Interview: Hallo Venray wordt alleen nog maar beter

Hallo VenrayHallo Venray werd begin jaren negentig gezien als een Nederlandse indieband die het zou gaan maken in het buitenland. Het kwam er niet van. Frontman Henk Koorn heeft er nooit meegezeten. Of hij vurig hoopt dat de nieuwe plaat Where Is The Funky Party? nieuwe deuren opent? Het zou leuk zijn, meer niet. “Wij spelen deze nummers omdat wij ze goed vinden. Als andere mensen het slecht vinden, dan blijven wij het goed vinden.”

Tekst Milo Lambers

Henk Koorn ontvangt ons voor het interview in zijn huis boven de Sahara Studio in Den Haag. Ook zijn woning heeft wel iets weg van een woestijn, want ondanks dat het al april is staat de openhaard hevig te fikken. “Dat is voor mijn kat, die houdt ervan als het hier een sauna is.”

De nieuwe plaat van Hallo Venray, inmiddels nummer elf al, heet Where Is The Funky Party?. Een titel die je aan het denken zet, want woorden als ‘funky’ en ‘party’ schieten je niet meteen te binnen als je te melancholische sound van de Hagenaren hoort. “Ik vind het een hele mooie vraag: Where is the funky party?’, zegt Henk. ‘Die vraag kun je jezelf haast elke dag stellen: waar gebeurt het? Waar moet ik zijn? Waar kan het eventueel beter zijn dan waar ik nu zit?”

Toen Koorn met het schrijven begon aan een opvolger van Show uit 2014 wilde hij een bluesplaat maakte. “Maar dat mislukte faliekant.” De muzikant liet het idee los en toen kwam er een plaat uit die je kunt omschrijven als een logisch vervolg op Show. Al is de nieuwste wellicht nog wat extremer. Soms maakt de band sfeervolle Americana, andere keren trekt de band fel van leer zonder dat de muziek boos of schreeuwerig wordt. “Hoe hard we ook willen spelen, er zit altijd een heel zacht randje aan. Als ik zou schreeuwen, verlies je dat. Onze nummers zijn slaapkamerliedjes. Ze worden geschreven op een akoestische gitaar. Daardoor hebben ze altijd een sterke melodie.”

Hallo VenrayHet proces van nummers schrijven noemt Henk ‘het zware werk’. “Je legt jezelf de druk op van ‘als ik maar niet faal, als er maar niet iets middelmatigs uitkomt’. En het lukt ook niet altijd, daar moet je doorheen. Het is puzzelen: werkt dit, werkt dat? Je pleurt een heleboel dingen weg die niet goed genoeg zijn. Maar ik merk altijd weer dat het aankomt op de tekst: als die goed is, dan komt de rest vanzelf.”

Deze week verschijnt de nieuwe plaat. Uiteraard is Koorn benieuwd naar de reacties, maar wakker ligt ‘ie er niet van. Nooit gedaan ook. “In de jaren negentig was het plaatje van veel mensen dat Hallo Venray internationaal zou gaan. Ik ben gewoon een zanger, ik weet niet hoe je dat moet regelen. Daar heb je mensen voor nodig. Wij waren er gewoon niet handig in om dat te organiseren. Je kan natuurlijk achteraf gaan lopen zeiken dat je nooit door The States hebt getourd, maar ik vind dat we al mazzel hebben gehad dat we op Pinkpop hebben gestaan. Ik heb het toen prima naar zin mij gehad als muzikant. Nu ook trouwens. Het zou leuk zijn als we veel kunnen spelen met de nieuwe plaat, maar daar valt of staat mijn leven niet bij. Wij vinden onze nieuwe plaat goed. Als iedereen het slecht vindt, vinden wij het nog steeds goed.”

Fouten
De tour ter promotie van de nieuwe plaat start zondag 23 april in Patronaat. Reken er niet op dat de band dan al in topvorm is. “We gaan lekker veel fouten maken”, grijnst Koorn. Dan serieus: “Weet je? Eigenlijk bestaat fouten maken helemaal niet. Dat hoort dan gewoon op dat moment bij de show. We beginnen een tour nooit op het hoogst mogelijke niveau. En dat is heel fijn, want dat betekent dat we alleen maar nog beter kunnen worden.”

LIVEDATA 23/04 Patronaat, Haarlem 29/04 De Piek, Vlissingen 04/05 Vera, Groningen 05/05 Rotown, Rotterdam 06/05 Merleyn, Nijmegen 12/05 EKKO, Utrecht 13/05 Paard, Den Haag 19/05 Altstadt, Eindhoven 20/05 Muziekgieterij, Maastricht 26/05 Fluor, Amersfoort 27/05 Metropool, Hengelo 02/06 Asteriks, Leeuwarden

Record Store Day 2017: bijna 20 jaar Plato Groningen

Plato GroningenOp 1 januari 1998 heeft Plato De Cirkel overgenomen en dus bestaat Plato Groningen het volgend jaar 2018 alweer 20 jaar in Groningen. Je kunt ook zeggen er gaat niets boven Groningen want Plato Groningen is het filiaal wat het noordelijkst ligt in Nederland. Met zijn ruim 200 m2 verkoopvloer is het ook één van de grootste Plato winkels. Je zou het ook het kleine broertje van Concerto kunnen noemen met zijn kelder en verdiepingen. Toch is Plato Groningen ook laagdrempelig voor mensen in een rolstoel vanwege de ruime entree en grote begane vloer met zijn ruime paden. Mocht je toch iets willen hebben van uit de kelder of van een verdieping dan zijn de medewerkers Herre-Jan, Michel, Wilbert, Tjesse  en Appie je graag van dienst om je te helpen.

De keuze is reuze bij Plato Groningen zowel op cd als op vinyl. Pop/rock, punk, metal, symfo, blues, jazz, hiphop, soul, americana, wereld, reggae, 60’s, electro en Grunneger muziek maar ook boxsets, boeken, mokken en draaitafels. Maar ook dvd‘s en tv-series zijn ruim voorradig. Door de grote ruimte hebben we van vele artiesten bijna de gehele collectie aan albums staan.Naast het nieuw heeft Plato Groningen ook een ruim assortiment 2e hands cd’s en vinyl die dagelijks wordt aangevuld.

Ze verkopen niet alleen 2e hands, we kopen het ook in, dus heb jij cd’s of vinyl in de kast staan die je al tijden niet meer draait, breng ze bij ons langs we geven er een schappelijke prijs voor en zo kunnen we jouw cd’s, vinyl weer een tweede leven geven.

PlatoSonic

Vanaf 1998 zijn we begonnen met bandjes halen voor een instore tijdens Eurosonic / Noorderslag. De eerste jaren alleen voor de zaterdag, al snel werd het vrijdag en zaterdag en daarna kwam de donderdag er nog bij en PlatoSonic was een feit. Door de jaren heen werd het een instore event dat nu het Official Day Time Event van Eurosonic / Noorderslag is geworden. Samen met onze buren de Coffee-Company geven we aan 50 acts in drie dagen ruimte voor een optreden. Een paar van de namen van de vele acts die op het PlatoSonic Festival hebben gestaan: Ben Howard, Johan, Andy Burrows, Bastille, Magic Numbers,  Kodaline, Douwe Bob, Ilse DeLange, Kane, DeWolf, Dotan, Will and the People, The Kik, the Slow Club, John Coffey, Gavin James, Typhoon, Roosbeef, Oscar and the Wolf, Jett Rebel, My Baby  e.v.a.

PlatoPlanet festival

Om het tienjarig bestaan van Plato in Groningen te vieren, hebben we een feest gegeven in de Oosterpoort dat zo goed ontvangen werd dat we in samenwerking met de Oosterpoort nu jaarlijks in september het  PlatoPlanet festival organiseren. Ook daar komt jaarlijks een flink aantal bands waarvan wij vinden dat ze zeker de afgelopen tijd of juist de komende tijd in de van belang zijn voor de Nederlandse muziekscene. Een paar bands die daar de afgelopen jaren hebben gestaan zijn Black Marble Selection, Triggerfinger, The Cool Quest, Orange Skyline, The Tibbs, Robert Ellis, Eefje de Visser, Kovacs, Navarone, Swinder, Bewilder, The Brahms, Haevn e.v.a.

Door de opkomst van het vinyl hebben we weer een groep mensen die net als in het verleden weer met veel plezier naar muziek luisteren, we merken dat ook jongeren weer veel meer beleving met muziek hebben dan zo’n vijf jaar geleden.

Onze eerste en laatst aangeschafte plaatjes zijn

Appie Clermonts: mijn eerste singeltje was Roy Orbison – Oh Pretty Woman, daarna een heel veel andere singles zoals dat in de jaren zestig gewoon was, mijn eerste lp was van The Rolling Stones – Big Hits (High Tide and Green Grass). Laatste aanwinst Temples – Volcano
Herre-Jan vd Berg: mijn eerste single Alice Cooper – Schools Out, mijn eerste lp AC/DC – Let There Be Rock mijn laatste aanwinst Radiohead – A Moon Shaped Pool
Michel Weber: mijn eerste single Queen – Bicycle Race, mijn eerste lp KISS – Dynasty. Laatste aanwinst Overkill – The Grinding Wheel
Wilbert Wolters: mijn eerste single Tubeway Army – Are Friends Electric, mijn eerste lp Police – Regatta De Blanc en mijn laatste aanwinst Future Islands – The Far Field
Tjesse Riersma: eerste lp Pixies – Doolittle, laatste Nouveau Vélo – Nouveau Vélo, nooit singles gekocht.

Conclusie waar alle muziekliefhebbers het mee eens zullen zijn: een dag in Groningen is niet compleet als je niet bij Plato bent geweest.

 

 

Interview Desert Mountain Tribe: “Londen is als een magneet”

Desert Mountain TribeEen flinke scheut psychedelica gepaard met een intense geluidsmuur van gitaar, bas en drums en een zanger die qua attitude en swagger niet onder doet voor menige Britrocker. Dat zijn kort samengevat de belangrijke elementen van de muzikale trip waarmee Desert Mountain Tribe zaterdag 22 april de Amsterdamse Q-Factory in lichterlaaie gaat zetten.

Tekst Jeroen Bakker

Desert Mountain Tribe een Londense band? We menen toch echt een lichtelijk Duits accent te bespeuren bij Philipp Jahn, bassist en vocalist van het intrigerende trio. “Klopt, mijn broer Felix en ik komen uit Duitsland en zijn daar na onze studie, nu ongeveer tien jaar geleden, blijven hangen”, aldus Jahn. “Londen is als een magneet. De aantrekkingskracht is enorm. Je blijft er terugkomen. Wij waren daar al tijdens onze studietijd bezig met een band en op het moment dat wij waren afgestudeerd begon het net allemaal wat serieus te worden.”

Samen met de Britse zanger/gitarist Jonty Balls en twee andere jongens speelden de broers in Young Men Dead maar het besluit om als drietal verder te gaan was al snel genomen. “Met vijf man in één band is als getrouwd zijn met drie vrouwen terwijl je vriendin steeds in de buurt is”, legt hij uit. “Overleg, afspreken om op te nemen, te schrijven en te oefenen is met drie personen vele malen gemakkelijker. Het is nu veel eenvoudiger om alles op één lijn te krijgen.”

Inmiddels bestaat Desert Mountain Tribe al vijf jaar en zijn er enkele EP’s verschenen waarvan vooral Either That Or The Moon op lovende recensies konden rekenen. De grote doorbraak lijkt slechts een kwestie van tijd. Al hebben de mannen de reputatie nogal eigenzinnig te zijn, iets wat duidelijk terugkomt in de muziek. Vergelijkingen met Black Angels en Brian Jonestown Massacre liggen op de loer. Niet vreemd aangezien Brett Orrison, geluidsman van The Black Angels, zich met het vastleggen van het imponerende livegeluid in de studio bezighield toen bovengenoemde EP werd opgenomen. Fuzzende grooves die tegen de stoner aanschurken maar daarnaast verpakt zijn in sterke tracks die uiterst toegankelijke arrangementen bevatten. Termen als ‘epische psychtrip’, ‘ultieme space-rock’, ‘duister’ en zo ongeveer alles wat hallucinerende elementen bezit, zijn al eens gebruikt om de stijl van de band te omschrijven. Het blijkt een nogal lastige klus. Jahn legt het uit: “Ik speel de bas als een gitaar. De beats van de drums zijn heel bepalend en wij maken veel gebruik van effecten, distortion, overdrive en delays in het gitaargeluid waardoor er een soort ‘wall of sound’ ontstaat. Het is een organisch gebeuren. Expressie is essentieel in onze muziek.”

Een ander opmerkelijk iets is het feit dat, hoewel de recent uitgebrachte dubbel-EP If You Don’t Know Can You Don’t Know Köln genoemd wordt, de historische Dom-stad aan de Rijn wordt overgeslagen op de tour-kalender. “Deze keer doen we even geen Köln aangezien we daar al zo vaak hebben gespeeld. Misschien dat we er in het najaar nog terugkomen.” De band is eerder deze maand gestart in Lyon en zal via Zwitserland, Schotland, Engeland, Nederland en enkele Oosteuropese steden, eindigen op het Camden Rocks Festival in Londen waar de affiche wordt gedeeld met Reverend & The Makers, The Coral, Feeder en The Rifles. In Nederland stond DMT al eerder op o.a. Eindhoven Psychlab en Eurosonic en in Paradiso. Komende zaterdag is de band weer terug in de hoofdstad en wel in het sympathieke Q-Factory. Nieuw terrein voor de band. Jahn kijkt er naar uit. “Het is fijn hier te spelen. In tegenstelling tot veel Amerikaanse steden waar we gespeeld hebben kunnen we ons hier goed voorbereiden op de show. Speciaal voor deze tour zijn nieuwe visuals ontworpen die de show zullen ondersteunen. Het samenkomen en samenspel van sfeer, de live-dynamiek en het experimenteren met geluid en muziek zijn bij ons belangrijk. Wij werken op een manier die niet zo gebruikelijk is. Het wordt echt een bijzondere avond in Q-Factory.”

LIVEDATUM 22/04 Q-Factroy, Amsterdam

 

Interview NOSOYO: “We staan nooit stil”

NOSOYOZe hebben net hun eerste tour erop zitten met het debuutalbum Resonate onder de arm: NOSOYO (Spaans voor “Ik ben mezelf niet”). Het duo bestaande uit Daim de Rijke and Donata Kamarz, hebben na ruim twee en een half jaar muziek schrijven, spelen, oefenen en opnemen, even de tijd voor zichzelf. Wat even leuk is, maar niet te lang want ze hebben zoveel met ons te delen.

Tekst Martje Schoemaker

“Onze liedjes werken gewoon beter als we voor mensen spelen. Op tour werkt het nog beter dan als we hier in de buurt (Berlijn) akoestisch spelen bijvoorbeeld. Onderweg zijn past ook veel beter bij ons verhaal en veel liedjes zijn ook geschreven toen we op weg waren.” Daar zit de kracht van het tweetal ook, op weg zijn, wat zowel letterlijk als figuurlijk kan worden opgevat. Hun reis als NOSOYO begon in Amsterdam, maar leidde al snel naar Berlijn, wat niet zo gepland was, maar wel goed uitkwam. Donata is Duits en Daim heeft over de halve wereld gewoond, en allebei hebben ze het gevoel dat ze weer iets nieuws wilde ervaren, nieuwe steden zien, want er is zoveel in de wereld wat boeiend en interessant is.

“Na een paar jaar Amsterdam hadden we besloten de eerste kans die zich aandient te pakken. Dus toen we een hele toffe producer tegenkwamen, zijn we direct in het vliegtuig naar Berlijn gestapt om met hem te kletsen. Hij was er misschien wel meer van overdonderd dan wij!” Het bleek een goede zet, want hij wilde graag met ze samenwerken… Maar dan moesten ze wel naar Berlijn verhuizen. En daar zaten ze opeens met een nieuwe producer, in een nieuwe stad, klaar voor een nieuwe start.

Al hun liedjes zijn verhaaltjes, kleine zoektochten, herkenbare zaken waar we allemaal tegenaan lopen in het leven. Maar, alles verandert, zo ook de ervaringen en de muziek. “De meeste liedjes gaan juist over verandering. We blijven ons ontwikkelen, we blijven veranderen. Niet dat alle obstakels overwonnen zijn, maar we staan nooit stil.” De ervaringen dragen ze altijd met zich mee, ook al is een liedje jaren geleden geschreven, toch past het nog steeds, ook al is het soms in een nieuw muzikaal jasje.

Het menselijke in de muziek, in de teksten maakt NOSOYO heel persoonlijk en laat je meekijken, voelen, wat Daim en Donata ervaren. “Het zit wel in ons karakter, het verhaal wat we te vertellen hebben. Het volgende album zal hier ook nog wel over gaan. Mocht één van de liedjes niet meer bij ons aansluiten, mocht de thematiek niet meer ter zake doen, dan zullen we dat liedje ook niet meer spelen. Maar! (lachend) wellicht is het dan een paar jaar later wel weer passend.” Hoe lastig dingen soms ook lijken, wordt het leven met behulp van Donata en Daim, die het met zoveel leven, liefde en bruisende muziek neerzetten, een stukje leuker.

Interview Valerie June: De tijd is rijp

Valerie June - The Order Of Time“Goed beschouwd heb ik dertien jaar over The Order Of Time gedaan”, zegt Valerie June met een heerlijke southern drawl over haar nieuwe album. “Sommige nummers dateren al van lang terug en ze ontstonden in verschillende periodes. Je kunt niet van een conceptalbum kunt spreken, maar ik heb er wel echt de tijd voor genomen. Niet alleen voor het schrijven, maar ook voor het opnemen.”

Tekst Popmagazine Heaven | Louis Nouws

Daarvoor trok ze zich zo’n drie maanden terug in het landelijke Vermont, driehonderd kilometer van New York, samen met producer Matt Marinelli en een kerngroep van muzikanten onder wie zangeres Norah Jones, gitarist Andy MacLeod en drummer Dan Rieser. “We aten samen, dolden in de sneeuw, we hadden vooral veel lol. De meesten van ons wonen in Brooklyn, ikzelf incluis, waar je volop in het stadse leven ondergaat. In Vermont zaten we geïsoleerd. We hadden rust en tijd.”

Bij het sfeervol klinkende album waren veel meer muzikanten betrokken, die óf voor kortere periodes langskwamen, zoals steelgitarist Dan Lead, óf elders hun partijen inspeelden. “De blazers en strijkers zijn in Manhattan en Brooklyn opgenomen en de achtergrondzang van mijn broers en mijn vader in Tennessee.” Haar vader was toen al ziek en is inmiddels overleden. “Tijdens de opnamen wist ik niet dat ik het voor The Order Of Time zou gaan gebruiken, gewoon omdat je dat nooit tevoren kunt weten. Ik wist ook niet dat hij zou sterven voordat mijn nieuwe album uitkwam. We hebben als familie altijd veel samen gezongen en het voelde heel natuurlijk om dat toen ook te doen.”

Valerie JuneValerie June Hockett komt uit Jackson, Tennessee, een provinciestadje halverwege Memphis en Nashville. Niet gek dus dat ze in haar muziek van beide walletjes eet. Voeg daarbij bluegrass en gospel, twee andere muzikale pijlers van de Volunteer State, plus een harde leerschool als straatmuzikante, en je krijgt southern americana in optima forma. Met haar stem kan ze bovendien veel emotionele registers bespelen, van onschuld tot verleiding en van vreugde tot verdriet.

“Mijn vader was een harde werker. Hij had twee bedrijven. Hij verdiende de kost als aannemer en daarnaast deed hij de plaatselijke promotie voor gospel- en soulzangers, onder anderen voor Bobby Womack. Hij heeft zijn werkmoraal overgebracht op zijn kinderen. We mochten net als hem onze dromen en passies najagen, maar we mochten niet gaan zweven.” Ze gedenkt hem op The Order Of Time met het ingetogen Long Lonely Road: Pops earned his bread in dust, but his hard working hands fed us. Sun up to sun sink down, his body worked to the ground. Het contrasteert met het uitbundige Shakedown, waarop hij is te horen in de achtergrondzang: Feel it when you sing it.

Haar tegenwerping ten spijt, speelt het begrip tijd een grote rol op het album. Follow the signs, slowly but steady. Don’t rush, the day will come when you are ready. Just trust, zingt ze in Astral Plane. “Tijd laat zich niet vertragen of versnellen, laat staan bedotten. We weten niet wat in de toekomst ligt besloten. We weten dat we doodgaan, alleen niet wanneer. En als het gebeurt is het verdrietig, maar het leven gaat door. De tijd laat zich niet stoppen. Ik heb geleerd de tijd te nemen. Ik heb mijn dromen, altijd gehad, maar het heeft geen zin ze geforceerd na te jagen. Als de tijd rijp is, dan gebeurt het, daar moet je op vertrouwen. Probeer de tijd te zien als een vriend die je meeneemt naar waar je wilt komen. Werk hem niet tegen, want het leidt tot niets.”

LIVEDATA 30/04 Bird, Rotterdam 01/05 TivoliVredenburg, Utrecht 03/05 AB Flex, Brussel

HeavenDe nieuwe Heaven is is weer uit, #3 van 2017. Wat hebben Bruce Springsteen, Keith Richards, John Hiatt, James Burton, Joe Strummer, Merle Haggard en Chuck Prophet met elkaar gemeen? Ze delen hun grote liefde voor de Fender Telecaster, het Zwitserse zakmes onder de gitaren. Geert Henderickx neemt de oergitaar liefkozend onder de loep in een stuk vol overpeinzingen en anekdotes; Chuck Prophet breekt een lans voor ‘zijn Fender’ en Merle Haggard staat centraal in de muziekhistorische rubriek ‘It was xx years ago today’. Een halve eeuw dit keer, want zijn I’m A Lonesome Fugitive stamt uit 1967.

Verder grote interviews met Nederlandse artiesten die om wat voor reden dan ook niet eerder in ons blad stonden. De Zeeuwse rootsrocker Danny Vera, die een opkontje nodig had van Johan Derksen om dan toch eindelijk door te breken. Julian Sas, de bluesrocker uit het Land van Maas en Waal, die onverdroten zijn passie blijft volgen. En de boomlange pianist Joep Beving, die met zijn filmische neo-klassieke pianomuziek de wereld stilletjes aan het veroveren is.

Bijzonder wordt de theatervoorstelling Pinkpop van Toneelgroep Maastricht: een ode aan de liefde en aan het oerfestival. Jack Poels van Rowwen Hèze schreef en speelt de muziek en vertelt. Americanaliefhebbers kunnen uitzien naar interviews met de jonge revelatie Courtney Marie Andrews, het vooral in ons land populaire duo Over The Rhine en geheimtip The Black Lillies.

Als altijd staan er in het blad ook nog eens meer dan 100 albumrecensies. Popmagazine Heaven niet missen, neem dan een abonnement! En profiteer van de aanbieding: het eerste jaar Heaven voor slechts €22,50 + 3 cadeaus.

 

Interview Temples: “We wilden wat meer high fidelity”

TemplesOp Volcano, het tweede album van Temples, is niets wat het aanvankelijk lijkt. De eerste luisterbeurt kan de teleurstellende indruk wekken dat het Engelse viertal zich na het debuut Sun Structures, vol fijne psychedelische Britpop, iets teveel op synthesizers heeft uitgeleefd. Maar, vergelijkbaar met het album Currents van Tame Impala, spuwt Volcano vervolgens tot fraaie liedjes verpakte collages van geluidslagen uit. “We wilden wat meer high fidelity”, aldus bassist Tom Warmsley en drummer Sam Toms. “Dit album laat vooruitgang zien.”

Tekst Mania | Ruben Eg

Het was drie jaar wachten op Volcano. Was er druk om een totaal ander album te maken?
Tom: “We hebben Sun Structures in bijna twee jaar bijna nonstop live gespeeld. Ondertussen verander je als muzikant en als groep. En misschien verandert ook de manier waarop je naar muziek kijkt. Van alles spelen wij het liefst live. Het directe van live spelen, een geluid dat je direct raakt heeft zijn weerslag gehad op het schrijven en opnemen van Volcano. Er was geen specifieke focus op een specifieke sound, maar vooral een directe aanpak van de liedjes. We leunen met dit album minder op één geluid, en meer op de liedjes zelf.”

Zou je dan niet juist minder complexiteit verwachten?
Tom: “Juist daarom leverde dit zo’n breed scala aan geluiden op. Sun Structures zit meer in één hoek, heeft een meer algemene sound. Nu wilden we de onderliggende details verder uitdiepen. Als je een band ziet spelen wordt je altijd getroffen door een opeenstapeling van allemaal verschillende geluiden. Wat meer high fidelity, zou je kunnen zeggen. We zijn in oktober 2015 aan dit album begonnen. Pas na een halfjaar kreeg het hele proces vorm. Uiteindelijk hebben we misschien een maand in de studio opgenomen. Schrijven en reflectie vormde een belangrijk onderdeel van het werkproces. Omdat wij onze albums zelf produceren moet je ook de tijd nemen, denk ik.”

TemplesIn die periode is ook nog een korte tournee gedaan. Om het materiaal te finetunen?
Tom: “Eigenlijk helemaal niet. We hebben vorig jaar slechts een paar nieuwe nummers live gespeeld, vaak ook in een heel andere versie dan het eindresultaat. Het merendeel van de nummers op Volcano is tussen september en oktober vorig jaar geschreven. Dus alles is vrij nieuw. Ze lenen zich wel erg om live te spelen, omdat het erg directe liedjes zijn. Ik zou niet zeggen dat ze op voorhand zijn geschreven zijn om live op te voeren, maar ze passen erg goed in onze set. Veel nummers op Sun Structures waren misschien een stuk… uitdagender om goed live te kunnen spelen.”

Wat zijn de laatst geschreven nummers?
Tom: ”Oh The Saviour is één van de eerste. Die is begin 2015 geschreven. En de allerlaatste is Strange Or Be Forgotten. We hadden geen grote lading liedjes. Eigenlijk is alles dat je hoort op Volcanos letterlijk van de grond af aan opgebouwd.”

Ook dit album is zelf geproduceerd. Is in dit genre niet juist een klankbord nodig om orde te scheppen in alle psychedelische dromerigheid?
Sam: “Ik weet het niet. Het is een combinatie, denk ik. Je voelt druk in de studio om alles op tijd af te krijgen. Maar thuis voelt alles wat natuurlijker.”
Tom: “We nemen er wel het liefst de tijd voor. De manier waarop we werken, het tegelijkertijd schrijven en opnemen, kunnen we alleen maar zelf doen. We hebben er wel over nagedacht om met iemand anders te werken voor deze plaat. Maar dat zou het proces te veel verstoren. Eerst demo’s opnemen, om die dan aan een producer geven voor de arrangementen… Als we iemand van buiten de band in het productieproces toelaten moeten we onze manier van werken zó omgooien. We sluiten het niet uit, maar het moet wel een heel bijzonder iemand zijn dan.”
Sam: “Brian Eno. Die mag het wel doen.”

Toch apart dat jullie nog steeds thuis werken. Is er zo weinig veranderd sinds 2012?
Tom: “Min of meer. Je moet vasthouden aan waar je bekend mee bent en wat werkt. Met deze plaat vonden we dat we nog iets bewijzen hadden, ook creatief gezien. Als iemand onze sound opnieuw uit had moeten vinden, dan moesten we dat zelf zijn. Zo konden we ook aan onszelf bewijzen wat en wie we als band zijn.”

Wat moet je bewijzen? Dat je geen eendagsvlieg uit de NME bent?
Sam: “Ik denk het.”
Tom: ‘Drie jaar is best een lange tijd tussen twee albums. Zeker als je met een eerste album zo sterk leunt op één bepaalde sound. Mensen hebben dan snel een mening gevormd over wat voor soort band je dan bent. Terwijl geen band gedefinieerd kan worden door één bepaald nummer of één specifiek album.”
Sam: “Dit album laat onze vooruitgang na ons debuut zien.”
Tom: “Ik denk dat zo veel artiesten met een tweede album worstelen, omdat dat album zo belangrijk is. Je moet zeker zijn waar je met je muziek naar toe wilt, welke nieuwe stap je zet.”
Sam: “Maar je wilt ook niet te ver afdwalen. Want het moet als jou klinken.”

Als ik een nummer mag aanhalen: de combinatie van barok en gitaarpop op (I Want To Be Your) Mirror intrigeert.
Tom: ‘Dat is één van de nummers die tussen de muziek op Sun Structures en Volcano in zit. Het blikt terug en kijkt vooruit. De tekst gaat daar ook over. Het zweeft ergens tussen oud en nieuw. Een transitieliedje.’

Geen klassieke scholing die opborrelt?
Tom: “Nee hoor. Ik denk dat het iets Brits is. Britse folk leunt erg op barokmelodieën en strijkers. Een soort kinderlijk element. Kevin Ayers, Syd Barrett… Ik denk dat Volcano vooral heel erg Brits is. Met enige progressieve elementen erin. De Britse manier van songschrijven zal altijd een soort complexe melodie bevatten, met wat gekke klassiek-, barok- of renaissancestijlen erin.”
Sam: “Het volgende album wordt helemaal barok, toch?”
Tom: “Met heel veel hoornblazers!”

LIVEDATA 14/04 Doornroosje, Nijmegen 15/04 Paradiso Noord, Tolhuistuin, Amsterdam (Sold Out) 18/04 Botanique – Orangerie, Brussel (B)

Interview Jeangu Macrooy: “Ik wilde meer, dus ik wilde weg”

Jeangu MacrooyHet zinderende Paramaribo verruilen voor het toch wat minder sexy Hengelo. Zoiets doe je natuurlijk alleen als je verdomd zeker van je zaak bent. En jawel, dat was-ie, Jeangu Macrooy. Tweeënhalf jaar na zijn verhuizing richting deze contreien verschijnt op 14 april zijn eerste volwaardige album High On You.

Tekst LiveGuide | Jeroen Haneveer

“Het weer, daar moest ik vooral aan wennen”, zegt Jeangu over die verhuizing. “Verder heb ik hier heel snel m’n plek gevonden en vrienden gemaakt. En Hengelo is inmiddels ingeruild voor Enschede. Wel zo makkelijk, want daar zit m’n opleiding.”

Maar waarom die stap van het warme Zuid-Amerika naar het kille West-Europa? “Er is sowieso geen grote muziekmarkt in Suriname en er is vooral veel aandacht voor de wat ritmischere stijlen. Van reggae en dancehall kan je daar nog wel leven. Als het maar dansbaar is. Maar ik wilde meer. En dus wilde ik weg.”

De kans dat Jeangu het zou gaan maken als dancehall-artiest was toch al klein. Inspiratie voor zijn eigen muziek haalde hij vooral uit wat zijn moeder thuis op had staan. “De cd’tjes die zij draaide, dat waren vooral vrouwen. Ik ben opgegroeid met ninetiesdiva’s en ik denk dat daardoor die affiniteit is ontstaan. Maar misschien vind ik het ook mooi omdat vrouwen kwetsbaarder kunnen zijn in hun muziek. Ik luister er in ieder geval graag naar.”

Hoe dan ook, de oversteek naar Nederland heeft gunstig uitgepakt. De man gaat als een speer! Vorig jaar deden EP Brave Enough en de single Gold het al goed en dit jaar staat hij, om maar iets te noemen, op North Sea Jazz en Lowlands. En dat terwijl hij de popacademie nog moet afmaken. “Ik moet nog anderhalf jaar en die wil ik ook graag voltooien. Ik doe m’n best, maar er gebeuren nu zoveel dingen buiten school om. Het loopt gewoon super goed en ik grijp alle kansen die ik krijg.”

Brave Enough was al een goede manier om mezelf te introduceren en voor dit album had ik veel ruimte en tijd om samen met Perquisite als producer te schrijven. Om iets te maken waar ik helemaal achter sta en trots op ben. Het is een goede representatie geworden van wie ik ben en waar ik nog naartoe kan groeien.”

LIVEDATA 13/04 Bitterzoet, Amsterdam (Uitverkocht) 27/04 The Life I Live, Den Haag 27/04 Oranjepop, Nijmegen 30/04 Here Comes the Summer, Vlieland 11/05 Rotown, Rotterdam 12/05 De Oosterpoort, Groningen 13/05 EKKO, Utrecht 18/05 Hedon, Zwolle 19/05 Luxor Live, Arnhem 17/06 Full Color, Kampen 26/05 Metropool, Hengelo 24/06 Wicked Jazz Sounds, Amsterdam 07/07 North Sea Jazz, Rotterdam 18+19+20/08 Lowlands, Biddinghuizen

Klinkt als: folky en soulvolle Surisound met een onvervalste powervrouwelijke touch

LiveGuide

Op de cover van de dertigste uitgave van LiveGuide prijkt met Thundercat een eigenaardige vogel. Een absolute sterrencast aan gastvocalisten is op zijn nieuwe album Drunk te horen (o.a. Kendrick Lamar, Pharrell, Kenny Loggins en Michael McDonald), maar de funktronicabassist is er totaal niet op uit om hits te scoren. Commercieel gedoe interesseert hem niet zoveel, vertelt hij in het krantje.

In LiveGuide #30 staan ook interviews met onder meer Temples, The Lemon Twigs, Jeangu Macrooy en The Dawn Brothers. Verder blikken we terug op de shows van Peter Doherty (Melkweg) en Tory Lanez (Paradiso) en krijgen we een inkijkje in de rider van de Vlaamse meditatiesensatie Het Zesde Metaal. En dan komt er nóg een zuiderbuur aan het woord, want de tofste rapster van België figureert in de rubriek Fangirlkwiz! Daarin komt aan het licht dat deze Coely behoorlijk veel gemeen heeft met Yasiin Bey (Mos Def), die bezig is aan zijn afscheidstour.

Interview The Lemon Twigs: “Je dumpt je broertje niet zomaar”

Lemon Twigs The Lemon Twigs @ Indiestadt festival

Een uur later dan afgesproken lukt het eindelijk om de oudste broer van The Lemon Twigs uit bed t bellen. Een nog half slapende Brian D’Addario staat mij al geeuwend te woord. In oktober bracht hij met zijn broertje Michael het debuutalbum Do Hollywood uit. Die plaat ruikt nog naar pasgeboren baby’s, maar het psychedelische popduo werkt al hard aan een opvolger.

Tekst LiveGuide | Dominique Dirkx

Van een writer’s block hebben de Amerikanen nog nooit gehoord. “Wij schrijven heel veel muziek”, zegt Brian. “We hebben ook al nieuwe nummers opgenomen, maar die komen niet op ons volgende album. Die zijn voor een EP die we dit jaar nog willen uitbrengen. Ons tweede album komt denk ik volgend jaar pas uit.” Dat allemaal terwijl ze nog bezig zijn met hun tour voor Do Hollywood

Van jongs af aan is muziek met de paplepel naar binnen geduwd bij de bijna twintigjarige Brian en zijn twee jaar jongere broertje Michael. “Ik was denk ik vijf toen onze ouders daarmee begonnen. Pa leerde mij de basisdingen: beetje drummen, wat ritmes. Ma leerde mij gitaarspelen.”

De New Yorkers werden al luisterend en kijkend naar The Beatles grootgebracht. “Tot aan mijn negende had ik een obsessie voor die band. Daarna begon ik ook andere muziek te luisteren, zoals The Who. Tijdens het maken van Do Hollywood was ik helemaal weg van The Beach Boys. Ik luisterde niets anders. Of dat terug te horen is? Geen idee, dat zou best kunnen.”

Geen college-dropouts
De jonge muzikanten kwamen nog maar net uit de schoolbanken gerold toen ze direct de studio indoken om Do Hollywood te maken. “Ik ben blij dat mijn schooltijd voorbij is, want nu kan ik me helemaal focussen op onze band. Maar hoewel het soms best pittig was om school en muziek te combineren, vond ik het ergens ook heel fijn. Als ik geen muziek had kunnen maken na de les, had ik waarschijnlijk veel meer moeite gehad om school af te ronden.”

Voor Michael was het wel wat zwaarder. Net als Brian deed hij zijn best om zo snel mogelijk zijn opleiding af te ronden, zodat ze daarna konden touren. Alleen moest Michael hiervoor zijn school een jaar eerder afmaken. “Hij zat de hele dag te studeren, werkte dan aan muziek en ging ’s avonds laat weer terug naar school. Het was zwaar voor hem, maar nu is hij er wel van af.”

Gebroederlijk
De twee D’Addario’s doen niets liever dan samen muziek maken, maar schreven opvallend genoeg geen enkele track op Do Hollywood samen. “Ik weet niet hoe dat is gekomen, zo doen we dat gewoon. Michael schreef zijn eigen liedjes en ik de mijne. We zingen ook alleen onze eigen songs.”

Wel doen ze de background vocals op elkaars tracks, maar daar blijft het verder bij. Het was dan ook een bewuste keuze om twee singles uit te geven bij dit album: These Words van Brian en As Long As We’re Together van Michael. Voor het nieuwe album wil het tweetal wel wat meer samenwerken. “We staan er nu voor open en maken minder ruzie als we samenwerken. Hiervoor was dat wel anders, maar inmiddels waarderen we elkaars inzichten en ideeën.”

Er zijn genoeg broers die elkaar na een uur al in de haren vliegen, maar deze twee talenten groeien met de dag meer naar elkaar toe. “Het is fijn om te werken met iemand die je al je hele leven kent. Je dumpt je broertje ook niet zomaar. Dat geeft toch een bepaalde zekerheid.”

LIVEDATA 07/04 Tolhuistuin, Amsterdam 08/04 Motel Mozaïque, Rotterdam 23-24-25/06 Down the Rabbit Hole, Ewijk

Klinkt als: jeugdige energie die zich uit in mini-rockopera’s die in de seventies en eighties grote hits zouden zijn

LiveGuide

Op de cover van de dertigste uitgave van LiveGuide prijkt met Thundercat een eigenaardige vogel. Een absolute sterrencast aan gastvocalisten is op zijn nieuwe album Drunk te horen (o.a. Kendrick Lamar, Pharrell, Kenny Loggins en Michael McDonald), maar de funktronicabassist is er totaal niet op uit om hits te scoren. Commercieel gedoe interesseert hem niet zoveel, vertelt hij in het krantje.

In LiveGuide #30 staan ook interviews met onder meer Temples, The Lemon Twigs, Jeangu Macrooy en The Dawn Brothers. Verder blikken we terug op de shows van Peter Doherty (Melkweg) en Tory Lanez (Paradiso) en krijgen we een inkijkje in de rider van de Vlaamse meditatiesensatie Het Zesde Metaal. En dan komt er nóg een zuiderbuur aan het woord, want de tofste rapster van België figureert in de rubriek Fangirlkwiz! Daarin komt aan het licht dat deze Coely behoorlijk veel gemeen heeft met Yasiin Bey (Mos Def), die bezig is aan zijn afscheidstour.

Interview Sampha: “Ik vind social media soms moeilijk”

SamphaWat hebben Drake, Kanye West, FKA Twigs, Frank Ocean en Solange met elkaar gemeen? Dat ze allemaal hebben gewerkt met Sampha Sisay, natuurlijk! Nu stapt hij met de release van zijn debuutalbum Process eindelijk uit de schaduw van deze grootheden, al komt zijn roem waarschijnlijk puur via zijn muziek. De kalme Londenaar lijkt namelijk niet het type voor Twitter-rants en andere Kanyeaanse trucjes om de media te beheersen.

Tekst LiveGuide | Sven Bersee

Voelt het voor jou ook als een opluchting dat je eindelijk een eigen album hebt?
“Het kostte me twee jaar om deze plaat te schrijven en te maken. Dan voelt het een beetje vreemd als ‘ie ineens echt uit is. Dat is altijd anders dan je je voorstelde, maar het voelt goed.”

Hiervoor had je al aardig naam gemaakt. Komt dat doordat je al vroeg een podium kreeg via acts als SBTRKT, Jessie Ware en The xx?
“Ik ben alle mensen dankbaar die mij in creatief opzicht hebben geholpen. Daardoor ben ik echt beter geworden in wat ik doe. En ja, natuurlijk is mijn naam via bepaalde artiesten ook bij een hoop nieuwe mensen terechtgekomen. Dat maakt het wel wat makkelijker.”

Jij weet uit eigen ervaring hoeveel die connecties kunnen opleveren voor nieuw talent, maar op Process staan geen featurings, toch?
“Dat klopt, afgezien van de muzikanten die meespelen op de plaat. Het voelde vrij logisch om het allemaal zelf te doen; de gedachte om gastartiesten te vragen kwam eigenlijk niet eens bij me op. Ik heb de plaat in mijn eentje geschreven met weinig mensen om me heen en het zit niet echt in mijn natuur om dan zomaar iemand te vragen om mee te doen. Maar echt een bewuste keuze was het ook weer niet, dus wie weet werk ik in de toekomst wél samen met andere artiesten aan eigen songs.”

‘No one knows me like the piano in my mother’s home’, zing je in nu al een van de mooiste liedjes van het jaar. Gaat dat over die piano of meer over je moeder?
“Het gaat over allebei. Er is zonder meer een relatie tussen mij en dat instrument, maar het is ook een metafoor voor de liefde voor mijn moeder. (No One Knows Me) Like the Piano is ook een soort reflectie op mijn jeugd, waarin ik besef hoe belangrijk de omgeving waarin je opgroeit kan zijn. Ik weet zeker dat ik een heel ander persoon was geweest als mijn moeder geen piano in haar huis had staan. Ik schreef dat nummer overigens niet op die piano, maar ergens in Noorwegen. Soms staan zulke dingen je het meest helder voor ogen als je ver van huis bent.”

Terug in Londen dan: je begon op je dertiende al met produceren. Kijk je anders naar muziek maken nu je 28 bent?
“Ik sta meer open voor nieuwe dingen. Tegenwoordig zijn er meer verschillende genres, harmonieën en arrangementen die me boeien. Ik ben zeker ook kalmer geworden, al is dat volgens mij iets natuurlijks als je ouder wordt. Maar weet je, tegelijk zijn er nog heel veel gelijkenissen met die dertienjarige zelf.”

Je hebt ooit gezegd dat je jaloers bent op de songwritingskills van The Streets-rapper Mike Skinner. We zijn nu een paar jaar verder, dus zit je inmiddels al op zijn level?
“Nee, ik ben nog steeds jaloers, haha! Ik heb nog een lange weg te gaan, op dat niveau zit ik nog niet. De manier waarop hij het dagelijkse leven in woorden omzet is heel knap.”

Ik denk wel dat je op Process de ballen toont om heel persoonlijk te worden, meer dan op je EP’s Sundanza en Dual. Wat was de moeilijkste track om op plaat te zetten?
“Alle nummers zijn ontstaan vanuit freestyling en ontstonden dus gewoon zoals ze in me opkwamen. Maar sommige songs waren wel moeilijk om af te maken, zoals Blood On Me. Maar volgens mij ben ik op Process nou ook weer niet super ‘confessional’.”

samphaJe hebt al met veel grootheden gespeeld. Van wie heb je echt iets geleerd?
“Toen ik met Solange werkte, was zij bezig met harmonieuze klanken die mij echt intrigeerden. Ik begreep niet goed wat ze aan het doen was, maar als ik nu haar album terugluister snap ik het. Zij heeft daarmee mijn oren geopend. Het was ook heel interessant om te zien hoe Kanye West aan The Life of Pablo werkte, met zoveel passie en toewijding.”

Kanye komt altijd over alsof het hem geen bal uitmaakt wat mensen van hem denken, wat er misschien wel voor zorgt dat de helft van de wereld hem tot op het bot haat.
“Iedereen heeft allerlei gedachten en die zijn echt niet allemaal even politiek correct, maar Kanye is niet bepaald het type dat die gedachten dan voor zich houdt. Toch is hij een veel introspectiever type dan ik had verwacht.”

Die kant laat ‘ie op Twitter niet echt zien… Jij bent wat minder fanatiek op de socials, hè?
“Ik vind social media soms moeilijk, dus doe er inderdaad niet zoveel mee. Ik weet niet zo goed wat ik daar moet roepen. Mensen proberen me daar wel toe aan te zetten en ik wil het ook best, maar ik moet me eerst over mijn social media-angsten zetten, haha.”

Staat er eigenlijk al een volgende spraakmakende collab op het programma voor je?
“Nee, eerst concentreer ik me op mijn eigen tour en daarna wil ik snel weer nieuwe muziek maken. Ik ben altijd wel aan het schrijven en heb al heel wat ideeën. Ik kijk er al weer naar uit om weer de studio in te gaan.”

LiveGuideLIVEDATA 23/03 Paradiso, Amsterdam (Uitverkocht) 24/03 CATCH @ TivoliVredenburg, Utrecht

Klinkt als: een zalig egale stew van zorgvuldig geselecteerde ingrediënten uit future garage, UK bass, neo-soul en artpop

Het maart-nummer van LiveGuide is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Daarin onder meer interviews van My Baby, Chef’Special, Jo Goes Hunting, Wout Kemkens van Donnerwetter.
Verder de rider van de Paceshifter en in de nieuwe Fangirlkwiz vroeg LiveGuide Sophia de Geus van 45ACIDBABIES de hemd van het lijf over Edje Sheeran.

 Interview: Jo Goes Hunting en de kunst van de playlist

Jo Goes HuntingHet lijkt alweer lang geleden, dat we kennismaakte met Jo Goes Hunting, oftewel Jimmi Jo Hueting, in 2015. Zijn EP Glow was daar toen opeens en liet ons in blijde verwondering wachten op meer. Dat moment in eindelijk daar, want zijn volledige debuutalbum Come, Future is af. Voor ons was het even wachten, voor Jimmie was het een logisch proces, waar tijd in is gaan zitten.

Tekst Martje Schoemaker Foto Sanja Marusic

“Ik voelde eigenlijk helemaal geen druk. Ik wilde zoveel mogelijk tijd nemen, wat ik nodig dacht te hebben en te stoppen wanneer in écht tevreden was.” Een creatief proces waar geen druk op stond en een artiest die precies weet wat hij wil. Geen deadline, maar wel een soort planning. Want er zijn genoeg artiesten die zonder deadline maar blijven schaven, en dat is zonde. “Ik zit er tussenin. Ik heb wel veel geschaafd, maar het was gewoon goed.” Het is een proces wat hij grotendeels alleen doet en toch zoekt hij toch ook klankborden buiten zichzelf. Een (ex)vriendinnetje, zijn broer (red. Rocco Hueting, De Staat) en zijn ouders.

“Niet teveel mensen betrek ik erbij, dan komt er teveel ruis op de lijn. Daarbij ben ik mijn ‘own worst critic. En mijn band natuurlijk. Die zijn er altijd bij betrokken.” De samenstelling van de band staat vast en ze spelen nu al zo’n twee jaar samen. Toch gebeurt het meeste muziek schrijven en componeren in zijn eigen studio. “Alle partijen maak ik zelf, werk ik uit. Ik schrijf niet zozeer voor deze bezetting, ik schrijf wat mijn fantasie nodig heeft. Maar als ik dan iets heb, wat vaak al grotendeels af is, dan breng ik het naar de oefenruimte en dan gaan we het spelen. Dan komen er toch wel wat dingetjes bovendrijven die anders kunnen, omdat het dan weer tot leven wordt gebracht.”

Door deze speciale manier van samenwerken heeft het ook wat langer geduurd voor het album af was. Heen en weer van de eigen studio naar de oefenruimte. Daarbij hebben ze het afgelopen jaar niet stilgezeten, want ze hebben ze ook al veelvuldig opgetreden. “Wij hebben in de set altijd open, vrijere stukjes, wat heel erg aan het publiek ligt hoe we het invullen. We repeteren wel veel, echt een jaar lang hebben we geoefend. En doordat we de Popronde hebben kunnen doen en het voorprogramma van De Staat, hebben we echt meters kunnen maken. De muziek die we spelen is niet echt standaard, niet meespringen, het is iets anders. Het doel van een show is het publiek helemaal laten opstijgen, in de sfeer van de muziek.”

Een live set is geen album, maar de filosofie naar de luisteraar toe, zoals je het publiek meeneemt, is net zo goed terug te horen op het album als dat hij op het podium ten gehore brengt. Tegenwoordig zijn we gewend zelf playlisten te maken en losse nummers te luisteren, waar Come, Future zich ook wel voor leent, maar als geheel verliest het geen moment aan intensiteit. “De volgorde zit veel in, er zit een sterke ontwikkeling in van begin tot eind, de sound van de liedjes. Neem het einde, echt anders dan het begin, een slot. Ik hoop dat mensen het album helemaal luisteren, want het laatste nummer is wel één van mijn favorieten.” Een playlist maken is een kunst en Jimmie houdt daar net zo goed van. Met dat in gedachte is het album tot stand gekomen. “Als je het helemaal luistert ga je er helemaal in mee. Er zitten speciale overgangen in, het verveelt geen moment en ik hoop dat mensen er echt voor gaan zitten.”

LIVEDATA 16/03 Merlyen, Nijmegen 17/03 V11, Rotterdam 18/03 Paradiso, Amsterdam 27/04 Koningsdag @ Nieuwe Groenmarkt, Haarlem 29/04 Schoolrock Festival, Kontich (B) 13/05 Gebouw-T, Bergen op Zoom 10/06 Swim With The Current @ deSingel, Antwerp (B)

Tickets winnen voor V11 of Paradiso?

Mail ons de naam van de broer van Jo Goes Hunting! Doe dit naar prijsvraag@pinguinradio.com en jij staat binnenkort naar de playlist van Jimmi Jo Hunting te luisteren!