Interview: Mercury Rev

Mercury Rev - The Light In YouMet The Light In You ontwaakt Mercury Rev uit een winterslaap van maar liefst zeven jaar. “Wij wonen in de bergen. De tijd loopt daar anders. Zeven jaar voelt voor ons niet zo lang als voor de muziekindustrie”, verklaren zanger Jonathan Donahue en gitarist Grasshopper.

Tekst Mania | Ruben Eg

Jullie wonen in Catskill Mountains?
Grasshopper: “Ongeveer anderhalf uur rijden van New York. Alles gaat daar in zijn eigen tempo.”
Donahue: “Ik woon boven op een berg en Grasshopper in de vallei. Door het plattelandsleven hebben we niet het gevoel dat we ons moeten haasten. We hadden graag drie jaar geleden iets uitgebracht. Maar kennelijk waren de songs toen nog niet waar ze moesten zijn.”

Hoe nauw werken jullie samen?
Grasshopper: “We schrijven apart. Soms slechts kleine fragmenten, die we opnemen op cassettes en met elkaar uitwisselen. We vullen de fragmenten van de ander aan, helpen met schrijven en vice versa. Vanuit daar bouwen we verder, voegen instrumenten toe, plaatsen er dingen bij, halen dingen weg tot het genoeg vorm heeft en we horen dat het nummer groeit.”

The Light In You is het eerste Mercury Rev-album zonder Dave Fridmann?
Grasshopper: “Dave woont in dezelfde staat, maar wel op zes uur afstand. Hij had het heel druk met andere bands, en mijn vrouw was zwanger geworden. Dat heen en weer gereis zagen we enerzijds niet zo zitten, en anderzijds bleek het erg lastig onze schema’s op elkaar af te stellen. Dus ben ik maar gewoon met Jonathan begonnen. En dat verliep eigenlijk heel goed.”
Donahue: “Dave blijft bandlid. Maar het liep bij dit album gewoon zo. We zijn gewoon begonnen. En het ging erg natuurlijk.”

Mercury RevHeeft het album een thema?
Donahue: “Er zit wel een soort sprookjesachtig, kinderlijk verhaal in van een onzekere duisternis naar een plek van verlossing en licht. Ik denk dat dit eigenlijk wel in al onze muziek zit. Zo’n sprookje voor kinderen begint, je bent onzeker, verwilderd, overweldigd en bang. ‘Hé, ik ben in een bos en ik heb geen idee wat er aan de hand is.’ Halverwege beland je op een pad dat je nog niet gezien had, en word je uit dat bos geleid. Central Park East is het hele album in een een notendop. Een jongeman of tiener die door een gigantisch psychedelisch park loopt. Hij beseft hoe klein hij is in dat enorme ding en probeert er iets van te begrijpen.”

Gebaseerd op een fictief park, of Central Park in New York?
Donahue: “Central Park. Dat heeft een metaforische magie. Inspirerend. Het is grootser dan de mensen erin.”
Grasshopper: “Het is er altijd magisch, omdat het een kleine oasis in het midden van een van de grootste steden in de wereld is. Je voelt je er even in het platteland, op het gras, in de dierentuin. Een beetje surrealistische plek. Als je je omdraait zie je een wolkenkrabber op de achtergrond. En soms zie je helemaal geen gebouwen, terwijl je midden in de stad zit. Het heeft die mystiek en allure. Terwijl het ooit een moeras was.”

Interview: Kurt Vile

Met B’lieve I’m Goin Down… overtreft Kurt Vile zich voor het zesde album op rij. De duistere en tegelijk vrolijke gitaarpop van het voormalige lid van The War on Drugs mag nu al genomineerd worden voor de plaat van dit najaar.

Tekst Mania | Ruben Eg

Een jaar na een optreden in Paradiso verschijnt al weer een nieuw album. Ben je tijdens die tournee al aan de opvolger van Wakin’ On A Pretty Daze begonnen?
“Ik denk dat I’m An Outlaw het eerste nieuwe nummer was waar ik vorig jaar in de zomer aan begon. Ongeveer een jaar geleden ben ik begonnen aan B’lieve I’m Goin Down…. Pffff (lacht) Ik weet eigenlijk niet meer wanneer ik nu precies begonnen ben. Tegenwoordig kan ik wel overal muziek schrijven. En dat doe ik nu ook. Overal.”

Was dat ooit anders?
“Ik had vroeger in Philadelphia overdag een baantje. In de avond schreef en nam ik liedjes op. Dus het was meer thuis werken. En toen ging ik touren, tekende ik bij Matador en deed ik dit soort persdingen. Ik vroeg me echt af hoe ik in hemelsnaam nog een song kon schrijven. Maar nu kan ik het ook op tournee, zelfs tijdens het opnemen van een plaat. Ik kan ter plekke een nummer schrijven in de studio. Ik kan nu 100 procent doen wat ik doe. Ik hoef er niet de voor tijd te nemen.”

Jouw albums klinken altijd alsof jij ter plekke in de kamer speelt, maar dan met steeds betere apparatuur.
“Cool. Dat is precies wat het is: ik zit in jouw kamer. En ik heb ditmaal inderdaad betere apparatuur. (lacht)”

Thuis opnemen is er niet meer bij?
“Ik heb de mentaliteit van een artiest die thuis opneemt, maar ik hoef niet specifiek thuis zelf op te nemen. Tock zou ik dat wel graag weer willen doen. Ik heb een opnameapparaat gekocht. Veel gemakkelijker dan ProTools, dat ik een keer in de wanhoop heb aangeschaft. Natuurlijk ga ik mijn nummers niet met ProTools opnemen. Teveel pop-upschermen en berichten; teveel computer en te weinig muziek. Ik had vroeger een digitale achtsporenrecorder. Die stond in mijn eigen ruimte die was volgepakt met apparatuur. Ik denk dat ik daar weer in kruip.”Begin je steeds wat tokkelend op een gitaar aan nummer?
“Min of meer. Je pakt een gitaar als je inspiratie hebt, een akoestische of elektrische, en gaat wat tokkelen. Dat is gewoon wat ik doe. Het gaat natuurlijk.”

Dat tokkelen hoor je niet zo vaak.
“Ik heb het opgepikt toen ik banjo speelde. Die had ik gekregen van mijn vader. Op mijn veertiende nam ik een paar lessen. Ik werd direct gek op tokkelende gitaristen. Zelfs op The White Album van The Beatles hoor je het. Op de muziek van Jim O’Rourke was ik natuurlijk gek. En die was weer beïnvloed door John Fahey en al die Appalachian Fingerstyle-gitaristen waar mijn vader ook van hield. Op zeker moment pikte ik allemaal op. Maar wie is er tegenwoordig goed in tokkelen op een gitaar? Steve Gunn, een goede vriend van mij, is geweldig. Maar hij gebruikt fingerpicks, en ik niet. Dus: ik ben in voor een wedstrijdje. Ik ben klaar voor een duel met een uitdager.”

Hoe belangrijk is drums voor jouw nummers? Die hoor je namelijk altijd sterk.
“Heel belangrijk. En ik drum nooit op mijn platen. Stella Mozgawa (van Warpaint, red.) is een ongelooflijke drummer. Ik denk nu meer aan de drums dan voorheen. Maar ik zoek muzikanten uit van wie ik weet dat ze goed werk leveren. Er zijn een paar drummers in mijn leven. Van iedereen met wie ik speel weet ik dat ze iets proberen met hun eigen emoties bij mijn muziek. Als ik het niets vind dan zeg ik het natuurlijk. Maar ik ben niet iemand die iemand vooraf precies vertelt hoe hij moet spelen. Dat zou hun natuurlijke reactie beïnvloeden.”

Heb je een voorbeeld waarbij iemand je volledig verraste?
“Wheelhouse. Absoluut. Stella en Dave (Scher, red) reageerden zo goed. Ik voelde mij nederig dat ze er waren. Ik had dit nummer met niemand anders kunnen opnemen. Niemand had bij hen in de buurt kunnen komen. Zelfs als het met anderen bijna zoals dit had geklonken, had ik gezegd dat het nummer nog niet af was.”

Is het toeval dat je bij Dust Bunnies aan Sam Cooke denkt?
“Ik zing natuurlijk “Don’t know much about history”, waarna ik de tekst verdraai in “Don’t know much about the shape I’m”. Het refereert aan Wonderful World en Oh Well van Fleetwood Mac met Peter Green. Ik voeg ze een beetje samen. Een knipoog. Hoe heet die gozer van dat nummer Blurred Line ook al weer? Die had ook wat van Sam Cooke gebruikt. Ik hoef de erfgenamen maar een klein percentage van mijn royalties te betalen, en hij een heleboel. Interessant waar je wel en niet mee kunt wegkomen.”

De contrast tussen jouw doorgaans duistere teksten en vrolijke muziek is altijd erg intrigerend.
“Dat is het leven nietwaar? Het is niet allemaal negatief. Ik ben een opgewekt en vrolijk persoon, ben dankbaar voor wat ik heb en de mensen om mij heen. Maar ik ben ook realistisch. Er is genoeg waar je treurig van wordt. Het beste is om dit te combineren en het te accepteren.”

Waar komt jouw inspiratie vandaan?
“Ik smijt geen dingen er uit of verzin maar wat. Misschien was ik in het verleden wat psychedelischer. Dit is wat meer innerlijke strijd of vreugde. De manier waarop ik mij voel en niet 100 procent in woorden kan uiten komt er wat meer poëtisch of minder realistisch uit. Klinkt dat een beetje logisch?”

LIVEDATUM 31/10 London Calling @ Paradiso, Amsterdam 01/11 Ancienne Belgique, Brussel

Interview: Saybia

Søren Huss (zang) en Jess Jensen (keyboard) van Saybia ogen ontspannen na een volle dag interviews met Nederlandse journalisten. Nog twee te gaan voordat ze terugvliegen naar Kopenhagen. Wat is er gebeurd tijdens hun creatieve ‘break’ van bijna acht jaar? En hoe ziet de toekomst eruit na de release van hun vierde fonkelnieuw album No Sound From The Outside, aankomende vrijdag 2 oktober? “We zetten een dikke streep in het zand en kijken alleen nog maar vooruit. We doen het anders. We nemen de ruimte om te experimenteren met muziek, stijl en vormgeving. Dit is een helemaal nieuwe start.”

Tekst Jacqueline Schoonhoven Foto Patrick Ryming

De Deense band bestaat sinds 1993, neemt drie EP’s op in eigen beheer en toert al flink, als in 2001 een platencontract volgt en daarmee de doorbraak naar de hitlijsten in Denemarken en later de rest van Europa met onder meer de singles Fools Corner en The Day After Tomorrow. Zeven jaar lang brengen de mannen voortdurend nieuwe muziek uit en zijn onderweg om te promoten en op te treden. Tot in 2007 kort na het verschijnen van het derde album Eyes On The Highway de band uit zijn voegen kraakt door stress en persoonlijk drama. De band last een pauze in die uiteindelijk bijna acht jaar duurt.

Alle bandleden slaan een eigen weg in. Toetsenist Jess Jensen pakt de studie grafisch ontwerpen op en begint een eigen bedrijf. Zanger Søren Huss brengt onder meer twee soloalbums uit in zijn moedertaal Deens, die in Denemarken ook goed zijn ontvangen. Jensen: “Iedereen heeft tegenwoordig een baan of eigen bedrijf. We zijn volwassen en zelfstandig geworden en maken daarnaast muziek. We hebben de navelstreng met Saybia moeten doorsnijden en volwassen moeten worden, voordat we naar elkaar terug konden.” Huss was 17 toen hij met Saybia begon. “Het is eigenlijk allemaal heel cliché. We zijn als jonge jongens bij elkaar gekomen. Hebben jaren geploeterd voordat we succes kregen. We hebben ontzettend veel lol gehad. Maar de druk om te presteren werd ons teveel.”

Afgezien van wat live optredens in Denemarken, Zwitserland en Oostenrijk en ook in 2011 in Nederland, bleef nieuw materiaal uit. Totdat Huss met bassist Jeppe Knudsen begon af te spreken op de dinsdagavond. Wekelijks. Huss: “We wilden gewoon eens kijken of we nog muziek konden maken. Zonder de intentie een plaat te maken of de band bij elkaar te brengen. Gewoon een flow vinden die in het hier en nu bij ons past, zonder over het verleden te praten. Hooguit met een frisse blik naar de toekomst kijkend.”

De flow werd gevonden en resulteerde in een flinke hoeveelheid materiaal. Huss: “We hadden genoeg om een album te maken en hebben daarop de rest erbij betrokken.” De band komt nu terug met een ijzersterk album, in een nieuwe stijl en met een nieuwe gitarist, Kasper Rasmussen, vriend van de band. Deze neemt de plaats in van Sebastian Sandstrom. Søren Huss: “Dat is in goed overleg gebeurd. Er is geen onenigheid geweest.” Jensen: “We zijn persoonlijk en zakelijk gegroeid en opnieuw met de band aan de slag gaan, bracht ons op een kruispunt. We begrijpen en respecteren allemaal Sebastians keuze en hij staat achter onze keuze om door te gaan in deze samenstelling.”No Sound From The Outside is wel een echte Saybia-plaat, stevige luisterliedjes, gevoelig, met betekenis, zonder zoetsappig te worden. De hippieachtige sound van het vroegere werk is er af. Saybia klinkt helderder, frisser misschien wel. Jess Jensen: “We hebben gehouden wat goed was maar muzikaal en ook in de vormgeving en de lichtshow geven we de ruimte aan nieuwe ideeën en inspiratie. We zijn abstracter en neigen naar minimalisme. Het is fijn dat we allemaal werk en dus geld hebben. We zijn daardoor onafhankelijk en kunnen naar hartenlust experimenteren.”

Søren Huss is ook op dit album verantwoordelijk voor alle teksten. Zoekend naar een thema, gaan de nummers over het leven en de keuzes en situaties waarvoor dertigers zich gesteld zien. De levensfase waarin de bandleden zelf zaten. Carrière, kinderen, trouwen en echtscheiding, dood en leven. “Het echte verschil met de vroegere platen is misschien wel dat ik nu meer emoties beschrijf dan dat ik ze zelf heb moet uiten”, zegt de zanger.

Gedurende de periode dat Huss de nummers schreef, heeft hij zich vaak afgevraagd of hij als mens moest veranderen of gewoon moest accepteren wie hij is. “Ik heb de neiging om somber te worden maar inmiddels weet ik dat de wereld oneerlijk in elkaar zit. Ik vind mezelf te oud om me over te geven aan Weltschmerz, ik ben ook vader. Ik moet hoop doorgeven, vind ik.”

Huss’ observaties van relaties om zich heen, hoe sommigen veranderden of gewoon hetzelfde bleven verwerkt hij in het album, zoals in Ominous Mystery. “Het is een uitnodiging om er voor elkaar te zijn, ongeacht wat er zich voordoet. Het gaat over de interactie tussen twee mensen en hoe je altijd een keuze hebt.”

No Sound From The Outside is geen sombere plaat. Ondanks de verhalen en emoties in de teksten zijn de sound en groove in de meeste nummers vrij licht. Jess Jensen: “Juist omdat geluk een vluchtig gevoel is, kun je het moeilijk in een lied vangen.” Huss: “Lou Reed deed dat briljant in Perfect Day maar zoiets is mij nog niet gelukt.”

Jensen en Huss kunnen zelf niet echt een favoriet nummer aanwijzen. “Het wisselt per dag en per stemming’, aldus de mannen. Jensen: “Al ga ik momenteel voor Hollow Is Your Promise. Het was bij de opnamen een outsider en eigenlijk ook nog helemaal niet af. Maar het vormt een perfecte brug tussen Saybia oud en nieuw. En als we de nummers spelen, zullen ze ook nog wel wat veranderen, evolueren. Je doet altijd weer nieuwe ontdekkingen tijdens het spelen.”

Saybia speelt de komende week vijf keer in Nederland. De band hoopt er volgend jaar nog een paar festivals aan vast te kunnen knopen. Huss: “We hebben niks te bewijzen. We doen het gewoon stap voor stap en hopen dat het nieuwe materiaal goed landt. We doen en maken wat we leuk vinden. Als je als band oud(er) wordt, kennen mensen je oude nummers. We hopen dat de fans naar de nieuwe nummers willen luisteren en ze omarmen zoals ze met al onze albums hebben gedaan. We kijken er erg naar uit om iedereen weer bij de shows te zien.”

LIVEDATA 01/10 Paradiso, Amsterdam (uitverkocht) 02/10 Metropool, Hengelo (uitverkocht) 09/10 Doornroosje, Nijmegen (uitverkocht) 10/10 Paard van Troje, Den Haag (uitverkocht) 11/10 Effenaar, Eindhoven

Interview: Black-Bone

Het zijn momenteel prachtige weken voor muziekrecensenten die zich met de stevige releases bezighouden. Tussen opwindende albums van grote internationale namen als Iron Maiden, Motörhead of Slayer, ligt er ook zomaar een schijfje van Black-Bone op de deurmat. Het driekoppige rockmonster uit Brabant heeft de oh zo belangrijke opvolger van het uitstekend ontvangen debuutalbum Back To Mayhem opgenomen en staat nu te popelen om met Blessing In Disguise de wereld te veroveren… Voordat het zover is zullen echter eerst de Nederlandse en een groot deel van Europese podia er aan moeten geloven. Zanger/gitarist Steef van den Bogaard kan zijn enthousiasme rondom deze release maar nauwelijks bedwingen wanneer Pinguin Radio hem eerder deze week aan de lijn heeft.

Tekst Jeroen Bakker

Black-Bone“Het is een geweldig feest geworden vrijdag 18 september in de Effenaar samen met onze vrienden van Black Bottle Riot”, aldus Van Den Bogaard die met zijn collega’s Sven en Jules, respectievelijk bassist en drummer, een thuiswedstrijd speelt. Het drietal is afkomstig uit Eindhoven, de stad die al vaker veel opwinding deed veroorzaken bij iedereen die bruut rockgeweld een warm hart toedraagt.

“We hebben alle nieuwe nummers van Blessing In Disguise al gespeeld tijdens een try-out in Enschede. Er zijn moeilijke beslissingen genomen bij het opstellen van de setlist. Je zou ze het liefste allemaal willen spelen maar we gaan er geen avondvullend programma van maken. Kort maar heel erg krachtig moet het zijn.” Het is Black-Bone in een notendop. Rechttoe, rechtaan en no-nonsense. Ze hebben al dik tweehonderd optredens achter de kiezen met slechts één EP en één volwaardig album op zak. De band heeft volgens Van den Bogaard veel geleerd in het nog betrekkelijk korte bestaan van de band. “Toen we indertijd uit de studio kwamen na de opnamen van ons eerste album stonden we drie weken later al op het podium en speelden er een integrale, dat wil zeggen: in zijn geheel en precies in dezelfde volgorde, uitvoering van. Nu nemen we eerst even de tijd om bijvoorbeeld alles na de try-out te evalueren en we hebben een clip gemaakt om de single te ondersteunen. We wilden toen alles veel te snel. Ik kan het me niet meer voorstellen waarom we dat zo deden”, lacht hij.

Het vele spelen heeft er toe geleid dat het trio elkaar heel erg goed aanvoelt in zowel studio als op het podium. “Wanneer we kritiek hebben op elkaar dan wordt dat ook geaccepteerd. We zijn een vriendenclub en dat komt goed uit als je, zoals ik nog wel eens heel lomp uit de hoek kan komen. Natuurlijk is er wel een en ander veranderd. Maar we genieten van iedere minuut dat we met elkaar muziek maken. Wel denk ik dat we soms iets serieuzer zijn geworden. Logisch, er moeten tegenwoordig ook soms zakelijke beslissingen worden genomen.”BLACK-BONE Blessing in Disguise PRINTDe elf tracks op Blessing In Disguise laten dan ook een jonge maar zeer ervaren band horen die het pedaal stevig intrapt en toch nergens uit de bocht vliegt. De opener Nothing But History hakt er meteen stevig in. Goeie pakkende kick-ass rock ‘n roll waarmee Black-Bone aantoont definitief zijn onschuld lijkt te zijn kwijtgeraakt. De jonge jongens zijn stoere mannen geworden. Aan alle onzekerheid is een einde gekomen. Heel even wordt er in Wrong iets gas terug genomen. Af en toe horen we ook wat andere, soms zelfs melodieuzere invloeden in de muziek terug. Gelukkig zijn de vette riffs gebleven. Het gebrek aan originaliteit, wat in het verleden nog wel eens werd verweten, is echter hiermee teniet gedaan. Het maakt het totaalgeluid van de band completer, rijker zelfs. Het lijkt een kleine aanloop naar de tweede helft van het album waarin gewoon weer ongecompliceerd en keihard gebeukt wordt. Never Too Loud is dan ook de veelzeggende titel die hier op volgt. Het is een log geluid wat mede is veroorzaakt door Peter Pan Speedrock-frontman Peter van Elderen. “We kennen Peter al heel lang en hebben hem gevraagd om dit specifieke geluid, noem het maar logge mix, te verzorgen. We zijn enorm tevreden over het eindresultaat. Hij is er in geslaagd om hetzelfde geluid te creëeren als dat van onze favoriete albums die anderen hebben gemaakt. We vonden dat het precies zo moest klinken als wanneer we op het podium stonden.” Nog altijd staat het record van jongste band ooit op Speedfest op naam van Black-Bone. In 2011 mochten ze het door Peter Pan Speedrock georganiseerde festival zelfs openen.

Opvallend zijn de serieuze, zelfs zeer heftige onderwerpen die in de teksten worden aangesneden. Zo inspireerde enkele pogingen van een goede vriend om zichzelf van het leven te beroven tot het schrijven van Suicide (Ain’t No Way Out). Van den Bogaard erkent de serieuze kant van het album. “We proberen er ook altijd een positieve of optimistische wending aan te geven. Soms klinkt er ook hoop uit”, voegt hij er aan toe. Hij verwijst tevens naar het prachtige hoesontwerp van Sem Kuipers dat speciaal voor het nieuwe album is gemaakt. We zien een tekening van een gevaarlijk uitziende man die een pistool omhoog houdt. Uit de loop van het pistool komen geen kogels maar hangt een klavertje vier. De mensen klampen zich aan hem vast omdat ze ook iets van dat geluk willen hebben.

Van den Bogaard prijst zichzelf gelukkig met het verloop van zijn muzikale carrière. “We hebben vrijwel overal gespeeld. Geweldige club- en festivalshows meegemaakt en onvergetelijke ervaringen opgedaan als support-act van Status Quo, Deep Purple, Slash en Saxon. Komende maand zal er in Europa getourd worden met het Amerikaanse Valient Thorr. We hebben wel eens kleine uitstapjes gemaakt in Europa maar dit is echt een interessante tour. We spelen met die gasten in Italië, Oostenrijk, België, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Tsjechië en de UK”. Vooral Duitsland vindt hij een fijn land om te spelen. “Ze laten daar heel erg hun waardering blijken als ze je vet vinden. In Nederland is men veel meer terughoudend hoewel we erg graag in West-Friesland spelen. Daar in de buurt van Hoorn maar ook op Taaipop? Ken je dat festival? Is in Lutjebroek. We hebben daar echt een klik met het publiek. Man dat was zo’n vet optreden dat ik op het podium moest kotsen…”

LIVEDATA 25/09 Paard van Troje, Den Haag 26/09 Brogum, Zierikzee 10/10 Patronaat, Haarlem 11/10 Desertfest @ Trix, Antwerpen 06/11 Welcome To Pul Fiction Festival @ De Pul, Uden 19/11 Extase, Tilburg 21/11 PancRock Festival, Sint Pancras 11/12 Kroepoekfabriek, Vlaardingen

Interview: Tourist LeMC

Toerist_02_xTourist LeMC is ongetwijfeld één van de ‘helden’ van de voorbije zomer, constant onderweg van het ene naar het andere festival. Na de release van zijn tweede album En Route, speelde hij zijn ‘glazen muzikaal plafond’ genadeloos aan scherven met zijn straatliedjes in dat aanstekelijke Antwerpse dialect. Wij stopten zijn TGV-tocht, richting publieke roem, even ter hoogte van de business-seats van de oudste Belgische voetbalclub Antwerp FC.

Tekst Ruud Van De Locht Foto’s Patsie Borgers

Wij vroegen je te interviewen op een plaats die een bijzondere betekenis voor je heeft. Waarom zitten we hier op de fandag van Antwerp FC, waar je zopas een gastoptreden verzorgde?
“Dit is heilige grond voor mij. Al generaties lang is mijn familie fan van deze club. Het roodwitte bloed loopt door onze aderen. Ik probeer alle thuismatchen zoveel mogelijk te volgen, alhoewel ik mijn stem voortaan wat moet sparen tijdens het supporteren.”

Voetbal is één van je passies, maar ook de Franse hiphop van het eind van de jaren ’90 is dat. Waarom?
“Ik hou van dat rauwe karakter met die emotionele ondertoon. Ik wil op een eerlijke, eenvoudige manier vertellen over mezelf en mijn omgevng.”

Zoals de Antwerpse volkswijk Seefhoek, waar je opgroeide?
“Die buurt oefende inderdaad een grote invloed op me uit. Die multiculturule sfeer met het typisch Antwerps chauvinisme, zorgde ervoor dat ik me een toerist in mijn eigen stad voelde. Daarom verwerk ik ook Arabische en Franse woorden in mijn teksten.”

Wat is het grote verschil tussen je tweede album En Route en debuut Antwerps Testament?
“Dankzij de betere productionele afwerking, komen mijn zangkwaliteiten nu veel beter tot hun recht. Bovendien bevat het eerste album vooral pure hiphop terwijl En Route veel meer songgericht klinkt. Na mijn vorige album kreeg ik de reactie dat er kleinkunst-invloeden in verwerkt zaten. Die heb ik nu meer en verder geëxploiteerd.”

Toerist_xVoor, tijdens en na ons interview wordt ‘den Tourist’ voortdurend aangeklampt door Antwerp-fans die samen met hem op de foto willen. Hij vervult hun wensen met veel geduld en sympathie en is duidelijk op weg een ‘bekende Vlaming’ te worden.
Tourist Lemc: “Dat is een onvermijdelijk neveneffect van het succes, maar ik zoek het zeker niet bewust op want ik wil dat de fans me waarderen voor mijn muziek en niet voor mijn gezicht. Het feit dat mijn liedjes impact hebben op hun persoonlijk gevoelsleven, doet me wel veel plezier.”

Twee grote voorbeelden zijn de Antwerpse volkszangers Wannes Van de Velde en John Lundström? Wat leerde je van hen?
“Wannes is een echt Antwerps icoon en groot verhalenverteller. Iedereen kent zijn belangrijkste liedjes. Maar ik heb nog meer naar John Lundström geluisterd met zijn heel eenvoudige akkoorden en melodieën. Krachtige nummers neerzetten met dergelijke sobere aanpak, fascineert me.”

Vooral Wannes was een revolutionair. Hoe zit het met jouw barricaden-gehalte?
“Net als hem volg ik de actualiteit en schrijf er over, maar ik voel me absoluut niet de ridder op het witte paard of hemelbestormer die de wereldproblemen oplost met zijn liedjes. Ik volgde een opleiding maatschappelijk werker en dat sociale engagement draag ik nog altijd in mijn hart. Ik ben trouwens nog steeds deeltijds actief als psychosociaal hulpverlener. Onbewust vormen de gemoedstoestanden van mijn cliënten een bron voor mijn muziek. Ik vind het ook erg leuk om beide jobs te combineren, zolang me dat nog lukt. Geregeld vragen leerkrachten me ook of ze mijn muziek mogen gebruiken tijdens de les omdat het voor de jongeren een herkenbaar en leuk middel vormt om een bepaald maatschappelijk thema aan te kaarten. Dat is mooi.”

Je bent een ambassadeur van dat sappige Antwerpse dialect waarmee je ook richting Nederland trekt. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen je teksten daar begrijpt.
“Tot vandaag heb ik daar geen klachten over gehoord. Wanneer mensen de muziek een kans geven, komt het meestal wel goed. Dat melodramatische, melancholische karakter van mijn songs klinkt zo universeel dat de meeste luisteraars er zich wel door aangesproken voelen. Uiteindelijk voel ik me de troubadour of volkszanger die liedjes en verhalen naar de mensen brengt. Blijkbaar was dat een uitstervend ras en heb ik op het juiste moment mijn ‘vacature’ ingediend om die plaats in te nemen.”

Je bent intussen de dertig gepasseerd. Maak eens een testament op van je jeugd.
“Ik ben alijd een gelukkige mens geweest, maar heb tevens genoeg zwarte sneeuw gezien om een nummer als Meester Kunstenaar te schrijven. Een liedjesgebed dat aanvoelde als pure meditatie, op een moeilijk moment in mijn leven. Want ik ben evenzeer de pessimist die vermoedt dat de wereld negatief zal evolueren. Dat merk je ook aan een nummer als Miljonaire waarin ik me vragen stel bij ons collectief gedrag.”

Desondanks moeten we met zijn allen verder richting toekomst. Hoe ziet die van jou er uit?
“Ik wil graag in Vlaanderen bevestigen en in Nederland mijn plaats veroveren. Dat proces zal bepalen wanneer mijn volgend album uitkomt; 2017 lijkt me een ideale deadline. Maar de muziek moet wel relevant blijven, want ik wil de magie van mijn songs niet doorbreken. We zien wel: geduld is erg belangrijk in het leven.”

Mag ik stellen dat jij de nieuwe standaard voor de Vlaamse rap verpersoonlijkt?
“Weet je, ik ben meestal erg bescheiden, maar denk wel dat ik intussen mijn plaats in de Vlaamse hiphopwereld heb veroverd. Veel tegenstanders van het genre vinden dat het té commercieel geworden is. Daarom grijp ik graag terug naar de basis van de hiphop.”

LIVEDATA 16/10 CC Lier, Lier 30/10 AB, Brussel (Sold Out) 04/12 Vooruit, Gent 11/12 Heineken Music Hall, Amsterdam (Sold Out) 19/12 De Roma, Borgerhout (Sold Out) 20/12 De Roma, Antwerpen 16/03/2016 Merleyn, Nijmegen 17/03/2016 TivoliVredenburg, Utrecht 19/03/2016 Bitterzoet, Amsterdam 24/03/2016 Mezz, Breda

Interview: King Dalton

©KingDalton_presspics2015_fullcolor_XL_05_smallDe prachtige leegstaande Villa Thilda in Kalmthout-Heide wordt omzoomd door een mini-Amazonewoud. Een prachtige locatie waar wijlen Stanley Kubrick of David Lynch volledig creatief loos zouden gaan. Dat deden ook de heren en dame van King Dalton de voorbije wintermaanden. Het resultaat Thilda klinkt als een veelkoppig muzikaal duivelskind dat je pas doorgrondt na een aantal luisterbeurten. Maar als je jezelf die moeite getroost, is de wraak erg zoet. Zanger/gitarist/saxofonist Pieter De Meester (Aedo) en bassist Tomas De Smet (Zita Swoon, Think Of One) ontvangen ons in hun ‘studio voor één winter’.

Tekst Ruud Van De Locht Foto’s Pieter Jan Claessens

“We waren op zoek naar een plek om samen te repeteren zonder dat we al teveel tijd en energie staken in allerlei praktische afspraken. We wisten dat dit huis leeg stond en kenden de dochter van de familie die hier vroeger woonde. Zij was onmiddellijk mee en reageerde erg enthousiast op onze plannen. Villa Thilda biedt enorm veel mogelijkheden. Liever een badkamer met een koele galm i.p.v. een dure studio waar we van de ochtend tot de avond moeten stressen om de kosten te beperken.”

Een keuze die de sound en sfeer van de plaat duidelijk beïnvloedde.
“Zonder twijfel, want we konden alles rustig voorbereiden waardoor er een heel spontaan muzikaal proces ontstond. Achteraf gezien het beste wat we konden doen en ook de strafste stoot die we totnogtoe uithaalden. Wanneer we bijv. ’s nachts om half drie een goede tekstuele ingeving kregen, konden we die onmiddellijk uitwerken. Een erg comfortabele werkwijze, ook al sneed de koude soms erg scherp. Maar op dergelijke momenten was ons elektrisch vuurkacheltje redder in nood.”

In ieder geval een ‘modus operandi’ die resulteert in een erg kleurrijke verzameling songs waarop naast de gebruikelijke blues en folk van het debuutalbum, tevens flarden funk en elektronica hun intrede doen. Na ettelijke luisterbeurten krijgt Thilda steeds meer de allure van een ‘roadbook’.
“Dat is ook de ideale manier om Thilda te beluisteren. De rode draad, zowel in ons leven als muziek, is de zoektocht naar nieuwe dimensies. Die exotisch rusteloze ‘state of mind’ verhevigde nog doordat we gedurende vier maanden bijna constant in complete afzondering leefden. Er was maar één uitweg: onze muziek.”

En een trits nummers die tegelijk verwondering en melancholie oproepen.
“We proberen telkens zoveel mogelijk positieve energie uit te stralen maar terzelfdertijd gaan we op zoek naar persoonlijke diepgang. Dat verklaart de verscheidenheid aan emoties en gevoelens. Het hele opname- en productieproces verliep op een organisch, intuïtieve en zelfs instinctieve manier. In tegenstelling tot ons eerste album dat zich veeleer ontspon als een heus werkproces.”

©KingDalton_presspics2015_fullcolor_XL_10_smallVier mannen en één vrouw die gedurende de vier koudste maanden van het jaar onder één dak hun muzikaal ego delen. Dat moet voor hels vuurwerk zorgen. Thilda lijkt wel jullie muzikaal samenlevingscontract.
“Wat wij hier presteerden, is enkel mogelijk wanneer je een echte band vormt. Zoniet, sla je elkaar na vier maanden bivakkeren inderdaad het hoofd in. Het voelde bij momenten aan als een sjamanistische trip of zelfs een mini-religie. Het scheelde niets of we voerden elke ochtend onze Thilda-groet uit (stereolach). Anderzijds mogen we het feit koesteren dat we hier mochten discussiëren over een sol majeur of mineur, terwijl miljoenen mensen vandaag op de vlucht moeten.”

Voor het eerst horen we ook een duidelijke snuif elektronica. Bang om de ‘trein der hipheid’ te missen?
“We leven nu eenmaal in 2015. Waarom zouden we de opportuniteiten van vandaag niet gebruiken? Maar dat deden we ook al op ons debuutalbum, waarschijnlijk minder opvallend, omdat het accent tijdens het songschrijven toen nog meer op rootsmuziek lag. Het leuke aan deze band is dat er zich een interessante clash ontspint tussen verschillende generaties. Alle groepsleden brengen hun eigen muzikale input mee, waardoor er een intense en vruchtbare kruisbestuiving ontstaat.”

Ik las een recensie van jullie eerste album die besloot met volgende zinsnede: “Het is nog niet helemaal duidelijk wat voor band King Dalton wil zijn.” Hoe ver staan jullie intussen met dat exploratieproces?
“Niet wie, maar wat we met ons talent kunnen verwezenlijken, vinden we het allerbelangrijkste. Zolang we elkaar maar blijven uitdagen, muzikaal voeden en verrassen zijn we op de goede weg. Als we ons publiek daarnaast ook nog eens emotioneel kunnen beroeren, is onze missie geslaagd. En natuurlijk zoveel mogelijk live spelen, want we moeten nog veel zieltjes winnen. Een echte radioband zullen we namelijk wel nooit worden; daarvoor ligt de eigenzinnigheid van ons repertoire ons te nauw aan het hart.”

LIVEDATA 05/09 Kringloop Festival, Zwolle ​​20/09 Villa Thilda,​ ​Kalmthout-Heide 20/09 Leffingeleuren Festival, Leffinge ​25/09 De Studio, Antwerpen 26/09 Birthday instore, Waterput, Bergen-op-Zoom 02/10 Mezz, Breda 08/10 Charlatan, Gent ​14/11 Decibels Dommelhof, Neerpelt 18/11 MOD, Hasselt 19/11 Club De B, Torhout 16/12 Depot, Leuven

Thilda wordt verdeeld door WasteMyRecords.

Interview: Dan Auerbach van The Arcs

Na zijn solodebuut Keep It Hid (2009) en productiewerk voor Ray LaMontagne, Dr. John, Lana Del Rey en talloze anderen, is van The Black Keys-gitarist Dan Auerbach nu een plaat met The Arcs verschenen. “Allemaal kapiteins op een schip”, omschrijft Auerbach zijn vijfkoppige hobbybandje. “Maar dit zijn vijf jongens die ik enorm respecteer. En we zijn nog vrienden ook. We hebben allemaal liefde voor opnemen en de studio, plus hetzelfde doel: iets cools maken.”

Tekst Ruben Eg

The Arcs - Yours, DreamilyHoe is het album Yours, Dreamily ontstaan?
“Zo’n acht maanden geleden ging ik met Leon (Michels, red.) door de opnames die we met zijn allen hadden gemaakt, om te zien wat we nu hadden. We kwamen op 72 nummers. En dat was dus alleen maar van de uurtjes die we tijdens tournees of het maken van albums voor anderen hadden gemaakt. Het was echt van: ‘What the fuck! Wat zijn we hier aan het doen?!’. Dat was de trap onder onze kont die we nodig hadden. We wilden toen iets verzinnen om deze muziek uit te brengen. Zo werd The Arcs geboren.”

Hoe selecteer je 14 nummers uit 72 nummers?
“Niet. We hebben in twee weken allemaal nieuwe nummers opgenomen. Dat enorme aantal nummers was gewoon een wake-upcall. We hadden toen een doel. Alles veranderde een beetje toen er een naam was voor de groep. Iedereen was net iets meer gefocust. Alsof we wat meer als een band klonken, iets meer coherent.”

Cold Companion en Pistol Made Of Bones zijn mijn favoriete nummers van het album. Kun je over deze twee iets vertellen?
“Ik heb Cold Companion in Nashville geschreven, laat op een avond. Het klonk en voelde erg goed, vooral de manier waarop ik de teksten zong. In New York lieten we de mariachiband Mariachi Flor de Toloache naar de studio komen. Hun bassist, de gitarron, heeft een akoestische bas die op een viersnarige gitaar lijkt. Er komt een sterk geluid uit. We lieten de groep met dit nummer meespelen, en dat bracht het naar een ander niveau.”

Waar kwam het idee voor een mariachiband vandaan?
“Toen we Pistol Made Of Bones maakten. Er is een kleine brug van 10 seconden waarbij Leon en ik het leuk leek om een mariachiband voor te gebruiken. Dus we huurden een groep. Tot onze verrassing bleek het een vrouwenband te zijn. Het klonk direct geweldig. Omdat het zelfs zo goed en relatief makkelijk was om samen te spelen, besloten we nog iets te proberen met ze. En toen nog een nummer. En nog een. En nog een. Ik vroeg ze vervolgens of ze konden zingen. De manier waarop hun zang bij de nummers klonk knalde mij omver. Het was gewoon soul, New York City-soul. Hun manier van zingen is zo bijzonder. Zo cool. En het gebeurde gewoon per toeval.”

Hoe groot is The Arcs live?
“Acht mensen. Vijf mensen in de groep en drie mariachis. Met twee drummers, twee van mijn favoriete drummers. We staan opgesteld in een soort V. De drums staan aan het einde en de keyboard in het midden. Dan staan de bas en gitaren naast elkaar, net als de drie meiden. Zo spelen we tegen elkaar, alsof we in de studio zijn.”

The Black Keys is een echte liveband. Wanneer komt er eindelijk een livealbum?
“Misschien snel al. We nemen al onze shows op. Maar ik heb ze nog nooit beluisterd. Om dat enorme aantal opgenomen shows te beluisteren kost wel even tijd. Ik heb daar nog nooit echt goed over nagedacht. Holy crap! Alles beluisteren zou echt idioot zijn. Allemachtig.”

Nog ambities na al die jaren van spelen en produceren? Een reüniealbum van Guns N’ Roses produceren ofzo?
“Ik zou het zo doen. Ik kan waarschijnlijk nog een goede plaat met die jongens maken ook. Eehm. Ik weet het niet. Voor mij is het vooral van dag tot dag. Ik volg mijn neus. Als ik ergens in geïnteresseerd ben dan zoek ik contact. Als het leuk lijkt, dan meteen doen. Zo doe ik het met alles. Ik plan het niet. Het gebeurt gewoon. Langzaam.”

Hoe gaat zoiets meestal?
“Met Dr. John zat ik toevallig naar zijn albums te luisteren. Daarna zocht ik contact met hem. Maar hij wilde geen plaat maken. Dus ik moest naar New Orleans vliegen, op zijn deur kloppen en mijzelf introduceren. Je weet nooit wat er gebeurt als je met mensen in de studio werkt. Maar dat onbekende is ook het leuke er aan. Ik heb geen idee wat ik ga doen. En dat is het leukste.”

Is het ook een keer mislukt?
“Mislukt? Ja, hoor. Ik heb een album met de band The Growlers gedaan. Dat was erg goed. Geweldige plaat. Maar toen besloten ze dat ze het niet wilden uitbrengen. Ze hebben het hele album op een viersporencassette opnieuw opgenomen. Ze werden wat ongemakkelijk over het wat grote geluid van de opnames. Ik snap dat wel. Ik ben ook dat jochie geweest, onzeker over mijzelf. Niet willen laten zien dat je een professional bent, omdat dat een sellout zou zijn. “Man, we gaan echt nooit meer dan 10 dollar voor onze concertkaartjes vragen”, zei Patrick altijd toen we net begonnen. “Echt?”, vroeg ik. “Ja, no way man! Je bent een sellout als je kaartjes 20 dollar kosten.” (lacht) “Weetje. Dezelfde dingen die muziek erg krachtig maken als je jong bent, kunnen je ook naar de kloten helpen als je de verkeerde besluiten neemt.”

=> Vrijdagavond 04/09 van 19:00 t/m 20:00 uur op Pinguin Radio muziek van The Arcs in Concerto Radio.

=> Vrijdagavond 11/09 van 19:00 t/m 20:00 uur op Pinguin Radio een interview met Dan Auerbach in Concerto Radio.

Interview: Sue the Night

sue the nightHoe vaak heeft een band al tegen je geroepen dat je deel bent van ‘the best crowd evahhh!!!’? Inderdaad: verdacht vaak. Eventjes dachten we dus dat Sue the Night van hetzelfde leugenachtige kaliber is, toen zangeres Suus de Groot op Best Kept Secret tegen het goed gevulde veld riep: “Jullie zijn het beste meezingpubliek oooooit! Nee, dat zeggen we níet altijd.” Tijd om de proef op de som te nemen.

Tekst LiveGuide.NL | Sven Bersee

Wat is het beste meezingpubliek ooit?
“Oooh, jemig… Ik heb dat één keer gezegd. Op Best Kept Secret, geloof ik, voor het spelen van The Whale. Dat was ook echt een toffe show, al is die titel inmiddels al weer vergeven aan een ander publiek. Op Surfana zongen ze namelijk héél erg hard. Daar was iedereen ook heel erg dronken, haha. Dat helpt altijd wel.”

Je zal wel genoeg dronken koppen hebben gezien in jullie bomvolle festivalzomer. Had je nog tijd voor vakantie?
“Ik ben even naar Friesland en België geweest, maar verder ging al mijn aandacht naar de optredens. Dat is wel hard werken, maar ook wat ik het allerliefst doe. Het is dus niet dat ik vakantie nodig heb.”

Bandmaatje Linda maakte op BKS trouwens een grap over gnoes die te veel gegeten hebben. Hoe hou je het uit in zo’n band?
“Die hebben gnoeg gehad, haha. We zijn soms de flauwsten, maar dat is heerlijk. Die woordgrapjes zijn een beetje ons ding.”

Jouw lyrics zitten juist vol melancholie, maar live breng je ook die toch weer met een lach op je gezicht…
“Melancholie zie ik als iets heel moois en positiefs, niet als iets droevigs. Ik kan het dus met een lach zingen. Ik ben echt een heel melancholisch meisje, maar wel in positieve zin. Ik ben niet een of andere droefbek.”

En waarom zou je ook, want je album Mosaic doet het lekker! Met als ultieme bewijs natuurlijk dat jullie in de Hitkrant staan.
“Ja, nu kan ik vredig sterven, haha. Leuk man, dat artikel was ook echt geschreven met van die tienertaal erin.”

Staan jullie shows nu vol met krijsende tienermeisjes?
“Nou niet zoals bij Jelte (Jett Rebel) ofzo, maar het is af en toe wel heel schattig. Komen ze signeren en selfies maken. Maar we trekken ook een ouder publiek. Sue the Night is wat dat betreft doelgroeploos. Het voelt alsof het voor alle leeftijden is. Te gek dat zoiets kan.”

LIVEDATA 03/09 Oh Oh Intro, Den Haag 05/09 Alphen d’Huez, Alphen aan den Rijn 05/09 Open Up, Dordrecht 06/09 Stadsfeest, Doetinchem / 10/09 Het Witte Theater, IJmuiden 11/09 Appelpop, Tiel 12/09 Smeerboel, Utrecht

Klinkt als: tobberig indiepopgeluk in een weidse walvisjas

Het september-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: Fink

Op hun verzoek sprak ik frontman Fin Greenall en drummer Tim Thornton op het balkon van Paradiso, terwijl onder ons de soundcheck al bezig was. Beide heren konden niet wachten om de crew te vergezellen op het podium van hun favoriete concertzaal.

Tekst LiveGuide.NL | Esmee de Gooyer Foto Mitchell Giebels

fink 2 C_Mitchell GiebelsDe onrustigheid van Greenall en Thornton komt niet alleen door de spanning voor het optreden, maar vooral omdat ze angstvallig in de gaten willen houden of alles wel goed gaat daar beneden. “Is dat de gitaar waarop je mag spelen”, roept Greenall naar beneden, “of de gitaar die je niet mag oppakken? Hing mijn sjaal erop? Ja? Dan is dat de gitaar die je niet mocht oppakken.”

Fink zit eind november net tegen het einde van de eerste helft van de tour rond de nieuwste cd Hard Believer. Dat wordt gevierd met drie uitverkochte Paradiso-concerten, en na een pauze van drie maanden gaan de mannen snel weer op weg. Greenall en co staan niet voor niets bekend als een echte tourband. “We houden er niet per se van om ons huis te verlaten, maar het is geweldig om te beleven hoe onze muziek ons verbindt met de mensen die we onderweg zien. Wij vinden het mooi, zij ook, dus we hebben meteen iets gemeen met elkaar. En dat elke avond… Het is een mooi gegeven.”

“Als je niet van reizen houdt, moet je niet meespelen in een succesvolle band”, stelt ook Thornton. “Elke keer als we op een nieuwe plek zijn, krijgen we een ‘rush’ van: ‘Oh my God, we zijn er! Yes!’. Dit jaar gingen we voor het eerst naar Athene. Dan krijg je weer dat geweldige gevoel. Je bent daar door de muziek, besef je dan. En toen we voor het eerst in Australië waren, bleek een serveerster zomaar fan van ons te zijn. Dat maakte echte indruk me, hoe ver onze muziek afgereisd is.”

Greenall voegt daar lachend aan toe: “Maar in het begin werden we helemaal opgewonden van álles wat we meemaakten. Er staat een koelkast vol met bier! En het is gratis! Geweldig!” De drummer vervolgt: “Ja, die blijheid om gratis bier is er na acht jaar toch wel afgesleten, hoor.”

fink 4 C_Mitchell GiebelsPoolcirkel
Er zijn nog altijd locaties over waar Fink niet heeft gespeeld, en juist die plekken fascineren Greenall. “Afrika, Zuid-Amerika, de poolcirkel… Hoewel we bíjna in de poolcirkel hebben gespeeld, maar dat heb ik uiteindelijk zelf afgewezen. Het zou een optreden zijn bij een soort bedrijfsfeestje en daar hadden we geen zin in. Het had wel leuk geweest om tegen andere bands te kunnen zeggen: ‘Jullie hebben toch zeker ook wel in de poolcirkel gespeeld? Niet? Wat raar. Ken je die leuke zaal in Groenland dan niet?!’ Verder spelen we het liefst in landen waar de taalbarrière niet groot is. Amerika en Europa zijn dus fijn, behalve delen van Spanje en Italië enzo. Touren door India was geweldig omdat iedereen daar Engels spreekt, China was weer heel lastig.”

Gelukkig voor de mannen is Hard Believer goed ontvangen in zowel hun favoriete Europese landen (Nederland en Duitsland) als Amerika, maar dat hadden ze wel verwacht. “Het is fijn dat hij het goed doet in landen die we leuk vinden”, zegt Greenall. “We zijn ook populair in landen die we niet graag bezoeken! Nee, welke landen dat zijn ga ik je natuurlijk niet vertellen, haha.”

Nederland staat in ieder geval niet op Finks zwarte lijst. De band deed juist moeite om hier voet aan de grond te krijgen. Greenall: “Na elke plaat krijgen we hier meer aanhang, al is het maar een klein beetje meer.”

Thornton: “Tijdens het opnemen van Hard Believer fantaseerden we soms hoe het zou zijn om de nummers in Paradiso te spelen. Vooral bij het nummer Pilgrim. We wisten meteen dat dat de opener van onze sets zou zijn. We hebben een grote ‘soft spot’ voor al onze platen, maar Hard Believer is het meest compleet. Met Perfect Darkness en Distance and Time waren we nog zoekende. Nu weten we eindelijk echt waar we mee bezig zijn.”

Net als de meeste oudere cd’s van Fink is ook Hard Believer in een heel korte tijd opgenomen. “Aan het schrijven van de nummers werken we lang”, legt de bebaarde zanger uit. “Muziek raakt de gevoelige snaar en de muzikale riff vertelt me wat de emotie zal zijn.”

Fin is zelf ook verantwoordelijk voor de teksten. “Ik kan niet goed beschrijven hoe we het doen, maar we zijn goed in het matchen van de emotie van de muziek met die van de teksten. In de studio proberen we de essentie van de energie van dat moment te vangen. Dat lukt het beste in ongeveer twee weken. We zijn dag en nacht in de studio en als het klaar is, zijn we dan ook compleet uitgeput. Toch is het onze favoriete tijd, het is het beste aan artiest zijn. We hebben drie weken om op te nemen en daarna touren we achttien maanden lang. ‘We fucking love it’.”

LIVEDATA 30/08 Amsterdam Woods Festival, Amsterdam (Premiere van de filmdocumentaire: Fink – Fink is overigens zelf aanwezig voor een Q&A – GEEN OPTREDEN!!!) 20/10 De Vereeniging, Nijmegen 22/10 Concertgebouw, Amsterdam 23/10 De Roma, Antwerpen

Klinkt als: gevoelige gitaarrock, maar dan door en voor mannen met grijze baarden en tatoeages.

Het september-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen. Dit is een interview uit LiveGuideNL maart 2015.

Interview: Thunder

Na zes jaar is er eindelijk weer een nieuw album van de Engelse rockers Thunder. Wonder Days heet het laatste album en het is eigenlijk een mirakel dat het tiende studio album van Thunder verschenen is, want de toch redelijk succesvolle Britse band stond op het punt om er mee op te houden. Maar na een aantal akoestische shows, optredens met Whitesnake en Journey en een succesvol optreden op Wacken besloot de band, gelukkig voor de fans, om door te gaan. Thunder staat inmiddels voor de vierde keer op Bospop en Danny Bowes en Luke Morley waren zo vriendelijk om voor de show een praatje met mij te maken.

Tekst Martien Koolen

Toch weer een nieuw album, wie had dat gedacht na de bijna split-up in 2009?
Danny: “Ja, niets is zeker, zo blijkt maar weer eens. Gelukkig bestaat Thunder nog en hebben we net een prima album afgeleverd.”

Een cliché vraag, maar is het jullie beste album tot nu toe?
Luke: “Dat is altijd moeilijk te zeggen; de plaat is net af en natuurlijk zijn we trots op Wonder Days en natuurlijk hebben we onze harten en zielen in de nieuwe songs gelegd. Maar, ja, als het album klaar is en in de winkels ligt, dan kun je er niets meer aan doen. Ik denk wel dat we beter zijn geworden naarmate we ouder zijn geworden en we zien het album nu al een beetje van een bepaalde afstand en kunnen dan alleen maar concluderen dat Wonder Days gewoon een echt klassiek Thunder album is geworden.”
Danny: “Op 14 maart hebben we tijdens een show in de Eventim Apollo in Hammersmith een aantal nieuwe songs van Wonder Days gespeeld en het publiek reageerde heel goed op tracks zoals Black Water, Resurrection Day en Wonder Days, en dat is een goed teken. Als het publiek niet zo goed reageert op nieuwe tracks heb je misschien een probleem…”

Lezen jullie nog recensies over jullie albums, of interesseert jullie dat niet echt?
Luke: “Nou, ja, er zijn altijd critici die het niks vinden, maar dat is dan maar zo. Wij doen gewoon wat wij denken en voelen dat goed is!”

Hoe belangrijk is een radio hit voor Thunder?
Danny: “Wij dachten dat we een hit hadden op het nieuwe album, maar de radio denkt daar anders over, ha ha. We krijgen gewoon geen airplay op de Britse radio. Het hele radiogebeuren in Engeland is gewoon frustrerend! Volgens mij heeft de radio niets meer met muziek te maken, het gaat alleen nog maar over sociale media. Als je maar genoeg volgers op Facebook hebt, dan wordt je muziek wel op de radio gespeeld. Maar ja, wij hebben de radio altijd gehaat en de radio haat Thunder, dus waarschijnlijk worden onze nummers op de Engelse radio gespeeld als wij dood en begraven zijn, ha ha… Maar eigenlijk tellen alleen de fans, de mensen die een kaartje kopen voor onze show, die betalen om ons te zien en te horen spelen; alleen dat telt, dus f… de radio.”

Wonder Days is toch geen concept album, of misschien stiekem toch?
Danny: “Nee, echt niet, zo progressief zijn wij niet, ha ha…. Ik kan me er wel iets bij voorstellen, want nummers zoals Wonder Days en When The Music Played hebben als thema jong zijn, met een bandje beginnen, opgroeien en de eerste kennismakingen met meisjes en muziek natuurlijk. Maar om het dan een concept album te noemen, gaat mij te ver. Natuurlijk zijn de genoemde tracks wel nostalgisch en is ook de cover van het album nogal retro en natuurlijk was vroeger, de seventies dus, alles beter, ha ha… De hele wereld, vooral de muziekindustrie is gigantisch veranderd, de concurrentie is veranderd, er is nu internet, de tv is veel belangrijker en sociale media bepalen de trends. Het leven was vroeger veel simpeler en misschien ook wel overzichtelijker. Er is tegenwoordig ook veel meer cynisme.”

Kun je iets over de titel van het album vertellen?
Luke: “Het eerste nummer heette Wonder Days en dat leek mij ook wel een gepaste titel voor het album, een beetje een retrogevoel creëren met die titel zat er eigenlijk ook wel achter.”
Danny: “Daarom denken mensen dat Wonder Days een concept album is; we hebben het echt met opzet zo gedaan, ha ha….”

Hoe ziet jullie set list eruit voor vandaag, spelen jullie op festivals andere nummers dan op de reguliere toer en wie “maakt” de setlist?
Luke: “Dat is eigenlijk mijn taak, dat is over de jaren zo gegroeid en iedereen lijkt zich daar in te kunnen vinden. We zullen ook vandaag zeker een aantal nieuwe songs gaan spelen, want Wonder Days en The Thing I Want zijn echte live songs die perfect passen bij andere klassieke live krakers, zoals Backstreet Symphony of Love Walked In. Natuurlijk zijn er songs die we altijd “moeten” spelen voor onze die hard fans.”

Jullie staan nu voor de vierde keer op Bospop, is dat nog iets speciaals voor jullie?
Danny: “Absoluut, we zijn gek op Bospop, we spelen hier altijd heel erg graag.”

Is het niet zo, dat als we nu op Graspop zouden zijn jij hetzelfde antwoord over Graspop zou geven…..??
Danny: “Ha, ha, jij kent ons te goed, mijn vriend, of jij bent zelf al te cynisch geworden, ha ha.. Nee, dat is echt niet zo, we verheugen ons ECHT op het Bospop publiek en we hopen dat ze ons niet eerder laten gaan dan na twee uur spelen, ha ha…”

Hebben jullie nog doelen, dromen, ambities?
Danny: “Te veel!”
Luke: “Jazeker, we willen eigenlijk ook eens een grote tournee in Amerika doen en ook China en Australië moeten wij zeker nog eens gaan ontdekken.”

Wat zijn de hoogtepunten in jullie carrière tot nu toe?
Danny: “Daar wacht ik nog steeds op.”
Luke: “Dat Thunder na al die jaren nog steeds bestaat en goede muziek maakt en dat we er nog steeds heel veel plezier in hebben. Wij zijn echt gelukkig dat we dit nog steeds mogen doen.”

Wat zijn de dieptepunten tot nu toe?
Danny: “Dat zijn er veel te veel, hoe lang heb je?”

Jouw stem is nog steeds prima in orde, doe je iets speciaals om die stembanden in goede vorm te houden?
Danny: “Niet echt, ik heb nooit zangles gehad, ik drink matig, ik rook niet en ik gebruik geen al te dure drugs; ik ben al tevreden met zeer goedkope heroïne, ha ha….”

Hoe lang gaat Thunder nog door?
Luke: “Dat is moeilijk om te zeggen; ik hoop nog heel lang, maar dat heeft natuurlijk te maken met het feit hoe lang je het als muzikant nog aankunt. Fysiek en mentaal bedoel ik dan natuurlijk want het leven van een rockster is nou niet bepaald een huis tuin en keuken baan.”
Danny: “Na de show van gisteren voelde ik mij 100 jaar oud en was ik helemaal kapot, maar ook dat kan gebeuren.”

Bedankt voor jullie eerlijke antwoorden en succes met de nieuwe plaat.
Danny/Luke: “Thank you!!”

LIVEDATUM 22/11 Sportpaleis, Antwerpen (support Scorpions)