Interview: Orange Skyline is zijn cockiness nog niet helemaal verloren

Orange SkylineVoor degenen die Orange Skyline al wat langer volgen, kan het even slikken zijn. Al jaren bouwt de band een publiek op met op Engelse leest geschoeide rockmuziek, maar het debuutalbum laat plots een ander geluid horen. Elektronischer, maar ook doordachter en minder in-your-face. Deze omslag komt mooi naar voren in de playlists die ze half 2013 en begin 2017 samenstelden. De eerste is een fraaie bloemlezing van vijftig jaar Britse rockmuziek terwijl de tweede een stuk veelzijdiger is, met hiphop (Kendrick Lamar), R&B (FKA twigs), dance (LCD Soundystem), toch nog het een en ander aan rock (Pixies) en zelfs hitparadepop (Ariana Grande). Alle reden voor een goed gesprek en dus spreken we met Niels van der Wielen, lead-gitarist van Orange Skyline maar ook steeds meer een muzikale duizendpoot binnen de band.

Tekst Arnout de Vries

Oorspronkelijk is Niels van der Wielen vooral de gitarist van de band maar tegenwoordig bespeelt hij ook onder andere de synthesizer, arrangeert hij strijkers, en zingt hij zelfs af en toe (Embrace). Samen met zijn broer Stefan, de frontman van de band, schrijft hij de teksten van de band, waarbij ze elk hun eigen stempel op de muziek drukken. Hun beider studies dragen hieraan bij: Niels studeert namelijk aan het conservatorium en Stefan doet een literatuur-gerichte studie.

Geïnspireerd door hiphop, dance en R&B vindt de band een nieuw muzikaal pad

Orange SkylineMaar waar is die band vol bravoure eigenlijk gebleven? Van der Wielen legt het uit: “We maakten niet meer de muziek die we zelf tof vonden. We kwamen erachter dat we op weg naar concerten drieënhalf uur lang hiphop draaiden in de auto. Ja, dan krab je je wel achter de oren als je weer surfdeuntjes aan het spelen bent.” Bovendien was het onderdeel van de zoektocht naar een eigen identiteit: “Er zijn zoveel gitaarbandjes die een beetje springindie maken. Het komt mij echt m’n neus uit. We waren ook een beetje anoniem, vind ik. Maar dat is niet erg: het is gewoon een tocht die doorgaat, en ik ben blij dat we op het goede pad zitten.”

Op die tocht verorberde de band aanvankelijk vooral rockmuziek maar tegenwoordig lijken ze echte culturele omnivoren geworden te zijn. Ondanks dat de band vaak nogal ‘cocky’ wordt genoemd, toont Van der Wielen zich een aimabel persoon die bovenal een enorme passie voor muziek heeft. Meer dan een uur lang praat hij geanimeerd over een rijk palet aan invloeden; het ene moment spreekt hij zijn bewondering uit voor Kanye West of de Talking Heads, het andere moment haalt hij de bebop van Charlie Parker als voorbeeld aan, of vertelt hij over het shoegaze-album dat hij nog eens wil maken: met noise-gitaren, drumcomputers en falsettozang. Op het moment dat hij het blazergebruik van Bon Iver en Patrick Watson roemt, speelt ergens op de achtergrond, nauwelijks hoorbaar, My Way van Frank Sinatra. Meteen begint hij enthousiast over de sterke blazers die daarin zitten. Het is Niels van der Wielen ten voeten uit.Terug naar het nieuwe album: Things That I Hide. De titel doet een persoonlijk album vermoeden en de teksten bevestigen dat. Van der Wielen: “Dat is wel een verschil. De teksten zijn wat belevender. An Introduction (hun laatste EP, red.) was veel meer een objectieve benadering; subcultuurtjes, beschouwend. Ik denk dat er meer gevoel in deze plaat ligt.” Zo voelt Enemy voor hem als ‘jezelf goed tegenkomen’. Ook noemt hij Embrace en I Feel Fine als emotioneel beladen nummers. Teksten uitleggen doet hij echter niet graag. Over de muziek raakt hij daarentegen niet uitgesproken. Zo vertelt hij over Embrace: “Het is eigenlijk een heel raar nummer: het heeft wat trap-invloeden en wat orkestrale invloeden (met strijkers en piano), daarbij een stukje gitaar en dat een beetje met R&B-invloeden. Eigenlijk allemaal spontaan ontstaan.”

Orange Skyline 2
Ondanks de spontaniteit die Van der Wielen nog altijd koestert, wordt de invloed van zijn conservatorium-opleiding ook al snel duidelijk. Zo vertelt hij over de open akkoorden aan het eind van enkele nummers, over hun doordachtere manier van nummers schrijven (“ik heb veel geschreven met de bassist; dan schreven we eerst een dansbare, melodieuze baslijn, daaroverheen een topline, om uiteindelijk het middengebied als een soort puzzel in te vullen”), en zelfs over Beethoven-progressies aan het einde van Embrace. Pretentieus? “We zijn hyperpretentieus, daar deins ik niet voor terug. Ik denk dat dat nog steeds die Britse cockiness is: gewoon doen!”

De elektronica, de pretentie, het staat allemaal haaks op het lekker-rammen-gitaarbandje dat ze voorheen waren. Best gewaagd, want ze hebben net een doorbraak met Sound & Fury: het ene nummer dat nog wel goed op die oude stijl aansluit. Ook hier benadrukt hij de cockiness: ‘men noemde ons soms arrogante mannetjes. Ik denk dat dat er nog steeds wel in zit, maar dan in de harde keuzes die we maken. Zo van: fuck it, dit is totaal nieuw, het oude komt niet meer terug en hierna komt weer iets nieuws, deal er maar mee!” Enkele nummers op het album, voornamelijk Lost, verwijzen naar de nieuwe ik; ter illustratie begint hij bij de uitleg van Lost spontaan Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band te zingen. Sowieso gooit Van der Wielen er het hele interview lang de ene na de andere verwijzing uit, en aan het eind van het interview vat hij zo per ongeluk zijn eigen band goed samen, over Space Oddity van David Bowie: “dat basgeluid dat ineens veel te hard uit je speakers knalt en dat je je blijft herinneren: dat is een statement, en veel leuker dan binnen de lijntjes kleuren.”

LIVEDATA 18/05 Vera, Groningen 19/05 Paradiso, Amsterdam 20/05 De Helling, Utrecht

Interview: Black Honey en al het geluk van de wereld

Black Honey Black Honey @ Dauwpop

Het is een zonnige herfstdag in Brighton. Izzy B Phillips had dat niet verwacht, toen ze ‘s ochtends met traditioneel Brits hondenweer naar de studio vertrok. Of die klimaatverandering iets met haar band Black Honey te maken heeft, valt niet uit te sluiten: “Eén van mijn favoriete herinneringen aan shows is toen het ons in Rotterdam lukte om het weer te laten omslaan.”

Tekst LiveGuideNL | Thomas van Waardenburg

De zangeres refereert naar hun optreden in 2015 op Metropolis. “Het was niet alleen onze eerste gig buiten de UK, maar ook met het grootste publiek waar we ooit voor hadden gespeeld. De zon scheen de hele dag, behalve toen wij moesten spelen. Toen we tegen het eind van de show onze song Teenager speelden, brak de zon heel kort en onwijs fel door, waarna het weer keihard ging regenen. Het was prachtig!”

Backstage tattooshop
De shine die Black Honey al het hele jaar door pakt, is geen meteorologisch wonder. Daar zorgden singles als Madonna en het eerder genoemde Teenager wel voor. Ook het gebrek aan social media-timelines stond de buzz rondom de groep niet in de weg. Al runt de band de inmiddels wel een uiterst geslaagde Instagram-pagina. “Maar ik vind het eigenlijk nog steeds overbodig. Wij willen zelf alleen maar weten of onze favoriete bands nieuwe singles hebben in plaats van wat hun ontbijt was. Ik ben wel graag creatief bezig en dat kan je hier zeker tijdens tours mee zijn”, geeft Izzy toe.

Inmiddels heeft de frontchick ook een andere nieuwe hobby gevonden: tattoos zetten. “Ik heb bij een paar vrienden al een tattoo mogen zetten. Het zou nóg toffer zijn als ik dat tussen de shows door kon doen. Een klein zaakje in de backstage lijkt me wel wat.”Black HoneyOnline ergernis
Tattoos en de juiste filters op foto’s zetten, bieden Izzy ook de afleiding van haar grootste online irritatie: fout geschreven lyrics van de band. “Dat is echt verschrikkelijk! Ik heb ooit correcties naar een site gestuurd en vervolgens werd mijn verzoek afgewezen. Toen heb ik ons management ingeschakeld om de beheerders van die site te mailen met de juiste lyrics. Ik zou sterven als ik tijdens een show fans verkeerde lyrics hoor zingen! Dat is een absolute nachtmerrie voor elke songwriter, denk ik.”

De vier songs op de dit jaar verschenen EP Headspin en de recente video bij Hello Today hebben alle spotlights op Black Honey gezet. Voor een debuutalbum neemt de band nog even de tijd, maar Izzy kan het niet helpen om zich een klein beetje schuldig te voelen over hun succes. “Bowie, Prince en Cohen zijn allemaal dood, de Brexit is gebeurd en Donald Trump is de nieuwe president van Amerika. Het voelt alsof we al het geluk uit de wereld hebben gezogen voor onze band! Het is verschrikkelijk, maar tegelijkertijd geniet ik wel volop van de aandacht die we nu krijgen.”

LiveGuideLIVEDATA 24/01 Rotown, Rotterdam 25/01 Paradiso, Amsterdam (Sold Out)

Klinkt als: western-gekruide gitaarrock met genoeg kracht om Groot-Brittanië weer groot te maken

Het December/Januari-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Daarin onder meer interviews van De Staat, Sven Alias, Dans Dans en Cynbel.
Verder de rider van Canshaker Pi en uiteraard weer een nieuwe Fanboykwiz!

Interview Navarone: “It Shall be louder”

NavaroneWe hebben er een tijdje op moeten wachten, maar dan heb je ook iets: het nieuwe album Oscillation van Navarone. En gadverdamme, wat klink het toch weer lekker. De eerdere albums A Darker Shade of White (2012) en Vim and Vigor (2014) kregen al veel lof en uitstekende reviews. De vraag of deze plaat nog harder rockt, heeft de band met een teaser als Snake al wel een beetje beantwoord. Maar knalt de rest van het album net zo?

Tekst Sven Veldhuizen

Deze middag zitten wij met de heren van Navarone aan tafel in het Backstage Hotel te Amsterdam. We hebben het genoegen om met Bram (basgitaar), Merijn (zang) en Robin (drums) over hun nieuwe creatie te praten. Want zoals de meeste al wel zullen weten, presenteert Navarone op 20 januari het nieuwe album in Doornroosje te Nijmegen.

Willen jullie iets met de nieuwe plaat overbrengen?
“We zijn niet zo’n geëngageerde band. We hebben allemaal onze eigen gedachtes, geloofsovertuigingen, principes en smaken. Het is mooi om hiermee met elkaar te sparren en daarnaast is het tof om juist dit met het publiek te delen.”

“De ene keer komt iemand met een rifje, de andere keer is het echt een ‘band-ding’, en soms staat een liedje al helemaal in de stijgers”, vertelt Bram. Het verschilt dus per ‘liedje’ en zeker op deze plaat, laten ze alle drie weten. “De nummers van deze plaat hebben we misschien meer vanuit de tekst georiënteerd. Deze keer hebben we de gefocust veel meer op het schrijfproces en vormgeven van onze nummers gelegd”, vervolgt hij.navarone-persfotoHoe lang hebben jullie in studio gezeten?
“We hebben een heel voortraject gehad. Dit houdt in dat we samen met onze producer Joost van den Broek in de repetitieruimte aan onze liedjes werkte. Daarnaast hebben we met Soundwise (red. studio’s van Eric van Tijn en Jochem Fluitsma) per instrument gecheckt wat het beste voor de plaat zou zijn. Op deze manier probeerden we alles te tackelen zodat we in studio gelijk konden knallen”, legt Bram uit.

“Maar terugkomend op jouw vraag. Ik denk dat we bij elkaar 22 dagen in de studio hebben gezeten”, antwoordt Robin. En dat is niet gek. De heren hebben samen met de producer gekozen om meer ruimte te laten voor extra kleuring. Deze ruimtes worden op de nieuwe plaat ingevuld door onder andere: synthesizers, percussie, strijkers, blazers en een orgel. “Het orkestrale is iets wat wij met z’n alle mooi vinden en wat dicht bij ons ligt.”

En ja, het orkestrale hebben we al terug kunnen zien in de akoestische sessies van de band. Of ze bij de release van het nieuwe album (zéker niet akoestisch) met verassingen gaan komen, is een ding dat zeker is. Maar hoe of wat, dat houden ze nog lekker voor zich.

Wie zijn jullie voorbeelden of waar putten jullie je inspiratie uit?
“Het gaat alle kanten op. Het is niet echt één ding. Van ouwe rock tot progressief. Zo gebruiken we voor deze plaat bijvoorbeeld synthesizers. We hebben het heel open benaderd en hebben alles een kans gegeven. Daarom ook de titel keuze – Oscillation – voor het album. Zo heb je het middelpunt wat wij zelf zijn, en daaromheen heb je heel verschillende smaken en voorbeelden. Maar toch blijft het Navarone”, legt Merijn uit.

De studio laten de rockers even voor wat het is. Ze willen gewoon grúwelijk veel gaan spelen. Zo staan ze binnenkort op Eurosonic, hebben ze natuurlijk het release concert en geven ze nog een speciale albumproeverij. Eén ding is zeker: ze willen hun muziek aan het publiek laten horen. “Het is gewoon zo tof – en misschien klinkt het een beetje suf – maar door het publiek kunnen wij gewoon blijven spelen”, vertelt Merijn. “Daarnaast is het zo mooi om iets te delen wat je vet vindt en dat je zoiets samen kan doen. Zowel met de band als met het publiek”, vervolgt hij.

‘It Shall be louder’
De bovenstaande uitspraak ging gepaard met de teaser Snake, Het eerste nummer van het nieuwe album. “Wij zijn na het uitbrengen van het eerste album een beetje in een ‘classicrock’ hoekje gedrukt werden”, vertelt Robin. Maar als je de drie albums achterelkaar luistert, hoor je duidelijk de verschillen. Of het volgende album nog ‘louder’ gaat zijn, laten ze nog helemaal open. Maar wij durven te stellen, het rockt! En stevig ook.

LIVEDATA 13/01 Eurosonic Air, Groningen 20/01 Doornroosje, Nijmegen 21/01 Monsters of Mariaheide, Erp 03/03 Vera, Groningen 04/03 Rotown, Rotterdam 09/03 Effenaar, Eindhoven 10/03 Patronaat, Haarlem 11/03 De Helling Utrecht

Call It Off: “Het magische gevoel van de studio”

Na twee EP’s hebben de heren het voor elkaar gekregen om het album Abandoned te maken, die op 20 januari verschijnt. Het grote verschil? “We hebben beter over de nummers na kunnen denken, meer schrijftijd gehad en meer vlieguren gemaakt”, vertelt Call It Off. De heren hebben namelijk een tour door Europa en China gedaan. Hierdoor hebben ze elkaar beter zijn leren kennen, niet alleen op sociaalgebied maar zeker op muzikaal gebied.

Tekst Sven Veldhuizen

De mannen hebben bij elkaar anderhalve maand in de studio gezeten. Bijna elke dag waren de poppunkers in Ridderkerk te vinden. De studio van Robin van Loenen bleek de uitkomst te zijn voor de nieuwe plaat. Robin van Loenen, bekend van Destine, is een bekende voor de mannen van Call It Off. Zo hebben zij een keer een voorprogramma voor de Tilburgse rockband verzorgd.

“Robin had ons eerste EP’tje gehoord. Aan de hand daarvan was hij naar onze releaseshow Liars gekomen. Hij vond het optreden zo cool dat hij ons die avond had uitgenodigd om eens langs te komen in zijn studio. We hebben na die avond contact gehouden omdat we al een tijdje een full-length op wilde nemen. In onze ogen kon dat bij niemand beter dan bij Robin. Naast dat zijn eerdere werk goed op ons geluid aansloot, klikte het ook erg goed tussen ons en Robin”, legt de band uit.Willen jullie iets overbrengen het album?
“Meer fissa”, roept Lesley. “Ik denk dat wij vooral onszelf laten zien. Dit is Call It Off. Die eerste twee EP’s waren wij ook wel, maar dit zijn wij écht”, voegt Sergei eraan toe. Daarnaast willen ze punkrock terug op de radio. Wie weet is dit wel hun manier om dat te verwerkelijke.

Hoe verliep de productie?
“Om heel eerlijk te zijn een beetje saai”, legt de drummer uit. “Je bent na verloop van tijd over van alles en nog wat aan het miereneuke”, vervolgt hij. “Mierenneuken”, voegt lesley er lachend aan toe. Een mooi voorbeeld over wat de drummer waarschijnlijk bedoelde. Naast het ‘mierenneuken’ en de discussies die in de studio plaatsvonden, werden deze dingen snel weer vergeten. Want als de puzzelstukjes aan het eind van de dag naast elkaar werden gelegd werd iedereen ‘syked’. Dit alles noemen de heren: “Het magische gevoel van de studio”.

Hoewel het album al twee jaar uit blijkt te zijn, beloven de mannen zeker speltakel 21 januari. “We zijn een band die altijd vol gas door blijft gaan. Naast Abandoned spelen we ook nieuwe nummers”, vertelt Maurice. “Daarnaast zit er al weer een nieuwe aan te komen”, vervolgt hij soepel. Ze weten nog niet precies wanneer, maar het kan goed zijn dat binnen nu en twee jaar een tweede album van Call It Off komt.

Wie zijn jullie voorbeelden?
“Pioniers van de poppunk zoals: Green Day, NOFX, Blink 182 zijn natuurlijk bronnen van inspiratie. Maar ook Johnny Cash vinden wij erg tof. Zo zitten er op de nieuwe plaat heel veel country licks”, legt Sergei uit.

Call It Off staat binnenkort op Eurosonic Noorderslag te shinen. Maar daar blijft het niet bij zeggen de heren. Er staan erg veel optredens voor in de zomer gepland. Waar en wanneer houden ze nog even voor zichzelf. Een ding is zeker, het wordt ‘fissa’. Enkele weken geleden stonden de heren in 013, Tilburg en hebben ze laten zien dat ze deze uitspraak ook waar kunnen maken.

De albumrelease is op 20 januari, maar voor wie het live allemaal wil meemaken moet 21 januari naar Dynamo, Eindhoveeeeeen!!!

LIVEDATA 11+13+14/01 Eurosonic Noorderslag, Groningen 15/01 Afterslag @ Gigant, Apeldoorn 21/01 Dynamo, Eindhoven (Release Show) 12/02 Melkweg, Amsterdam 18/08 Nirwana Tuinfeest, Lierop

Interview Tangarine: “Voor ons is het ook een echte roadmovie”

TangarineOm letterlijk en figuurlijk een stap verder te komen, staken Arnout en Sander Brinks voor een nieuwe plaat van Tangarine hun nek behoorlijk uit. De tweelingbroers leenden overal geld voor een overtocht naar de Verenigde Staten, om de liedjes voor There And Back te perfectioneren in een rondreis met een camper en op te nemen met de band Calexico.

Tekst Mania | Ruben Eg

“We hadden heel erg het verlangen om in een andere omgeving te zijn, omdat we bang waren hier vast te roesten. Want dat gevoel kregen we een beetje’, vat Arnout de aanleiding voor het Amerikaanse avontuur van Tangarine samen. Na de opwinding over Seek & Sigh, het twee jaar geleden debuut voor Excelsior Recordings, leek een herhaling van zetten het folkduo niet echt verder te brengen. Nieuwe inspiratie was daarom nodig, ingegeven door een andere omgeving met andere mensen. ‘We zijn ook verhuisd, van Assen naar Zwolle. Maar voor een nieuwe plaat wilden we graag schrijven en opnemen in een ander land.”

Hoe kwamen John Convertino en Joey Burns van Calexico in beeld?
“Zij hebben een bepaald geluid dat wij heel tof vinden en ook erg in de flow waarin wij zaten paste. John en Joey konden onze liedjes een extra laag geven, qua gevoel en helemaal qua instrumentarium. Het leest voor ons heel nauw. Vooral omdat we gewend zijn met zijn tweeën te spelen. Daarom kun je niet zomaar een drummer bij ons neerzetten. Het moet iemand zijn die ons kent, en wiens stijl past bij ons gitaarspel. Dat hebben wij inmiddels wel ontdekt.”

En toen maar Calexico gebeld?
“Wij hebben dezelfde geluidsman: Jelle Kuiper. Hij zei: “Praat eens met John en Joey”. Na een optreden van hen in Brussel hebben we zitten babbelen. Heel tof. We deelden echt dezelfde muzieksmaak. Joey vroeg toen waarom we niet naar Tucson in Arizona kwamen om in hun studio een nieuwe plaat te maken. Sindsdien hebben we liedjes uitgewisseld. Zo kregen we de ritmesectie van Giant Sand, de oude band van John en Joey, op de plaat.”In januari vertrokken jullie naar de VS, zag ik op de Facebookpagina van Tangarine. Opvallend genoeg veranderden jullie foto’s toen, van kleur naar de zwart-witte zoals die nu in het artwork van de plaat staan. Bewust?
“We dachten: als we met andere mensen willen werken en in een ander land willen zijn, dan willen we ook andere foto’s. Zwartwit past volgens mij goed bij deze plaat. Alle foto’s hebben we zelf geschoten, met een statief. De video van de single Things Go Like This Anyway hebben we er ook zelf mee gemaakt. De volgende clip gaan we ook zelf doen. Het is maar een vrij simpele camera. Een andere videoclip was misschien juist heel slecht geworden met dat ding. Liedjes, foto’s, video’s; alles begint met een goed idee.”

Jullie zijn niet direct naar Tucson gegaan?
“Het idee was om ons te laten inspireren door Amerika. We hadden al veel liedjes, maar niets was echt klaar. Daarom bleven we een paar maanden in de States, om tijdens een rondreis in een camper verder werken en nieuw materiaal te schrijven voor we de studio van John en Joey in doken. Uiteindelijk hadden we gigantisch veel ideeën. Een stuk of dertig hebben we tussentijds naar Joey gestuurd. Van die dertig hebben we er zestien opgenomen, en zijn er elf op de plaat terechtgekomen.”

Je zou verwachten dat There And Back daarom een soort reisverslag is?
“Voor ons is het ook een echte roadmovie; een dagboek die je onderweg bijhoudt. De plekken waar we waren en achter ons lieten waren heel bepalend voor de liedjes. My Friend gaat over afscheid nemen, Everything Is Different Now over verandering. We hebben het de laatste tijd best wel moeilijk gehad om een soort thuis te vinden. Onderweg zijn inspireerde. Elk liedje op de plaat heeft een verhaal over wat we onderweg tegenkwamen en de mensen die we hebben ontmoet.”TangarineOok gestopt voor wat optredens?
“We hebben een paar shows gegaan. En onderweg liedjes aan mensen laten horen, bijvoorbeeld door ze in de camper uit te nodigen en voor hen te spelen. Daardoor ontstonden veel leuke ontmoetingen. We zijn ook bij mensen die we hadden uitgenodigd thuis geweest. Een figuur dat bleef hangen nodigde ons weer uit bij hem thuis, in Dallas. Bij hem moesten we ook in de tuin op schijven schieten, wilde hij. Heel raar voor ons al die geweren in huis, maar in Dallas kennelijk weer vrij gewoon.”

Je zei net dat het lastig is een soort thuis te vinden. Wat bedoelde je daarmee?
“Deze toffe samenwerking en er tussenuit hadden we gewoon even nodig. Met andere mensen zijn. Wij vinden onze muziek erg Amerikaans, hoewel Amerikanen onze muziek juist heel Europees noemen. Maar werken met muzikanten met Amerikaanse roots in hun bloed was goed voor ons. Er hing ook wel wat vanaf. We wilden deze plaat maken, hoe dan ook. Eigenlijk zijn we bankroet. Maar we hebben het wel gedaan.”

Bankroet?
“We hebben geld moeten lenen bij mensen om dit te kunnen doen. Zoiets is niet goedkoop. Maar als we iets willen, dan moet het gewoon gebeuren. Dan maar op deze manier. Toch hebben we totaal geen druk gevoeld in Tucson. Het was heel ontspannen en organisch. De manier en hoe je muziek vastlegt is het belangrijkste. Een liedje opnemen heeft sfeer nodig.”

LIVEDATA 22/12 Gebouw T, Bergen op Zoom 30/12 Fluor, Amersfoort

Vanaf februari 2017 gaan de heren op een uitgebreide theatertour door heel Nederland.

Interview Dans Dans: “Die mooie meisjes spreken mij wel aan”

Dans Dans“We verstaan u niet zo goed”, antwoordt drummer Steven Cassier op de vraag hoe de tour verloopt. Het Belgische drietal is op tour door Duitsland. Wanneer de verbinding stabiel is, brandt hij los.

Tekst LiveGuide | Kees Braam Foto Philippe Werkers

“Die naam slaat eigenlijk nergens op. We deden ooit mee aan een bandwedstrijd onder een behoorlijk droevige naam en waren ons er al snel van bewust dat er iets nieuws moest komen. Dat is geheel betekenisloos Dans Dans geworden”, giechelt gitarist Bert Dockx. De voormalige bandnaam blijkt lastig te achterhalen. “Nee, die is echt te beschamend voor woorden”, zegt Bert.

Dan schakelen we maar weer terug naar de huidige tour. “Momenteel zijn we in Lübeck en daarna gaan we door naar Hamburg en Kiel. Als de Duitse shows erop zitten, volgen Zwitserland, Denemarken en Nederland.”dans-dans-sandHun experimentele, hypnotiserende jazz bracht de heren al eens naar North Sea Jazz en dat kon de Belgen wel bekoren. “Vooral al die mooie meisjes spreken mij wel aan”, vertelt Bert, die op de achtergrond overstemd wordt door zijn gierende collega’s. “Ik geloof dat het Nederlands publiek zeer direct is”, zegt Steven. “Als ze iets niet te pruimen vinden, laten ze dat gelijk blijken. Maar als ze het fantastisch vinden, merk je dat ook.”

Voor het vierde album Sand putte de groep inspiratie uit artiesten als David Bowie, Nick Drake en zelfs Ennio Morricone. “Dat zijn heel uiteenlopende artiesten”, lacht bassist Frederic Lyenn Jacques. “Maar alle invloeden komen samen in ons oefenkot.”

Het schrijfproces verloopt naar eigen zeggen heel intuïtief. “We leggen alle melodische en ritmische ideeën op tafel en puzzelen tot we een schets hebben. Die schetsen gebruiken we vervolgens om live veel mee te improviseren.” Daarmee zal de band, ondanks dat er binnen de groep van dansen geen sprake is, het Nederlandse publiek ongetwijfeld in beweging krijgen.

liveguide-dec-janLIVEDATA 07/12 Muziekgieterij, Maastricht 09/12 Axes Jazz, Eindhoven 10/12 Gebouw-T, Bergen op Zoom 18/12 EKKO, Utrecht 20/12 Merleyn, Nijmegen 21/12 Bitterzoet, Amsterdam

Klinkt als: hypnotiserende jazz vanuit de Belgische Sahara

Het December/Januari-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Daarin onder meer interviews van De Staat, Sven Alias, Black Honey en Cynbel.
Verder de rider van Canshaker Pi en uiteraard weer een nieuwe Fanboykwiz!

Interview Saxon: “Wij zijn geen haarsprayband meer!”

SaxonIron Maiden, Def Leppard en Saxon waren de voornaamste exponenten van de New Wave Of British Heavy Metal stroming, eind jaren zeventig, in Engeland. Saxon, opgericht in 1977, toen nog onder de naam Son Of A Bitch, bracht hun debuutalbum uit in 1979, gevolgd door klassieke Saxon albums zoals Wheels Of Steel, Strong Arm Of The Law en Denim And Leather.

Tekst Martien Koolen

Bijna 40 jaar later is Saxon nog steeds zeer actief in de muziekwereld, vorig jaar verscheen hun 21ste studio album en kortgeleden ‘lanceerde’ de band een nieuwe live album getiteld Let Me Feel Your Power. Saxon is nu op tournee, ter promotie van het nieuwe Battering Ram album en voor de show in 013 te Tilburg had ik de gelegenheid om met frontman/zanger Biff Byford te spreken.
Biff: “In 2019 bestaat Saxon al 40 jaar, dat is toch eigenlijk ongelooflijk, niet waar?”

Zijn er nog speciale dingen gepland voor dat jubileum?
Biff: “Niet echt, waarschijnlijk zijn we dan gewoon weer op tournee, business as usual. Ha ha.”

Zo veel optredens in zo veel landen in steden, wat is de ‘beste’ stad/plaats waar Saxon ooit opgetreden is?
Biff: “Op deze tournee bedoel je, of in al die jaren? Ik weet het echt niet… het is gewoon fantastisch om voor de eerste keer in een ander land dan de UK te spelen; dus de eerste keer in Japan en de USA was echt super. Japan is in ieder geval een fantastisch land om op te treden met een zeer apart die hard publiek.”

Is er een duidelijk verschil in reacties van het publiek in verschillende landen zoals Japan, Amerika of Nederland bijvoorbeeld?
Biff: “Ik denk het eigenlijk niet, niet in mijn beleving of ervaring. Vroeger was het publiek in Nederland heel anders en dat had te maken met het feit dat het hele publiek stoned was, ha ha, maar dat is trouwens wel veranderd. De grootte van het publiek is wel van invloed op de sfeer van het concert; veel mensen betekent vaak veel energie; dus een lekker concert. Vanavond is de zaal voor 80% gevuld, dus dat is wel ok.”

Wat is de ‘slechtste’ plek/plaats waar je ooit bent opgetreden?
Biff: “Dat valt wel mee, in een echt shithole hebben we nog nooit gespeeld…. Eh, misschien toch wel, in Temple. Texas was het echt abominabel ….”

Wat was je meeste gênante ervaring tijdens een optreden in al die jaren?
Biff: “eh…. Omvallen op het podium tijdens een nummer; gelukkig gebeurt dat niet al te vaak, want dan is het natuurlijk ook niet leuk meer.”

Hoogtepunten uit je lange carrière?
Biff: “Alles is eigenlijk een hoogtepunt in onze lange carrière; toen we nog jong waren hadden we echt veel succes en dat was super. Het feit dat nog steeds veel mensen ut Tilburg onze muziek willen horen en waarderen zegt ook wel iets over onze status als rockband. In Duitsland en Japan doen we het trouwens ook nog steeds erg goed.”SaxonHoe moeilijk is het om een setlist te maken omdat je de keuze hebt uit maar liefst 21 albums?
Biff: “Heel moeilijk, dus, want je moet altijd de ‘hits’ spelen, dat is gewoon een must. Onze jonge fans kennen de oude Saxon nummers allemaal via Spotify, maar ze willen deze tracks nu ook wel eens live horen. Dus het is vaak moeilijk om een goede keuze te maken omdat we natuurlijk ook nog nieuwe songs willen spelen. Helaas kun je het nooit iedereen naar de zin maken, maar so be it.”

Wie beslist uiteindelijk over de setlist?
Biff: “Ik, ja, ik ben de ultieme baas over de setlist, want ik moet al die nummers tenslotte zingen!”

Je bent niet meer de jongste, dus hoe gaat het je af om bijna elke avond twee uur lang te zingen?
Biff: “Dat gaat eigenlijk wel goed, soms verbaas ik mij zelf, want we zijn nu al weer een tijdje op tournee en het gaat nog steeds prima. Helaas ben ik vanavond een beetje moe, maar ja. Je weet hoe dat gaat, on the road, je bent als band veel bij elkaar in kleine ruimtes en je hebt zo alweer een kou gevat, of je wordt moe van te veel alcohol of je gebruikt te veel vreemde substanties… Soms is het tourleven gewoon erg vermoeiend en/of saai, helaas.”

Wat is je grootste geheim?
Biff: “Ik denk dat iedereen wel een zogenaamd ‘dark secret’ heeft, misschien zelfs meer… Bij deze; ik moet altijd iets blauws aan doen in een vliegtuig, vraag me niet waarom.”

Waarom is het aangenaam om in een rockband te spelen?
Biff: “Ik denk, het spelen van je muziek, nieuwe songs schrijven en natuurlijk het feit dat er mensen zijn de jouw muziek mooi vinden en waarderen. Je eigen nummers voor een uitzinnig publiek spelen geeft mij nog steeds een geweldige kick, het geeft mij gewoon heel veel positieve energie, dus ik ga er nog wel even mee door.”

Wat is er minder leuk aan het leven van een rockmuzikant?
Biff: “Wachten is gewoon het ergste; 22 uur per dag wachten op 2 uur spanning en sensatie; maar je raakt er wel aan gewend na al jaren.”

Wat doe je tijdens het wachten dan?
Biff: “Ik werk aan de setlist, lees veel, luister naar muziek, maar normaal gesproken sta ik pas om 12:00 op, dus dan is de dag al half voorbij.”

Wat voor muziek luister je naar dan?
Biff: “Dat hangt een beetje van mijn stemming af, ik luister naar allerlei soorten muziek, Pantera, Eagles, Led Zeppelin; ik houd vooral van goede muziek.”

Welk nummer moet er op je begrafenis worden gespeeld?
Biff: “Weet ik echt niet, dat moet mijn vrouw maar bepalen; ik heb er echt nog niet over nagedacht.”

Hoe ben je eigenlijk in de muziekwereld terechtgekomen?
Biff: “eh… mijn moeder was muzikante, ze speelde piano en ik ben begonnen met gitaarspelen en nu speel ik de fluit.”

Welke 3 albums neem je mee naar een onbewoond eiland?
Biff: “eh… een boxset van Led Zeppelin, een blues boxset en een boxset van Yes. Ik ken de jongens van Yes erg goed, vooral Rick Wakeman is een goede vriend van mij. Paul Quinn en ik hebben ooit in een prog rock band gespeeld. Binnenkort gaat Wakeman met Rabin en Anderson op tournee en ik ga zeker een concert van hun bezoeken.”

Wat je favoriete Saxon album?
Biff: “Battering Ram bevalt mij heel erg goed, maar ik vind eigenlijk een paar albums er een beetje boven uitsteken, zoals Metalhead bijvoorbeeld; dat is een nogal donker album, vandaar… Maar dit soort dingen kun je eigenlijk beter aan de fans overlaten, laat zij maar uitmaken wat het beste Saxon album is.”

Welk nummer zing je live het liefste?
Biff: “Geen voorkeur, we hebben zoveel songs en die gaan over zo veel verschillende thema’s en onderwerpen. Het hangt soms af van de atmosfeer in de zaal of de stemming in de band. We zijn in ieder geval geen haarspray band meer.”

Hoe belangrijk zijn de teksten van jullie songs?
Biff: “Heel belangrijk, want anders wordt het nummer toch gewoon bull shit. We schrijven over van alles, geschiedenis, oorlog, zeg het maar. Queen Of Hearts van ons laatste album is gebaseerd op het boek Alice in Wonderland; dus het kan alle kanten op.”

Toekomstplannen?
Biff: “Een nieuw album. Saxon is geen voorspelbare band, dus wacht maar af wat er verder nog gaat gebeuren. We proberen steeds ons publiek en de muziekpers te blijven verassen.”

Dank.
Biff: “Jij bedankt voor je interesse in Saxon.”

LIVEDATA
02.12.16 DE – Osnabrück, Hyde Park
03.12.16 DE – Oberhausen, Ruhrpott Metal Meeting
04.12.16 DE – Leipzig, Hellraiser
05.12.16 DE – Saarbrucken, Garage
06.12.16 DE – München, Backstage Halle
07.12.16 AT – Vienna, Simm City
09.12.16 CH – Pratteln, Z7
10.12.16 DE – Geiselwind, Christmas Bash Festival
11.12.16 SI – Ljubljana, Kino Siska
13.12.16 IT – Bologna, Zona Roveri
14.12.16 IT – Milan, Live Club
16.12.16 ES – Bilbao, Santana 27
17.12.16 ES – Madrid, San Miguel
18.12.16 ES – Barcelona, Razzmatazz
20.12.16 FR – Lyon, Le Transbordeur
21.12.16 FR – Lille, Le Splendid
22.12.16 BE – Antwerp, Trix

Interview met Anton Newcombe van The Brian Jonestown Massacre

Brian Jonestown MassacreWie The Brian Jonestown Massacre alleen kent van de ruzie met The Dandy Warhols, de begintune van de HBO-serie Boardwalk Empire en als kraamkamer van de Black Rebel Motorcycle Club, moet nog een hele wereld ontdekken. Bandleider Anton Newcombe is al enkele jaren clean, en vanuit zijn studio in Berlijn productiever dan ooit. Onlangs verscheen het album Third World Pyramid, in december volgt al de opvolger Don’t Get Lost.

Tekst Mania | Ruben Eg

Over de mystieke Newcombe (49) doen al vanaf zijn debuut Methodrone de wildste verhalen de ronde. Niet allemaal waar, zoals die over de diep gekoesterde haat tegen generatiegenoten The Dandy Warhols, maar allemaal wel met een kern van waarheid erin. ‘Ik wil mij écht niet gedragen als een rockster. Maar bij zoiets ga ik door het lint’, haalt de zanger een recent incident op het festival Desert Daze in het Joshua Tree National Park aan.

Newcombe kreeg het daar aan het begin van het optreden met zijn band behoorlijk aan de stok met een geluidsman. “We moesten nog soundchecken toen er al duizend man voor het podium stond”, ergert Newcombe zich een week later nog steeds. “Als eindelijk de microfoons aan beurt zijn, vraag ik twee keer waar de geluidsman staat als hij roept mijn microfoon te testen. ‘Dan niet!’, snauwt hij terug, samen met allemaal gepiep door de speakers. Het hoeft van mij allemaal niet perfect te gaan, daar ben ik op tournee wel aan gewend. Maar zoiets? Die lui achter de schermen hebben het hele festival voor mij verpest. En we leven al in zo’n crazy world, niet?”Brian Jonestown MassacreJe werkt sinds enkele jaren in Berlijn. Hoe ben je daar terechtgekomen?
“Ik woon hier met mijn vrouw en zoon. Berlijn is cool. Niemand valt mij hier lastig. Ik ben onzichtbaar, kan met mijn eigen gedachten rondlopen in de vele parken. Ik spreek niet eens Duits! Hiervoor zat ik altijd in hotels op IJsland, waar ik de studio van Björk huurde, dronken werd en platen opnam. Mijn studio in Berlijn staat in een aparte flat, met een woonkamer, keuken en slaapkamer erin. Muziek maken is geen baan, het is mijn leven. In Berlijn geven ze jaarlijks een miljard dollar uit aan kunst. Het is mooi om in zo’n samenleving te wonen.”

Inspireert Berlijn je muzikaal ook?
“De stad is vooral interessant. Iedereen vraagt mij steeds naar de muziekscene hier. Maar die is er niet echt. Er komt gewoon van alles langs. Ik bezoek ook niet echt concerten. Mijn leven is simpelweg hier. Wel vind ik het prettig om in de nabijheid van internationale, Europese mensen te werken. Ik wil eigenlijk in elk land opnemen. Zonder regels. Ik doe een moord om met iemand in het Nederlands op te nemen. Bands bij jullie proberen veel in het Engels. Maar ik wil het graag eens in het Nederlands.”

De Kift lijkt mij een prima band voor jou.
“Hoe schrijf je dat? K-I-F-T? Cool. Ik zoek ze direct even op Discogs. Iedereen wil die Hollywood-cultuur altijd maar. Geef mij liever iets anders.”

Third World Pyramid en Don’t Get Lost verschijnen kort na elkaar. Een productieve periode?
“Ik ben altijd erg productief geweest. Maar na een lange tour met The Brian Jonestown Massacre en Tess Parks heb ik in korte tijd veertig nummers geschreven. Ik wilde daar twee albums van maken: een korte en een lange. Third World Pyramid moest meer zijn wat mensen van mij zouden verwachten. Je hoort nu: ‘Third World Pyramid is goed, maar niet mijn favoriete plaat’. Maar straks komt met Don’t Get Lost iets wat ze totaal niet zouden verwachten van mij. Ik denk vaak na over hoe mensen naar mijn platen luisteren. Al die scenario’s doorloop ik in mijn hoofd.”

Een album dat men niet van jou verwacht?
“Het ene nummer heel psychedelisch, erg I Am The Walrus. En dan weer een heel motorische song. Een plaat waarbij je niet weet wat het volgende nummer wordt. ‘Zit hij nu in de oosterse muziek, of luistert hij The Rolling Stones?’ Geen van beide dus.”

Hoe begin jij doorgaans aan een nieuwe plaat?
“Muziek is overal. Ik haal ideeën voor een nummer uit geluiden. In één noot op het orgel van oma hoor ik al een nummer. Of zomaar blazen in een fluit. Er zitten liedjes in de lucht, zonder al te hippie te willen zijn. Als je het hoort pak je het, en werk je het intellectueel uit. “Wat als ik vrolijke teksten bij sombere muziek plaats?” Ik werk wel snel. Ik kan in de metro in de microfoon van mijn iPhone zitten hummen om snel een melodie vast te leggen. Een deel van de magie gaat ook per ongeluk. Ik pak nooit een plaat en wil dan The Jesus and Mary Chain ofzo zijn. En ik wil ook niet zoals The Stone Roses één plaat maken die iedereen zich later herinnert, maar verder niets. Live wil ik die magie samen met het publiek creëren. Een jazzconcept. Van: je moet er bij geweest zijn.”

Duren de shows van The Brian Jonestown Massacre daarom ook steeds drie uur?
(lacht) “Ik heb er tachtig shows van drie uur op zitten. ‘Ben je gek ofzo?’, vroegen boekers eerst. Maar zo wil ik het. Je kunt laten zien hoe snel de tijd gaat. Tijd is zó elastiek. Als je van je fiets valt lijkt het uren te duren voor je op de grond ligt. En een concert van drie uur kan zo voorbij zijn.”

Jouw muziek is erg beeldend. Wordt het daarom vaak gebruikt in films en series?
“Ik wil graag meer aan films werken. Ik praat vaak met schrijvers over goede filmideeën van mij, in de hoop dat ze die stelen. Goede films worden niet meer gemaakt. Ik vloog laatst met Virgin Atlantic. Tijdens de hele vlucht hadden ze niet één film die ik wilde zien. Alles is gemaakt voor domme mensen. De wereld is zo slecht geworden. Muziek kan een goede film geweldig maken. Stomme films waren niet zonder geluid, want er zat muziek onder. Nu stapt Batman in een BMW, neemt een Coca-Cola en draait Katy Perry. Dat maakt een film écht niet beter. Audrey Hepburn die Moon River op een akoestische gitaar zingt, en niet eens goed; dáár herinner je Breakfast At Tiffany’s om. Er is meer geld en er zijn meer hd-camera’s, makkelijke montagesoftware en streamingplatformen dan ooit. En toch wordt er alleen maar shit gemaakt. De echte armoede is het gebrek aan ambitie en stijl.”

Interview The Sore Losers: “It’s Fucking Magic”

The Sore LosersPinguin Radio presents
The Sore Losers

===> Win Hier Tickets voor Pinguin Radio presents The Sore Losers

The Sore Losers zijn terug met hun derde studioalbum Skydogs, die werd afgelopen voorjaar op 18 maart gereleased. Ze hadden zin om een echte rock ‘n roll plaat te maken en dat is ze gelukt. Betere songs en meer de kern blootgelegd van wie ze zijn en wat ze doen. Na een uitverkochte release show in AB en een succesvolle festivalzomer kondigen The Sore Losers tevens een uitgebreide najaarstournee aan. Naast de gekende Belgische zomerfestivals hebben The Sore Losers ook een geslaagde passage gemaakt in Nederland op Pinkpop en Down The Rabbit Hole. Dit bevestigen ze met een Nederlandse club tour als headliner.

Tekst Martje Schoemaker Foto Toon Aerts

En daar praten ze dan ook voluit over, op een zonnige middag in Amsterdam Noord. “Het is een metier, aan de ene kant leert ge als jong manneke, leert ge een instrument spelen. En een song schrijven moet ge ook leren. Dus het is logisch dat ge er beter in wordt.” Vertelt Cedric Maes. De heren schrijven wat ze willen, maar gaan vooral voor een bepaalde vibe. “Voor mij moet het niet allemaal Morrisey zijn. Niets tegen Morrisey hoor! Hij doet dat echt heel goed. Maar ik heb dus geen enkele nood om daar iets aan toe te voegen en de grote boodschap uit te hangen.”

Het is een rock ‘n roll band en die schrijven dus rock ‘n roll liedjes. Een proces waar ze als band gelukkig de juiste ingrediënten voor hebben. “Je weet gewoon dat het klopt. Gelijk als ge verliefd wordt. Als ge verliefd wordt dan gaat gewoon alle logica weg, dan weet ge ‘ja, ik ben verliefd’.”
The Sore Losers hebben dus juist dat, het samen in een hok spelen en de ene keer gebeurt er iets, dan ontstaat er een spark, en dan kijken ze elkaar alle vier aan en dan weten ze het; dit is het. “It’s fucking magic.”The Sore LosersDe samenwerking met Dave Cobb, ook wel bekend als ‘Nashville’s Rick Rubin’ was een groot risico. Ze hadden een goed gevoel bij hem, en hij met hen. Maar het blijft toch een grote stap om hem hierheen te laten komen. “Ongelooflijk maar waar. Vanaf dag 1 in de studio, klikte het zo goed, dat hij zelf al die spark al mee aanvoelde met de band. En dat is een risico, want voor hetzelfde geld was dat niet gebeurd. Maar daar waren we ons ook van bewust.” Het resultaat, Skydogs, bewijst dat de band ‘duzend procent’ gelijk had om met hem samen te werken.

Als een stel jonge ‘sky’ honden zitten ze vol trots te vertellen over het nieuwe album. De enige competitie die ze voelen is met zichzelf. Ieder volgend optreden kan en moet beter. Zo ook met hun albums. Deze nummer drie is weer beter dan de volgende. En zo zal nummer vier ook weer beter worden dan Skydogs. “Als wij als ons vieren het gevoel hebben van ‘Yes’, deze plaat is beter dan de vorige, dan hebben we gewonnen. We hadden echt niets anders willen doen dan dat we gedaan hebben.”

PINGUIN RADIO PRESENTS THE SORE LOSERS

LIVEDATA 18/11 Poppodium Volt, Sittard 19/11 Gebouw-T, Bergen-Op-Zoom 24/11 Grenswerk, Venlo + Paceshifters 25/11 Bibelot, Dordrecht + Paceshifters 09/12 Altstadt, Eindhoven 10/12 Merleyn, Nijmegen 14/12 Rotown, Rotterdam

LIVEDATA België 27/11 Vosdag, Gent  30/11 Het Depot, Leuven + DeWolff 02/12 De Casino, Sint-Niklaas + Birth Of Joy 08/12 Reflektor, Liège 16/12 De Kreun, Kortrijk + Birth Of Joy 17/12 Muziekodroom, Hasselt + Paceshifters

Interview Xander and the Peace Pirates: “Dit is het nieuwe rock ‘n roll!”

Xander And The Peace Pirates11:11 heet het debuutalbum van Xander and the Peace Pirates, en komt uit op de elfde van de elfde. En het gekkengetal blijft terugkomen in de levens van de band. Het album is soulrock, of rocksoul, maar ook wat blues, zolang het maar om die gitaren gaat. Er is geen Rammstein in de productie te vinden, hoewel Stu Xander dat misschien wel had gewild, roepen zijn band maatjes op de achtergrond.

Tekst Martje Schoemaker

“De opnames voor het album hebben we in twee sessies van elf dagen gedaan!” Maar dat is niet waarom ze het album zo genoemd hebben. “We realiseerden ons dat pas later. Maar nummer elf blijft maar terugkomen in onze levens.” Ze zijn dan ook blij verrast om te horen dat de elfde van de elfde in Nederland, tenminste onder de rivieren, het begin van het Carnaval seizoen betekent. In Engeland is het Armistice Day, oftewel het einde van de oorlog (de eerste welteverstaan). En, ook niet geheel onbelangrijk, het is het gekkengetal. Gitarist Mike Gay die zich bij de broers Xander heeft aangesloten begrijpt dat wel, dat van die gekken. Stu Xander: “Voor ons betekent het een nieuw begin, op verschillende momenten in ons leven. Dus de perfecte datum om onze plaat uit te laten komen.”

11:11 is opgenomen in de Wisseloord Studios, waar de jongens van de band mede terecht zijn gekomen doordat Stu een sigaret bietste van Fred (studiomanager van de Wisseloord Studio’s) en aan de praat raakten. Xander and the Peace Pirates zijn ontdekt door de grote baas van Gibson (Henry Juszkiewicz), je weet wel, van die gitaren. Over een lucky break gesproken… Die zorgde ervoor dat er een demo bij Eddie Kramer (producer oa. Jimi Hendrix, Led Zeppelin, Rolling Stones) terecht kwam, en ook hij was direct razend enthousiast. Waarom dan toch niet met hem de studio ingedoken? “Eén van de redenen dat het zo lang heeft geduurd voordat het album af was, was het hele zakelijke gedeelte. We zouden met Eddie de studio ingaan, maar dan moesten we naar L.A. Dat ging op het laatste moment, om jawel en helaas, financiële redenen niet. Maar we zijn uiteindelijk zo blij met de opnamesessies en het eindresultaat uit de Wisseloord Studios.”Xander and the Peace PiratesGrote verrassing voor de band was het Metropool Orkest, die in de studio naast hun bezig waren met opnames voor een reclame, toen zij bezig waren Are We Here op te nemen. “We wilden opeens heel graag strijkers erbij hebben. Mike heeft toen een vriend van hem in New York opgebeld en die heeft meteen die avond nog het strijker-stuk gearrangeerd. Toen we de volgende dag het Metropool Orkest vroegen of ze het voor ons wilde inspelen tussen de opnames door, was dat geen enkel probleem.” De kracht van muziek laat ook de muzikanten zelf niet onberoerd. Zodra het strijk-gedeelte klaar was en Stu het hoorde, begon hij te huilen. “Hier was ik constant over aan het denken, strijkers bij dit nummer. Het voelde dan ook als een droom toen het er echt op stond.” En, verrassing! Er waren elf leden van het orkest aanwezig die het hebben ingespeeld.

Dat het allemaal wat langer duurde vinden de jongens niet zo erg. Eentje is tussendoor getrouwd, de ander is net vader geworden. “Dit is het nieuwe rock ‘n roll! De maatschappij veranderen en normaal zijn. Nee joh! We hadden al gezinnen en we zijn één grote familie. Iedereen is erbij betrokken, we doen dit echt samen. En daarbij is iedereen om ons heen ook muzikant! Daarbij, dit is wat we altijd al hebben gedaan. En weet je wat de echte truc is? … Beter betaalde optredens krijgen, dan hoeven we er minder te doen!”

LIVEDATUM 14/11 Melkweg, Amsterdam