Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.
Aurelio – Darandi (Real World / PIAS)
Dat de Centraal-Amerikaanse garifunamuziek nog altijd bij ons in de cd-bakken te vinden is, danken we grotendeels aan de Hondurese zanger en gitarist Aurelio Martinez.
Door: Robert van Gijssel 27 januari 2017
Die gaat stug door met het populariseren van de volksmuziek van de Caribische kustlanden, die wonderlijke en zalige mixmuziek waarin zowel West-Afrikaanse als traditionele indiaanse muziek te herkennen is.
Op Darandi voert Aurelio nieuwkomers in het genre mee aan de hand, langs zijn favoriete garifunaliedjes. Prachtliedjes zijn dat, zoals het zacht voorttokkelende Yange, met rimpelloos gestapelde vocalen in de refreintjes en springerige latinritmes op vooral de cajon, die in het nummer toch steeds dwingender worden.
Maar het opmerkelijkst aan de garifuna van Aurelio is zijn gitaarspel. Hij speelt surfgitaar met veel reverb en maakt daarbij royaal gebruik van de tremolo-arm. Daarom klinkt Aurelio altijd een beetje als The Shadows die op zonvakantie zijn gestuurd en aan het hotelzwembad toch maar wat muziek zijn gaan maken. Een onweerstaanbaar en haast psychedelisch dansplaatje.
Emptiness – Not For Music (Season of Mist)
Dat een plaat van de Belgische cultband Emptiness een schokgolfje door de metal veroorzaakt, is niet nieuw. Oblivion uit 2008 was al een mijlpaal voor de avontuurlijke death metal: frivool technisch, spijkerhard en toch ook vrieskoud als de meest ijzige black metal uit het Noorse fjordenland. Maar het was, hoe dan ook, een metalplaat.
Door: Robert van Gijssel 3 februari 2017
Nothing but the Whole uit 2014 dreef af van het vierkante gitaargenre en kan met terugwerkende kracht worden beschouwd als opmaat naar een meesterwerk. Want Not for Music is nog vrijzinniger en in vele opzichten geniaal. Rockende gitaarriffs? Die zijn op één hand te tellen en komen meestal als nagelaten bekentenissen, aan het einde van een muziekstuk (Digging the Sky). De grommende grunts hebben definitief plaatsgemaakt voor sissend declamerende, gestapelde fluisterstemmen. Alleen de losjes en jazzachtig huppelende drum- en baspartijen doen nog denken aan het sublieme rockwerk van een decennium geleden.
Het is bijna ondoenlijk om het uitpuilende klankenkabinet van Emptiness te beschrijven. Holle gitaartjes uit de postpunk, horrorsoundtracksynthesizers, spookvocalen uit de vocoder, donker dansende jarentachtigbassen, plokkende houtblokken en pauken – het kan niet op. En het wordt in trage en immer evoluerende onheilstijdingen als It Might Be aan elkaar geklonken tot een soort zwarte new-wavesymfonie, die bij iedere luistersessie vaster vormen krijgt en wat hardnekkiger aan de ziel blijft kleven.
Not for Music is zo’n plaat waar je maanden mee bezig kunt zijn. Steeds ontdek je nieuwe bijgeluiden en sprankelende gitaarwondertjes, in gelaagde en fantastisch gearrangeerde nummers als Your Skin Won’t Hide You, waarin geen tien seconden klinken als de vorige tien seconden. Oneindig treurig en welhaast apocalyptisch, maar hypermuzikaal, fabuleus geproduceerd en magisch mooi. Wat een plaat. Neem er de tijd voor.
Japandroids – Near To The Wild Heart Of Life (Anti-/Epitaph)
Anders dan roemruchte rockduo’s met drums en gitaar als basis (White Stripes, Black Keys) maakte het Canadese Japandroids liedjes die meer op jarentachtigpunkrock dan op aloude blues en rock-‘n’-roll waren gebaseerd. De puntige, energieke liedjes op hun tweede plaat Celebration Rock (2012) waren indrukwekkend en leverden live vaak doldrieste taferelen op, maar markeerden ook een voorlopig eindpunt in de ontwikkeling van het duo.
Door: Gijsbert Kamer 27 januari 2017
Nog zo’n plaat zou overbodig zijn, beseften Brian King (gitaar, zang) en David Prowse (drums, zang) maar al te goed. Ze lasten een soort denkpauze in en komen nu pas, bijna vijf jaar later, met een derde album, Near to the Wild Heart of Life.
Het is een geweldige rockplaat geworden, zo een die je weer volop vertrouwen in het genre geeft. Op het eerste gehoor klinkt alles wat gepolijster en schrik je zelfs even van het ruim zeven minuten durende Arc of Bar. Synths in het intro en een dwingend meeklapritme: het lijkt wel stadionrock uit de jaren tachtig.
Maar er blijkt een sterk liedje achter deze afleidingsmanoeuvre verstopt te zitten. Of neem I’m Sorry for Finding You Not Sooner. Het gitaarloopje is geleend van Kim Carnes’ hit Bette Davis Eyes. De vervormde stem van Brian King trekt het liedje uit de middle-of-the-roadsfeer en geeft het liedje iets sinisters. Zo zitten er in elk nummer angels verborgen. Japandroids heeft een geweldig derde album afgeleverd, met een sound die ook de grootste festivalweiden makkelijk aan kan.
Navarone – Oscillation (Rodeostar)
Raadselachtig geval: de Nijmeegse band Navarone. Vrijwel iedereen die ze live ziet, vindt ze steengoed. Klaar voor de grote podia. Aan lof voor de albums geen gebrek. Bij Navarone klinkt klassieke hardrock eigentijds, zowel compositorisch als productioneel.
Door: Menno Pot 20 januari 2017
Toch spelen ze binnenkort weer in Vera in Groningen en De Helling in Utrecht; niet in de grotere Oosterpoort en Ronda in respectievelijk diezelfde steden. Wat is dat toch?
Een sterk album dan maar weer: Oscillation, nummer 3. Die hortende, gruizige riff in Snake: boem, binnen. Lonely Nights stuitert zoals stadgenoot De Staat dat kan. Soon I’ll Be Home is een mooie folksong die zich langzaam openvouwt. Step By Step, Chrome: ambachtelijk, avontuurlijk, meeslepend. Die zanger, Merijn van Haren, steeds beter. De Nederlandse Chris Cornell (van Soundgarden).
Toegegeven, in het laatste kwartier (Unmistakably Everything, Days of Yore) sijpelt alsnog wat van de clichématige hardrockpathos binnen die Navarone doorgaans zo resoluut buiten de deur houdt. Het laat onverlet dat iedere Nederlandse rockliefhebber Navarone moet leren kennen (wat te denken van vanavond bij de albumpresentatie in Doornroosje, Nijmegen). Dan volgt de omhelzing vanzelf.
Lees hier ons interview met Navarone.
Wiley – Godfather
Rond 2004 zouden jonge rappers en producers als Dizzee Rascal, Lethal Bizzle, Kano en Wiley het fenomeen grime wel even aan een internationale doorbraak helpen: een explosieve Londense cocktail van dubstep en U.K. hiphop.
Door: Menno Pot 20 januari 2017
Lukte niet. De piek bleek van korte duur, zelfs in Engeland, maar het genre beleeft nu een tweede hoogconjunctuur. Het sterke album Konnichiwa leverde Skepta vorig jaar de gewichtige Mercury Prize op en nu is er de sterke plaat Godfather, van Wiley, de man die ooit gold als Skepta’s ontdekker en pleitbezorger. In de track Can’t Go Wrong wijst Wiley daar de luisteraar even fijntjes op: Wiley (echte naam: Richard Kylea Cowie) is inmiddels 37 jaar oud en tien albums verder.
De titel Godfather onderstreept wat hij wil: laten horen wie hier ook al weer de baas was. De verbetenheid op de plaat is haast tastbaar en het album bevat alles wat grime zo leuk kan maken. Ratelende ritmes. Gejaagde, struikelende beats uit dubstep en U.K. garage, zoals je die in Amerikaanse hiphop nooit hoort. En: onnavolgbaar snelle raps.
Wiley gaat het snelst van allemaal en is zijn popgevoel niet verloren: Back With a Banger kan zo op de afspeellijst van beste grime-hits. Op Godfather staan er meer van dat kaliber, zoals het welkome rustpunt U Were Always, met Skepta als gast.
The xx – I See You (XL Recordings/Beggars)
Ze komen weliswaar uit een doosje, maar de blazers waarmee The xx hun derde album I See You openen, klinken euforischer dan we van het Britse trio gewend zijn. De muziek waarmee The xx in 2009 debuteerde, liet zich kenmerken door droefgeestige zang van Romy Madley Croft en Oliver Sim, in door producer Jamie Smith elektronisch vormgegeven liedjes.
Door: Gijsbert Kamer 13 januari 2017
Kale beats, een sober gitaarlijntje, droef zoemende synths en zang in diepe mineurstemming resulteerden op het debuut in een bijzonder spanningsveld. De drie jaar later verschenen opvolger Coexist (2012) verschilde weinig in aanpak en sfeer, maar bleef overeind door de beter uitgewerkte vocalen. In de vierenhalf jaar die sindsdien verstreen maakte Smith als Jamie xx naam als producer en dj. Zijn in 2015 verschenen In Colour bewees niet alleen hoe goed hij thuis is in de hedendaagse dance, maar ook dat hij daaraan met zijn aan dubstep ontleende beats een bijzondere bijdrage aan kon leveren.
Die kennis heeft Jamie xx meegenomen naar het derde album van The xx. Dangerous, het openingsnummer, is een voortreffelijk geproduceerd dansnummer. Een jungle-huppelritme, fraaie beats en een mooie open sound domineren het uitbundigste nummer dat The xx tot nu toe maakte.
In nummers als A Violent Noise, komen ravebeats en andere citaten uit hedendaagse trance voorbij, maar alles blijft ingehouden, gecontroleerd en vooral herkenbaar The xx. Want de droevige stemmen zijn onverminderd op elkaar afgestemd. Romy Madley Croft zingt prachtig in het kale Performance. Elders is het de wanhoop die Sim in zijn onderkoelde zang weet te leggen die nog altijd iets beklemmends heeft. Prachtige, mysterieuze en vooral eigentijdse popmuziek.
The Kik – Stad En Land (Top Notch / Excelsior / Universal)
Nóg een plaat met pastiches en bewerkingen van al dan niet obscure jarenzestigbeatliedjes zou de Rotterdamse Kik tot een wat al te voorspelbaar retro-bandje reduceren. Maar wat dan als je, zoals voorman Dave von Raven, zo verknocht bent aan alles wat met de sixties te maken heeft? Dan moet je gaan werken aan een eigen sound die toch ruimte laat voor je obsessies. En dat is precies wat The Kik op hun nieuwe album Stad en land gedaan heeft.
Door: Gijsbert Kamer 13 januari 2017
Het geluid is minder beat en meer pop in de sfeer van oud werk van Boudewijn de Groot. Het zal niet voor niets zijn dat in het tweede liedje, Maandag, al meteen twee keer aan diens klassieke popsongs wordt gerefereerd. De productie is kristalhelder. De instrumentaties zijn breed, met ruimte voor lekkere blaaspartijen van onder anderen Benjamin Herman. Ook mooi: het archaïsche taalgebruik in De hond van Henk, een melancholiek hoogtepunt met fraai koortje.
Onderweg is een luchtig instrumentaaltje in de sfeer van Herb Alpert, terwijl het laatste liedje, Porselein, een fraai Beach Boys-sfeertje heeft. Heel mooi gedaan allemaal. Anders en toch vertrouwd.
Lees hier ons interview met The Kik.
Yagya – Stars And Dust (Delsin)
Een beetje over het hoofd gezien in de decemberlijstjes, maar zeer de moeite waard: het nieuwe album Stars and Dust van de IJslandse producer Yagya, op het Nederlandse label Delsin. Yagya loopt in de sporen van de ambient-dubpioniers van de jaren negentig. Je hoeft niet lang te luisteren om bijvoorbeeld producer en bassist Bill Laswell te herkennen in atmosferische en omfloerst bassende tracks als Train Station Dustlight en het fraai betitelde Substorms on a Winter Night.
Door: Robert van Gijssel 13 januari 2017
En in de serene synthesizers van Through the Zodiacal Cloud is natuurlijk de ijzige dance te horen van de Noorse ambientgigant Biosphere: Yagya haalt net zulke vervreemdende en magische geluiden uit zijn apparatuur, en laat bovendien blijken dat hij beschikt over een hoge muzikale intelligentie. De kleine melodieuze wendingen in de uitgesmeerde dubtracks weten steeds te verrassen. Het stuk Through the Sculptor Group nodigt uit tot een vertraagde danspartij op een uitdovende afterparty. Een mooi winters tripplaatje.
Migos – Culture (ATO/Warner Music)
Een reeks mixtapes en een paar sterke singles (Versace, Hannah Montana) bracht de rappers Offset, Quavo en Takeoff al vanaf 2013 onder de aandacht. Maar het echte debuutalbum Yung Rich Nation stelde twee jaar geleden toch wat teleur. Een wat rommelige productie, die een beetje afleidde van de sterke vocalen van het trio.
Door: Gijsbert Kamer 3 februari 2017
Want ze hebben beslist een eigen sound, onderstrepen ze op het album Culture. De raps waarmee ze elkaar aanvullen en uitdagen bestaan steevast uit drie eenlettergrepige klanken die staccato worden gezongen. Typerend voor deze in Atlanta ontwikkelde stijl is het nummer Bad And Boujee, dat nu op de eerste plaats van de Amerikaanse hitlijst staat en de definitieve internationale doorbraak van het trio lijkt te bezegelen.
Het nummer is spannend geproduceerd, met broeierige synths en knisperende beats. Maar net als in de andere nummers zijn het de raps die de Migos-sound zo onderscheidend maken. ‘We came from nothing to something’, rappen ze. Met teksten vol verwijzingen (meestal in het slang van Atlanta) naar drugs en andere genotsmiddelen klinken ze vooral vrolijk. Boos maken ze zich hooguit over imitators van hun rapstijltje.
Maar ja, dat krijg je als sterren als Drake met je muziek aan de haal gaan en als het door jou populair gemaakte dansje, de dab, viraal gaat. Op Culture laat Migos een wezenlijk ander, zelfs nieuw geluid horen. De zorgvuldige productie van onder anderen Zaytoven geeft de echt bijzondere, hakkelende raps nu wel de juiste ruimte.
Run The Jewels – Run The Jewels 3 (Mass Appeal)
Leuk kerstcadeau was dat, het derde album van Run The Jewels, drie weken voor de aangekondigde releasedatum. De fysieke versie van het derde album van dit rapduo verschijnt over een week, maar El-P en Killer Mike konden zich blijkbaar niet langer inhouden.
Door: Gijsbert Kamer 6 januari 2017
Run The Jewels 3 is weer een stukje beter dan de vorige. RTJ 2, dat twee jaar geleden verscheen, liet vooral in de productie al een zekere progressie horen ten opzichte van het in 2013 verschenen debuut. Maar dit derde deel van de trilogie is in alle opzichten het sterkst. De beats zijn nog altijd hard, droog en log. De sound refereert opnieuw aan de old-schoolrap van eind jaren tachtig, toen Public Enemy met hun furieuze raps de dienst uitmaakte.
Zo uitgesproken en boos als El-P en Killer Mike van leer trekken was in 2016 in de hiphop een zeldzaamheid. Sinds de hoogtijdagen van de rap-duels tussen Chuck D en Flavor Flav zijn rapduo’s al een zeldzaamheid, maar de kracht waarmee El-P de zware uithalen van Killer Mike van repliek dient, is bijna uniek.
Van de springerige funk in het openingsnummer Down tot het slotnummer A Report To Shareholders/Kill The Masters zet het duo alles op scherp. In de fraai gelaagde productie vallen iedere keer meer details op, zoals de terugkeer van de aloude It Takes Two-sample van Lynn Collins in Call Ticketron. Ook de teksten zitten vol sterke observaties en beschrijven een van paranoia en machtsmisbruik vergeven wereld. De stemverklaring van EL-P in het slotnummer vat alles mooi samen: ‘We both hear the same sound coming/ And It Sounds Like War/ And it breaks our hearts.’
Luister hieronder de vorige editie!
Volkskrant Radio #16 – 2 januari 2017
Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!
===> Lees hier alle recencies van:
David Bowie – Blackstar, Nick Cave & The Bad Seeds – Skeleton Tree, Leonard Cohen – You Want It Darker, Trentemøller – Fixion, Hexvessel – When We Are Dead, A Tribe Called Quest – We Got It From Here… Thank You For 4 Your Service, James Blake – The Colour in Anything, Beyoncé – Lemonade, Deftones – Gore, Chance The Rapper – Coloring Book, Patten – Ψ en Solange – A Seat At The Table.JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIxMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZQaW5ndWluX1JhZGlvJTI1MkZwaW5ndWluLXJhZGlvLXByZXNlbnRzLXZvbGtza3JhbnQtcmFkaW8tMjAxNy0wMS0wMiUyNTJGJTI2aGlkZV9jb3ZlciUzRDElMjZsaWdodCUzRDElMjIlMjBmcmFtZWJvcmRlciUzRCUyMjAlMjIlM0UlM0MlMkZpZnJhbWUlM0U=