af was. Heen en weer van de eigen studio naar de oefenruimte. Daarbij hebben ze het afgelopen jaar niet stilgezeten, want ze hebben ze ook al veelvuldig opgetreden. “Wij hebben in de set altijd open, vrijere stukjes, wat heel erg aan het publiek ligt hoe we het invullen. We repeteren wel veel, echt een jaar lang hebben we geoefend. En doordat we de Popronde hebben kunnen doen en het voorprogramma van De Staat, hebben we echt meters kunnen maken. De muziek die we spelen is niet echt standaard, niet meespringen, het is iets anders. Het doel van een show is het publiek helemaal laten opstijgen, in de sfeer van de muziek.”

Een live set is geen album, maar de filosofie naar de luisteraar toe, zoals je het publiek meeneemt, is net zo goed terug te horen op het album als dat hij op het podium ten gehore brengt. Tegenwoordig zijn we gewend zelf playlisten te maken en losse nummers te luisteren, waar Come, Future zich ook wel voor leent, maar als geheel verliest het geen moment aan intensiteit. “De volgorde zit veel in, er zit een sterke ontwikkeling in van begin tot eind, de sound van de liedjes. Neem het einde, echt anders dan het begin, een slot. Ik hoop dat mensen het album helemaal luisteren, want het laatste nummer is wel één van mijn favorieten.” Een playlist maken is een kunst en Jimmie houdt daar net zo goed van. Met dat in gedachte is het album tot stand gekomen. “Als je het helemaal luistert ga je er helemaal in mee. Er zitten speciale overgangen in, het verveelt geen moment en ik hoop dat mensen er echt voor gaan zitten.”

LIVEDATA 16/03 Merlyen, Nijmegen 17/03 V11, Rotterdam 18/03 Paradiso, Amsterdam 27/04 Koningsdag @ Nieuwe Groenmarkt, Haarlem 29/04 Schoolrock Festival, Kontich (B) 13/05 Gebouw-T, Bergen op Zoom 10/06 Swim With The Current @ deSingel, Antwerp (B)

Tickets winnen voor V11 of Paradiso?

Mail ons de naam van de broer van Jo Goes Hunting! Doe dit naar prijsvraag@pinguinradio.com en jij staat binnenkort naar de playlist van Jimmi Jo Hunting te luisteren!

Interview Zimmerman: Over demookes en aflikken

ZimmermanZimmerman is het alter ego van Simon Casier, ook wel bekend als de bassist van Balthazar. The Afterglow is zijn debuutalbum, waarop hij openhartig zingt over zijn relaties. Na jaren schrijven vond hij dat het tijd was om drie stappen naar voor te doen op het podium en de rol als frontman te omarmen. Pinguin sprak de sympathieke Vlaming tijdens een try-out in Amsterdam.

Tekst Chris Dekker

Terwijl de bassdrum zich boven ons eindeloos herhaalt voor een soundcheck, nemen wij plaats in de relaxte kelder van Paradiso. We moeten het toch eerst even over die naam hebben, want de popkenner weet dat Zimmerman de echte naam is van ene Bob Dylan.
“Je moet maar durven”, schreef iemand, trapt de Casier lachend af. “Ik spreek het trouwens ook op zijn Engels uit. Mijn muziek staat zo ver af van die van hem dat ik het durfde. Ik ben geen Dylan-freak, maar ik vond het gewoon grappig. Als ik akoestisch zou spelen, met een mondharmonica, dan zou ik het nooit durven.”

Casier schrijft al jaren nummers. Zoveel dat er de laatste jaren elk jaar een album van hem verscheen… … op alleen zijn eigen computer.

Waarom komt er nu pas een echt album uit?

“Ik had nooit het gevoel van ‘dit wordt mijn debuutplaat’. Twee jaar geleden kwam ik uit een relatie, dat ging over in een nieuwe en in die periode schreef ik alles. Alles klopte meteen en ik wist dat dit het moest worden. Dit was echt van mezelf. Ik ben demookes gaan maken en daarna zijn we ze echt gaan opnemen. Die albums die ik de afgelopen tien  jaar maakte, zet ik misschien ooit nog eens online. Ik ben blij dat ik zoveel schreef, want ik merk dat ik wel gegroeid ben als schrijver door die nummers.”

De thema is liefde en verwerking. Is daar inmiddels alles niet over gezegd?
“Niet over mijn ervaringen, haha. Liefde blijft als thema altijd interessant. Ik zie mezelf gewoon niet snel schrijven over klimaatproblemen ofzo.”

Is er in Balthazar geen ruimte voor jouw songs?
“Ik heb in die band wel eens meegeschreven, maar dat was meer toevallig. Balthazar is een band met eigen songwriters en ik ben gewoon de bassist. Balthazar is hun ding en ik dring mijn songs niet op. Deze nummers zijn erg persoonlijk, dus ik wilde ze zelf doen.”

Je bent bassist, maar op je album horen we voornamelijk synthbassen. Heeft dat een reden?
“Ik bewaar de baspartij altijd tot het laatst, na gitaar, drums en zang. Bij het eerste nummer wat ik schreef kwam er gewoon geen baspartij uit. Toevallig had ik een geleende bassynthesizer en die lange noten bleken perfect te zijn voor het nummer, dus ik ben zo doorgegaan.”

Het valt me op dat je album zeer organisch klinkt. Niet te klinisch. Hoe kreeg je dat voor elkaar?
“Ik ben perfectionistisch, maar spontaniteit is belangrijk. Het album klinkt voor 85% als de demo’s en het opnemen ging spontaan en makkelijk. Ik zorgde er voor dat mijn gitaar goed klonk en toen ben ik gewoon in één keer alle partijen op gaan nemen. Bij een nummer zei ik dat de drummer loos mocht gaan aan het eind en dat was in één keer goed. Het was dus even overleggen en dan meteen spelen. Het laatste nummer is zelfs gewoon de demo. Een plaat hoeft niet afgelikt te zijn. Is dat Vlaams? Gelikt? Zonder dat is het tijdlozer.”

Wat zijn je plannen voor de toekomst?
“Ik weet nu hoe het is om frontman te zijn en ik vind de afwisseling vooral fijn. Binnenkort ben ik weer gewoon bassist en backing vocalist van Balthazar. Ik wil dit voorjaar nog wat nummers uitbrengen, maar niet in de vorm van een album. Misschien als download, daar ben ik nog niet uit.  Maar ook daarna gaan jullie nog zeker van me horen.”

LIVEDATA 10/03 Paard van Troje, Den Haag 23/03 Patronaat, Haarlem 25/03 De Biekorf, Brugge (B) 21/04 Nosta, Opwijk (B) 08/06 De Kreun, Kortrijk (B) 10/06 Altstadt Eindhoven

Interview met Wayne Coyne van The Flaming Lips

Flaming LipsDe titel van het veertiende album van The Flaming Lips bestaat uit twee woorden die bandleider Wayne Coyne per toeval las in een Poolse vertaling van de roman Close To Home van schrijver Erskine Caldwell. De ongrijpbare frontman van de dromerige psychedelische rockgroep uit Oklahoma heeft alleen geen flauw idee hoe hij de titel van zijn nieuwe plaat eigenlijk correct moet uitspreken. “Oczy Mlody. Ik geloof dat alleen een Pool weet hoe je het uitspreekt. Iedereen mag het van mij zelf bepalen.”

Tekst Mania | Ruben Eg

Coyne heeft in dertig jaar met The Flaming Lips een oeuvre opgebouwd van albums die de luisteraar meevoeren naar een vreemde nieuwe wereld. The Soft Bulletin (1999) en Yoshimi Battles The Pink Robot (2002) gelden als de ultieme hoogtepunten van deze ruimtereizen door het universum van Coyne en kornuiten, onder wie vaste producer Dave Fridmann. “Nou, het is hier geen BBC-studio”, kijkt Coyne met de telefoon in zijn hand om zich heen op de vraag naar de plek waar de avontuurlijke Flaming Lips-platen geboren worden. “Het is maar een kleine ruimte, hoewel muzikanten uit New York zullen zeggen dat die enorm is. Er staan freaky oude spullen en bad ass nieuwe dingen en computers. Alles is klaar om snel aan het werk te kunnen. Je bent als muzikant net een schilder, die eerst alle kleuren klaarlegt. Als je rood nodig hebt hoef je er niet eerst naar te zoeken. Wachten zuigt energie uit het creatieve proces. Daarom heb ik ook een computer vol plug-inns.”

Is er een grens met het werken op de computer?
“Absoluut. Uiteindelijk wil je toch muziek creëren waar je geen controle over hebt. Muziek is het beste als er enig mysterie in het spel is. Zoals die geweldige, vervormde drumtrack die Steven (Drozd, red.) speelt in Race For The Prize op The Soft Bulletin. Die namen we op bij Dave Fridmann in de studio. We wisten hoe we het geluid wilden hebben, maar niet hoe we het zo moesten krijgen. Dave had een serie microfoons opgesteld, maar er per ongeluk slechts één aangesloten. Toen Steven begon te drummen zei ik nog: ‘Perfect, dit is het!’. Achteraf bleek dat het geluid juist werd veroorzaakt omdat er bijna niets bleek te werken. Dat is de magie.”

Oczy Mlody is bij vlagen een heel emotionele plaat, soms zelfs ontroerend. Was dat de bedoeling?
“Het is in ieder geval het beste compliment dat je kunt krijgen. Muziek is een universum van emotie. Zo voel ik muziek ook. Geweldige muziek accelereert emoties. In het gewone leven krijg je zo’n intens gevoel nooit. Een deel in ons wordt ook getrokken naar dit type emotionele melodieën. Misschien is het sentimenteel. Ik schrijf teksten die ik kan zingen, maar ik zoek niet naar woorden die vertellen wat de muziek al zegt. Sowieso ben ik technisch geen goede zanger. Maar mijn zang maakt het misschien net iets menselijker, kwetsbaar, geloofwaardiger. Ik volg wat de melodie dicteert.”

Flaming LipsDe plaat brengt je naar andere werelden, maar niet per se mooie. There Should Be Unicorns is bijvoorbeeld een vrij grimmig nummer.
“Dat hebben we als laatste op de plaat gezet. Steven doet vier verschillende harmonieën, die breken in het grote refrein. De zware teksten geven het nummer weer een andere laag. Zoals gebeurt in het kinderboek Green Eggs and Ham van Dr. Seuss. Het is geen sciencefiction, maar een andere wereld. Schrijver en tekenaar Dr. Seuss neemt je niet in de maling; hij neemt je mee naar een andere wereld die iedereen emotioneel kan begrijpen. Ik kan zonder na te denken zingen over “unicorns, eenhoorns, en daar een laag van dingen omheen bouwen. Het nummer How begint hard over ‘white trash en ‘red necks, maar wordt daarna heel emotioneel. Taal en emotie zijn verschillende dingen. Het ene deel van het brein kan gevloek als ‘fuck en ‘shit horen, terwijl het andere brein juist een mooie melodie hoort. Dát vindt het brein mooi aan muziek. Het totale brein wordt bezet door al die verschillende dingen tegelijk. Zo kom je in een andere wereld.”

Klopt het dat ik ergens ook de Amerikaanse samenleving van dit moment in de teksten verwoord hoor?
“Wat ik in mijn liedjes stop heeft te maken met mijn gedachten en gevoelens van het moment. Je probeert in een trance gedachten te uiten waarvan je nooit had gedacht dat je ze ooit zou uiten. Je kunt die tekst daarna altijd weer wijzingen, maar het is beter om het te houden zoals het is. ‘Als de politie opdaagt, laten we hen dan zo veel geld geven dat ze gaan huilen en ons vergeven.’ Zoiets zou ik nóóit bewust opschrijven. Maar het is wel een onbewuste gedachte waarvan je vindt dat het waar is. De speech van Reggie Watts in There Should Be Unicons duurde net zo lang om op te schrijven als het voor jou duurt om het te lezen.”

Op de website van de band noem je rapper A$AP Rocky als inspiratie voor dit album?
“De afgelopen jaren hebben we een paar dingen gedaan met Miley Cyrus en haar producer Mike Will. Als je in die wereld stapt moet je er helemaal ingaan. Wij kochten zo’n groot sub-bass geluidssysteem, omdat voor de productie van het album Miley Cyrus & Her Dead Petz meer bas nodig was. Voor The Flaming Lips hadden wij zulke minimale baslijnen nooit nodig. We wilden daar met dit nieuwe album mee verder, als volgende stap in het creatieve proces. Zo maakten we bijvoorbeeld het nummer Sunrise.”

Kan The Flaming Lips ooit zonder Dave Fridmann werken?
“Dat kan zeker. Hoewel we een andere producer na verloop van tijd zouden willen vermoorden! (lacht) Dave vindt het prettig als wij hem iets brengen dat niet zo kwetsbaar is en makkelijk uit elkaar valt, zodat hij het als outsider nét iets beter kan maken door er nieuwe dingen in te stappen. Hij verandert de snelheid, ritmes, refreinen, zonder dat het liedje er stuk door gemaakt wordt. Dave vindt dat leuk. Werken met hem is heel intens. Niets gebeurt traag. Ik kan hem een liedje geven waar ik intens verliefd op ben. Hij kan het in korte tijd helemaal omdraaien, terwijl je er toch tevreden mee bent. Ik wil ook dat Dave dit doet. Het is onmogelijk om alles alleen te doen.”

Interview: De Avantgarde indie van Molino

MolinoEen band van blazers, maar dan geen fanfare band zoals ze zichzelf nog wel omschrijven. Na een moment van lost in translation over wat een fanfare band in het Engels en in het Nederlands is, zijn we eruit. Tenminste, niet helemaal, maar het neigt meer naar de brass bands uit bijvoorbeeld New Orleans, maar dan met een lading electronische invloeden er doorheen. Molino is een totale muzikale verrassing die je omver zal blazen.

Tekst Martje Schoemaker Foto Atsushi Yukutake

“Het is verschrikkelijk moeilijk als je heel bewust eclectisch wil zijn. Gelukkig kwam het ons heel natuurlijk aanwaaien. We komen allemaal van het conservatorium, maar hebben andere achtergronden en voorkeuren. Er is geen moment geweest waaraan we getwijfeld hebben dat wat we doen niet klopt.” Dat het voor hun natuurlijk voelt, kan voor de mensen die het eerste album van Molino hebben gehoord wellicht als een verrassing komen. “Ons eerste album heeft veel meer een klassieke bodem. Waar we nu mee komen heeft veel meer groove.”

Een tweetal liedjes zijn al af, waarvan er eentje mét videoclip al in december voor ons klaar ligt. “De nieuwe nummers zijn echt heel erg goed en we kunnen hiermee ech een ander, jonger publiek bereiken en aanspreken. Je publiek laten meedansen, zingen en springen. Het echte festivalwerk.” Blazers, drum en electronica zijn inderdaad de perfecte ingrediënten voor het betere spring en danswerk waar de band niet heel veel extra’s op het podium hoeft te doen. “Mensen willen graag iets zien, live muziek, ze kijken wel naar een DJ, maar wij hebben echte instrumenten en dat helpt heel erg mee in de live beleving.”Toch imiteren ze geen dance muziek, de basis is echt van zichzelf. “De electronische invloeden die we erover heen gooien zijn ook redelijk over de top. Maar we maken geen dansmuziek, maar hopen wel dat mensen erop gaan dansen.” Avantgarde indie, zo omschrijven ze het zelf. “Je ziet veel in elkaar overlopen muzikaal gezien en het is goed dat wij daar ook onze plek in hebben.” Het is natuurlijk niet nieuw, bands die meerdere invloeden incorporeren en met een genre komen wat (nog) niet te duiden valt. “Björk is daar een goed voorbeeld van toen ze met haar eerste album kwam. Dat hadden we nog nooit gehoord met z’n allen. Gelukkig hebben we ook een IJslander in de band zitten, dus we hopen daarmee de toegang tot die IJslandse muziek magie in huis te hebben.”

Dat er nog zoveel tijd tussen de opnames en het uitkomen van het album zit werkt alleen maar in het voordeel van de band. “We hebben heel duidelijk voor ogen waar we heen willen en hoe het moet klinken. Ieder nummer moet kloppen en op deze manier kunnen we er ook genoeg afstand van nemen om het nog eens goed te beluisteren. De electronica zullen we pas in de postproductie toevoegen om het plaatje compleet te maken.” Voordeel is ook dat ze alles aanwezig hebben in de band aan muzikale kennis, zo is de klarinet speler ook de live electronics expert. Behalve een gitaar dan. “Maar we hebben wel veel speeltjes die we ook gebruiken! We gebruiken telefoons, guiro’s en zelfs een megafoon.”

In een gesprek met een band die bestaat uit leden van bijna over de hele wereld ontstaan er nog wel eens spraakverwarringen. Zo was er nog één lost in translation moment over de naam ‘Molino’. Wat in het Spaans windmolen betekent, maar ook gewoon molen, pepermolen. “Het is vooral omdat we een liedje zo mooi vonden Molino Molero. Snarky Puppy heeft dat nummer ook gedaan, samen met de Peruaanse zangeres Susanna Baca. We vonden dat zo mooi en de titel zo leuk, dat we besloten onszelf zo te noemen. Daarbij staat een molen ook voor een oneindig proces, wat ons erg aanspreekt.”

LIVEDATA 02-05/03 Cross-linx Festival 2017, Eindhoven, Groningen, Amsterdam, Rotterdam 08/04 Cinetol, Amsterdam 30/08 Grote Kerk Gorinchem, Gorinchem