Album van de Dag: The Brandos – Los Brandos

the brandosThe Brandos – Los Brandos (Blue Rose)

Er zijn maar weinig bands die het zich kunnen permitteren om er zo lang tussenuit te gaan als The Brandos. Ruim tien jaar hebben de fans moeten wachten op nieuwe wapenfeiten van het, dikwijls wisselende gezelschap rondom frontman/zanger/gitarist en componist Dave Kincaid. Juridisch getrouwtrek bleek de voornaamste oorzaak van deze zware bevalling.

Nu is er dan eindelijk Los Brandos, het zevende album in het dertigjarige bestaan van de New Yorkse band die ooit zo enorm veelbelovend debuteerde met Honor Among Thieves in 1987. Een tijdperk waarin muziek nog op zeer primitieve wijze ‘aan de man werd gebracht’, een tijdperk waar livemuziek letterlijk en figuurlijk een podium kreeg op de radio in programma’s als Vara’s 2 Meter De Lucht In, vooral bekend vanwege de roemruchte 2 Meter Sessies, VPRO’s Villa 65, Countdown Café met het legendarische koppel Kees Baars en Alfred ‘Big Al’ Lagarde en het door Marc Stakenburg zo enthousiast gepresenteerde KRO’s Leidsekade Live!. Vooral in laatstgenoemde waren The Brandos graag geziene gasten en heel even dreigde dankzij regelmatige airplay op Radio 3 The Solution zelfs een bescheiden hitje te worden.

Kincaid zal nog regelmatig terugdenken aan die periode en zich afvragen waar en waarom het eigenlijk is misgegaan. Omvangrijke tournees in zowel Amerika als Europa als support-act van INXS, Georgia Satellites en The Cars, zelfstandig succesvol in clubs van bescheiden omvang, geliefd bij publiek en pers… Het zullen ook wel de torenhoge verwachtingen zijn geweest die een rol speelden na de sterke eerste twee albums en de daarmee samenhangende financiële zaken. Regelmatig zullen belanghebbenden uit de muziekbusiness het Ierse bloed van de New Yorker hebben doen laten koken. En dat het politieke klimaat onder aanvoering van Trump de laatste tijd zijn Mexicaanse vrienden en familie allesbehalve gunstig gestemd is zal de gemoederen zeker ook hebben bezig gehouden. Dit alles bij elkaar heeft wellicht onbewust meegeholpen aan een versnelling van het afrondingsproces en de uiteindelijke totstandkoming van Los Brandos waarvoor Kincaid zijn collega’s uit een van de eerste Brandos-bezettingen bij elkaar heeft geroepen in de studio.

Maar liefst vijf van de in totaal tien nieuwe tracks zijn Spaanstalig. Het romantische avontuur waarbij een jonge knul zijn liefje meeneemt en met haar naar Mexico vlucht, is vervangen door Coyotes die tegen betaling wanhopige Mexicanen over de grens proberen te krijgen. Señor Coyote is gebaseerd op waargebeurde verhalen uit de Mexicaanse gemeenschap. Met het lyrische gitaarwerk en de rauwe kenmerkende vocalen die nog altijd vergelijkingen oproepen met John Fogerty, weten The Brandos nog altijd indruk te maken. Diezelfde ingrediënten vormen de fundering van het stevige Querer A Los Niños waarin nog eens wordt benadrukt dat we de kinderen, waar ook ter wereld, moeten liefhebben. Aan overtuiging is op Los Brandos geen gebrek en op half werk hebben wij ze nog nooit kunnen betrappen. Voor Jacinto Chiclana is gebruik gemaakt van door Astor Piazzolla geschreven muziek en is zelfs vocale assistentie verleend door de Colombiaanse Marta Gómez, een zangeres die bekendstaat als meest indringende vertolkster van het Spaanse lied. Wie na beluistering van de semi-akoestische folkrock op Woodstock Guitar en What Kind Of A World had gedacht dat al het kruid verschoten was, ze zijn tenslotte al rond de zestig, komt bedrogen uit. Op de wilde punkpolka van A Todo Dar bewijzen The Brandos met vurige Tex-Mex nog altijd springlevend te zijn en zonder enige twijfel ook nog steeds het livepubliek in vervoering te kunnen brengen. Tekst Jeroen Bakker

Album van de Dag: Randy Newman – Dark Matter

randy newmanRandy Newman – Dark Matter (Nonesuch)

Wie louter kijkt naar ‘reguliere’ studioalbums, denkt al snel dat Randy Newman de laatste dertig jaar bijzonder onproductief is geweest. Op Land Of Dreams (1987) volgden immers alleen nog maar het ten onrechte totaal geflopte Faust (1995), Bad Love (1999) en Harps And Angels (2008). In diezelfde dertig jaar schreef Newman echter de muziek voor maar liefst achttien films, waaronder de zeer succesvolle Cars– en Toy Story-films.

Daarnaast nam hij drie cd’s op met solo-uitvoeringen van een welgekozen selectie uit zijn gehele oeuvre (The Randy Newman Songbook 1-3), een live-album met orkest én bracht uit het niets een hilarische parodie op Putin (compleet met ‘Putin girls’) uit. Dit nummer is ook terug te vinden op Dark Matter, dat begint met een van de merkwaardigste en meest ambitieuze nummers uit Newmans carrière.

In het bijna negen minuten durende The Great Debate debatteren wetenschappers, baptisten, politici en sceptici over klimaatverandering, religie, evolutie en – jawel – giraffen. Net als de meningen schiet het muzikaal alle kanten op waarbij uiteindelijk iedereen zich verliest in een gospelkoortje. Al even opmerkelijk is Brothers, waarin een denkbeeldig gesprek tussen John F. Kennedy en zijn broer Bobby centraal staat én Celia Cruz. Nadat Newman in Putin helemaal over de top gaat, toont hij in het prachtig georkestreerde Lost Without You ook als geen ander een ‘gewoon liefdesliedje’ te kunnen schrijven. En dat is pas het begin. Nog geen veertig minuten neemt het negen nummers tellende Dark Matter in beslag, maar meer heeft Newman niet nodig om aan te tonen dat hij naast een fenomenaal filmcomponist ook als singer-songwriter nog altijd een zeldzaam hoog niveau heeft. Tekst ManiaHenri Drost

Album van de Dag: Waxahatchee – Out In The Storm

waxahatcheeWaxahatchee – Out In The Storm (Merge Records)

Oké, het is flauw, maar wat een hopeloze naam heeft deze artiest. Na wat oefenen blijft het toch vooral op het geluid van niezen lijken. Gelukkig staat het geluid van de band zelf als een huis. Hoewel, band, achter Waxahatchee gaat soloartiest Katie Crutchfield schuil. Om haar heen verzamelt ze puike muzikanten die haar liedjes op Out In The Storm prachtig uitvoeren.

Gruizige punkpop en stuk voor stuk liedjes met een kop en een staart en heerlijke melodieën, en dan ook nog eens tot in de puntjes vastgelegd door de in deze scene meesterlijk opererende producer John Agnello. In die samenwerking leveren ze een heerlijk afwisselend album af waarin gitaargeweld wordt afgewisseld met meer breekbare momenten en waar even later zomaar een fijne gruizige bassynth de hoofdrol mag opeisen.

Katie Crutchfield stort haar hart uit op dit album, en zingt met hart en ziel, wat je vooral in de meer ingehouden stukken goed kunt horen zoals het meeslepende Recite Remorse. Daar krijgt haar stem de ruimte en wordt die nu eens niet gedubbeld, dan hoor je de haarscheurtjes in haar stembanden; prachtig. Maar ook als de versterkers op tien gaan hoor je de rauwe werkelijkheid doorklinken.

Met Katie Crutchfield heeft het genre ‘rauw gitaarbandje’ onder aanvoering van een talentvolle vrouw er weer een sterke troef bij. Voor liefhebbers van punkpop van Sleater-Kinney via Chastity Belt tot en met het melodrama van Juliana Hatfield, maar ook de adolescent die op zoek is naar muziek om eindeloos rond te dolen in de depressie, is dit een absolute aanrader. Tekst Muzine | Wim du Mortier

LIVEDATA 08/09 Quai de Meuse, Hastiere 29/09 Vera, Groningen 01/10 Bitterzoet, Amsterdam

 

Album van de Dag: George Thorogood – Party Of One

George Thorogood – Party Of One (Rounder)

George Thorogood is een bluesrockgitarist die met zijn Destroyers in de jaren 80 ongekend populair was. In het MTV-tijdperk regende het gouden platen voor deze band, die consistent stevige bluesrock maakte.

Vanaf de jaren 90 daalde de plaatverkoop gestaag, maar live bleef Thorogood voor volle zalen spelen. Gek genoeg is Party Of One de allereerste soloplaat van deze gitarist die zijn inspiratie vooral bij oude blueshelden als Elmore James, Hound Dog Taylor en Chuck Berry haalt. George gaat terug naar de basis en speelt hier dan ook voornamelijk akoestische blues, met slidegitaar, dobro en harmonica. Nummers van Robert Johnson, John Lee Hooper en Elmore James, maar ook van Bob Dylan en Johnny Cash. Allemaal artiesten die hem beïnvloed hebben of belangrijk voor hem waren.

Voor Thorogood wordt hiermee een lang gekoesterde wens vervuld. Het was even wennen voor hem om weer akoestisch te spelen, maar het resultaat klinkt fantastisch. Tekst Mania | Jos van den Berg

Album van de Dag: Dead Cross – Dead Cross

dead crossDead Cross – Dead Cross (Ipecac)

De meest in het oog springende bandleden van het splinternieuwe Dead Cross zijn Mike Patton en Dave Lombardo. Patton is natuurlijk bekend als zanger van Faith No More en Lombardo is de drummer van de oerbezetting van Slayer.

Beide heren hebben de handen al eens eerder ineen geslagen in het even grillige als onvoorspelbare Fantômas en hebben nu samen met Justin Pearson en Michael Crain een volgende megaverbond gesloten onder de naam Dead Cross. Als we de hele muziekgeschiedenis van dit viertal voor het gemak even op één hoop gooien, zal het niemand verbazen dat Dead Cross een superstrak, chaotisch, grillig, wervelend, dissonant, hard en onstuimig muzikaal karakter heeft dat je even goed moet laten uitrazen voordat je je er aan over geeft.

Mocht je dat geduld kunnen opbrengen en houd je van een lekkere pot extreme muziek, dan word je rijkelijk beloond. Tekst Mania | Menno Valk

Album van de Dag: Black Grape: Pop Voodoo

black grapeBlack Grape: Pop Voodoo (Universal)

Black Grape was het eerste project dat Shaun Ryder oppakte na het uiteenvallen van Happy Mondays in 1992. Samen met Bez zocht hij hulp bij de Ruthless Rap Assassins en maakten ze een succesvolle plaat onder de fraaie titel It’s Great When You’re Straight…Yeah. Opvolger Stupid Stupid Stupid was minder succesvol en rapper Kermit werd ernstig ziek. In 1998 ontsloeg Ryder iedereen en Happy Mondays kwamen weer bij elkaar. Dat duurde af en aan tot 2010 en in dat jaar kwamen Ryder en Kermit ook weer kortstondig bij elkaar. Die samenwerking beviel en voor het EK 2016 maakten ze onder de naam 4 Lions de single We Are England. “We need Manc street sass, intelligence and wit more than ever right now”, kondigde de band aan en tekstueel is Ryder weer scherp als vanouds. Welkome comeback dus. Tekst Mania | Bert Dijkman

Album van de Dag: Lal & Mike Waterson – Bright Phoebus

bright phoebusLal & Mike Waterson – Bright Phoebus (Trailer)

Jaren geleden recenseerde ik eens een zeer fraaie tributeplaat (Shining Bright) waarop artiesten als Billy Bragg, Richard Thompson en Eliza Carthy nummers brachten van Bright Phoebus van Lal & Mike Waterson. Dat oorspronkelijk in 1972 verschenen album was toen al jaren niet meer verkrijgbaar en het heeft vreemd genoeg nog tot 2017 moeten duren voordat er eindelijk een reissue verschijnt van deze onterecht obscuur gebleven folkklassieker. Met onder meer hun zus Norma vormden Elaine en Mike in de jaren zestig The Watersons, een van de belangrijkste Britse folkacts uit die tijd.

In 1968 hielden ze het voor gezien, maar Lal & Mike bleven liedjes schrijven en eind 1971 haalden Martin Carthy en Ashley Hutchins het duo over om weer een plaat op te nemen. Richard Thompson werd erbij gehaald, en in de week waarin de sessies plaatsvonden kwamen ook Maddy Prior, zus Norma en andere bekende folknamen langs. Het resultaat was een vernieuwende, nog altijd prachtig klinkende alternatieve folkplaat die later onder meer Arcade Fire, Jarvis Cocker en Richard Hawley zou inspireren.

Dit eerherstel komt te laat voor de inmiddels overleden hoofdpersonen, maar dat maakt deze reissue niet minder relevant. Tekst ManiaMarco van Ravenhorst

Album van de Dag: Offa Rex – The Queen Of Hearts

offa rexOffa Rex – The Queen Of Hearts (Nonesuch Records)

So you think you like folk? In dat geval zal The Decemberists zeker een belletje doen rinkelen. Voor het project Offa Rex gingen ze een samenwerkingsverband aan met de Engelse singer-songwriter en multi-instrumentalist Olivia Chaney, die eerder voor de Amerikaanse folkband uit Oregon als voorprogramma optrad. Het resultaat is een ode aan de oorsprong van de hedendaagse folkmuziek.

Neem Blackleg Miner, een negentiende-eeuwse politiek geladen ballade. In eerste instantie, zou het zo van een Decemberists-album kunnen komen: mandoline, harmonium, akoestische gitaar en de heerlijke stem van Colin Meloy, die pas vrij laat in het nummer bijval krijgt van Chaney. Het is het meest toegankelijke nummer van The Queen Of Hearts, want op het merendeel van de nummers beperken Meloy en consorten zich tot begeleidingsband voor de karakteristieke stem van Chaney. Dit is traditionele folk, mensen. Een hoogwaardige exponent van de Britse folkrevival en dat is andere koek dan Amerikaanse folk, zoals al direct uit het titelnummer mag blijken, waarmee wordt geopend.

Toch is ook dit nummer achteraf bezien nog vrij toegankelijk, want nummers als The Gardener en The First Time I Ever Saw Your Face en Bonnie May vragen meer doorzettingsvermogen van de nietsvermoedende folkliefhebber. Dat The Decemberists ook hun mannetje staan bewijzen ze in het bijzonder op de twee slotnummers. Sheepcrook And Black Dog en To Make You Stay. Samen met Blackleg Miner maken ze The Queen Of Hearts ook voor de mindere folkdiehard de moeite waard, maar die moet dan wel even doorzetten.

Tekst Muzine | Theo Stepper

 

Album van de Dag: James Vincent McMorrow – True Care

James Vincent McMorrowJames Vincent McMorrow – True Care (Faction)

Waar op zijn debuut Early In The Morning nog grotendeels akoestische indiefolk te horen was, beweegt James Vincent McMorrow zich met de opvolgers Post Tropical en We Move steeds meer in de richting van soul en r&b. Op zijn nieuwe album True Care wordt die muzikale reis verder voortgezet, waarbij de Ierse singer-songwriter op minimalistische wijze laat horen hoe hij tegen het leven aankijkt. This album is life, itʼs the life Iʼve lived up to this point, itʼs the one that might be ahead of me”, vertelt hij daarover. Door middel van verschillende soundscapes probeert McMorrow de meest uiteenlopende kanten van het leven te laten horen. Van de (deels a capella) single True Care en de ingetogen pianoballade National tot het verrassende Constellations, een nummer dat door een aantal onverwachte wendingen meerdere gezichten laat zien. True Care is een boeiend en sfeervol album van een muzikant die muzikale uitdagingen niet uit de weg gaat. Tekst Mania | Godfried Nevels

Album van de Dag: Arcade Fire – Everything Now

arcade fireArcade Fire – Everything Now (Sony)

We turn the speakers up till they break. ‘Cause every time you smile it’s a fake! Stop pretending, you’ve got everything now. Zo dansbaar als de pest, de titeltrack van de nieuwe Arcade Fire: Everything Now. Met dank aan wat geleende elementen uit The Coca Cola Song van Francis Bebey. Ere wie ere toekomt. Gitzwarte tekst niettemin die Win Butler zingt, sterk contrasterend met die retevrolijke melodie en dat dito refrein. Het nummer doet onherroepelijk denken aan ABBA. Tijdens Everything Now is stilzitten onmogelijk. Het is de perfecte popsong.

Put Your Money On Me had bovendien geschreven kunnen zijn door het Zweedse superduo Björn Ulvaeus en Benny Andersson. Maar het is toch echt aan het brein van Butler en consorten ontsproten.

Van ABBA schakelt The Arcade Fire net zo makkelijk over naar reggae, met de eerste zwakke broeders op de plaat; achtereenvolgens Peter Pan en Chemistry, hoewel laatstgenoemde nog enigszins te pruimen is. Maar dat Arcade Fire zich in de toekomst nogmaals vergaloppeert aan reggae-achtige tracks lijkt uitgesloten. Je kunt je nauwelijks aan de gedachte onttrekken dat Butler een weekje Jamaica heeft gepakt en na een mojito of 9 een gitaar om z’n nek heeft gehangen. In een hangmat.

Terwijl we met het aansluitende Infinite Content alle ellende rap vergeten zijn. Een eendimensionale, gejaagde punksong van anderhalve minuut, die wel even nodig was om de aandacht er weer bij te hebben. Gekke Canadezen dat ze zijn volgt Infinite Content andermaal, maar nu in een wiegende countryversie.

Het reeds gememoreerde reggaeblokje wordt voorafgegaan door het verslavend lekkere Creature Comfort, de sterkste track op Everything Now. Handelend over met zichzelf worstelende jeugd. Creature Comfort behoort zelfs zonder discussie tot het allerbeste wat Arcade Fire op plaat heeft gezet tot nu toe. Knallende drums, elektronische bassen, Win Butler in topvorm en de licht hysterische zang van Régine Chassagne, opgeteld bij hypnotiserend syntesizergeweld, maken het nummer onweerstaanbaar. De tekst is confronterend, voor hen die het aangaat.

Some girls hate their bodies
Stand in the mirror and wait for the feedback
Assisted suicide
She dreams about dying all the time
She told me she came so close
Filled up the bathtub and put on our first record (ha, ook zelfspot!)
Saying god, make me famous
If you can’t just make it painless
Born in a diamond mine
It’s all around you but you can’t see it
The white lie of American prosperity
We wanna dance but we can’t feel the beat
Good God Damn zou Butler ook zomaar eens geschreven kunnen hebben in zijn hangmat. Het nummer leunt op een fijn basritme, maar daar is dan ook alles mee gezegd. Het is eentonig en uiteindelijk ook vervelend.
We Don’t Deserve Love heeft last van datzelfde euvel. Ook Chassagne weet de song niet te redden.
Na de herhalingsoefening in het midden van de plaat, Infinite Content, wordt Everything Now afgesloten met een vervolg op de 46 seconden die de titeltrack inluiden, dus andermaal Everything Now, maar nu in een slowmotionversie.
Al met al is het materiaal op het album, waar een hele batterij aan producers op los is gelaten, veel te mager om een voldoende te scoren. Een snelle revanche in 2018 stel ik voor. Tekst Pieter Visscher