Interview: Black-Bone

Het zijn momenteel prachtige weken voor muziekrecensenten die zich met de stevige releases bezighouden. Tussen opwindende albums van grote internationale namen als Iron Maiden, Motörhead of Slayer, ligt er ook zomaar een schijfje van Black-Bone op de deurmat. Het driekoppige rockmonster uit Brabant heeft de oh zo belangrijke opvolger van het uitstekend ontvangen debuutalbum Back To Mayhem opgenomen en staat nu te popelen om met Blessing In Disguise de wereld te veroveren… Voordat het zover is zullen echter eerst de Nederlandse en een groot deel van Europese podia er aan moeten geloven. Zanger/gitarist Steef van den Bogaard kan zijn enthousiasme rondom deze release maar nauwelijks bedwingen wanneer Pinguin Radio hem eerder deze week aan de lijn heeft.

Tekst Jeroen Bakker

Black-Bone“Het is een geweldig feest geworden vrijdag 18 september in de Effenaar samen met onze vrienden van Black Bottle Riot”, aldus Van Den Bogaard die met zijn collega’s Sven en Jules, respectievelijk bassist en drummer, een thuiswedstrijd speelt. Het drietal is afkomstig uit Eindhoven, de stad die al vaker veel opwinding deed veroorzaken bij iedereen die bruut rockgeweld een warm hart toedraagt.

“We hebben alle nieuwe nummers van Blessing In Disguise al gespeeld tijdens een try-out in Enschede. Er zijn moeilijke beslissingen genomen bij het opstellen van de setlist. Je zou ze het liefste allemaal willen spelen maar we gaan er geen avondvullend programma van maken. Kort maar heel erg krachtig moet het zijn.” Het is Black-Bone in een notendop. Rechttoe, rechtaan en no-nonsense. Ze hebben al dik tweehonderd optredens achter de kiezen met slechts één EP en één volwaardig album op zak. De band heeft volgens Van den Bogaard veel geleerd in het nog betrekkelijk korte bestaan van de band. “Toen we indertijd uit de studio kwamen na de opnamen van ons eerste album stonden we drie weken later al op het podium en speelden er een integrale, dat wil zeggen: in zijn geheel en precies in dezelfde volgorde, uitvoering van. Nu nemen we eerst even de tijd om bijvoorbeeld alles na de try-out te evalueren en we hebben een clip gemaakt om de single te ondersteunen. We wilden toen alles veel te snel. Ik kan het me niet meer voorstellen waarom we dat zo deden”, lacht hij.

Het vele spelen heeft er toe geleid dat het trio elkaar heel erg goed aanvoelt in zowel studio als op het podium. “Wanneer we kritiek hebben op elkaar dan wordt dat ook geaccepteerd. We zijn een vriendenclub en dat komt goed uit als je, zoals ik nog wel eens heel lomp uit de hoek kan komen. Natuurlijk is er wel een en ander veranderd. Maar we genieten van iedere minuut dat we met elkaar muziek maken. Wel denk ik dat we soms iets serieuzer zijn geworden. Logisch, er moeten tegenwoordig ook soms zakelijke beslissingen worden genomen.”BLACK-BONE Blessing in Disguise PRINTDe elf tracks op Blessing In Disguise laten dan ook een jonge maar zeer ervaren band horen die het pedaal stevig intrapt en toch nergens uit de bocht vliegt. De opener Nothing But History hakt er meteen stevig in. Goeie pakkende kick-ass rock ‘n roll waarmee Black-Bone aantoont definitief zijn onschuld lijkt te zijn kwijtgeraakt. De jonge jongens zijn stoere mannen geworden. Aan alle onzekerheid is een einde gekomen. Heel even wordt er in Wrong iets gas terug genomen. Af en toe horen we ook wat andere, soms zelfs melodieuzere invloeden in de muziek terug. Gelukkig zijn de vette riffs gebleven. Het gebrek aan originaliteit, wat in het verleden nog wel eens werd verweten, is echter hiermee teniet gedaan. Het maakt het totaalgeluid van de band completer, rijker zelfs. Het lijkt een kleine aanloop naar de tweede helft van het album waarin gewoon weer ongecompliceerd en keihard gebeukt wordt. Never Too Loud is dan ook de veelzeggende titel die hier op volgt. Het is een log geluid wat mede is veroorzaakt door Peter Pan Speedrock-frontman Peter van Elderen. “We kennen Peter al heel lang en hebben hem gevraagd om dit specifieke geluid, noem het maar logge mix, te verzorgen. We zijn enorm tevreden over het eindresultaat. Hij is er in geslaagd om hetzelfde geluid te creëeren als dat van onze favoriete albums die anderen hebben gemaakt. We vonden dat het precies zo moest klinken als wanneer we op het podium stonden.” Nog altijd staat het record van jongste band ooit op Speedfest op naam van Black-Bone. In 2011 mochten ze het door Peter Pan Speedrock georganiseerde festival zelfs openen.

Opvallend zijn de serieuze, zelfs zeer heftige onderwerpen die in de teksten worden aangesneden. Zo inspireerde enkele pogingen van een goede vriend om zichzelf van het leven te beroven tot het schrijven van Suicide (Ain’t No Way Out). Van den Bogaard erkent de serieuze kant van het album. “We proberen er ook altijd een positieve of optimistische wending aan te geven. Soms klinkt er ook hoop uit”, voegt hij er aan toe. Hij verwijst tevens naar het prachtige hoesontwerp van Sem Kuipers dat speciaal voor het nieuwe album is gemaakt. We zien een tekening van een gevaarlijk uitziende man die een pistool omhoog houdt. Uit de loop van het pistool komen geen kogels maar hangt een klavertje vier. De mensen klampen zich aan hem vast omdat ze ook iets van dat geluk willen hebben.

Van den Bogaard prijst zichzelf gelukkig met het verloop van zijn muzikale carrière. “We hebben vrijwel overal gespeeld. Geweldige club- en festivalshows meegemaakt en onvergetelijke ervaringen opgedaan als support-act van Status Quo, Deep Purple, Slash en Saxon. Komende maand zal er in Europa getourd worden met het Amerikaanse Valient Thorr. We hebben wel eens kleine uitstapjes gemaakt in Europa maar dit is echt een interessante tour. We spelen met die gasten in Italië, Oostenrijk, België, Duitsland, Frankrijk, Denemarken, Tsjechië en de UK”. Vooral Duitsland vindt hij een fijn land om te spelen. “Ze laten daar heel erg hun waardering blijken als ze je vet vinden. In Nederland is men veel meer terughoudend hoewel we erg graag in West-Friesland spelen. Daar in de buurt van Hoorn maar ook op Taaipop? Ken je dat festival? Is in Lutjebroek. We hebben daar echt een klik met het publiek. Man dat was zo’n vet optreden dat ik op het podium moest kotsen…”

LIVEDATA 25/09 Paard van Troje, Den Haag 26/09 Brogum, Zierikzee 10/10 Patronaat, Haarlem 11/10 Desertfest @ Trix, Antwerpen 06/11 Welcome To Pul Fiction Festival @ De Pul, Uden 19/11 Extase, Tilburg 21/11 PancRock Festival, Sint Pancras 11/12 Kroepoekfabriek, Vlaardingen

Interview: Tourist LeMC

Toerist_02_xTourist LeMC is ongetwijfeld één van de ‘helden’ van de voorbije zomer, constant onderweg van het ene naar het andere festival. Na de release van zijn tweede album En Route, speelde hij zijn ‘glazen muzikaal plafond’ genadeloos aan scherven met zijn straatliedjes in dat aanstekelijke Antwerpse dialect. Wij stopten zijn TGV-tocht, richting publieke roem, even ter hoogte van de business-seats van de oudste Belgische voetbalclub Antwerp FC.

Tekst Ruud Van De Locht Foto’s Patsie Borgers

Wij vroegen je te interviewen op een plaats die een bijzondere betekenis voor je heeft. Waarom zitten we hier op de fandag van Antwerp FC, waar je zopas een gastoptreden verzorgde?
“Dit is heilige grond voor mij. Al generaties lang is mijn familie fan van deze club. Het roodwitte bloed loopt door onze aderen. Ik probeer alle thuismatchen zoveel mogelijk te volgen, alhoewel ik mijn stem voortaan wat moet sparen tijdens het supporteren.”

Voetbal is één van je passies, maar ook de Franse hiphop van het eind van de jaren ’90 is dat. Waarom?
“Ik hou van dat rauwe karakter met die emotionele ondertoon. Ik wil op een eerlijke, eenvoudige manier vertellen over mezelf en mijn omgevng.”

Zoals de Antwerpse volkswijk Seefhoek, waar je opgroeide?
“Die buurt oefende inderdaad een grote invloed op me uit. Die multiculturule sfeer met het typisch Antwerps chauvinisme, zorgde ervoor dat ik me een toerist in mijn eigen stad voelde. Daarom verwerk ik ook Arabische en Franse woorden in mijn teksten.”

Wat is het grote verschil tussen je tweede album En Route en debuut Antwerps Testament?
“Dankzij de betere productionele afwerking, komen mijn zangkwaliteiten nu veel beter tot hun recht. Bovendien bevat het eerste album vooral pure hiphop terwijl En Route veel meer songgericht klinkt. Na mijn vorige album kreeg ik de reactie dat er kleinkunst-invloeden in verwerkt zaten. Die heb ik nu meer en verder geëxploiteerd.”

Toerist_xVoor, tijdens en na ons interview wordt ‘den Tourist’ voortdurend aangeklampt door Antwerp-fans die samen met hem op de foto willen. Hij vervult hun wensen met veel geduld en sympathie en is duidelijk op weg een ‘bekende Vlaming’ te worden.
Tourist Lemc: “Dat is een onvermijdelijk neveneffect van het succes, maar ik zoek het zeker niet bewust op want ik wil dat de fans me waarderen voor mijn muziek en niet voor mijn gezicht. Het feit dat mijn liedjes impact hebben op hun persoonlijk gevoelsleven, doet me wel veel plezier.”

Twee grote voorbeelden zijn de Antwerpse volkszangers Wannes Van de Velde en John Lundström? Wat leerde je van hen?
“Wannes is een echt Antwerps icoon en groot verhalenverteller. Iedereen kent zijn belangrijkste liedjes. Maar ik heb nog meer naar John Lundström geluisterd met zijn heel eenvoudige akkoorden en melodieën. Krachtige nummers neerzetten met dergelijke sobere aanpak, fascineert me.”

Vooral Wannes was een revolutionair. Hoe zit het met jouw barricaden-gehalte?
“Net als hem volg ik de actualiteit en schrijf er over, maar ik voel me absoluut niet de ridder op het witte paard of hemelbestormer die de wereldproblemen oplost met zijn liedjes. Ik volgde een opleiding maatschappelijk werker en dat sociale engagement draag ik nog altijd in mijn hart. Ik ben trouwens nog steeds deeltijds actief als psychosociaal hulpverlener. Onbewust vormen de gemoedstoestanden van mijn cliënten een bron voor mijn muziek. Ik vind het ook erg leuk om beide jobs te combineren, zolang me dat nog lukt. Geregeld vragen leerkrachten me ook of ze mijn muziek mogen gebruiken tijdens de les omdat het voor de jongeren een herkenbaar en leuk middel vormt om een bepaald maatschappelijk thema aan te kaarten. Dat is mooi.”

Je bent een ambassadeur van dat sappige Antwerpse dialect waarmee je ook richting Nederland trekt. Ik kan me voorstellen dat niet iedereen je teksten daar begrijpt.
“Tot vandaag heb ik daar geen klachten over gehoord. Wanneer mensen de muziek een kans geven, komt het meestal wel goed. Dat melodramatische, melancholische karakter van mijn songs klinkt zo universeel dat de meeste luisteraars er zich wel door aangesproken voelen. Uiteindelijk voel ik me de troubadour of volkszanger die liedjes en verhalen naar de mensen brengt. Blijkbaar was dat een uitstervend ras en heb ik op het juiste moment mijn ‘vacature’ ingediend om die plaats in te nemen.”

Je bent intussen de dertig gepasseerd. Maak eens een testament op van je jeugd.
“Ik ben alijd een gelukkige mens geweest, maar heb tevens genoeg zwarte sneeuw gezien om een nummer als Meester Kunstenaar te schrijven. Een liedjesgebed dat aanvoelde als pure meditatie, op een moeilijk moment in mijn leven. Want ik ben evenzeer de pessimist die vermoedt dat de wereld negatief zal evolueren. Dat merk je ook aan een nummer als Miljonaire waarin ik me vragen stel bij ons collectief gedrag.”

Desondanks moeten we met zijn allen verder richting toekomst. Hoe ziet die van jou er uit?
“Ik wil graag in Vlaanderen bevestigen en in Nederland mijn plaats veroveren. Dat proces zal bepalen wanneer mijn volgend album uitkomt; 2017 lijkt me een ideale deadline. Maar de muziek moet wel relevant blijven, want ik wil de magie van mijn songs niet doorbreken. We zien wel: geduld is erg belangrijk in het leven.”

Mag ik stellen dat jij de nieuwe standaard voor de Vlaamse rap verpersoonlijkt?
“Weet je, ik ben meestal erg bescheiden, maar denk wel dat ik intussen mijn plaats in de Vlaamse hiphopwereld heb veroverd. Veel tegenstanders van het genre vinden dat het té commercieel geworden is. Daarom grijp ik graag terug naar de basis van de hiphop.”

LIVEDATA 16/10 CC Lier, Lier 30/10 AB, Brussel (Sold Out) 04/12 Vooruit, Gent 11/12 Heineken Music Hall, Amsterdam (Sold Out) 19/12 De Roma, Borgerhout (Sold Out) 20/12 De Roma, Antwerpen 16/03/2016 Merleyn, Nijmegen 17/03/2016 TivoliVredenburg, Utrecht 19/03/2016 Bitterzoet, Amsterdam 24/03/2016 Mezz, Breda

Interview: King Dalton

©KingDalton_presspics2015_fullcolor_XL_05_smallDe prachtige leegstaande Villa Thilda in Kalmthout-Heide wordt omzoomd door een mini-Amazonewoud. Een prachtige locatie waar wijlen Stanley Kubrick of David Lynch volledig creatief loos zouden gaan. Dat deden ook de heren en dame van King Dalton de voorbije wintermaanden. Het resultaat Thilda klinkt als een veelkoppig muzikaal duivelskind dat je pas doorgrondt na een aantal luisterbeurten. Maar als je jezelf die moeite getroost, is de wraak erg zoet. Zanger/gitarist/saxofonist Pieter De Meester (Aedo) en bassist Tomas De Smet (Zita Swoon, Think Of One) ontvangen ons in hun ‘studio voor één winter’.

Tekst Ruud Van De Locht Foto’s Pieter Jan Claessens

“We waren op zoek naar een plek om samen te repeteren zonder dat we al teveel tijd en energie staken in allerlei praktische afspraken. We wisten dat dit huis leeg stond en kenden de dochter van de familie die hier vroeger woonde. Zij was onmiddellijk mee en reageerde erg enthousiast op onze plannen. Villa Thilda biedt enorm veel mogelijkheden. Liever een badkamer met een koele galm i.p.v. een dure studio waar we van de ochtend tot de avond moeten stressen om de kosten te beperken.”

Een keuze die de sound en sfeer van de plaat duidelijk beïnvloedde.
“Zonder twijfel, want we konden alles rustig voorbereiden waardoor er een heel spontaan muzikaal proces ontstond. Achteraf gezien het beste wat we konden doen en ook de strafste stoot die we totnogtoe uithaalden. Wanneer we bijv. ’s nachts om half drie een goede tekstuele ingeving kregen, konden we die onmiddellijk uitwerken. Een erg comfortabele werkwijze, ook al sneed de koude soms erg scherp. Maar op dergelijke momenten was ons elektrisch vuurkacheltje redder in nood.”

In ieder geval een ‘modus operandi’ die resulteert in een erg kleurrijke verzameling songs waarop naast de gebruikelijke blues en folk van het debuutalbum, tevens flarden funk en elektronica hun intrede doen. Na ettelijke luisterbeurten krijgt Thilda steeds meer de allure van een ‘roadbook’.
“Dat is ook de ideale manier om Thilda te beluisteren. De rode draad, zowel in ons leven als muziek, is de zoektocht naar nieuwe dimensies. Die exotisch rusteloze ‘state of mind’ verhevigde nog doordat we gedurende vier maanden bijna constant in complete afzondering leefden. Er was maar één uitweg: onze muziek.”

En een trits nummers die tegelijk verwondering en melancholie oproepen.
“We proberen telkens zoveel mogelijk positieve energie uit te stralen maar terzelfdertijd gaan we op zoek naar persoonlijke diepgang. Dat verklaart de verscheidenheid aan emoties en gevoelens. Het hele opname- en productieproces verliep op een organisch, intuïtieve en zelfs instinctieve manier. In tegenstelling tot ons eerste album dat zich veeleer ontspon als een heus werkproces.”

©KingDalton_presspics2015_fullcolor_XL_10_smallVier mannen en één vrouw die gedurende de vier koudste maanden van het jaar onder één dak hun muzikaal ego delen. Dat moet voor hels vuurwerk zorgen. Thilda lijkt wel jullie muzikaal samenlevingscontract.
“Wat wij hier presteerden, is enkel mogelijk wanneer je een echte band vormt. Zoniet, sla je elkaar na vier maanden bivakkeren inderdaad het hoofd in. Het voelde bij momenten aan als een sjamanistische trip of zelfs een mini-religie. Het scheelde niets of we voerden elke ochtend onze Thilda-groet uit (stereolach). Anderzijds mogen we het feit koesteren dat we hier mochten discussiëren over een sol majeur of mineur, terwijl miljoenen mensen vandaag op de vlucht moeten.”

Voor het eerst horen we ook een duidelijke snuif elektronica. Bang om de ‘trein der hipheid’ te missen?
“We leven nu eenmaal in 2015. Waarom zouden we de opportuniteiten van vandaag niet gebruiken? Maar dat deden we ook al op ons debuutalbum, waarschijnlijk minder opvallend, omdat het accent tijdens het songschrijven toen nog meer op rootsmuziek lag. Het leuke aan deze band is dat er zich een interessante clash ontspint tussen verschillende generaties. Alle groepsleden brengen hun eigen muzikale input mee, waardoor er een intense en vruchtbare kruisbestuiving ontstaat.”

Ik las een recensie van jullie eerste album die besloot met volgende zinsnede: “Het is nog niet helemaal duidelijk wat voor band King Dalton wil zijn.” Hoe ver staan jullie intussen met dat exploratieproces?
“Niet wie, maar wat we met ons talent kunnen verwezenlijken, vinden we het allerbelangrijkste. Zolang we elkaar maar blijven uitdagen, muzikaal voeden en verrassen zijn we op de goede weg. Als we ons publiek daarnaast ook nog eens emotioneel kunnen beroeren, is onze missie geslaagd. En natuurlijk zoveel mogelijk live spelen, want we moeten nog veel zieltjes winnen. Een echte radioband zullen we namelijk wel nooit worden; daarvoor ligt de eigenzinnigheid van ons repertoire ons te nauw aan het hart.”

LIVEDATA 05/09 Kringloop Festival, Zwolle ​​20/09 Villa Thilda,​ ​Kalmthout-Heide 20/09 Leffingeleuren Festival, Leffinge ​25/09 De Studio, Antwerpen 26/09 Birthday instore, Waterput, Bergen-op-Zoom 02/10 Mezz, Breda 08/10 Charlatan, Gent ​14/11 Decibels Dommelhof, Neerpelt 18/11 MOD, Hasselt 19/11 Club De B, Torhout 16/12 Depot, Leuven

Thilda wordt verdeeld door WasteMyRecords.

Interview: Dan Auerbach van The Arcs

Na zijn solodebuut Keep It Hid (2009) en productiewerk voor Ray LaMontagne, Dr. John, Lana Del Rey en talloze anderen, is van The Black Keys-gitarist Dan Auerbach nu een plaat met The Arcs verschenen. “Allemaal kapiteins op een schip”, omschrijft Auerbach zijn vijfkoppige hobbybandje. “Maar dit zijn vijf jongens die ik enorm respecteer. En we zijn nog vrienden ook. We hebben allemaal liefde voor opnemen en de studio, plus hetzelfde doel: iets cools maken.”

Tekst Ruben Eg

The Arcs - Yours, DreamilyHoe is het album Yours, Dreamily ontstaan?
“Zo’n acht maanden geleden ging ik met Leon (Michels, red.) door de opnames die we met zijn allen hadden gemaakt, om te zien wat we nu hadden. We kwamen op 72 nummers. En dat was dus alleen maar van de uurtjes die we tijdens tournees of het maken van albums voor anderen hadden gemaakt. Het was echt van: ‘What the fuck! Wat zijn we hier aan het doen?!’. Dat was de trap onder onze kont die we nodig hadden. We wilden toen iets verzinnen om deze muziek uit te brengen. Zo werd The Arcs geboren.”

Hoe selecteer je 14 nummers uit 72 nummers?
“Niet. We hebben in twee weken allemaal nieuwe nummers opgenomen. Dat enorme aantal nummers was gewoon een wake-upcall. We hadden toen een doel. Alles veranderde een beetje toen er een naam was voor de groep. Iedereen was net iets meer gefocust. Alsof we wat meer als een band klonken, iets meer coherent.”

Cold Companion en Pistol Made Of Bones zijn mijn favoriete nummers van het album. Kun je over deze twee iets vertellen?
“Ik heb Cold Companion in Nashville geschreven, laat op een avond. Het klonk en voelde erg goed, vooral de manier waarop ik de teksten zong. In New York lieten we de mariachiband Mariachi Flor de Toloache naar de studio komen. Hun bassist, de gitarron, heeft een akoestische bas die op een viersnarige gitaar lijkt. Er komt een sterk geluid uit. We lieten de groep met dit nummer meespelen, en dat bracht het naar een ander niveau.”

Waar kwam het idee voor een mariachiband vandaan?
“Toen we Pistol Made Of Bones maakten. Er is een kleine brug van 10 seconden waarbij Leon en ik het leuk leek om een mariachiband voor te gebruiken. Dus we huurden een groep. Tot onze verrassing bleek het een vrouwenband te zijn. Het klonk direct geweldig. Omdat het zelfs zo goed en relatief makkelijk was om samen te spelen, besloten we nog iets te proberen met ze. En toen nog een nummer. En nog een. En nog een. Ik vroeg ze vervolgens of ze konden zingen. De manier waarop hun zang bij de nummers klonk knalde mij omver. Het was gewoon soul, New York City-soul. Hun manier van zingen is zo bijzonder. Zo cool. En het gebeurde gewoon per toeval.”

Hoe groot is The Arcs live?
“Acht mensen. Vijf mensen in de groep en drie mariachis. Met twee drummers, twee van mijn favoriete drummers. We staan opgesteld in een soort V. De drums staan aan het einde en de keyboard in het midden. Dan staan de bas en gitaren naast elkaar, net als de drie meiden. Zo spelen we tegen elkaar, alsof we in de studio zijn.”

The Black Keys is een echte liveband. Wanneer komt er eindelijk een livealbum?
“Misschien snel al. We nemen al onze shows op. Maar ik heb ze nog nooit beluisterd. Om dat enorme aantal opgenomen shows te beluisteren kost wel even tijd. Ik heb daar nog nooit echt goed over nagedacht. Holy crap! Alles beluisteren zou echt idioot zijn. Allemachtig.”

Nog ambities na al die jaren van spelen en produceren? Een reüniealbum van Guns N’ Roses produceren ofzo?
“Ik zou het zo doen. Ik kan waarschijnlijk nog een goede plaat met die jongens maken ook. Eehm. Ik weet het niet. Voor mij is het vooral van dag tot dag. Ik volg mijn neus. Als ik ergens in geïnteresseerd ben dan zoek ik contact. Als het leuk lijkt, dan meteen doen. Zo doe ik het met alles. Ik plan het niet. Het gebeurt gewoon. Langzaam.”

Hoe gaat zoiets meestal?
“Met Dr. John zat ik toevallig naar zijn albums te luisteren. Daarna zocht ik contact met hem. Maar hij wilde geen plaat maken. Dus ik moest naar New Orleans vliegen, op zijn deur kloppen en mijzelf introduceren. Je weet nooit wat er gebeurt als je met mensen in de studio werkt. Maar dat onbekende is ook het leuke er aan. Ik heb geen idee wat ik ga doen. En dat is het leukste.”

Is het ook een keer mislukt?
“Mislukt? Ja, hoor. Ik heb een album met de band The Growlers gedaan. Dat was erg goed. Geweldige plaat. Maar toen besloten ze dat ze het niet wilden uitbrengen. Ze hebben het hele album op een viersporencassette opnieuw opgenomen. Ze werden wat ongemakkelijk over het wat grote geluid van de opnames. Ik snap dat wel. Ik ben ook dat jochie geweest, onzeker over mijzelf. Niet willen laten zien dat je een professional bent, omdat dat een sellout zou zijn. “Man, we gaan echt nooit meer dan 10 dollar voor onze concertkaartjes vragen”, zei Patrick altijd toen we net begonnen. “Echt?”, vroeg ik. “Ja, no way man! Je bent een sellout als je kaartjes 20 dollar kosten.” (lacht) “Weetje. Dezelfde dingen die muziek erg krachtig maken als je jong bent, kunnen je ook naar de kloten helpen als je de verkeerde besluiten neemt.”

=> Vrijdagavond 04/09 van 19:00 t/m 20:00 uur op Pinguin Radio muziek van The Arcs in Concerto Radio.

=> Vrijdagavond 11/09 van 19:00 t/m 20:00 uur op Pinguin Radio een interview met Dan Auerbach in Concerto Radio.

Interview: Sue the Night

sue the nightHoe vaak heeft een band al tegen je geroepen dat je deel bent van ‘the best crowd evahhh!!!’? Inderdaad: verdacht vaak. Eventjes dachten we dus dat Sue the Night van hetzelfde leugenachtige kaliber is, toen zangeres Suus de Groot op Best Kept Secret tegen het goed gevulde veld riep: “Jullie zijn het beste meezingpubliek oooooit! Nee, dat zeggen we níet altijd.” Tijd om de proef op de som te nemen.

Tekst LiveGuide.NL | Sven Bersee

Wat is het beste meezingpubliek ooit?
“Oooh, jemig… Ik heb dat één keer gezegd. Op Best Kept Secret, geloof ik, voor het spelen van The Whale. Dat was ook echt een toffe show, al is die titel inmiddels al weer vergeven aan een ander publiek. Op Surfana zongen ze namelijk héél erg hard. Daar was iedereen ook heel erg dronken, haha. Dat helpt altijd wel.”

Je zal wel genoeg dronken koppen hebben gezien in jullie bomvolle festivalzomer. Had je nog tijd voor vakantie?
“Ik ben even naar Friesland en België geweest, maar verder ging al mijn aandacht naar de optredens. Dat is wel hard werken, maar ook wat ik het allerliefst doe. Het is dus niet dat ik vakantie nodig heb.”

Bandmaatje Linda maakte op BKS trouwens een grap over gnoes die te veel gegeten hebben. Hoe hou je het uit in zo’n band?
“Die hebben gnoeg gehad, haha. We zijn soms de flauwsten, maar dat is heerlijk. Die woordgrapjes zijn een beetje ons ding.”

Jouw lyrics zitten juist vol melancholie, maar live breng je ook die toch weer met een lach op je gezicht…
“Melancholie zie ik als iets heel moois en positiefs, niet als iets droevigs. Ik kan het dus met een lach zingen. Ik ben echt een heel melancholisch meisje, maar wel in positieve zin. Ik ben niet een of andere droefbek.”

En waarom zou je ook, want je album Mosaic doet het lekker! Met als ultieme bewijs natuurlijk dat jullie in de Hitkrant staan.
“Ja, nu kan ik vredig sterven, haha. Leuk man, dat artikel was ook echt geschreven met van die tienertaal erin.”

Staan jullie shows nu vol met krijsende tienermeisjes?
“Nou niet zoals bij Jelte (Jett Rebel) ofzo, maar het is af en toe wel heel schattig. Komen ze signeren en selfies maken. Maar we trekken ook een ouder publiek. Sue the Night is wat dat betreft doelgroeploos. Het voelt alsof het voor alle leeftijden is. Te gek dat zoiets kan.”

LIVEDATA 03/09 Oh Oh Intro, Den Haag 05/09 Alphen d’Huez, Alphen aan den Rijn 05/09 Open Up, Dordrecht 06/09 Stadsfeest, Doetinchem / 10/09 Het Witte Theater, IJmuiden 11/09 Appelpop, Tiel 12/09 Smeerboel, Utrecht

Klinkt als: tobberig indiepopgeluk in een weidse walvisjas

Het september-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: Fink

Op hun verzoek sprak ik frontman Fin Greenall en drummer Tim Thornton op het balkon van Paradiso, terwijl onder ons de soundcheck al bezig was. Beide heren konden niet wachten om de crew te vergezellen op het podium van hun favoriete concertzaal.

Tekst LiveGuide.NL | Esmee de Gooyer Foto Mitchell Giebels

fink 2 C_Mitchell GiebelsDe onrustigheid van Greenall en Thornton komt niet alleen door de spanning voor het optreden, maar vooral omdat ze angstvallig in de gaten willen houden of alles wel goed gaat daar beneden. “Is dat de gitaar waarop je mag spelen”, roept Greenall naar beneden, “of de gitaar die je niet mag oppakken? Hing mijn sjaal erop? Ja? Dan is dat de gitaar die je niet mocht oppakken.”

Fink zit eind november net tegen het einde van de eerste helft van de tour rond de nieuwste cd Hard Believer. Dat wordt gevierd met drie uitverkochte Paradiso-concerten, en na een pauze van drie maanden gaan de mannen snel weer op weg. Greenall en co staan niet voor niets bekend als een echte tourband. “We houden er niet per se van om ons huis te verlaten, maar het is geweldig om te beleven hoe onze muziek ons verbindt met de mensen die we onderweg zien. Wij vinden het mooi, zij ook, dus we hebben meteen iets gemeen met elkaar. En dat elke avond… Het is een mooi gegeven.”

“Als je niet van reizen houdt, moet je niet meespelen in een succesvolle band”, stelt ook Thornton. “Elke keer als we op een nieuwe plek zijn, krijgen we een ‘rush’ van: ‘Oh my God, we zijn er! Yes!’. Dit jaar gingen we voor het eerst naar Athene. Dan krijg je weer dat geweldige gevoel. Je bent daar door de muziek, besef je dan. En toen we voor het eerst in Australië waren, bleek een serveerster zomaar fan van ons te zijn. Dat maakte echte indruk me, hoe ver onze muziek afgereisd is.”

Greenall voegt daar lachend aan toe: “Maar in het begin werden we helemaal opgewonden van álles wat we meemaakten. Er staat een koelkast vol met bier! En het is gratis! Geweldig!” De drummer vervolgt: “Ja, die blijheid om gratis bier is er na acht jaar toch wel afgesleten, hoor.”

fink 4 C_Mitchell GiebelsPoolcirkel
Er zijn nog altijd locaties over waar Fink niet heeft gespeeld, en juist die plekken fascineren Greenall. “Afrika, Zuid-Amerika, de poolcirkel… Hoewel we bíjna in de poolcirkel hebben gespeeld, maar dat heb ik uiteindelijk zelf afgewezen. Het zou een optreden zijn bij een soort bedrijfsfeestje en daar hadden we geen zin in. Het had wel leuk geweest om tegen andere bands te kunnen zeggen: ‘Jullie hebben toch zeker ook wel in de poolcirkel gespeeld? Niet? Wat raar. Ken je die leuke zaal in Groenland dan niet?!’ Verder spelen we het liefst in landen waar de taalbarrière niet groot is. Amerika en Europa zijn dus fijn, behalve delen van Spanje en Italië enzo. Touren door India was geweldig omdat iedereen daar Engels spreekt, China was weer heel lastig.”

Gelukkig voor de mannen is Hard Believer goed ontvangen in zowel hun favoriete Europese landen (Nederland en Duitsland) als Amerika, maar dat hadden ze wel verwacht. “Het is fijn dat hij het goed doet in landen die we leuk vinden”, zegt Greenall. “We zijn ook populair in landen die we niet graag bezoeken! Nee, welke landen dat zijn ga ik je natuurlijk niet vertellen, haha.”

Nederland staat in ieder geval niet op Finks zwarte lijst. De band deed juist moeite om hier voet aan de grond te krijgen. Greenall: “Na elke plaat krijgen we hier meer aanhang, al is het maar een klein beetje meer.”

Thornton: “Tijdens het opnemen van Hard Believer fantaseerden we soms hoe het zou zijn om de nummers in Paradiso te spelen. Vooral bij het nummer Pilgrim. We wisten meteen dat dat de opener van onze sets zou zijn. We hebben een grote ‘soft spot’ voor al onze platen, maar Hard Believer is het meest compleet. Met Perfect Darkness en Distance and Time waren we nog zoekende. Nu weten we eindelijk echt waar we mee bezig zijn.”

Net als de meeste oudere cd’s van Fink is ook Hard Believer in een heel korte tijd opgenomen. “Aan het schrijven van de nummers werken we lang”, legt de bebaarde zanger uit. “Muziek raakt de gevoelige snaar en de muzikale riff vertelt me wat de emotie zal zijn.”

Fin is zelf ook verantwoordelijk voor de teksten. “Ik kan niet goed beschrijven hoe we het doen, maar we zijn goed in het matchen van de emotie van de muziek met die van de teksten. In de studio proberen we de essentie van de energie van dat moment te vangen. Dat lukt het beste in ongeveer twee weken. We zijn dag en nacht in de studio en als het klaar is, zijn we dan ook compleet uitgeput. Toch is het onze favoriete tijd, het is het beste aan artiest zijn. We hebben drie weken om op te nemen en daarna touren we achttien maanden lang. ‘We fucking love it’.”

LIVEDATA 30/08 Amsterdam Woods Festival, Amsterdam (Premiere van de filmdocumentaire: Fink – Fink is overigens zelf aanwezig voor een Q&A – GEEN OPTREDEN!!!) 20/10 De Vereeniging, Nijmegen 22/10 Concertgebouw, Amsterdam 23/10 De Roma, Antwerpen

Klinkt als: gevoelige gitaarrock, maar dan door en voor mannen met grijze baarden en tatoeages.

Het september-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen. Dit is een interview uit LiveGuideNL maart 2015.

Interview: Thunder

Na zes jaar is er eindelijk weer een nieuw album van de Engelse rockers Thunder. Wonder Days heet het laatste album en het is eigenlijk een mirakel dat het tiende studio album van Thunder verschenen is, want de toch redelijk succesvolle Britse band stond op het punt om er mee op te houden. Maar na een aantal akoestische shows, optredens met Whitesnake en Journey en een succesvol optreden op Wacken besloot de band, gelukkig voor de fans, om door te gaan. Thunder staat inmiddels voor de vierde keer op Bospop en Danny Bowes en Luke Morley waren zo vriendelijk om voor de show een praatje met mij te maken.

Tekst Martien Koolen

Toch weer een nieuw album, wie had dat gedacht na de bijna split-up in 2009?
Danny: “Ja, niets is zeker, zo blijkt maar weer eens. Gelukkig bestaat Thunder nog en hebben we net een prima album afgeleverd.”

Een cliché vraag, maar is het jullie beste album tot nu toe?
Luke: “Dat is altijd moeilijk te zeggen; de plaat is net af en natuurlijk zijn we trots op Wonder Days en natuurlijk hebben we onze harten en zielen in de nieuwe songs gelegd. Maar, ja, als het album klaar is en in de winkels ligt, dan kun je er niets meer aan doen. Ik denk wel dat we beter zijn geworden naarmate we ouder zijn geworden en we zien het album nu al een beetje van een bepaalde afstand en kunnen dan alleen maar concluderen dat Wonder Days gewoon een echt klassiek Thunder album is geworden.”
Danny: “Op 14 maart hebben we tijdens een show in de Eventim Apollo in Hammersmith een aantal nieuwe songs van Wonder Days gespeeld en het publiek reageerde heel goed op tracks zoals Black Water, Resurrection Day en Wonder Days, en dat is een goed teken. Als het publiek niet zo goed reageert op nieuwe tracks heb je misschien een probleem…”

Lezen jullie nog recensies over jullie albums, of interesseert jullie dat niet echt?
Luke: “Nou, ja, er zijn altijd critici die het niks vinden, maar dat is dan maar zo. Wij doen gewoon wat wij denken en voelen dat goed is!”

Hoe belangrijk is een radio hit voor Thunder?
Danny: “Wij dachten dat we een hit hadden op het nieuwe album, maar de radio denkt daar anders over, ha ha. We krijgen gewoon geen airplay op de Britse radio. Het hele radiogebeuren in Engeland is gewoon frustrerend! Volgens mij heeft de radio niets meer met muziek te maken, het gaat alleen nog maar over sociale media. Als je maar genoeg volgers op Facebook hebt, dan wordt je muziek wel op de radio gespeeld. Maar ja, wij hebben de radio altijd gehaat en de radio haat Thunder, dus waarschijnlijk worden onze nummers op de Engelse radio gespeeld als wij dood en begraven zijn, ha ha… Maar eigenlijk tellen alleen de fans, de mensen die een kaartje kopen voor onze show, die betalen om ons te zien en te horen spelen; alleen dat telt, dus f… de radio.”

Wonder Days is toch geen concept album, of misschien stiekem toch?
Danny: “Nee, echt niet, zo progressief zijn wij niet, ha ha…. Ik kan me er wel iets bij voorstellen, want nummers zoals Wonder Days en When The Music Played hebben als thema jong zijn, met een bandje beginnen, opgroeien en de eerste kennismakingen met meisjes en muziek natuurlijk. Maar om het dan een concept album te noemen, gaat mij te ver. Natuurlijk zijn de genoemde tracks wel nostalgisch en is ook de cover van het album nogal retro en natuurlijk was vroeger, de seventies dus, alles beter, ha ha… De hele wereld, vooral de muziekindustrie is gigantisch veranderd, de concurrentie is veranderd, er is nu internet, de tv is veel belangrijker en sociale media bepalen de trends. Het leven was vroeger veel simpeler en misschien ook wel overzichtelijker. Er is tegenwoordig ook veel meer cynisme.”

Kun je iets over de titel van het album vertellen?
Luke: “Het eerste nummer heette Wonder Days en dat leek mij ook wel een gepaste titel voor het album, een beetje een retrogevoel creëren met die titel zat er eigenlijk ook wel achter.”
Danny: “Daarom denken mensen dat Wonder Days een concept album is; we hebben het echt met opzet zo gedaan, ha ha….”

Hoe ziet jullie set list eruit voor vandaag, spelen jullie op festivals andere nummers dan op de reguliere toer en wie “maakt” de setlist?
Luke: “Dat is eigenlijk mijn taak, dat is over de jaren zo gegroeid en iedereen lijkt zich daar in te kunnen vinden. We zullen ook vandaag zeker een aantal nieuwe songs gaan spelen, want Wonder Days en The Thing I Want zijn echte live songs die perfect passen bij andere klassieke live krakers, zoals Backstreet Symphony of Love Walked In. Natuurlijk zijn er songs die we altijd “moeten” spelen voor onze die hard fans.”

Jullie staan nu voor de vierde keer op Bospop, is dat nog iets speciaals voor jullie?
Danny: “Absoluut, we zijn gek op Bospop, we spelen hier altijd heel erg graag.”

Is het niet zo, dat als we nu op Graspop zouden zijn jij hetzelfde antwoord over Graspop zou geven…..??
Danny: “Ha, ha, jij kent ons te goed, mijn vriend, of jij bent zelf al te cynisch geworden, ha ha.. Nee, dat is echt niet zo, we verheugen ons ECHT op het Bospop publiek en we hopen dat ze ons niet eerder laten gaan dan na twee uur spelen, ha ha…”

Hebben jullie nog doelen, dromen, ambities?
Danny: “Te veel!”
Luke: “Jazeker, we willen eigenlijk ook eens een grote tournee in Amerika doen en ook China en Australië moeten wij zeker nog eens gaan ontdekken.”

Wat zijn de hoogtepunten in jullie carrière tot nu toe?
Danny: “Daar wacht ik nog steeds op.”
Luke: “Dat Thunder na al die jaren nog steeds bestaat en goede muziek maakt en dat we er nog steeds heel veel plezier in hebben. Wij zijn echt gelukkig dat we dit nog steeds mogen doen.”

Wat zijn de dieptepunten tot nu toe?
Danny: “Dat zijn er veel te veel, hoe lang heb je?”

Jouw stem is nog steeds prima in orde, doe je iets speciaals om die stembanden in goede vorm te houden?
Danny: “Niet echt, ik heb nooit zangles gehad, ik drink matig, ik rook niet en ik gebruik geen al te dure drugs; ik ben al tevreden met zeer goedkope heroïne, ha ha….”

Hoe lang gaat Thunder nog door?
Luke: “Dat is moeilijk om te zeggen; ik hoop nog heel lang, maar dat heeft natuurlijk te maken met het feit hoe lang je het als muzikant nog aankunt. Fysiek en mentaal bedoel ik dan natuurlijk want het leven van een rockster is nou niet bepaald een huis tuin en keuken baan.”
Danny: “Na de show van gisteren voelde ik mij 100 jaar oud en was ik helemaal kapot, maar ook dat kan gebeuren.”

Bedankt voor jullie eerlijke antwoorden en succes met de nieuwe plaat.
Danny/Luke: “Thank you!!”

LIVEDATUM 22/11 Sportpaleis, Antwerpen (support Scorpions)

Interview: Anathema

De Britse progressieve rockband Anathema bestaat 25 jaar. Begonnen als een metal band ontwikkelde de Liverpoolse familieband (Cavanagh broers) zich in de loop der jaren tot een progressieve rockband van het hoogste muzikale niveau. De laatste drie albums, We’re Here Because We’re Here, Weather Systems en Distant Satellites (2014) kregen alle drie lovende kritieken en bezorgde de band veel nieuwe fans. Op de Bospopzondag geeft de band een superconcert en ik heb ook nog het genoegen om met Vince (Vincent) Cavanagh (gitaar en zang) te mogen praten.

Tekst Martien Koolen

Hi Vincent, leuk om met je te spreken, hoe gaat het het?
Vincent: “Ik ben kapot, we komen net rechtstreeks van een concert in Barcelona en ik ben echt uitgeput, maar ik heb wel zin om het Bospoppubliek straks met een fantastische show te verrassen.”

De muziek van Anathema is door de jaren heen nogal veranderd want jullie zijn eigenlijk als een echte metalband begonnen. Maar is dit een bewuste keuze geweest, of is het een “natuurlijk” muzikale ontwikkeling?
Als je naar onze albums in chronologische volgorde luistert, niet dat je dat moet doen hoor, waarom zou je, dan hoor je bij elk album een muzikale verandering; beter gezegd een muzikale verbetering. Bij elk album wordt onze muziek beter, wij groeien als een band, we willen steeds beter worden, elk nieuw album moet beter zijn dan het vorige; dat is ons idee in ieder geval. Je kunt die verandering niet forceren, dat moet vanzelf gaan. En als je het over metal hebt, alleen onze eerste twee albums zou je metal kunnen noemen, maar dat is echt lang geleden, man! Eternity was echt een ander album, maar het probleem met dat album was dat de gitaren te laag waren afgestemd; de grootste muzikale verandering vond echter plaats in het jaar 1997.”

Ben je al met een nieuw album, of met nieuwe tracks bezig?
“Jazeker, altijd, wij zijn altijd met nieuwe songs bezig, we hebben al een aantal nieuwe tracks op papier staan.”

Wie schrijft normaliter de songs voor de band?
“Dat is meestal Danny, hij heeft vaak goede ideeën voor songs, maar de nummers moeten altijd in dienst staan van het album, ondanks dat er eigenlijk geen regels zijn m.b.t. het componeren en schrijven van songs; alles moet kunnen! De muziek is er meestal als eerste en de teksten komen daarna pas. Onze teksten zijn trouwens wel erg belangrijk en ze moeten echt en eerlijk zijn. De teksten gaan namelijk over ons, ze zijn autobiografisch en gaan in ieder geval nooit over politiek of religie. We vertellen echter nooit waar de songs eigenlijk over gaan, dat houden we “lekker” voor ons zelf, dat moeten de fans zelf maar uitzoeken en interpreteren. Veel fans zien in onze teksten iets over hun eigen leven en daar krijgen we dan ook regelmatig feed back over en dat vind ik eigenlijk wel fascinerend. Dat we zoiets met onze muziek en onze teksten kunnen bereiken is toch wel apart.”

Wie bepaalt de nummers van de set list en wordt het niet steeds moeilijker om een set list samen te stellen, aangezien jullie toch ook al flink wat albums hebben om van te kiezen?
“Danny bepaalt de set list en hij heeft daar blijkbaar helemaal geen moeite mee, ha ha.. Maar ook daar geldt: geen regels, alles kan en mag. Wij zijn geen zelf toegeeflijke band, we schrijven nummers voor ons zelf en wij spelen muziek voor onszelf! Maar op het podium tijdens een gig zijn we er voor het publiek, man; dat is het meest belangrijke voor ons, we willen het publiek los zien gaan.”

Ziet de setlist er anders uit als jullie in Duitsland spelen, of bijvoorbeeld Turkije?
“Het publiek is wel anders, zeker weten. In Duitsland is het publiek toch veel meer op metal gericht, terwijl Nederland een echte progressieve rockcultuur kent en in Turkije bestaat het publiek meestal alleen maar uit metalheads! Het is vooral belangrijk hoe de muzikale pers in een land werkt en de muziek scène beschrijft en waardeert. In Nederland wordt er veel geschreven over progressieve muziek en het leeft echt in jullie land.”

Hoe belangrijk is een hit single voor Anathema?
“Eigenlijk niet, in Engeland worden we helemaal niet op de radio gespeeld, maar in Nederland wel, hoe ironisch…. Maar ik ben ervan overtuigd als we ooit een hit zouden willen schrijven, dan zou ons dat ook lukken. Maar hoe belangrijk is de radio eigenlijk nog? Denk aan streaming, dat is voor de meeste mensen tegenwoordig veel interessanter en ook veel makkelijker.”

Ben jij een LP of een CD man?
“LP, zonder twijfel; ik houd van vinyl, ik houd van het ritueel om naar een platenzaak te gaan en daar rond te neuzen en van alles te kopen, om dat dan thuis uitvoerig te gaan beluisteren.”

Wat is het beste/mooiste wat je tot nu toe in je muzikale carrière hebt meegemaakt?
“Toen ik aan het nummer Universal echt mee mocht werken, ik heb dat nummer afgemaakt en toen heb ik ook leren produceren en componeren. Dat was echt een openbaring voor mij!”

En het slechtste?
“Dat moet dan toch echt iets persoonlijks zijn, maar wat…. Wij zijn een band met broers, twee families eigenlijk, en dat is niet altijd even makkelijk en misschien is dat wel een understatement, maar we blijven gewoon bij elkaar en maken betere muziek.”

Wat is je grootste ambitie?
“Progressief blijven, eerlijk blijven en steeds betere platen maken. Dat is moeilijk, maar je moet jezelf uitdagen, go for it!”

Heb je nog dromen?
“Zeker weten, altijd, waarschijnlijk te veel, man! Onze volgende stap moet eigenlijk een carrière in Amerika en Japan worden! In november spelen we een akoestische show in Utrecht en dat zal ook heel speciaal worden.”

Anathema komt uit Liverpool, hebben jullie iets met de Beatles erfenis?
“Jazeker, man. De Beatles zijn onze grootste inspiratiebron, want zij waren namelijk ook progressief. Wij hebben allemaal grote affiniteit met bands zoals Pink Floyd, Radiohead en de Beatles. Wij hebben iets met songs, niet met deuntjes, wij zijn opgegroeid met songs en schrijvers van songs, zoals Bob Dylan en Bruce Springsteen.”

Hoe is de prog rock scene in Engeland?
“Nou, mede dankzij het magazine Prog vrij goed. Maar progressieve muziek is geen genre, het is een ethos, laat dat duidelijk zijn!”

Veel mensen weten niet wat Anathema betekent, kun jij dat eens duidelijk uitleggen? En wie heeft trouwens de naam bedacht?
“Anathema betekent iets dat je eigenlijk niet moet doen; zo simpel is het eigenlijk. Onze oude zanger bedacht de naam ongeveer 15 jaar geleden en omdat Steven Wilson het een coole naam vindt, gaan we hem dus niet veranderen, ha ha…”

Dank voor het interview, Vince
“Jij bedankt en enjoy the show.”

LIVEDATUM 09/11 TivoliVredenburg, Utrecht

Interview: Sturgill Simpson

Sturgill Simpson houdt zich prima staande in het land van de cowboys en outlaws. Er is namelijk geen vertakking in het countrygenre die enig vat op de songwriter heeft. Met zijn album Metamodern Sounds in Country Music treedt hij buiten de bekende prairies en galoppeert hij op volle snelheid naar grote hoogtes.

Tekst LiveGuideNL | Thomas van Waardenburg Foto Trask Bedortha

Nog geen jaar geleden zag je jezelf niet als professioneel muzikant. Hebben een Grammy-nominatie en een platendeal bij een major label dat veranderd?
“Er zijn wat meer surreële dagen per jaar bij gekomen, maar verder niet echt. Ik geniet meer van dat ik net vader ben geworden dan van dat ik bijna iets heb gewonnen. Mijn vrouw overtuigde me vijf jaar geleden om muziek serieus een kans te geven en toen was ik al in de dertig. Waarschijnlijk ben ik door de jaren ervoor net genoeg afgemat om het nu niet te serieus te nemen.”

Voor dit succesverhaal begon, was je immers conducteur.
“Haha! Ik heb een heleboel flutbaantjes gehad die daaraan hebben bijgedragen. Maar het succesverhaal, zoals je het noemt, speelt zich vooral af in Amerika. Al zie ik het ook als een succes dat ik vorig jaar solo met gitaar optrad in Nederland en dat er nu genoeg budget is om mijn band mee te nemen.”

Goed moment ook om door Europa te touren, want de Amerikanen zijn van streek omdat je gnostiek (mystieke kennis) verkondigt en ‘goddamn’ op televisie zegt…
“Je maakt tegenwoordig sowieso wel iemand pissig, ongeacht wat je doet. Misschien dat het ligt aan een traditionele en conservatieve groep mensen die naar country luistert. Mij maakt het niets uit. De vrouw die zei dat ik gnostiek verkondigde, ben ik zelfs dankbaar. Ik ging me er gelijk in verdiepen.”

Had ze gelijk?
“Nee, niet bepaald. Hoewel ik wel begrijp hoe ze bepaalde dingen heeft geïnterpreteerd.”

Je schrijft dan ook over metafysica, filosofie en hoe de aarde omhoog wordt gehouden door een schildpad.
“En drugs. Vergeet de drugs niet. Mensen hebben een bepaald beeld bij countryzangers, maar ik weet niet eens of ik dat wel ben. Voor mij is het veel belangrijker om de muziek te produceren die ik graag maak en dat die gebaseerd is op wat ik meemaak en lees. Zingen neem ik nog niet zo lang heel serieus, maar hey: zolang het mijn rekeningen betaalt, mogen ze me noemen hoe ze willen!”

Maar het is een leuk compliment als er wordt gezegd dat je het genre naar een hoger niveau tilt, toch?
“Natuurlijk, maar weet je: country is voor het grootste gedeelte altijd cheesy geweest. Er kan zoveel nieuws mee gedaan worden omdat er nog amper wat mee gedaan is. Waarom niet, dacht ik gewoon, en ik probeerde het te maken met een mellotron en psychedelische invloeden. Het grootste compliment vind ik als mensen zeggen dat ze een hekel hebben aan country, maar mijn muziek geweldig vinden.”

Live: 24-08 Noorderzon, Groningen / 25-08 Paradiso, Amsterdam

Klinkt als: een psychedelische treinreis door de gedachtegolven van een countryconducteur

Het juli/augustus-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: Bootsie Butsenzeller

Bootsie ButsenzellerWie het Antwerpse muzikale reilen en zeilen op de voet volgt, weet dat Bootsie ButsenZeller reeds enkele decennia meedraait. Deze muzikale kameleon kroop al in de meest diverse vermommingen en leverde bijdragen aan tal van meer of minder obscure projecten. Zijn nieuwste worp, die hij volledig solo afwerkte, doopte hij Seqs & Drums & Rockin’ Synths. Een album waarop zijn favoriete drums een liefdesverklaring afleggen aan synthesizers en andersoortige ‘elektronica-knopjes’.

Tekst Ruud Van Der Locht Foto’s Dirk Wouters

Je hanteert een hoop diverse stijlen op je nieuwe album. Muzikaal polyglot?
Bootsie: “Ik ben inderdaad iemand die zowel geniet van klassieke muziek à la Bartok, jazz, weirdo electronica, indie rock of metal. Op dat vlak zit ik heel eclectisch in elkaar. Ik weet dat ik het me daardoor niet gemakkelijk maak, maar dat zijn nu eenmaal mijn muzikale genen. Wel vind ik deze plaat dansbaarder dan mijn vorig werk dankzij de leidraad van de akoestische drums. Bovendien probeerde ik ditmaal meer songs te maken in tegenstelling tot de vroegere soundscapes. Ik wilde vooral gebalde nummers op deze plaat. Toen ik door mijn eigen database snuisterde, bleek daar al een hele verzameling bruikbaar materiaal tussen te zitten. Daarop heb ik voortgeborduurd.”

Dat je een fervent drummer bent, weten we al langer. Maat wat trok je zo aan om ditmaal ook met synths aan de slag te gaan?
Bootsie: “Ik hou erg van de onvoorspelbaarheid van sommige synthesizers waarmee ik in de studio erg veel lol beleefde. Live zit ik achter mijn drumkit en combineer dat met een laptop en een hoop electronica. Toch een combinatie die je niet al te vaak ziet. Natuurlijk blijven de drums mijn favoriete instrument bij uitstek. Maar die liefde deel ik wel met een passie voor elektronische machines. Het feit dat ik ook als dj actief ben, speelt daarin zeker een rol. Noem het voor mijn part twee liefdes die elkaar opnieuw gevonden hebben.”

Je maakt tevens deel uit van een heleboel muzikale zijprojecten. Wil je met deze plaat een persoonlijke doorbraak forceren?
Bootsie: “Ik geniet zowel van dit solowerk als de interactie met andere muzikanten. En natuurlijk is er de ambitie om een breder publiek te bereiken, maar daarvoor wil ik me niet in allerlei bochten wringen of muziek maken waar ik totaal niet achter sta. De massa slikt toch wat er in hun strot geramd wordt en daarvoor is mijn muziek ongetwijfeld te avontuurlijk, aangezien beleidsmakers op radio en tv tegenwoordig enkel maar op voorzichtigheid spelen. Had deze conservatieve houding in de jaren ’60 overheerst, hadden we nooit van figuren als Jimi Hendrix, Frank Zappa of Captain Beefheart gehoord. Die ‘format-obsessie’ vind ik eerlijk gezegd angstwekkend voor de toekomst van de alternatieve muziekwereld.”

Toch ontving je goede kritieken op Seqs & Drums & Rockin’ Synths, zelfs tot over de landsgrenzen heen.
Bootsie: “Klopt. In Engeland werd ik zelfs uitgenodigd om een liveperformance te spelen in de studio van een belangrijk alternatief radiostation. Er bestaat dus duidelijk nog steeds een voedingsbodem voor die undergroundscene, maar zolang de platenbonzen in maatpak vasthouden aan hun businessmodellen om enkel mainstream muziek te promoten, zullen wij in de marge blijven ploeteren. Maar dat weerthoudt me absoluut niet om al spartelend boven water te blijven. Want er bestaan gelukkig nog steeds mensen die zich met hart en ziel inzetten om die ‘afwijkende’ muziek alle mogelijke kansen te bieden, zoals het Gentse Kinky Star Records, de Antwerpse alternatieve Radio Centraal of mijn eigen label Jesus Factory. Zij bewijzen dat het nog steeds mogelijk is om met een minimum aan middelen goede muziek uit te brengen.”

Mij lijk je een muzikaal revolutionair die graag op de barricaden staat? Dat blijkt ook uit je politieke inzet voor de extreem-linkse PVDA.
Bootsie: “Dat kan ik niet ontkennen.. Maar dat neemt niet weg dat ik ook erg kan genieten van een band als Abba die geniale popmuziek heeft gemaakt. Miles Davis stelde ooit: “er is goede en slechte muziek, wars van het genre.” Zelf spel ik ook in een band als Dóttir Slonza die popmuziek met een zwart randje brengt. Het hoeft dus niet steeds tegendraads of weerbarstig te zijn.”

Een lovenswaardige instelling maar er moet toch ook brood op de planken komen? Je bent immers een vader van twee kinderen.
Bootsie: “Gelukkig geniet ik van het kunstenaarstatuut dat mij een gewaarborgd inkomen garandeert, alhoewel dat vrij beperkt is. Dat bedrag vul ik aan met live-concerten en als dj allerlei feestjes en party’s muzikaal op te fleuren. Ik geef toe dat het een dagelijks gevecht is, maar zelfs na meer dan twintig jaar, blijft het de moeite waard. Stop me in een nine-to-five job en ik evolueer in een mum van tijd tot een heel vervelend mannetje.”

Wat is tot slot je persoonlijke favoriete nummer op Seqs & Drums & Rockin’ Synths?
Bootsie: “Moeilijke vraag, want het zijn allemaal mijn eigen kindjes Neem dan maar Rise and Shine dat ik al een hele tijd geleden instrumentaal componeerde en waarop ik een zangeres wilde loslaten. Uiteindelijk heb ik er nog een hele tijd aan gesleuteld en het volledig omgevormd. Het is één van de nummers die over mijn kinderen gaat. Vaak zijn dat erg emotionele nummers die ik heel moeilijk live kan brengen. Ook met deze tekst heb ik zitten janken. Weet je wat ik het ergste vind? Dat ik mijn kinderen moet opvoeden in een wereld waar het er elke dag slechter aan toe gaat…”