Interview: Bombay laat z’n tanden zien

BombayEen mysterieus meisje met naast haar een stoere hond staart de lens in. Bombay, Show Your Teeth staat er onder. Het artwork van de nieuwe langspeler van de Amsterdammers zegt eigenlijk al genoeg. De plaat staat bol van de onderhuidse spanning. Spanning die de bandleden ook voelde tijdens het maken van de plaat. De samenstelling van de band bereikte z’n houdbaarheidsdatum. Drumster Linda van Leeuwen verliet na de opnames het schip en is vervangen door Lisa Ann Jonker.

Tekst Milo Lambers Foto’s Nick Helderman

Tegenover ons zit nu een band vol overtuiging, zelfvertrouwen en energie. “Alles zit goed. Deze karakters passen bij elkaar”, zo zegt multi-instrumentalist en songwriter Mathias Janmaat zelfverzekerd.
De spanning die de band lange tijd beheerste horen we wel terug op de plaat. “Het laatste jaar zat het intern in de band niet goed. Er was veel onderhuidse spanning. Dat hoor je terug in de muziek. Songs als Slow-motion gaan over in een bad place zitten en dat achter je willen laten.”

Dat is precies wat de band met de plaat nu doet. Show Your Teeth is in vergelijking met z’n voorganger Vulture / Provider (2012) minder groots en klinkt een stuk grauwer en stemmiger. Dat wordt bij opener Dolly Doesn’t Want To Face The Facts al duidelijk. Een dijk van opener. “Dat is een nummer waar we heel tevreden mee zijn. We vonden die track tekenend voor de hele plaat, voor onze nieuwe sound. Het is zo anders en uitgesponnen in vergelijking met ons eerdere werk. We vinden het vet om het album op deze manier in te cruisen”, zo vertelt Mathias enthousiast.BombayVerfijnd
De rock van de voorganger wordt gedag gezegd. “Deze plaat heeft meer een garagegeluid. Dat heeft vooral te maken met het drumgeluid”, zo legt Mathias uit. “We wilden heel graag een tape-achtig drumgeluid. Op de vorige plaat stonden een paar nummers die we beter niet uit hadden kunnen uitbrengen. Die klonken te groots. Als ik dat nu hoor, denk ik: ‘wat dacht ik?’ De sound die we nu hebben, voelt veel beter, natuurlijker.” “We zien het als een volgende stap. We zijn nu verfijnder”, zo voegt bassist Gijs Loots toe.

Lo-fi

Bombay klinkt op zijn nieuwe plaat alsof het bij je op de slaapkamer speelt. En dat bedoelen we positief. Het heeft een heerlijke lo-fifeel. Een bewuste keuze. “We hebben de drums allemaal op tape opgenomen. De mix is ook op tape gedaan. Soms hoor je nog wat tape-suizen op de achtergrond. Dat nemen we op de koop toe, want qua sound is het voor ons echt the way to go”, zo lacht Mathias.

Met de plaat in de handen, kan Bombay de wijde wereld in. En dat gaat de komende tijd volop gebeuren. Niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten. Vooral in Frankrijk begint de band steeds meer naamsbekendheid te krijgen. Een nummer wat het live erg goed doet is Slowmotion. “Dat is echt de hit”, zegt het trio in koor. “Het is meteen al de hoeksteen van de set geworden. Het werd de eerste keer meteen duidelijk. De reactie van het publiek was enorm. We dachten ‘wauw, dit hebben we nog nooit gehad.”

Livedata 17/03 Patronaat, Haarlem 18/03 Asteriks, Leeuwarden 19/03 Metropool, Hengelo 24/03 Hedon, Zwolle 25/03 013, Tilburg 26/03 Ekko, Utrecht 27/03 Paaspop, Schijndel 27/04 Oranjepop, Nijmegen 30/04 Pinguins in Paradiso, Amsterdam

Interview: Nothing But Thieves

Nothing But Thieves“Dat was een van onze beste shows ooit.” Met een twinkeling in zijn ogen blikt zanger Conor Mason van Nothing But Thieves even terug op augustus vorig jaar, toen de Britse rockers Lowlands verpletterden. Destijds keken ze uit op een uitpuilende Charlie-tent, nu hebben ze ook een boeking voor Pinkpop op zak en gaan ze vol voor de internationale doorbraak. Net voordat Conor het vliegtuig naar Amerika instapt, spreken we de sympathieke frontman nog even.

Tekst LiveGuideNL | Tim Arets

Voor een jonge band is het moeilijk om voet aan overzeese grond te krijgen, maar Nothing But Thieves zou daar zomaar in kunnen slagen. Tijdens de zes weken durende tour door de VS, waar het titelloze debuut in elke club en saloon gespeeld wordt, staat onder meer een bezoekje aan de talkshow van Jimmy Kimmel op het programma. Al zou Conor eigenlijk het liefst succes boeken aan de andere kant van de wereld. “Ik ben echt verliefd op Japan! Ik wil gewoon daarnaartoe verhuizen.”

Tijdens een Japanse tour raakte de Engelsman onder de indruk van de bevolking. “Heel speciaal hoe zij elkaar en nieuwe mensen behandelen. Zo beleefd en zo professioneel. Ik voelde me erg welkom en het gaf echt een goed gevoel. Een stad als New York is net zo goed heel tof, maar daar kijk je toch sneller over je schouder, als je begrijpt wat ik bedoel. Tokio is ook gigantisch, maar daar heb je dat gevoel niet. Het is er heel relaxed en dat is voor mij erg belangrijk.”

De kalme zanger kon het dan ook goed vinden met het publiek. Waar hier de monden nooit dicht lijken te gaan tijdens een concert, is dat in Japan heel anders. “Het publiek is daar waanzinnig. Als ze alleen al zien dat ik iets in de microfoon ga zeggen, worden ze doodstil. Op Lowlands hoorde je continu gegil van enthousiasme. Dat is te gek, maar in Japan gaat dat dus heel anders. Daar bleven ze stil tot ik klaar was met praten, waarna ze als een soort leger begonnen te klappen en gillen.”

Maar wat vindt Conor dan van dat luidruchtige publiek in de rest van de wereld? “Je hebt concertbezoekers die overal doorheen lullen. Dat is voor mij heel lastig, omdat ik er soms iets van wil zeggen, maar tegelijkertijd zal er vast ook wel een reden zijn dat ze zo hard praten. Ik vind het moeilijk om daar dan wat van te zeggen, aangezien ik bang ben dat het dan ongemakkelijk wordt. Je zult mij dat dus niet zo snel zien doen. Als wij gewoon ons best doen, worden ze uiteindelijk vanzelf wel stil.”

Net als in zalen, vindt trouwens ook on the road nog weleens een cultuurclash plaats. “Onze geluidsman Dave was in een Italiaanse kroeg met een meisje aan het praten. Dave houdt van flirten, he loves the ladies. Op een gegeven moment komt een brede vent naar hem toe, grijpt hem in zijn nek, sleept hem mee naar buiten en vraagt wat hij met zijn vriendin moet. Dave antwoordt iets als: ‘Ik vroeg haar alleen maar wat het Italiaanse woord voor bier is’. Komen er opeens twaalf vrienden van die kerel de hoek om, waarna ze de achtervolging op Dave inzetten. Ze hebben hem flink toegetakeld. Niemand van de band was erbij, we waren aan het pitten, dus hij was alleen. Hij is gelukkig opgelapt, maar je leert van zoiets wel dat je beter niet in je eentje op pad kan gaan in een onbekend land.”

LIVEDATA 7-9-10/03 Ziggo Dome, Amsterdam (voorprogramma Muse) (uitverkocht) 11/03 Doornroosje, Nijmegen (uitverkocht) 12/03 London Calling Festival @ Paradiso, Amsterdam 17/03 Vera, Groningen (uitverkocht) 11/06 Pinkpop, Landgraaf

Nothing But Thieves klinkt als: high-pitched vocals op zielsnijdende rock, stiekem ook nog eens catchy als fock

Het maart-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: Causes

Niemand zit te wachten op jolige nummers over bloemen en konijntjes, denkt Causes-zanger Rupert Blackman. Debuutalbum Under Bridges That You Built For Me staat dan ook vol melancholische tracks die perfect passen bij een met tranen besprenkelde bak Ben & Jerry’s. Maar de indiepopgroep, bestaande uit gitarist Jan Schröder, twee andere Nederlanders en Rupert als eenzame Brit, maakt heus niet alléén liedjes over struggles en gebroken harten.

Tekst LiveGuideNL | Caya Forman

Jullie nummers lijken vaak over rampen en dramatische gebeurtenissen te gaan. Zinkende schepen, stormen…
Rupert: “Is een storm een ramp? Slecht weer kan juist heel mooi zijn. Wel hebben onze songtitels inderdaad vaak met water of andere natuurverschijnselen te maken, maar de songs zelf gaan daar natuurlijk niet letterlijk over. Het draait om het overleven van moeilijke situaties en saamhorigheid. Sparrows gaat bijvoorbeeld over het feit dat je nooit ergens alleen voor staat.”

Wat is een ‘sparrow’ ook al weer voor vogel?
Rupert: “Ik heb nog nooit een ‘sparrow’ gezien, maar ik geloof dat het gestoorde muizen met vleugels zijn.”
Jan: “Is het een zwaluw?”
Rupert: “Wat?”
Jan: “Of is het een specht? Wacht… Even Google Translate erbij pakken.”
Rupert: “Oké, is dit waar het interview nu over gaat? Waar ben je mee bezig?”
Jan: “Ik kan de Nederlands-knop nergens vinden.”
Rupert: “Bij de letter N…”
Jan: “Aha! Een ‘sparrow’ is een mus!”
Rupert: “Een mus? Klinkt als ‘mouse’. Ik zei toch dat het muizen met vleugels waren.”Uhm, meer to the point: jullie nummers draaien dus vaak om redelijk zware thema’s. Wat is het heftigste dat jullie als band hebben meegemaakt?
Jan: “Dat we geen airplay kregen na het uitbrengen van Teach Me How To Dance With You.”
Rupert: “Toen hield Causes bijna op te bestaan. Kijk, als je veel moeite en geld steekt in een single waarvan jij denkt dat hij echt hot is, maar ‘ie vervolgens nergens wordt gedraaid en je minder dan duizend plays krijgt op Spotify… Toen dachten we: fuck it, we houden ermee op. Maar gelukkig kwam het goed.”

Ja, Teach Me How To Dance With You is toch een hitje geworden. Kunnen jullie zelf een beetje dansen?
Rupert: “Het is bevestigd dat we allemaal verschrikkelijke dansers zijn.”
Jan: “Robert – onze bassist – kan wel redelijk goed bewegen op muziek, geloof ik. Hij heeft wel wat ‘salsa’.”
Rupert: “Maar als onze drummer probeert te dansen, ziet het eruit alsof hij verdrinkt op land. Maar tijdens onze shows doen we dat niet echt. We kunnen allemaal prima ritmisch met ons hoofd knikken, maar vraag me niet de chachacha te doen.”

Ik heb nog nooit een man goed zien dansen, dus jullie hoeven je er niet slecht over te voelen.
Rupert: “Gelukkig, dat is fijn om te weten.”

LIVEDATA 03/03 Burgerweeshuis, Deventer 10/03 Patronaat, Haarlem 11/03 Het Bolwerk, Sneek 12/03 Manifesto, Hoorn 18/03 Doornroosje, Nijmegen 25/03 Atak, Enschede 26/03 Paaspop, Schijndel 30/03 Het Depot, Leuven 31/03 Mezz, Breda 01/04 Simplon, Groningen

Causes klinkt als: een moderne Backstreet Boys zonder synchrone danspasjes en doorschijnende T-shirts

Het maart-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: met Torre Florim De Staat

De StaatHet vorig jaar verschenen tussendoortje Vinticious Versions lijkt de perfecte opmaat voor O; de vierde langspeler van De Staat. Het superstrakke rockgeluid van de Nijmeegse groep is er nog steeds, maar dan voorzien van een speelse bovenlaag. “We willen niet nog een Sweatshop maken, want die hebben we al”, zegt frontman Torre Florim over de constante progressie die zijn band sinds het zeven jaar geleden verschenen debuut Wait For Evolution maakt.

Tekst Mania | Ruben Eg

Waar presentator Matthijs van Nieuwkerk na afloop van een maandagavonduitzending van De Wereld Draait Door tijd tekort komt om met alle bezoekers van het populaire tv-programma op de foto te gaan, daar schuift Florim in opvallend relatieve anonimiteit aan bij een tafeltje in het cafe van de studio. Tijdens de uitzending kreeg de band een minuut om de single Peptalk op te voeren. Vooraf werd het studiopubliek opgewarmd met Get On A Screen van O. Een nummer waarvan de tekst overigens akelig over een tv-programma als DWDD lijkt te gaan.

“Daar gaat het ook deels over”, bevestigt Florim glimlachend. “Voor RTL 4 deed ik ooit mee aan een programma over Nijmegen. Toen besefte ik dat je voor tv steeds een scene moet spelen. Van de ene naar de andere plek lopen moest vaak opnieuw. En ergens naar binnen gaan moest spontaan lijken, terwijl je eerst moest wachten voor de camera was opgezet. Daar is het nummer in eerste instantie erg door geïnspireerd. ‘Are you ready for your presentation?’, zing ik. ‘I’m only living when I get on a screen.’ Maar het gaat ook over het gevoel om in een band te zitten. Je moet de media heel vaak iets van jezelf laten weten; laten weten dat je leeft. Van sommige mensen die je op Twitter volgt, vergeet je dat ze bestaan als ze geen berichten meer plaatsen. Dat is met bands net zo. Dat vond ik een leuke ingang. Maar het is geen aanklacht, hè? Het heeft ook wel iets leuks. In een band zitten gaat niet alleen maar over de muziek. Het gaat ook over het gevoel dat je uitdraagt. Dat is toch ook niet erg?”

De StaatO is in zijn geheel gemaakt in het oude pand van popzaal Doornroosje in Nijmegen. Nooit meer thuis opnemen?
“Ik was er na De Speeldoos met Roos, Janne Schra en Vinticious Versions wel klaar voor om een volgend album helemaal zelf te doen. Met De Staat was het altijd eerst thuis, dan tien dagen in een studio met een engineer alles zo snel mogelijk opnemen en vervolgens ergens mixen. Al dan niet toevallig kwam het oude pand van Doornroosje op ons pad. Daar zitten we voorlopig antikraak. We hopen er op termijn een plek met meerdere studio’s van te maken. Het idee was een repetitieruimte en thuisstudio in een te maken. Om songideeën te maken, te repeteren, op te nemen en te mixen. Ik kon op een dinsdagmiddag aan een ideetje werken en dat aan het eind van de avond naar de jongens te sturen. Dan woensdag eerst de drums soundchecken en dan met elkaar uitproberen. De repetities nam ik op, om ze dan te mixen terwijl de rest met koffie zat te luisteren. Uiteindelijk is zo’n repetitie dan de eindopname.”

De Staat-presentatie O - 2Vandaar dat de plaat, ondanks dat je er oneindig aan kunt werken, toch zo spontaan klinkt?
“Het repeteren nam best wat tijd in beslag, maar het is allemaal live ingespeeld. Dat is een heel fijn proces. Het kon zijn dat de nummers direct helemaal afgemixed waren zodat we de dag erna aan een compleet nieuw nummer konden beginnen. Een heel leuke manier om een plaat te maken. Dat ga ik voorlopig niet meer anders doen.”

Mag ik stellen dat de sound van De Staat is gegroeid van strak naar strak met veel spontaniteit?
“Goh. Strak is het nog zeker, maar we proberen nu ook op sommige momenten juist expres niet strak te spelen zodat je wat meer uit je evenwicht kunt raken. We hebben bij deze nummers expres meer ruimte gelaten. Hierdoor valt, denk ik, iets geks juist heel erg op en krijgt het ook veel meer ruimte.”Life Is A Game vind ik op die manier een heel typisch strak De Staat-nummer. Murder Death heeft weer dat nieuwe losse strakke geluid.
“Murder Death is wel een voorbeeld van iets dat we nog niet eerder hebben gedaan. We zijn als band na acht jaar nog steeds bij elkaar, we mogen elkaar nog steeds, het werkt nog steeds en er komen nog steeds mensen kijken. Dat is best wel bijzonder. Dus we zijn nu op een punt dat we er erg graag andere nummers bij willen maken; nummers die we nog missen in het repertoire. Niet nog een Sweatshop maken, want die hebben we al. Daarom is deze plaat heel anders. Dat is ook het doel.”

Dat is de grootste uitdaging?
“Sommige mensen vergelijken een band met een bedrijf. Maar het is veel heftiger. Collega’s gaan om vijf, zes uur ’s avonds naar huis en hebben weekend. Wij zien elkaar veel meer dan onze vriendinnetjes. Eigenlijk een compleet onlogische situatie. Hoe iemand een cracker eet kan zo het belangrijkste van de dag worden. Daar kun je helemaal aan kapot gaan. Het slaat helemaal nergens op, maar het gebeurt wel. Ik ben blij dat het bij ons nog goed gaat en dat nog helemaal los daarvan mensen ook nog geïnteresseerd blijven. Nederland is toch een klein land, en de media is natuurlijk altijd op zoek naar iets nieuws om te ontdekken. De Wereld Draait Door is daar een goed voorbeeld van. Die zoeken een primeur. En dat snap ik ook. Je moet altijd een verhaal hebben. En dat is niet makkelijk als je tien jaar samen bent. Wat is dan je verhaal?”

LIVEDATA 25/02 Paard van Troje, Den Haag (Sold Out) 26/02 Patronaat, Haarlem (Sold Out) 27/02 TivoliVredenburg, Utrecht (Sold Out) 01/03 Het Depot, Leuven BE 02/03 Charlatan, Gent (Sold Out) 03/03 Muziekodroom, Hasselt (Sold Out) 05/03 Trix, Antwerpen 06/03 Where The Wild Things Are, Zeewolde 26/03 Paaspop, Schijndel 28/05 Dauwpop, Hellendoorn 10/06 Pinkpop, Landgraaf

Interview: The Black Cult

The Black Cult C_Rosa MeiningerZwetend en hijgend stapt Douwe Doorduin van zijn crosstrainer. De zanger/gitarist van garagepunktrio The Black Cult wil fit om na de release van het absurd frisse, self-titled debuutalbum gelijk op tour te gaan. En de jonge Groninger weet dat zijn lichamelijke conditie daarvoor niets minder dan top moet zijn, zo met het oog op alle peukies, biertjes en feestjes tussen de shows door.

Tekst LiveGuideNL | Sven Bersee Foto Rosa Meininger

Voor een punkalbum is 28 minuten een mooie tijdsduur, maar is The Black Cult wel echt punk?
“Wij maken punk, maar tegelijk zijn we zelf absoluut niet punk. Daar ben ik een veel te normaal jongetje voor. Noem het daarom maar gelegenheidspunk, zoals Bert Scholten het noemt in zijn liedje Mij Best. Het betekent volgens mij zoiets als punk voor de Volkskrant-lezer. Voor het brede publiek.”

Maar toch klinken jullie zeker niet als een stel brave mainstream jongetjes in de oren…
“Hmm, nee, je kunt ons beter zien als een stel begin-twintigers die een beetje zijn blijven hangen in de puberteit.”

Sounds more like it! Veel muzikanten gaan tegenwoordig prat op smoothies en een goede nachtrust. Die brave leefstijl is dus aan jullie niet besteed?
“We doen wel aan sport, maar verder zijn we nog steeds kettingrokende en te-veel-bier-drinkende jochies. Dat zie ik ook niet zo snel veranderen… Daar hebben we veel te veel plezier voor en we zijn hartstikke blij dat we straks weer op tour elke dag een feestje kunnen vieren!”Lemmy zou trots op je zijn!
“Nou, ik leef niet als Lemmy hoor… Hij dronk een fles Jack per dag, pff! Ik drink alleen bier, want van sterke drank ga ik helemaal kapot. Oh man, Lemmy, de held… Ik ben opgegroeid met Motörhead. Jammer dat ‘ie dood is, maar het werd ook wel echt een keer tijd. Rouwen doe ik er dus niet om. Zijn dood was vooral een mooi excuus om weer eens een week lang non-stop Motörhead te luisteren.”

Jullie staan zelf juist nog aan het begin van een hopelijk lange carrière. Al zenuwachtig voor de albumrelease?
“We werken er al een jaar naartoe, dus ja: ik ben hartstikke nerveus. Na die releasetour willen we verder, en of dat lukt hangt voor een groot deel af van het succes van deze eerste plaat. Dat is natuurlijk spannend en ik heb sowieso al een groot probleem met zenuwen. Voor optredens stort ik half in. Dan word ik een verschrikkelijke klootzak waar je beter niet tegen kan praten. Achteraf ben ik weer superduper gezellig, maar vooraf moet je vooral geen moeilijke gesprekken met me aanknopen. Voor een show drink ik daarom zeker vijf bier, want als ik nuchter ben gaat het helemáál fout.”

LIVEDATA 06/02 Grasnapolsky, Radio Kootwijk 12/02 Pier 15, Breda 13/02 Zwarte Ruiter, Den Haag 17/02 Burgerweeshuis, Deventer 19/02 Asteriks, Leeuwarden 20/02 Groene Engel, Oss 21/02 EKKO, Utrecht 26/02 Altstadt, Eindhoven 03/03 Patronaat, Haarlem 04/03 Hall of Fame, Tilburg 02/04 Fluor, Amersfoort

Klinkt als: zorgeloze punkpop voor nonchalante dansers in spijkerjacks

Het februari-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: Dez Mona

De kleine Lola boft maar. Ze is net twee jaar geworden, woont in het schitterende Antwerpen en dan ook nog eens in een heel tof (en verre van doorsnee) gezin. Mama en papa zijn namelijk geen stel, maar heel goede vrienden die samen onder één dak wonen. Papa is homoseksueel en, zo wil het toeval, zanger van Dez Mona. Als dat niet cool is, dan weten wij het ook niet meer.

Tekst LiveGuideNL | Jeroen Haneveer Foto Mous Lamrabat

En met Dez Mona bracht papa, die wij beter kennen als Gregory Frateur, een paar maanden geleden de nieuwste plaat Origin uit. Dat doet ons afvragen: waar is toch de jazz gebleven? Gregory: “Ik weet eigenlijk niet of we ooit jazz hebben gemaakt. Het is een vrij poppy plaat geworden die een groter publiek lijkt aan te spreken, maar live kan het nog steeds alle kanten opgaan.”

Op het podium doet de Belgische band dan ook zeker niet onder voor grote headliners. Dat bleek wel toen de mannen in augustus in Kiewit rondhingen om te spelen op Pukkelpop. Ze zagen de bui al hangen, zo aan het eind van de laatste festivaldag met op exact hetzelfde moment de giganten van alt-J op het hoofdpodium. Niet de meest gunstige plaats op de programmering, waardoor Frateur vreesde dat het helemaal mis zou lopen. “Maar het tegenovergestelde was het geval. De tent stond vol en het publiek was laaiend enthousiast! Dat was écht een belevenis. Als je graag op het podium staat zoals wij, dan is dat het grootste cadeau dat je kan krijgen.”FC Bergman
Op het podium staan deed Gregory de afgelopen jaren ook met het gezelschap FC Bergman, met het theaterstuk Van Den Vos. Een rol waarvoor hij zijn haar en baard liet groeien. “Maar”, zo verzekert-ie ons, “er staat er nog één op het programma volgend jaar en daarna gaat alles er weer af.”

Of de kleine Lola – die immers niet beter weet – hem dan nog wel herkent? “Ach, ze herkent me gelukkig aan mijn stem.” Logisch eigenlijk, als je vader de hele dag zingt. “Er moet meer en meer gezongen worden. Dus ik hoop dat zij ook veel zal zingen in het leven.”

LIVEDATA 29/01 Merleyn, Nijmegen 30/01 Rotown, Rotterdam 31/01 Patronaat, Haarlem 10/03 Hedon, Zwolle 13/03 Roepaen, Ottersum 21/03 Paradiso, Amsterdam 28/03 Paard van Troje, Den Haag 22-24/04 Ik Zie U Graag… @ Mezz, Breda

We mogen 2×2 Tickets weg geven voor de januari-shows (Merleyn / Rotown / Patronaat) ===> Mail je naam + voorkeur naar prijsvraag@pinguinradio.com en wie weet ben jij één van de gelukkigen!!!

Klinkt als: een zwierige doch vaderlijke vos die zijn haren (nog) niet verloren is

Het dec/jan-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: The Maccabees

Mocht je The Maccabees nog niet kennen: je vindt ze bij de ‘i’ van indierock in het woordenboek. De Britse mannen bezingen de zwarte bladzijden van een liefdesverhaal met diepgang en worden er met elk album beter in. Als je in zo’n rockband zit, ben je per definitie gewoon heel cool. Zo ook frontman Orlando Weeks. Hij zit rustig op zijn dakterras een verjaardagskaartje te schrijven, terwijl hij met zijn andere hand podcasts in elkaar knutselt voor het nieuwste album Marks To Prove It én even handsfree belt met LiveGuide.

Tekst LiveGuideNL | Jolien Eijsink

Heb je bijzondere markeringen op je lichaam die je graag wil laten zien met de nieuwe plaat?
“Nee, zeker niet. De titel Marks To Prove It ontstond uit het idee dat mensen in de zomer graag pronken met hun gebruinde huid. Ze komen terug van vakantie en laten veel te veel naakte huid zien om het te bewijzen, vooral op internet en Instagram. Ze doen zich meer glamourous voor dan ze eigenlijk zijn.”

Je klinkt minder liefdevol dan op jullie voorgaande platen. Was je dat voor je gevoel ook?
“Ja, ik had even geen zin om over liefde te schrijven… Ik schreef deze teksten op basis van toevalligheden: een zin die ik stiekem opving tussen twee mensen of een regel in de krant. Dat wil niet zeggen dat het geen romantisch verhaal is geworden. WW1 Portraits gaat bijvoorbeeld over geïdealiseerde liefde. Ik zag tijdens een tentoonstelling portretten van al die jonge, knappe mannen. Het waren echte helden en dat inspireerde me.”

Toen Jamie T afgelopen zomer op Glastonbury met jullie het podium deelde, noemde je hem ook een held. Wat is jouw definitie van een echte held?
“Helden moeten moedig zijn. Jamie T maakt de muziek die hij wil maken en daarom is hij enorm cool en moedig.”

Nu we het toch over Glastonbury hebben: heb jij ook de petitie getekend om Kanye West van het festival te weren of zong je vrolijk mee met Bohemian Rhapsody?
“Ik heb die petitie absoluut niet getekend. Dat is toch een heel interessante act? Die actie was complete energieverspilling. Leuk dat mensen zich druk maken om de line-up van een festival, maar ik heb soms het idee dat festivalgangers denken dat Glastonbury hun eigendom is. Ik snap alleen de keus van Kanye zelf niet om mee te doen met die hele poppenkast. Ik vond het geen goede representatie van de geweldige artiest die hij is.”

Wie had er beter op zijn plek kunnen staan?
“David Bowie natuurlijk. Een betere headliner voor een Brits festival bestaat niet, toch?” (Red. – Interview is al gedaan in november 2015!)

Kanye heeft aardig veel haters in de UK. Waar worden jullie het meest gehaat?
“Ik weet zeker dat we over de hele wereld gehaat worden. Er kwam eens iemand naar mij toe die zei dat ik op een robot leek. Maar ja, dat boeit me dus echt niet.”

LIVEDATUM 26/01 Paradiso, Amsterdam 27/01 Ancienne Belgique, Brussel

The Maccabees klinkt als: sombere herrieschoppers op een feestje voor intellectuelen

Het dec/jan-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: Dazzled Sticks

Dazzled SticksSticks formuleert al vijftien jaar lang vele flows voor ons. Des te toffer is het om ook eens de andere kant te horen van de Zwolse rapvakman. Terwijl hij met zijn hond in het park loopt, spreken we hem over zijn nieuwste project Dazzled Sticks, met de door Voicst bekend geworden indierocker Tjeerd ‘Dazzled Kid’ Bomhof.

Tekst LiveGuide.NL | Thomas van Waardenburg

Dazzled Sticks bevat naar eigen zeggen de zwaarste teksten die je ooit hebt geschreven. Toch is het in slechts elf maandagen opgenomen. Ben je meer oprecht wanneer je sneller te werk gaat?
“Nee, ik schrijf eigenlijk altijd on the spot in de studio. Dat ging dus eigenlijk niet anders dan bij mijn vorige plaat Stick Bukowski. Het kwam er nu gewoon zo uit. Maar deze manier van schrijven is goed gelukt: snappy en heel erg gericht op one-liners. Dat werkte gewoon goed. Hoogstens kan je zeggen dat ik bij deze plaat wat scherper was door de maandagochtendkoffie.”

Dus je schrijft zulke zware teksten eigenlijk onbewust?
“Niet per se onbewust: ik vertrouw op mijn ervaring en mijn zin om nieuwe dingen op te pakken en nieuwe wegen in te slaan. Dat is mijn kompas. Ik heb genoeg zelfverzekerdheid om te denken dat als ik het zelf tof vind, er andere mensen moeten zijn die er hetzelfde over denken. Het is wel zo dat ik nooit echt nadenk over wat voor tekst ik ga schrijven. Het gebeurt vrij organisch. De lyrics komen eruit als een ‘stream of consciousness’, weet je wel. Het zijn echte brainfarts.”Toch klinkt deze plaat juist erg luchtig. Waaruit kunnen we opmerken dat het zwaar beladen is?
“Op de track Blijven Lopen zeg ik: ‘Ze krijgen nog geen cent mee van een euro aan storyraps’. Daarmee bedoel ik ook dat mensen niets begrijpen van wat ik bedoel. Op die manier lijkt het misschien geinig omdat ik rap over meisjes die stinken of hooligans in Bloomingdale. Als ik die tracks weer terugluister, haal ik er compleet andere dingen uit. Ik vind dat wel grappig. Het komt waarschijnlijk doordat ik diepzinnige lyrics niet expliciet als diepzinnig presenteer. Voor mijzelf zijn het echter heel serieuze liedjes.”

Je hebt inmiddels talloze producers aan het werk gezien. Kunnen we ooit een plaat verwachten die geheel door jou geproduceerd is?
“Dat zou zomaar kunnen. Ik maak veel beats en net als rappen is dat een techniek die je kan leren. Maar er zit wel een wereld van verschil tussen een beat maken en liedjes produceren. In dat laatste heb ik nog te weinig meters gemaakt. Ik vind muziek maken maken sowieso het leukst in samenwerking. Dan zie je hoe jouw ideeën en energie gecombineerd worden met die van mensen met wie je een goede klik hebt. Die wisselwerking bevalt me erg goed.”

LIVEDATA 15/01 Fluor, Amersfoort 16/01 Noorderslag, Groningen 21/01 Effenaar, Eindhoven 22/01 Nieuwe Nor, Heerlen 23/01 Rotown, Rotterdam 29/01 Doornroosje, Nijmegen 04/02 Paard van Troje, Den Haag 05/02 De Helling, Utrecht 06/02 Hedon, Zwolle (SOLD OUT) 12/02 Bitterzoet, Amsterdam 13/02 Simplon, Groningen

Klinkt als: trammelant schoppende zegevierders in dansbaarheid

Het dec/jan-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: La Pegatina

La PegatinaDeze Spaanse mestizoband weet in een handomdraai een complete zaal aan het hossen te krijgen. Accordeonist en zanger Romain Renard van de rumbaënde partyband doet daar graag mysterieus over: “Dat is geheim.”

Tekst LiveGuide.NL | Sven Bersee

Even later bekent Romain, zelf net als stijlgenoot Manu Chao een Fransman, dat La Pegatina buiten de optredens om helemaal niet zo spannend is. In de tourbus wordt geslapen, meer niet. Alle energie en rare fratsen worden bewaard voor festivals en clubshows. Daar vechten confetti, knallende mestizo en adrenaline zij aan zij voor maar één doel: het verwoesten van meer kelen en dansbenen dan ze ooit voor mogelijk hielden. “Het begon als een hobby, maar onze energie sprak mensen aan en beetje bij beetje werden we groter. Het verbaast ons nog steeds hoeveel mensen we verbinden met onze muziek. Het is bijzonder om een partyband te zijn en overal te mogen spelen.”

Vorig jaar trad de band voor het eerst op in Japan, waar La Pegatina nog totaal onbekend was. “We speelden op een festival waar niemand ons kende. Ik betwijfelde of we iets los zouden maken, maar de mensen werden gek. Wow, wat gebeurt hier, dacht ik toen ik stond te spelen.”

Japan mag dan het keizerrijk der gekte zijn: nergens buiten Spanje is de groep zo populair als hier in Nederland. Ze stonden alleen dit jaar al op Bevrijdingsfestival Groningen, Indian Summer, Mundial, Solar en in TivoliVredenburg. Dit najaar komen ze terug voor nog eens zes shows. “We weten niet waarom, maar het Nederlandse publiek connect heel goed met ons.”Zo goed dat een paar jaar geleden een André van Duin-classic werd opgenomen in de live-setlist. Er Staat Een Paard In de Gang werd al gespeeld voor duizenden op Lowlands en Pinkpop. “Iedereen kent dat liedje bij jullie. We willen altijd zowel heel jonge als heel oude mensen laten dansen, dus dat nummer past goed bij ons. Dat doen we trouwens in elk land waar we komen, een lokaal liedje coveren. Ook in Japan, waar iedereen met ons meezong. Heel cool! Japans is best lastig, maar als je iets echt wilt, dan lukt het je ook.”

Het bestuderen van woordenboeken levert Adrià, Ruben, Axel, Ferran, Ovidi, Sergi en Romain uiteindelijk ook altijd iets lekkers op. Een shot van de beste drug die ze kennen. On the road leven ze clean en gezond, on stage proeft het bloed van de Zuid-Europeanen de smaak van succes. “Adrenaline! Als wij het publiek horen schreeuwen en zien dansen, dan wil ik bijna op ze springen. Dat is echt een heel lekker gevoel. Of ik er verslaafd aan ben? O, ja… Wat we er tussen de shows door voor moeten doen en laten is heel vermoeiend, maar uiteindelijk is dat het allemaal meer dan waard.”

LIVEDATA 10/12 Melkweg, Amsterdam 11/12 Grenswerk, Venlo 13/12 Effenaar, Eindhoven 17/12 Hedon, Zwolle 18/12 Paard van Troje, Den Haag 19/12 Vera, Groningen

Klinkt als: Mano Negra in polonaise met Gogol Bordello

Het december-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: EL VY

EL VYAls ik het Amsterdamse hotel binnenloop, maakt ook Guus Meeuwis net zijn entree. Ben ik er soms ingeluisd en heb ik een interview met hem in plaats van EL VY? Misselijke grap zou dat zijn, maar gelukkig zitten Matt Berninger en Brent Knopf gewoon boven. Ook daar voel ik meteen argwaan opborrelen, vanwege een nogal opvallende draaiende camera. “Je komt niet in beeld hoor”, stelt Berninger me meteen gerust. “Dit is voor een clip die mijn broer voor ons gaat maken.”

Tekst LiveGuideNL | Tim Arets Foto’s Deirdre O’Callaghan

Het Lloyd Hotel is een toepasselijke plek voor een interview met dit nieuwe collectief. Op debuutalbum Return to the Moon staat met I’m the Man To Be namelijk een nummer waarop je een schoonmaker de kamer van Matt Berninger hoort binnenkomen en veel nummers werden in hotels geschreven. Vaak gebeurde dat onder invloed.
“Alcohol maakt schrijven niet per se makkelijker, maar wel leuker”, zegt de zanger terwijl Brent Knopf (bekend van indierockbands Menomena en Ramona Falls) drie glazen water inschenkt. “Voor mij is schrijven altijd een stressvol proces geweest. Ik had er nooit veel vertrouwen in. Ik ben nog steeds onzeker als ik schrijf, maar heb dat gevoel inmiddels omarmd. Ik maak me nu meer druk om het liedje; de woorden komen later wel.”

Om de onrust die het schrijven hem geeft een beetje in toom te houden, probeert de Amerikaan het zichzelf altijd zo comfortabel mogelijk te maken. “Dat is het handige aan een laptop: je kan opnemen waar en wanneer je maar wilt. GarageBand (de Apple-software waarmee je muziek kunt componeren, red.) heeft voor mij echt deuren geopend. Ik kan gewoon een wijntje erbij pakken, mijn laptop openklappen, een microfoon aansluiten en een eind weg zingen!”
Dat klinkt niet alleen simpel: dat is het blijkbaar ook. Toch zijn Matts teksten op Return to the Moon opvallend persoonlijk. “Ik heb er nooit moeite mee gehad om over mijzelf te zingen. Wat dat betreft ben ik wel een beetje narcistisch, haha! Ik geniet ervan om te schrijven over de crap waardoor ik geobsedeerd ben en hoe mijn eigen onzekerheden me nerveus maken. Ik vind dat grappig, maar het zorgt er vooral voor dat ik mijzelf niet ga haten.”
Voor Matt is deze eerste plaat zonder The National zelfs zijn persoonlijkste album. Hij groef diep in zijn verleden om erachter te komen wie hij is en bovenal waarom hij zo is. Het heeft hem ook echt dichter bij de antwoorden gebracht, vertelt hij. “Ik heb inmiddels wel een idee, denk ik. Over sommige dingen dan.”

EL VY

Multi-instrumentalist Brent krijgt eindelijk een kans om de spraakzame Matt te onderbreken: “Bedoel je de dingen die bij jou fout zijn gegaan?”
Matt knikt: “Precies. Als adolescent ging ik door heel diepe dalen, met periodes vol verdriet en duisternis. Ik weet nog goed dat het op mijn twaalfde helemaal fout ging. Ik voelde me verloren en haatte mezelf. Dat was een duister jaar. Mijn ouders probeerden te helpen en mijn moeder vroeg vaak wat er mis was, maar ik had geen idee. En nog steeds niet, eerlijk gezegd. Terwijl ik groef in mijn verleden, keek ik ook naar mijn dochter. Ze is nu nog een onschuldig klein kind, maar moet straks dezelfde worstelingen met de moderne wereld meemaken. Het is leuk om te zien hoe ze opgroeit en langzaam wordt wie ze is, maar tegelijkertijd ook heel spannend.”Kauwgombalzak
Matt en Brent hebben elkaar goed leren kennen door de gezamenlijke tours van hun bands. Gevraagd naar hun beste gezamenlijke herinnering, schieten ze in de lach. “Het eerste wat me te binnen schiet, is echt het stomste verhaal ooit”, grijnst Matt. “Het gaat over Kevin.”
“Ja, ja, met die kauwgom! Ik dacht precies hetzelfde!” Ze beginnen te vertellen over een vrij bizar voorval met hun goede vriend Kevin O’Connor, de helft van het postrockende folktronica-duo Talkdemonic.
“Ik weet echt niet waarom ik dit verhaal vertel, maar hij droeg altijd van die hardloopbroekjes”, begint Matt. “Tijdens het touren bood hij ons weleens een kauwgompje aan. Maar als je dan naar beneden keek om te zien wat hij in zijn hand had, bleek het heel iets anders te zijn. Dan had hij een stuk van zijn scrotum tussen zijn wijsvinger en duim vastgeknepen, onder dat korte sportbroekje vandaan, haha!”

Het geeft toch te denken, dat de heren van alle prachtige tourherinneringen dit voorval verkiezen als het meest dierbare. “Dat beeld heeft al onze andere herinneringen gewoon compleet weggevaagd. We zullen het nooit meer van ons netvlies krijgen. Ik ben echt blij dat ik dat verhaal eindelijk een keer heb kunnen vertellen. Dat beeld achtervolgt me al een decennium!”

LIVEDATA 03/12 Melkweg, Amsterdam (uitverkocht) 07/12 Ancienne Belgique, Brussel (uitverkocht)

Klinkt als: The National voor droeftoeters die ook wel eens blij zijn

Het november-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.