Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #13

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

King Champion SoundKing Champion Sound – To Awake in that Heaven of Freedom (Excelsior Recordings)
Zo veelzijdig, intens en ontregelend als To Awake in that Heaven of Freedom klinken rockplaten nog maar zelden. De in Kenia geboren Brit Ajay Saggar is verantwoordelijk voor de muziek die je zo ongeveer elke vijf minuten versteld doet staan.

23 september 2016

Hij draait al decennia mee in de alternatieve rocksector. Eerst als geluidsman voor bands als Dinosaur Jr. en My Bloody Valentine, later in groepen als Donkey en The Bent Moustache. Stronteigenwijze bands gedreven door een volstrekt eigenzinnige muzikant: zo is Ajay Saggar altijd gebleven. Ook toen hij in de jaren negentig naar Nederland verhuisde, wist hij gelijkgestemden te mobiliseren en maakte onder de naam King Champion Sound al een paar platen. To Awake in that Heaven of Freedom is zijn meest ambitieuze tot nu toe. Bijna 80 minuten duurt het album, dat al meteen ijzersterk opent met ijzige gitaarriffs van de Dinosaur Jr’s J. Mascis. De uit The Ex afkomstige G.W. Sok heeft precies de juiste sneer in zijn stem voor de staccato rocksongs die sterk beïnvloed lijken door The Fall. Maar al snel schakelt de band van Saggar moeiteloos door naar reggaedub, jazz en zelfs freejazz (met dank aan saxofonist Ab Baars).

De gastenlijst is imposant. De poëtische zeggingskracht bijna net zo groot als de muzikale. Mike Watt (Stooges, Minutemen) draagt een fraai stuk spoken word-poëzie voor, terwijl het sterkste nummer A Foggy Day In Rotterdam verwijst naar de dichter en schrijver C.B. Vaandrager (1935-1992). Hoeveel stijlen de band ook aanraakt, een rommeltje wordt het nergens, dankzij de zeer strakke ritmesectie en de doordachte opbouw. Wie zegt dat het albumconcept dood is, heeft King Champion Sounds’ nieuwste niet gehoord. Een muzikaal feest dat het best hard – over de koptelefoon – kan worden ondergaan.

TangarineTangarine – There and Back (Excelsior Recordings)
Het Nederlandse countrypopgolfje rolt voort, nu weer bij de broers Arnout en Sander Brinks alias Tangarine. Hun nieuwe plaat There and Back werd opgenomen in Tucson, Arizona, met de voormannen John Convertino en Joey Burns van de band Calexico en dat is te horen. Tangarine heeft de blik duidelijk gericht op het Amerikaanse woestijnland, bij mooie texmexliedjes als Things Go Like This Anyway, waarin de steelgitaren stilletjes mogen huilen.
23 september 2016

De samenzang van de tweeling is zachtmoedig en ingetogen als altijd, en doet in Until a River Came by en bijvoorbeeld het mooi tingelende, door louter gitaren begeleide Home in Your Arms sterk denken aan de stemmenmix van Simon & Garfunkel. En net als de plaat een beetje dreigt in te zakken bij ál te kalmerende vocalen, worden in My Friend de gitaarversterkers toch ook weer wat opengedraaid: wakker worden. Een prachtplaatje, dat op 8 oktober wordt gepresenteerd in TivoliVredenburg, mét de heren Calexico.

AlcestAlcest – Kodama (Prophecy/Suburban)
De prachtige laatste plaat Shelter (2014) van het Franse metalproject Alcest was nauwelijks nog heavy te noemen. Bandbrein Neige liet zacht zoemende gitaren en fluisterzachte vocalen prevaleren boven het riffwerk, de ratelende drums en de schreeuwstemmen van het eerdere werk. Maar op Kodama is Alcest weer die fijne ‘blackgaze’ band die creepy black metal combineert met melodieuze shoegaze.

30 september 2016

Die mix is nog altijd aanstekelijk. In een lijvig instrumentaal stuk als Je suis d’ailleurs bijvoorbeeld, waarin loodzware drumpartijen worden uitgerold, maar de gitaren toegankelijk en licht blijven. En verdomd, halverwege het bijna 8 minuten durende epos wordt ook een gepijnigde satansschreeuw ingezet. Het gaat wonderwel samen. In dit soort melancholieke liederen doet Alcest een beetje denken aan de Amerikaanse krijshipsters van de band Deafheaven.
Maar Alcest blijft laagdrempeliger, bijvoorbeeld in Oiseaux de proie, een mooi verdrietig rocklied vol gonzende mineurakkoorden en etherische zangpartijen, waarin zelfs het snijdende gitaarspel van The Edge is te herkennen.

TrentemøllerTrentemoller – Fixion (In My Room)
‘Ik hoop zo dat Fixion als één geheel wordt beluisterd’
De Deense producer Anders Trentemøller brengt met zijn nieuwe plaat Fixion een gloedvol eerbetoon aan de donkere jarentachtigpopmuziek.

18 september 2016

PattenPatten – Ψ (Warp Records/ V2)
Wie de pas verschenen remix-compilatie Re-Edits Vol.2 van het Britse danceduo Patten (zelf schrijven ze dat zonder hoofdletter) ooit heeft beluisterd, weet dat de raadselachtige heer ‘D’ en dame ‘A’ geen gemakkelijke elektronische huiskamermuziek maken. De remixen, van The Cocteau Twins tot Rihanna en Death Grips, zijn woest verwrongen en dus hoogdrempelig, maar wel spannend.

16 september 2016

De plaat met de vreemde titel Ψ is wat toegankelijker en dat maakt de muziek van Patten nog boeiender. Want atmosferische klankdromen als True Hold en Locq zitten vol melodieuze en ritmische vondsten, die nu eens niet worden overstemd door overstuurde en uit elkaar getrokken beats.

Patten maakt futuristische laptopmuziek bij prevelende vrouwenstemmen en hakkelende drumcomputers, maar reikt het verleden de hand. In de wat langere tracks hoor je de ‘intelligent dance music’ van bijvoorbeeld The Black Dog en de bassen van de drum-‘n-bass terug. En dan voel je in Used to B ook nog de industriële dansopwinding van Cabaret Voltaire en Clock DVA. Wat willen we nog meer?

Nick Cave & The Bad SeedsNick Cave & The Bad Seeds – Skeleton Tree (Kobalt/V2)
In juli vorig jaar overleed Arthur, de 15-jarige zoon van Nick Cave na een val van een klif in zijn woonplaats Brighton. Cave (57) was op dat moment met zijn band net begonnen aan hun zestiende album.

13 september 2016

Die opnamen werden logischerwijs op de kop gezet, maar Skeleton Tree, de nieuwe plaat van Nick Cave & The Bad Seeds, ligt sinds vrijdag in de winkels. Het is een hartverscheurend mooie plaat geworden. Al tijdens de eerste regels van het openingsnummer Jesus Alone is het kippevel: ‘You fell from the sky/ Crash landed in a field/ Near the river Adur.’ Ontregelende muziek van dreigende synths en een dreinende hoge fluittoon. ‘With my voice, I am calling you.’

TRAUMA
De zeven liedjes die volgen, zijn even dwingend als emotioneel, zonder dat Cave uit lijkt te zijn op sympathie of medeleven. Cave’s stem is soms dun en bevend en lijkt een enkele keer zelfs te breken. Dit is niet de Nick Cave zoals we die kennen: stoer, bronstig grommend, heer en meester over zijn muziek. We horen een zanger tot het uiterste gaan in zijn pogingen het onmogelijke en het onzegbare in muziek en tekst te vatten.

Het verlies, het verdriet en vooral de aanslag op zijn creativiteit die daardoor werd veroorzaakt; met dat alles had Cave te kampen toen hij de werkzaamheden aan zijn nieuwe plaat hervatte. Hij kreeg daarbij de geniale ingeving alle werkzaamheden te laten filmen. Door het ontstaansproces van Skeleton Tree door camera’s te laten vastleggen, zou hij verschoond zijn van zijn plicht de pers te woord te staan.

De door Andrew Dominik gemaakte documentaire One More Time with Feeling zou alle vragen beantwoorden. En dat doet de in stemmig zwart-wit en 3D gedraaide film beter dan een interview ooit zou kunnen. De film werd donderdagavond, de dag voor de albumrelease, wereldwijd in talloze bioscopen vertoond. Niemand had de plaat toen nog gehoord. Ook journalisten niet. Voor iedereen was de film een eerste kennismaking met de nieuwe muziek van Cave. Het was ook de eerste keer dat hij te zien was na de tragische gebeurtenis die in de film geregeld ‘trauma’ wordt genoemd, zonder dat de toedracht daarbij precies uit de doeken wordt gedaan. Het duurt zelfs een uur voordat Susie, Cave’s echtgenote, de naam Arthur laat vallen.

Film noch plaat gaat specifiek over verdriet of rouwverwerking, maar over het zoeken naar nieuwe vormen van expressie. Altijd heeft Cave geprobeerd het soms onbegrijpelijke leven om hem heen te vangen in verhalende liedjes. Maar in de documentaire vertelt hij hoe de dood van zijn zoon hem het geloof in verhalende songs heeft doen verliezen. Wat Cave’s werk na meer dan 35 jaar nog altijd zo sterk maakte, is dat er juist in zijn schrijverschap nog veel ontwikkeling zat. Zijn constatering dat hij zijn geloof in het ‘narratieve element’ in liedjesschrijven verloren heeft, komt hard aan.
‘De verbeelding heeft ruimte nodig, maar alle ruimte is ingenomen door het trauma. Er past niks meer bij’, aldus Cave.

NIEUWE FASENick Cave & The Bad Seeds
Ook het geloof heeft afgedaan. In een eerdere documentaire over hem, 20.000 Days on Earth uit 2014, legt Cave uit dat God in zijn werk bestaat, maar daarbuiten niet. God verdwijnt nu ook uit zijn werk, zo lijkt het op Skeleton Tree. Zo zingt hij in Distant Sky: ‘They told us our Gods would outlive us, but they lied.’
In dezelfde film vertelt Cave al dat zijn hele werk te zien als een poging met verhalende liedjes vat te krijgen op de wereld. Maar wat dan, zoals nu, als die verhalen niet meer komen of ze niet meer werken als middel om de gruwelijke werkelijkheid te bezweren?

Dan moet Cave opnieuw beginnen. Skeleton Tree luidt daardoor mogelijk een nieuwe fase in voor Cave’s schrijversschap.

De gebeurtenissen zijn funest geweest voor zijn creativiteit, zegt Cave in de nieuwe documentaire. En toch zien we hoe hij met hulp van zijn band tot de mooiste muziek komt. Vooral Warren Ellis, violist en soulmate van Cave, is een grote steun in het scheppingsproces. De liedjes zijn weliswaar minder verhalend, maar de vele associaties en beelden die Cave oproept, zijn er niet minder fascinerend door.

Toen Eric Claptons zoontje Conor in 1990 overleed, componeerde de zanger/gitarist het liedje Tears in Heaven. A.F.Th. van der Heijden herdacht zijn in 2010 verongelukte zoon Tonio met de gelijknamige roman. Nick Cave probeert op zijn beurt met Skeleton Tree weer grip te krijgen op zijn creativiteit. Het is een imponerend kunstwerk. De muziek is van een grote zeggingskracht en de teksten zijn van een intense schoonheid. Al lijkt Cave zelf van het laatste nog niet overtuigd: voor het eerst sluit hij geen tekstvel bij de plaat in.

Daniel LanoisDaniel Lanois – Goodbye to Language ANTI-/Epitaph
Aan de hand van Brian Eno tekende de Canadees Daniel Lanois voor de mooiste ambientplaten van de jaren tachtig; On Land (1982), The Pearl (1984) en natuurlijk de baanbrekende ruimtereisplaat Apollo (1983). Op de Apollo-tracks Silver Morning en Deep Blue Day speelde Lanois hallucinante en gewichtsloze country op zijn pedal-steelgitaar: muziek uit een andere sterrennevel.

16 september 2016

Na een carrière als producer en studiomuzikant (van U2 tot Emmylou Harris) en een reeks soloplaten keert Lanois terug naar de steelgitaar en de stille instrumentale kracht van de ambientmuziek. Op Goodbye to Language laat hij zijn gitaar en die van collega Rocco Deluca warme harmonieën weven door een studiorek vol echo- en geluidseffecten. Bij instrumentale wonderen als Later That Night geloof je je oren niet: komen deze prachtige, vervreemdende geluiden uit slechts twee steelgitaren? Lanois bedrijft pure gitaarmagie, zeker in een omfloerst en licht dreigend sfeerstuk als Deconstruction, waarin snerpende zaaggeluidjes als krijsende meeuwen cirkelen boven een oceaan aan diep bassende onderwaterbubbels. Een weergaloos vervolg op die ook al zo onvergetelijke jarentachtigtrip van Apollo.

Jack WhiteJack White – Sugar Never Tasted That Good (Third Man/Beggars)
Wat een geweldig idee van Jack White om van zijn wat rustiger werk een dubbel-cd samen te stellen. Natuurlijk, het was sinds zijn eerste werk met The White Stripes begin deze eeuw wel duidelijk dat de in Detroit opgegroeide White het liedjesschrijversvak buitengewoon goed beheerst. Maar de meeste aandacht ging toch altijd uit naar zijn steviger, op gitaarriffs gebouwde werk. Vooral op de elektrische gitaar in een hit als Seven Nation Army onderscheidde hij zich al vroeg.

16 september 2016

Of hij nu in The White Stripes speelde met op drums ‘zus’ Meg White, die zijn ex-vrouw bleek te zijn, met de rockbands The Raconteurs en Dead Weather of op zijn soloplaten: altijd trok vooral zijn maniakale gitaarspel de aandacht. Maar hij heeft de afgelopen achttien jaar ook een vracht aan prachtige, geestige en soms breekbare liedjes geschreven. Soms omringd door kabaal of weggestopt op b-kantjes, waardoor deze kant van White’s liedjesschrijversschap wat op de achtergrond raakte.

Nu heeft White al die parels losgeweekt en chronologisch geordend tot een prachtige compilatie. Het meeste op dit dubbelalbum (de gelimiteerde vinylversie is prachtig uitgegeven) is bekend. Maar in deze context klinken liedjes als Hotel Yorba en As Ugly as I Seem weer als nieuw. Het is ook aardig om de muzikale ontwikkeling van White de afgelopen kleine twintig jaar te volgen.

Zijn spel gaat van heel lucide en basaal tot wat complexer. Het vrolijke en onbezorgde van White zoals te horen op de eerste cd/lp van dit album, gaat er langzaam vanaf. De liedjes die hij voor de Raconteurs en zijn soloplaten heeft geschreven zijn complexer. Maar een Carolina Drama klinkt in de akoestische versie bepaald niet minder aangenaam dan het elektrisch deed. Het bevestigt maar dat White minstens zo’n goed liedjesschrijver als gitarist is.

Angel OlsenAngel Olsen – My Woman (Jagjaguwar/Konkurrent)
Na haar tijd als achtergrondzangeres bij Bonnie ‘Prince’ Billy neigde Angel Olsen in haar vroege solowerk bijna als vanzelf naar de donkere folkrock van haar ex-werkgever. Pas op haar laatste twee platen vindt ze een echt eigen stem. Het nieuwe My Woman is veruit haar beste.

9 september 2016

Het album kent nadrukkelijk een A- en een B-kant. In de tweede helft gaat het tempo omlaag, wordt de sfeer melancholieker en duren sommige nummers wat te lang. Prachtig, dat galmende afsluitende Pops, maar het is toch vooral de wat lichtere A-kant die naar meer smaakt, fris van de lever en heerlijk gezongen met die stem die warm en koel tegelijk klinkt. Hoogtepunt: de militant-romantische single Shut Up Kiss Me, een compact juweel met sixtiesgevoel, met zang die zich ergens tussen Patti Smith en Roy Orbison bevindt.

Als we dan nog noteren dat Olsen in bijvoorbeeld het in galm gedrenkte en door synthesizers gedragen Intern haast naar Lana Del Rey neigt, is duidelijk dat het 29-jarige gewezen folkmeisje uit St. Louis onderhand voor het adjectief ‘ongrijpbaar’ in aanmerking komt. Op zondag 6 november komt ze voor een optreden naar Paradiso Noord in Amsterdam.

WilcoWilco – Schmilco (Epitaph)
Op elk album iets totaal anders doen, maar toch altijd als jezelf blijven klinken; geen band kan dat zo goed als Wilco uit Chicago. Aanvankelijk werden ze tot de alt-country gerekend, op het experimentele The Whole Love (2011) was daar allang geen sprake meer van, Star Wars (2015) bleek no-nonsense rockliedjes te bevatten en nu verschijnt het vrij ingetogen Schmilco, Wilco’s tiende.

9 september 2016

Star Wars en Schmilco zijn als yin en yang, gedestilleerd uit dezelfde opnamesessies: het steviger rockwerk op Star Wars, het meer bedachtzame en persoonlijke materiaal op Schmilco. Beide platen ademen eenvoud en een aangename directheid: hier is niet te moeilijk gedaan. Het is even geleden dat Wilco zo folky klonk. Zelden grossierde frontman Jeff Tweedy zo in mooie, kleine liedjes (twaalf in 36 minuten): Quarters, de lichte popmelodie van If I Ever Was a Child en Happiness, een ontroerend liedje over Tweedy’s in 2007 overleden moeder. Wat een melodieuze pracht. Alleen Locator had ook op Star Wars kunnen staan en valt prompt een beetje uit de toon.

Op het festival Best Kept Secret maakte Wilco in juni diepe indruk; op 10 november komen ze naar Le Guess Who in Utrecht. De groep stelde het dagprogramma samen (Tortoise, Lee Ranaldo, Bassekou Kouyaté, Fennesz en meer) en treedt gelukkig ook zelf op.

Pinguin Radio presenteert podcast
Volkskrant Radio #12 – 5 september 2016

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!

===> Lees hier alle recencies van:

Bjarki – B , Lisa Hannigan – At Swim, Thee Oh Sees – A Weird Exits, Factory Floor – 25 25, Mozes and the Firstborn – Great Pile Of Nothing, Wild Beasts – Boy King, Max Romeo – Horror Zone, Stephen Steinbrink – Anagrams, Frank Ocean – Blond en Ryley Walker – Golden Sings That Have Been Sung.JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIxMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZwaW5ndWlucmFkaW8lMjUyRnBpbmd1aW4tcmFkaW8tcHJlc2VudHMtdm9sa3NrcmFudC1yYWRpby0xMi01LTktMjAxNiUyNTJGJTI2aGlkZV9jb3ZlciUzRDElMjIlMjBmcmFtZWJvcmRlciUzRCUyMjAlMjIlM0UlM0MlMkZpZnJhbWUlM0U=

Pinguin Radio presenteert podcast Volkskrant Radio #12

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

Volkskrant
Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!

===> Lees hier alle recencies van:

Bjarki – B , Lisa Hannigan – At Swim, Thee Oh Sees – A Weird Exits, Factory Floor – 25 25, Mozes and the Firstborn – Great Pile Of Nothing, Wild Beasts – Boy King, Max Romeo – Horror Zone, Stephen Steinbrink – Anagrams, Frank Ocean – Blond en Ryley Walker – Golden Sings That Have Been Sung.JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIyMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZwaW5ndWlucmFkaW8lMjUyRnBpbmd1aW4tcmFkaW8tcHJlc2VudHMtdm9sa3NrcmFudC1yYWRpby0xMi01LTktMjAxNiUyNTJGJTI2aGlkZV9jb3ZlciUzRDElMjIlMjBmcmFtZWJvcmRlciUzRCUyMjAlMjIlM0UlM0MlMkZpZnJhbWUlM0U=

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #12

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.BjarkiBjarki – B (Trip)
De IJslandse technoproducer Bjarki is de man om in de gaten te houden in het donkere wereldje van de wat introvertere clubcultuur. De Russische dj en producer Nina Kraviz is fan en tekende Bjarki dus op haar mooie Trip-label. En Bjarki’s B is echt veelbelovend.

Door: Robert van Gijssel 19 augustus 2016

Hij put uit roemrijke – vooral Berlijnse – techno uit de jaren tachtig en negentig, en weet die aanstekelijk te maken met middelen waar technopuristen van nu vermoedelijk wat moeite mee hebben. Bjarki samplet – heerlijk ouderwets maar o zo lekker – catchy vocale speelfilmfragmentjes, fluitjes en buitenopnamen in zijn bonkende dansvloertracks, waardoor je nummers als Travel In Space niet snel meer uit je hoofd krijgt.

Bij de zich knap evoluerende track The Lover That You Are worden we teruggeworpen in het tijdperk van de ‘big beat’ en de ‘intelligent dance music’ van de nineties, maar ook de acid steekt de kop op met venijnige bliepjes uit de eerbiedwaardige Roland TB-303 bassynthesizer. Een leuke toegankelijke technoplaat.

Lisa HanniganLisa Hannigan – At Swim (Hoop/PIAS)
Tien tot veertien jaar geleden zong de Ierse zangeres Lisa Hannigan de mooiste liedjes van Damien Rice (I Remember, 9 Lives). Inmiddels is ze aan haar derde soloplaat toe en is niet alleen de samenwerking, maar ook de vriendschap met Rice voorbij.

Door: Menno Pot 19 augustus 2016

Misschien had op de hoes van At Swim, naast die van Hannigan (35), de naam Aaron Dessner moeten staan. De alleskunner van The National benaderde Hannigan vanuit het niets. Het bleek haar redding: Hannigan zwierf op dat moment door Europa, somber en zonder inspiratie. De opvolger van het mooie Passenger (2011) wilde maar niet komen.

Dessner drukte zijn stempel op At Swim: hij produceerde, arrangeerde en schreef mee. Het leverde een folky album van onnadrukkelijke pracht op, veel donkerder en melancholieker dan Hannigans eerdere platen (songtitels als Prayer for the Dying en Funeral Suit spreken wat dat betreft boekdelen). Maar zwaar op de maag ligt het nooit.

Het is eerder een troostrijke plaat geworden (prachtig madrigaaltje in Anahorish, overal fonkelende melodieën), gracieus gearrangeerd en zó gevoelvol gezongen door Hannigan, met haar fluweelzachte stem, dat de tijd even stil lijkt te staan. In november komt Hannigan naar Crossing Border in Den Haag.

Thee Oh SeesThee Oh Sees – A Weird Exits (Dead Oceans/Konkurrent)
Weinig bands zijn zo wonderlijk productief als Thee Oh Sees, de rockband uit San Francisco die de eeuwig rusteloze John Dwyer als enige permanente bandlid heeft en zondagavond de bandprogrammering van Lowlands afsluit.

Door: Menno Pot 19 augustus 2016

A Weird Exits is (wanneer je de eerste jaren als Orinoka Crash Suite meetelt) het zeventiende studioalbum sinds 2003. Bij Dwyer lijkt de taperecorder continu te draaien, zodat we haast realtime de ontwikkeling hebben kunnen volgen: van eenvoudige garageband tot psychedelische rockband met heel wat meer kleuren op het palet.

Het sterke A Weird Exits heeft een weids psychedelisch rockgeluid, vrij lange maar goed uitgewerkte composities én een bedwelmend orgeltje. Hoewel de jams van Thee Oh Sees zelden zo vrijelijk meanderden als hier, nemen de stukken vaak tóch de vorm aan van een song, zoals in Plastic Plant.
Zouden Dwyer en de zijnen het Australische King Gizzard & The Lizard Wizard überhaupt kennen? Nog zo’n stel psychedelische voetzoekers dat in hoog tempo platen afvuurt, al zijn Thee Oh Sees iets heavier.

Factory FloorFactory Floor – 25 25 (DFA/PIAS)
Blonk het trio Factory Floor op het titelloze debuut nog echt als een dansbaar elektropopbandje, op opvolger 25 25 overheerst het machinale dancegevoel, bij hoekige drumcomputers en dikke bassynthesizers. Het live gespeelde drumwerk is kennelijk afgeschaft, Factory Floor is een duo geworden en de vocalen van vooral de vrouwelijke helft, Nik Colk Void, beperken zich tot raadselachtige korte samplestootjes.

Door: Robert van Gijssel 2 september 2016

Maar tjonge, wat is dit 25 25 een verslavende dansplaat. De inspiraties zijn dezelfde als voorheen: synthpop en postpunk uit de jaren tachtig, New Order, kale techno (het liefst uit Detroit) en acid, natuurlijk.

Nummers als de gelijk al feestelijke openingstrack Meet Me at the End lijken eenvoudig opgebouwd: synthlijntje, kale en dwingende vierkwartsbeat, paar rare stemmetjes. Maar wat wordt er subtiel gemixt en aan de filterknoppen gedraaid. Een extra tik op een hihat is in zo’n tranceachtige track al snel een stormachtige ontwikkeling. Een donker electrowerkje als Dial Me In houdt je vanaf de eerste seconde met je hoofd tussen de luidsprekers. En de zaagtand-synthesizers in Ya gaan ook echt dwars door je heen. Een misschien niet vernieuwende, maar wel steengoede jaarlijstplaat.

Mozes And The FirstbornMozes and the Firstborn – Great Pile Of Nothing (Top Notch)
In Nederland deed het lekker meeschreeuwliedje I Got Skills het een paar jaar geleden al heel aardig. Maar ook internationaal is de Eindhovense band Mozes and the Firstborn met zijn aanstekelijke garagerock stilaan bekend geworden. Het Amerikaanse label Burger Records, bracht het debuutalbum Mozes and the Firstborn (2013) uit – zelfs op cassette – en er waren tournees door de Verenigde Staten.

Door: Gijsbert Kamer 2 september 2016

Dan zou je denken: die band ragt lekker door en knalt er op hun tweede album nog even een paar garagebeukers tegenaan. Zo horen ze dat bij het übercoole Burger immers graag. Misschien was dat aanvankelijk ook de bedoeling. Er werd een tweede plaat opgenomen, maar die kwam nooit uit. Al laat de begin dit jaar verschenen ep Power Ranger de band nog wel van zijn ruigere kant horen. Ruiger in elk geval dan op het nu dan toch verschenen tweede album, Great Pile of Nothing, waarop Power Ranger het enige nummer van die ep is.

Felle garagepunk ontbreekt op Great Pile of Nothing; ervoor in de plaats is een reeks prachtige, vaak melancholieke gitaarpopliedjes gekomen. Zanger-gitarist Melle Dielesen is in alle opzichten beter geworden en drummer Raven Aartsen heeft het rauwe maar warme gitaargeluid knap weten te produceren.

Het geluid van Mozes and the Firstborn is onmiskenbaar geworteld in de jaren negentig. Voortdurend schieten namen van Buffalo Tom, The Lemonheads, Sebadoh en Weezer door je hoofd. Maar liedjes als Land of 1000 Dreams en Crawl gaan steeds meer op zichzelf staan. Dielesen legt veel gevoel in zijn zang, die vaak wordt ondersteund door fraaie melodische gitaarlijnen. Great Pile of Nothing is een ingetogen, mooie liedjesplaat.

Wild BeastsWild Beasts – Boy King (Domino)
Stilaan is het Britse Wild Beasts uitgegroeid tot een van de betere, naar avontuur blijven zoekende popgroepen van Groot-Brittannië. Hun vijfde album Boy King is voorlopig ook hun beste. Kon je de band ten tijde van hun debuutalbum Limbo, Panto (2008) met een beetje goede wil nog indelen in het grote gezelschap van de Britse indie-gitaren, gaandeweg is hun geluid grootser geworden en kregen de arrangementen steeds meer grandeur.

Door: Gijsbert Kamer 12 augustus 2016

Wat altijd is gebleven is de bijzondere zang van de twee bandleiders Hayden Thorpe en Tom Fleming. Thorpe met de hoge falset, die aanvankelijk schatplichtig leek aan Morrissey maar steeds meer richting het geluid van Matt Bellamy van Muse is gekropen. En Fleming met zijn donkere bariton. Samen leverde dat voortdurend een mooi spanningsveld op.

Op Boy King is het toch Thorpe die de belangrijkste zangpartijen voor zijn rekening neemt. Die hoge, wat geëxalteerde stem past ook het best bij de elektronische arrangementen die op Boy King de overhand hebben. Ze klinken donker zoals op het vorige album Present Tense (2014), maar de nummers zijn puntiger en vaak voorzien van diep funkende baslijnen.

Big Cat, Ponytail en de wonderschone sobere afsluiter Dreamliner behoren tot de beste liedjes van de band, terwijl de teksten meer dan voorheen tot nadenken stemmen. De band onderzoekt in liedjes met titels als Alpha Female en Eat Your Heart Out Adonis voor hun bekende thema’s als seksualiteit, gender en man-vrouwverhoudingen. De muziek die ze daarvoor gebruiken klinkt dwingender dan ooit.

Max RomeoMax Romeo – Horror Zone (Nu Roots)
De wereld staat aan de rand van de afgrond – voor die constatering hoef je niet te beschikken over profetische gaven. Een beetje door de krant bladeren is genoeg. Maar als Max Romeo zegt dat het einde nabij is, komt dat toch hard aan.

Door: Robert van Gijssel 27 juli 2016

Veertig jaar geleden namelijk deed de Jamaicaan ons op zijn plaat War Ina Babylon de belofte dat hij de duivel zou verjagen, in de reggaeklassieker Chase the Devil. Het zou goedkomen, voorspelde Romeo: ‘Him can’t stand up to Jah Jah son.’ Het liep anders. Op zijn hartverscheurende nieuwe plaat Horror Zone, in thematiek de opvolger van War Ina Babylon, lijkt Romeo ten prooi gevallen aan defaitisme. ‘What if this was the start of the Armageddon’, zingt de 71-jarige in een mooie oudere mannenstem. ‘Tell me, would you be prepared?’

Horror Zone is een laatste waarschuwing van Romeo aan de wereld. Op de platenhoes zien we een vrouw met kind wegrennen uit een inferno. En vrijwel alle nummers gaan over haat, vernietiging en oorlog. In The Sound of War bezingt Romeo de meest betreurde slachtoffers van oorlogen en aanslagen: de kinderen die hun toekomst verliezen. Wat hen rest is het verdoemde Babylon, het gevreesde rijk uit de rastafilosofie.

Maar godallemachtig, wat klinken Romeo’s onheilstijdingen lekker. Voor Horror Zone werd Romeo verenigd met zijn muzikale partner uit de jaren zeventig, de reggae- en dubgod Lee Scratch Perry. De productie is zwaarlijvig en vol van onderbuikbassen en vet koper in de accenten. Producer Daniel Boyle, ook al zo’n verlichte reggaeheld, gebruikte zo veel mogelijk studioapparatuur uit de reggaehoogtijdagen en daaraan danken wij deze analoge en een tikje nostalgische rootsreggae waarvan er helaas nog maar bitter weinig wordt gemaakt.
Toch is Horror Zone ook vernieuwend. Luister naar de neoklassieke strijkers in het intro van The Sound of War en naar de koperarrangementen in slotnummer Give Thanks To Jehovah. Schitterend mooi en op de valreep ook nog hoopvol. Kijk elke ochtend naar de zon die de duisternis ontstijgt, zingt Romeo. En houd moed.

Stephen SteinbrinkStephen Steinbrink – Anagrams (Melodic/Konkurrent)
Heerlijk zomerliedje: Absent Mind van de middentwintiger Stephen Steinbrink, afkomstig uit Phoenix, Arizona, maar inmiddels opererend vanuit de staat Washington.

Door: Menno Pot 27 juli 2016

Het is het type popliedje dat al duizenden keren is geschreven, maar nog steeds onmisbaar is: kwinkelerend gitaartje, bitterzoete tekst, dromerig lichte melodie, alsof Elliott Smith op een schaduwplekje in het park zit te jammen met Teenage Fanclub. En dan dat romantische Beach Boys-refreintje.
Absent Mind opent Steinbrinks nieuwe album Anagrams. Hij maakte veel platen in eigen beheer, maar Arranged Waves (2014) was de eerste die ook buiten zijn eigen kring opviel en goed verkrijgbaar was. Anagrams is het eerste dat hij niet in de spreekwoordelijke slaapkamer opnam, maar in een echte studio.

Het heldere hifistudiogeluid past Steinbrinks liedjes uitstekend, zeker omdat hij steeds minder de akoestische singer-songwriter is en steeds meer frontman van zijn eigen indiepopbandje in de lijn van bijvoorbeeld Ultimate Painting. Het moet hem de waardering van een breder publiek kunnen opleveren.

Frank OceanFrank Ocean – Blond (Boys Don’t Cry)
Maandenlang is ernaar uitgekeken: er stond een nieuw album van Frank Ocean op stapel. Maar wanneer en hoe dat zou verschijnen bleef onduidelijk. De Amerikaanse soulzanger en producer had voor de opvolger van zijn prachtige album Channel Orange (2012) duidelijk de tijd genomen. En hij kreeg er gaandeweg steeds meer aardigheid in met vage berichtjes op sociale media iedereen op het verkeerde been te zetten.

Door: Gijsbert Kamer 23 augustus 2016

Zo zaten we hier een paar weken geleden nog een halve nacht naar een videostream in zwart-wit te kijken van een loods waarin iemand die veel weg had van Frank Ocean een soort lesje houtbewerking aan het geven was. Maar muziek kwam er niet.
Afgelopen donderdagnacht wel. Eindelijk. Alleen (nog) niet voor iedereen toegankelijk. Op de met Spotify concurrerende streamingservice Apple Music verscheen ineens het album Endless van Frank Ocean. Geen gewoon album, maar een ‘visueel album’, zo bleek. Endless was een lange, drie kwartier durende videoclip. Opgenomen in dezelfde loods waarin we Ocean een paar weken eerder hadden gezien.

INEENS TWEE ALBUMS
De achttien nummers op Endless zijn meer schetsen en aanzetten tot liedjes dan afgeronde nummers. Met de beelden erbij van Ocean die met enige hulp een wenteltrap aan het bouwen is, lijkt hij met Endless vooral te willen benadrukken dat het scheppen van een kunstwerk een langdurig proces is. De muziek op Endless is net als de trap niet klaar, en bij allebei vraag je je af wat Ocean er eigenlijk mee wil.
Flarden van liedjes die ontstaan en verdwijnen, zwevende elektronica en impressionistische stukjes gitaar: Ocean intrigeert, maar zijn zwelgen in vaagheden irriteert ook een beetje.

Imponeren doet hij meer op het twee dagen later verschenen Blond. Ook dit album was er ineens, onaangekondigd maar vooralsnog ook alleen op Apple Music en iTunes (louter in zijn geheel) te downloaden. Dit lijkt meer op het ‘echte’ vervolg op Channel Orange. De liedjes lijken meer afgerond, al ontbreekt het op het eerste gehoor aan echt pakkende liedjes zoals Thinking About You en Lost.

RUIMTE VOOR DE STEM
Aan liedjes met kop, staart en refrein doet Ocean blijkbaar niet meer. De meeste van de zeventien nummers zijn beatloos en worden gedragen door sobere elektrische gitaarnoten of spaarzame synths. Oceans stem krijgt alle ruimte, die hij ook neemt door in ieder liedje van toon, stijl en volume te wisselen.
Het belangrijkste thema op Blond lijkt het verlies van jeugdige onschuld en de moeizame weg naar volwassenheid, en Ocean bezingt alles in ieder liedje heel knap met een net iets andere stem.

Het veelvoud aan gasten, van Beyoncé tot Radioheads Jonny Greenwood, is op Outkast-rapper André 3000 na nauwelijks te traceren. Wat je hoort is vooral Oceans steeds weer andere stem met sobere, nooit opdringerige begeleiding. Best even wennen, dit gebrek aan meezingbare refreintjes. Maar anders dan Endless intrigeert Blond bij iedere beluistering meer.

Ryley WalkerRyley Walker – Golden Sings That Have Been Sung (Dead Oceans/Konkurrent)
Walker neemt er in ieder nummer de tijd voor om zijn punt te maken, maar het geduld wordt rijkelijk beloond.

Door: Gijsbert Kamer 24 augustus 2016

Eigenlijk was alles goed aan het album Primrose Green van de Amerikaanse singer/songwriter Ryley Walker. Alleen die intense, door merg en been gaande stembuigingen al. En dan die spannende met jazzakkoorden doorspekte arrangementen: geen saai moment in te bespeuren.

Het probleem was echter dat je niet naar de plaat kon luisteren zonder aan Tim Buckley te denken. Stem, sfeer, klankbeeld: Walker had wel heel erg goed naar de legendarische zanger geluisterd.
Niet dat die invloed op Walkers nieuwe plaat Golden Sings That Have Been Sung helemaal weg is, maar de uit Chicago afkomstige zanger lijkt zijn eigen geluid inmiddels toch gevonden te hebben. En dat is wonderschoon. Jazz, folk en blues komen hier prachtig samen in acht lange stukken die samen iets bezwerends krijgen. Even wennen, want Walker neemt er in ieder nummer de tijd voor om zijn punt te maken, maar het geduld wordt rijkelijk beloond.

Pinguin Radio presenteert podcast Volkskrant Radio #11

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIyMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZwaW5ndWlucmFkaW8lMjUyRnBpbmd1aW4tcmFkaW8tcHJlc2VudHMtdm9sa3NrcmFudC1yYWRpby0xMS0xLTgtMjAxNiUyNTJGJTI2aGlkZV9jb3ZlciUzRDElMjIlMjBmcmFtZWJvcmRlciUzRCUyMjAlMjIlM0UlM0MlMkZpZnJhbWUlM0U=

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #11

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.The AvalanchesThe Avalanches – Wildflower (XLRecordings / Beggars)
Na het wereldveroverende debuut Since I Left You uit 2000 deed de Australische band The Avalanches er het zwijgen toe. Nu weten we waarom. Robbie Chater en Tony Di Blasi zaten zestien jaar lang opgesloten in de kelders van de muziekarchieven, om duizenden samples te verzamelen voor wie weet ooit nog dat nieuwe album.

13 juli 2016

Nu is Wildflower er eindelijk en de plaat heeft alles in zich om een nieuwe Australische klassieker te worden. De single Frankie Sinatra is alvast een zomerhit in wording en heeft dan ook alles wat de muziek van The Avalanches zo leuk maakt: een oorwurmrefrein uit een obscuur calypsoplaatje, gemixt met zware Balkan- en klezmerbeats plus nog een stuk of honderd nauwelijks thuis te brengen samples – inclusief een strijkje uit The Sound of Music – en bijtende raps van hiphophelden Danny Brown en MF Doom. Aanstekelijk, gekmakend en ongelooflijk knap in elkaar gestoken.

De verwondering over die vernuftige collagemuziek van The Avalanches blijft een plaat lang hangen. Je wordt meegetrokken in de wazige, zomerse trips van Subways – funkbasloopje, strijkers, vocaal sampletje, en hop: weer zo’n leuk dansnummer – of het grappige The Noisy Eater, waarvoor zo te horen een complete tekenfilmserie is geplunderd. Het knip- en plakwerk doet soms wel wat ouderwets aan, in Wildflower hoor je toch ook het dancegeluid van de jaren negentig terug. Heel af en toe raak je de weg echt even kwijt, bijvoorbeeld bij een opeenstapeling van minitracks van minder dan een minuut.

Toch is Wildflower een plaat om aan je hart te drukken. Bij het laatste albumdeel word je namelijk verrast door zoete psychedelische droomnummers als Stepkids en de hippiecult-met-tamboerijnenstijl van slotstuk Saturday Night Inside Out. Een vrolijke zomersoundtrack, met een aangenaam triestig randje.

Michael KiwanukaMichael Kiwanuka – Love & hate (Polydor/Universal)
Het tweede album van de Britse soulzanger Michael Kiwanuka had een paar maanden geleden al moeten verschijnen, maar om onduidelijke redenen komt Love & Hate nu pas. Sneu eigenlijk, midden in de vakantie, want altijd een lastige periode voor nieuwe releases.

19 juli 2016

Maar Love & Hate is sterk genoeg om de muzikale komkommertijd te overleven. De nog geen 30-jarige Londenaar heeft een buitengewoon ambitieus klinkende plaat gemaakt, die her en der al vergeleken wordt met Marvin Gayes What’s Going On (1971). Dat is overdreven, maar onder de productionele leiding van Danger Mouse (Brian Burton) nam Kiwanuka wel een zeer meeslepende plaat op, die wat betreft orkestraties behalve aan Gaye ook schatplichtig is aan Isaac Hayes.

EFFECT
Een lange ouverture gaat vooraf aan het eerste moment dat we Kiwanuka’s wat gruizige tenor in Cold Little Heart voor het eerst horen. De gitaarpartij is meer Pink Floyd dan Marvin Gaye, maar de toon is gezet. Koortjes en orkesten komen erbij, maar Kiwanuka blijft zijn in de kern simpele liedjes even onderkoeld als altijd zingen. Hij is een soulzanger uit de school van Bill Withers en Terry Callier. Iemand die zijn stem nooit verheft, maar met kleine buiginkjes van zijn stembanden veel effect sorteert, zoals in het titelnummer.

GENOEG MOOIS
Het symfonische gehalte had iets lager gemogen en de teksten hadden iets scherper gekund dan ‘I’m a black man in a white world’. Maar Love & Hate bevat ter compensatie genoeg moois, in het sixties-achtige One More Night en het met een prachtige gitaarsolo opgetuigde The Final Frame.

MaxwellMaxwell – blackSUMMERS’night (Columbia / Sony Music)
Sinds 2000 gapen er gaten van zeven, acht jaar tussen de albums van de New Yorkse soulman Maxwell (hij lijkt collega D’Angelo wel), maar hij is dus bezig een drieluik voor ons te maken: na BLACKsummers’night (2009) is er nu blackSUMMERS’night. Rond 2024 kunnen we waarschijnlijk blacksummers’NIGHT verwachten.

6 juli 2016

Moet gezegd: áls Maxwell een plaat maakt, doet hij het goed. Rijk gearrangeerd en jazzy is de muziek, waarin koperblazers nu en dan funkaccenten plaatsen. Wat opvalt is dat de nu 43-jarige Maxwell een steeds betere zanger wordt: falset in All the Ways Love Can Feel, rauw-met-een-randje in III, het lijken verschillende vocalisten maar het is toch echt overal Gerald Maxwell Rivera uit Brooklyn, New York.

SOUL
Een nog machtiger wapen is Maxwells popgevoel. Het zijn toch vooral de sterke songs (meestal over de liefde) die van blackSUMMERS’night zo’n goed album maken: ze deinen van soul (Fingers Crossed), verleiden (1990x) of ontroeren (Listen Hear), maar zijn altijd melodieus en meeslepend. Hoogtepunt? Lake By The Ocean, misschien. Wat zou het mooi zijn als Maxwell, wanneer hij eind oktober naar Londen en Frankrijk komt, ook Nederland aandoet voor een optreden. (red. 25/10 Ziggo Dome, Amsterdam)

Tony Joe WhiteTony Joe White – Rain Crow (Yep Roc)
Het is onmiskenbaar een voordeel voor zingende songwriters als Tony Joe White. Die mompelende, omfloerste en monotoon voordragende sfeerstem boet nauwelijks aan kracht in als de jaren gaan tellen. De 72-jarige White (bekend van de hits Polk Salad Annie en Rainy Night in Georgia) klinkt op Rain Crow vertrouwd, maar nog net wat bedrukter dan voorheen. Zijn liedjes zijn grafdonker en soms echt huiveringwekkend, en duwen de luisteraar langzaam naar de afgrond.

6 juli 2016

Het hoogtepunt van studioplaat nummer zoveel is de murder ballad The Bad Wind, waarin White langzaam toewerkt naar het fatale einde van een liefdesverhaal. ‘He could hear the bad wind howling, and he was ready to kill ’em all, let God take care of the rest’, spreekzingt White op een trage en spannende moerasblues, bij distorted gitaren en een pesterig zoemend orgel.

Mooi dat iconen van de Amerikaanse rootsmuziek zo volharden in hun kunst. White maakt zo’n beetje elke drie jaar een nieuwe plaat, met wéér tien nieuwe liedjes, in wéér die meditatieve, gestripte en lugubere blues. Onverstoorbaar. En eigenlijk altijd goed.

The AvondenThe Avonden – Nachtschade (Subroutine)
Drummen in The Heights en Hospital Bombers, zingen en gitaarspelen in Spilt Milk, werk van dode dichters tot songteksten kneden; Marc van der Holst deed het allemaal, tot de tijd rijp was om zijn liefde voor het werk van Gerard Reve de vrije loop te laten.

27 juli 2016

Bandnaam: The Avonden, hoe kan het anders? Op het eerste mini-album, God is de liefde (2014), staan tien korte liedjes, vrij naar Reve. Op opvolger Nachtschade is The Avonden geen ‘Reve-coverband’ meer. Van der Holst schreef de liedjes zelf, zeventien stuks, zelden langer dan twee minuten. Ze vielen zo in zijn schoot in het najaar van 2015. Nachtschade verscheen in juni, maar is te bijzonder om onbesproken te blijven.

Waar vergelijk je deze prachtige, beeldende Nederlandstalige muziek mee? Van der Holsts onsentimentele zinnen (‘Je brengt me bramenjam en dat is lief van je’) ontroeren soms net als de zinnen van Spinvis. Wanneer hij worstelt met de lettergrepen van twintigdelige messenset schiet je in de lach zoals dat je bij Meindert Talma kan gebeuren, maar tegelijkertijd slaan die verwijzingen de plank mis. Die naar Reve eigenlijk ook, onderhand.

Van der Holst schrijft als Van der Holst. Hij heeft zijn eigen poëtische idioom ontdekt, hij ontroert en blijkt ook nog een prettige zangstem te hebben: een mooie kalme bariton, op muziek die klinkt alsof The Velvet Underground zachtjes aan doet, voor de buren.

Stephen SteinbrinkStephen Steinbrink – Anagrams (Melodic / Konkurrent)
Heerlijk zomerliedje: Absent Mind van de middentwintiger Stephen Steinbrink, afkomstig uit Phoenix, Arizona, maar inmiddels opererend vanuit de staat Washington.

27 juli 2016

Het is het type popliedje dat al duizenden keren is geschreven, maar nog steeds onmisbaar is: kwinkelerend gitaartje, bitterzoete tekst, dromerig lichte melodie, alsof Elliott Smith op een schaduwplekje in het park zit te jammen met Teenage Fanclub. En dan dat romantische Beach Boys-refreintje.

Absent Mind opent Steinbrinks nieuwe album Anagrams. Hij maakte veel platen in eigen beheer, maar Arranged Waves (2014) was de eerste die ook buiten zijn eigen kring opviel en goed verkrijgbaar was. Anagrams is het eerste dat hij niet in de spreekwoordelijke slaapkamer opnam, maar in een echte studio. Het heldere hifistudiogeluid past Steinbrinks liedjes uitstekend, zeker omdat hij steeds minder de akoestische singer-songwriter is en steeds meer frontman van zijn eigen indiepopbandje in de lijn van bijvoorbeeld Ultimate Painting. Het moet hem de waardering van een breder publiek kunnen opleveren.

Ólafur ArnaldsÓlafur Arnalds – Late Night Tales (Night Time Stories / NEWS)
De platenserie Late Night Tales is een in zestien jaar opgebouwd monument van de rustmuziek, voor mensen die de slaap niet kunnen vatten.

20 juli 2016

Gevraagd worden voor het samenstellen van een deel van deze compilatiereeks is een grote eer, en die viel uiteenlopende muzieknamen als Belle and Sebastian, Four Tet, Fatboy Slim en Nils Frahm te beurt. Dat de IJslandse neoklassieke soundtrackcomponist Ólafur Arnalds ooit gevraagd zou worden, was te verwachten. Zijn eigen muziek is van de meest kalmerende soort en soms zelfs iets te slaapverwekkend, want vederlicht.

Maar zijn keuze aan nachtmuziek is prachtig, en dus is ook het 42ste deel van deze serie onmisbaar. Natuurlijk vroeg Arnalds wat IJslandse vrienden om een bijdrage en de dromerige natuurmuziek van bands als Samaris en Hjaltalín geeft de plaat een diep verstilde sfeer. Een muzikale parel is het nummer Pull van de Amerikaanse r&b-zanger Spooky Black, dat langzaam overvloeit in de Destiny’s Child-cover Say My Name. Die track is voor de gelegenheid in neoklassieke jas gehesen door Arnalds zelve, met de IJslandse zanger Arnór Dan. U mag er best wat bij gaan huilen.

BADBADNOTGOODBadBadNotGood – IV (Innovative Leisure / Bertus)
BadBadNotGood is al een paar jaar een van opwindendste jazzbands in het livecircuit. Eerst was het nog alleen een trio (toetsen, bas en drums), maar sinds enige tijd is saxofonist Leland Whitty vast bandlid van Badbadnotgood.

20 juli 2016

IV is eigenlijk hun vijfde plaat, want vorig jaar maakte BadBadNotGood ook een album met rapper Ghostface Killah. Hiphop was sinds de oprichting in 2010 altijd al een belangrijke invloed, getuige verjazzde liveversies van hiphopnummers.

TOEGANKELIJK
Op IV verbreedt de band zijn interesses naar pop (mooie bijdrage van Future Islands-zanger Sam Herring) en dance (Headhunters-achtige bijdrage Kaytranada). De instrumentale stukken verraden invloed van componist/producer David Axelrod, zoals in Speaking Gently, een van de sterkste composities, waarin de vier muzikanten elkaar uitdagen en opzwepen.

Dat doet ook Colin Stetson op zijn bassaxofoon in Confessions Part II. Hij gunt het viertal geen moment rust, en in die onrust gedijt BadBadNotGood het best. IV is om die reden een mooi, toegankelijk album, dat muzikaal tussen jazz, pop, fusion en hiphop beweegt.

Pinguin Radio presenteert podcast Volkskrant Radio #10

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIxMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZwaW5ndWlucmFkaW8lMjUyRnBpbmd1aW4tcmFkaW8tcHJlc2VudHMtdm9sa3NrcmFudC1yYWRpby0xMC00LTctMjAxNiUyNTJGJTI2aGlkZV9jb3ZlciUzRDElMjZsaWdodCUzRDElMjIlMjBmcmFtZWJvcmRlciUzRCUyMjAlMjIlM0UlM0MlMkZpZnJhbWUlM0U=

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #10

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.GojiraGojira – Magma (Roadrunner / Warner Music)
In de niet-extreme metal is de Franse band Gojira de laatste jaren de blikvanger. Gojira maakt donkere maar progressieve postrock en metal, die ook nog eens ergens over gaat. De band, afkomstig uit Bayonne (in Frans Baskenland), zingt bij voorkeur over de roofbouw die de mens pleegt op de natuur en daar bouwen de mannen geen al te vrolijke liedjes omheen.

Door: Robert van Gijssel 29 juni 2016

Magma is beheerst en somberder dan de voorgangers. Op vorige albums had Gojira soms de neiging het technisch vernuft te etaleren, maar in het plechtstatige The Shooting Star mogen de gitaren rustig riffen en is vooral de groove belangrijk: een geweldige openingstrack, met bezwerende en meerstemmige vocalen die je direct de plaat binnenslepen. Het titelnummer is ook al zo’n mooi rockende donderpreek, waarin Mario Duplantier toch stiekem laat horen welke geweldige drumbreaks hij beheerst. Uitschieter is het tweeluik Pray en Only Pain, waarin Gojira de snelheid opvoert in zware thrashmetalriffs die in Franse handen lijken op een mix van Sepultura en Tool. Een heerlijke rockplaat, ook voor niet-metalheads.

Robert EllisRobert Ellis – Robert Ellis (New West Records)
Een van de betere nieuwe singer-songwriters is de 27-jarige, uit Houston afkomstige Robert Ellis. Zijn twee jaar geleden verschenen album The Lights from the Chemical Plant werd te weinig gehoord, wat te maken zal hebben met zijn muzikale ongrijpbaarheid.

Door: Gijsbert Kamer 29 juni 2016

Hij schrijft kleine countryliedjes waarin hij ruimte laat voor melodische wendingen of jazzgitaar. Lijkt rommelig, maar het vormt een eenheid door zijn lichte, beetje nasale en melancholieke stem.
Ook zijn titelloze vierde album zit weer razendknap in elkaar. Dit keer zijn het vooral strijkers die de liedjes kleur geven. Wonderschoon zijn de met grote precisie uitgewerkte arrangementen. Prachtig klinkt bijvoorbeeld de elektrische piano op California, een van de mooiste liedjes van de plaat. Eentje waar je misschien even voor moet gaan zitten, maar dat geduld wordt uiteindelijk rijkelijk beloond.

WevalWeval – Weval (Kompakt/ N.E.W.S.)
Ook aan de meer avontuurlijke kant van het elektronische muziekspectrum begint Nederland internationaal leuk mee te doen. De Bossche producer Jameszoo tekende bij het Amerikaanse label Brainfeeder van Flying Lotus en doet daar nu heel mooie dingen. En op het Duitse dancelabel-op-stand Kompakt verschijnt het albumdebuut van het Amsterdamse duo Weval.

Door: Robert van Gijssel 22 juni 2016

Dat mag er zijn. De titelloze plaat staat ramvol knap opgebouwde en weldadige dansmuziek, die toch nergens overdreven doordacht klinkt. Het geluid is toegankelijk, organisch en warm: de synthesizers zijn menselijk en comfortabel en de zware drumbeats en bassen lijken afkomstig van de ritmesectie van een echt bandje.

Tracks als I Don’t Need It worden geduldig opgetrokken uit funky en melodieuze baslijntjes, eenvoudige maar pakkende synthesizermelodieën en steeds precies de goede vocale samples, die de tracks van catchy haakjes voorzien. Na drie keer draaien zit zo’n nummer voorgoed in je hoofd. Net als het lichtelijk nostalgische Square People, dat aanvankelijk bij weemoedige en mistige toetsen doet denken aan de droomdance van bijvoorbeeld Bibio. Tot er weer zo’n strakke en opwindende bas onder wordt gezet.

De plaat als geheel is ook al zo’n mooi bouwwerk. De spanning wordt opgevoerd richting finale: Just in Case en het in twee stukken opgeknipte You Made It, met weer van die prachtig vervormde vocalen, en in deel twee een echte dansvloerclimax met onwaarschijnlijk lekkere bassen en bliepende synthsequenties. Aan Weval gaan we dus ook live heel veel dansplezier beleven, op festivals als Pitch en Lowlands.

Eli Paperboy ReedEli Paperboy Reed – My Way Home (Yep Roc)
Een blanke jongen met een zwarte soulstem die opzwepende vintage rhythm-and-blues speelde, zo introduceerde de Amerikaanse Eli Paperboy Reed (1983) zich een jaar of tien geleden.

Door: Gijsbert Kamer 22 juni 2016

Maar spetterende shows werden gevolgd door helaas steeds minder vurige platen. Een paar jaar geleden werd tevergeefs geprobeerd om van hem een popster te maken, door hem aan de Engelse producer Mark Ronson te koppelen, waarna hij uit beeld verdween.
Nu neemt Eli Paperboy Reed wraak met een even rauw als opzwepend nieuw album. My Way Home staat vol met spijkerharde soul, elf sterke liedjes overgoten met een warme gospelsaus.
Eli Paperboy Reed schreeuwt alsof hij door de duivel bezeten is de longen uit zijn lijf. Even hysterisch klinken orgel en gitaar. De productie is zo rudimentair dat je al snel geneigd bent de plaat het etiket garagesoul te geven. Intense godvruchtige schreeuwsoul, zoals je die veel te weinig hoort.

Allen ToussaintAllen Toussaint – American Tunes (Nonesuch/Warner Music)
Voordat de legendarische zanger, producer en pianist Allen Toussaint november vorig jaar overleed, nam hij nog een prachtige plaat op. Op American Tunes speelt Toussaint de muziek waarmee hij zelf opgroeide of die anderszins belangrijk voor hem was.

Door: Gijsbert Kamer 22 juni 2016

Naast werk van zijn stadgenoot uit New Orleans en leermeester Professor Longhair, interpreteert hij achter de piano liedjes van Duke Ellington, Fats Waller en Paul Simon. Veel jazz (een hoogtepunt is Bill Evans’ Waltz for Debby), maar Toussaint maakt er met zijn sprankelende spel iets geheel eigens van. Vaak doet hij dat alleen, maar een enkele keer krijgt hij hulp van Van Dyke Parks als tweede pianist of zangeres Rhiannon Giddens.

Het mooiste bewaart Toussaint voor het laatst: een bewerking van zijn eigen Southern Nights en een breekbaar gezongen versie van Paul Simons American Tune. Een fraaie afsluiting van een buitengewoon sterk oeuvre.

ApneuApneu – This Will Never Happen To Us (Subroutine/Clear Spot)

Je moet wat als je wanhopig bent en niet zo handig met vrouwen: ‘I got a haircut at the place you recommended (…) I carved the letters of your name in my forehead just to prove I’m true.’

Door: Menno Pot 15 juni 2016

Zulke ontwapenende, komische zinnen tref je bij bosjes aan in de liedjes van Apneu, Amsterdamse gitaarband met een meisjesobsessie die heeft geleid tot de songtitels Siobhan, Caroline, Jennifer én Emily. Allemaal niks geworden, vermoedelijk.

Apneu heeft met het derde volwaardige studioalbum This Will Never Happen To Us een van de leukste Nederlandse indierockplaten van de laatste tijd gemaakt. Deze sluit losjes aan bij de Amsterdamse school van Hospital Bombers en Naive Set: ongedurig huppelende popsongs (de aanduiding ‘pop’ kun je per geval van een prefix als power- of jangle- voorzien), vaak met een gitaar die als een eigenwijs snijbrandertje de zangmelodie schaduwt.

Behoorlijk tragikomisch, melodieus en onweerstaanbaar allemaal. En o ja, de prijs voor ‘Songtitel van het Jaar’ kan alvast worden beloofd aan Homelessly Devoted To Glue, want daar gaat echt helemaal niemand meer overheen.

Giorgio MoroderGiorgio Moroder – TRON Run/r (Original Video Game Soundtrack) (Disney Interactive/Sumthing Else)
Bij de verspreiding van de goede werken van de elektronische muziek speelt het computerspel een niet te onderschatten rol. Dat was al zo in de jaren negentig. Het futuristische racespel Wipeout bijvoorbeeld had een fantastische soundtrack met de grote dance van de jaren negentig, van Orbital tot The Chemical Brothers en Leftfield. Het spel werd een culthit en werd vervolgens razend populair. Die dance ook.

Door: Robert van Gijssel 15 juni 2016

Begin dit jaar verscheen de game TRON Run/r, een afgeleide van de Hollywoodfilm TRON: Legacy uit 2010. Daarvoor maakte Daft Punk een soundtrack die al leuker was dan de film. Voor het spel tekende de legendarische Italiaanse producer Giorgio Moroder (van o.a. Donna Summer), met soundtrackcomponiste Raney Shockne en nog wat grootheden uit de elektronische muziek (Darkstar, Plaid, Bibio). De nu verschenen gamesoundtrack is een cadeautje voor de liefhebbers van gejaagde, futuristische grotestadstechno met een cinematografische lading. Een aantal originele Moroder-tracks voor TRON Run/r zijn geremixt door technohelden van statuur.

Het stuk 611 Time Out bijvoorbeeld is in bewerking van Autechre een subtiel atmosferische dancebeuker, in een genre dat we ooit ‘intelligent dance music’ noemden, vol van dwarse en Afrikaans aandoende ritmes en tegenritmes en broeierige baslijnen. Het Moroder-nummer Recursion zit vol synthesizernostalgie, met bliepende en razendsnel bubbelende sequenties die we van de disco-pionier gewend zijn. Donker en bezwerend, en indrukwekkender dan het werk op Moroders laatste album. Daarmee is TRON Run/r meer dan een dancetussendoortje, een aanrader.

William BellWilliam Bell – This Is Where I Live (Stax/Universal)
Soulzanger William Bell was in 1961 met You Don’t Miss Your Water verantwoordelijk voor een van de eerste en grootste hits op het legendarische Stax label. Een intens gezongen ballad, die nog altijd kan doorgaan voor een van de mooiste soulliedjes ooit. Hij schreef ook hits voor anderen zoals in 1967 Born Under A Bad Sign voor Albert King, maar de laatste decennia was zijn productie vooral wisselvallig.

Door: Gijsbert Kamer 15 juni 2016

Hoewel nooit gestopt met zingen, verdween hij regelmatig uit zicht om weer vergeefs met inferieur geproduceerde platen de aandacht te trekken. Maar zingen kan hij nog, zo toont hij aan op het zeer smaakvol klinkende This Is Where I Live, op hetzelfde label waar hij zijn grootste succes had.
Het Stax label koppelde Bell aan John Leventhal, die alles precies de gepaste sobere klank geeft. Bell zingt prachtig, vol onderkoelde emotie. Naturel, zonder effectbejag zoals dat op bijvoorbeeld de platen van Charles Bradley wel gebruikelijk is.

Geen moment doet Bell zijn best modern of actueel te zijn. Hij neemt oude liedjes als Born Under A Bad Sign onder handen en geeft ze de nieuwe betekenis van een oudere man die terugdenkt. Mooiste liedje is het kleine, gospelachtige People Want To Go Home. Nu maar hopen dat Bell het volgende maand op het North Sea Jazz Festival net zo klein en verzorgd wil houden.

WhitneyWhitney – Light Upon The Lake (Secretly Canadian/Konkurrent)
Dat was een aangename verrassing, deze winter. Gewoon vanuit het niets een heerlijk warm zomers liedje. Beetje droevige vocalen, opgevangen door een strijkje en troostrijke blazers. No Woman heette het nummer, de uitvoerende band noemde zichzelf Whitney.

Door: Gijsbert Kamer 8 juni 2016

Twee jongens, live uitgebreid tot zes muzikanten, uit de indiescene van Chicago, zo bleek. Mark Kakacek (gitaar) en Julien Ehrlich (drums) speelden al samen in het aardige maar nooit echt van de grond gekomen Smith Westerns, terwijl Ehrlich ook nog drumde in Unknown Mortal Orchestra.
Een heuse indiesupergroep dus, dat Whitney, waarin Ehrlich de hoge falset voor zijn rekening neemt. Dat doet hij soms een beetje beverig, maar op zijn best klinkt hij als een kruising tussen Shuggie Otis en – iets minder cool – de Alessi Brothers.

Die referenties werkt hij met Kakacek zelf in de hand door precies de juiste jarenzeventigarrangementen aan de mooi verzorgde liedjes te geven. Klein Farfisa-orgelgeluid, een beetje blazers, lui ritme en, heel fraai in bijvoorbeeld Dave’s Song, een van George Harrison geleend gitaargeluid.

Het is wel duidelijk dat het begin jaren zeventig razend populaire Westcoast-popgeluid (zie ook America, Bread en Carole King) model stond voor Whitneys albumdebuut. Ze benaderen het knap en voegen er een handvol eigen hedendaagse popjuweeltjes aan toe.
Een instrumentaal nummer als Red Moon, met een tikkeltje valse trompet, hadden ze beter van de plaat kunnen houden, maar verder is Light upon the Lake voorbestemd om een van de zomerplaten van 2016 te worden.

Amber ArcadesAmber Arcades – Fading Lines (Heavenly/PIAS)
Het verhaal achter Amber Arcades is al mooi genoeg. Annelotte de Graaf uit Utrecht verzamelt al haar spaargeld en gaat naar New York om daar met zelf gekozen professionals de mooiste plaat te maken die ze in haar hoofd heeft. Thuisgekomen blijkt het Britse label Heavenly geïnteresseerd om de plaat uit Fading Lines uit te brengen, met als gevolg dat de eerste lovende recensies voor Amber Arcades Brits waren.

Door: Gijsbert Kamer 8 juni 2016

Het geluid van Amber Arcades laat zich omschrijven als melodieuze ‘dreampop’, die doet denken aan Stereolab en Real Estate, wiens drummer Jackson Pollis op Fading Lines te horen is. Producer Ben Greenberg laat de mooie, warme stem van De Graaf mooi samenvloeien met de gitaren. Come with Me, Fading Lines en het lekker voortjakkerende Turning Light zijn hoogtepunten op dit verder zeer coherent klinkende album.

Amber Arcades maakt het soort gitaarpop dat hier nooit zo is aangeslagen, maar waarop ze in het Verenigd Koninkrijk nog altijd dol zijn. In een aantal liedjes hoor je echo’s van Stereolab, Broadcast en Lush terug. Namen die in het buitenland meer tot de verbeelding spreken dan hier, maar daarom zit Amber Arcades ook bij een Brits label.

Pinguin Radio presenteert podcast Volkskrant Radio #9

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIxMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZwaW5ndWlucmFkaW8lMjUyRnBpbmd1aW4tcmFkaW8tcHJlc2VudHMtdm9sa3NrcmFudC1yYWRpby05LTYtNi0yMDE2JTI1MkYlMjZoaWRlX2NvdmVyJTNEMSUyMiUyMGZyYW1lYm9yZGVyJTNEJTIyMCUyMiUzRSUzQyUyRmlmcmFtZSUzRQ==

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #9

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

KvelertakKvelertak – Nattesferd (Roadrunner Records/ Warner)
De Noorse metalband Kvelertak is mondiaal lekker aan het doorbreken. En als zijn derde plaat Nattesferd voor het eerst door de luidsprekers blaast, begrijp je direct waarom.

Door: Robert Van Gijssel 1 juni 2016

De zes Noren weten precies het knisperige midden te vinden tussen punk, rock ‘n’ roll en metal, en daarbij kunnen ze ook nog solide liedjes bouwen die je steeds opnieuw wilt horen. Uniek is het natuurlijk niet, dat samengaan van punkrock en wat meer eigentijdse (en lugubere) metalsoorten uit de Scandinavische wouden. Het is feitelijk het dna van de hele blackmetal. Maar Kvelertak schiet gewoon steeds raak, met pakkende nummers als Nattesferd of Bronsegud – waarin je kort afgemeten punk van Black Flag tot Ramones hoort raggen. Het drieledige gitaargeluid van Kvelertak, inclusief akoestisch triplex, is op Nattesferdmassief en modderig in elkaar gekleid en dat is het enige nadeel aan deze topplaat.

Een toegankelijk en intelligent gecomponeerde rocktrack als Heksebrann had wat meer lucht tussen de snaren en de droog grommende schreeuwzang van Erlend Hjelvik kunnen gebruiken. De voor dit genre best bijzondere, hoog jubelende achtergrondvocalen worden helaas wat weggedrukt.

Car Seat HeadrestCar Seat Headrest – Teens of Denial (Matador/Beggars)
Noem het productiviteit, arbeidsethos of dwangneurose: tussen 2010 en 2014 bracht Will Toledo uit Virginia in eigen beheer twaalf (!) albums met rafelige indierock uit, onder de naam Car Seat Headrest.

Door: Menno Pot 25 mei 2016

Hoewel er mooie lofi-schetsen tussen zaten, is het voor iedereen beter dat hij bij de hand is genomen door platenlabel Matador, dat eerst Toledo’s mooiste ruwe edelsteentjes op een verzamelaar zette (Teens of Style, 2015) en nu Toledo’s veruit beste album Teens of Denial presenteert, waarop Car Seat Headrest een band is geworden.
Hoe klinkt dat allemaal? Je zou kunnen zeggen dat je Car Seat Headrest krijgt wanneer je de korte indierockprojectielen van Guided By Voices kruist met de lange en lethargische stukken van Kurt Vile. Ze gáán ook ongeveer over hetzelfde: verveling, niksigheid en je een enorme sukkel voelen. Dinosaur Jr, Pavement, The Strokes en The Thermals gluren af en toe om de hoek.

Van al die invloeden heeft Toledo een 70 minuten durend album gesmeed dat duidelijk uit innerlijke noodzaak werd geboren en zo ongeveer naar de hele rockhistorie verwijst, maar toch een geheel blijft.

RadioheadRadiohead – A Moon Shaped Pool (XL)
Vorige week kwam Radiohead eindelijk met een nieuw album: A Moon Shaped Pool. Op dit moment is het alleen digitaal te koop, volgende maand verschijnen de cd’s en platen.

Door: Ionica Smeets 21 mei 2016 Lees meer!

Daniel RomanoDaniel Romano – Mosey (New West)
Al te snel werd Daniel Romano in het hokje van de country geduwd. Oké, hij werd er bekend mee. Maar op zijn nieuwe plaat laat hij horen veel meer in huis te hebben, van Hollywoodsoundtracks tot tropisch getetter.

Door: Robert van Gijssel 25 mei 2016 Lees meer!

Jessy LanzaJessy Lanza – Oh No (Hyperbud / de Konkurrent)
Het Londense label Hyperdub kaapt alle leuke dancevrouwen weg. Dubstepproducer Ikonika en de Koeweitse Fatima Al Qadiri brengen er hun platen uit en het toptalent is de Canadese Jessy Lanza.

Door: Robert van Gijssel 25 mei 2016

Op Oh No maakt Lanza op het eerste gehoor wat ironisch klinkende elektro-r&b, die na wat serieuzere luisterbeurten toch steeds meer gewicht krijgt. In VV Violence lijkt Lanza Prince te citeren, uit zijn kale elektrofunkperiode ten tijde van Controversy. Wat plaatst ze haar afgemeten synthbliepjes mooi naast die strak funkende baslijn, en wat wordt dat nummer aanstekelijk als na het refreintje van piepende en hijgende meisjesstemmen een paar diepe bassdrums inslaan.

De vroege jaren tachtig blijven heersen: bij Never Enough denk je even te luisteren naar een remix van New Orders Blue Monday, maar Lanza trekt ook dat nummer naar zich toe met een ultralichtvoetig poprefreintje. Het cryptische discoliedje It Means I Love You, gezongen in heliumstem, bouwt Lanza uit tot een vierkant beukende dansvloervuller. Met Jessy Lanza gaan we nog wat beleven.

Jungle by NightJungle By Night – The Traveller (V2 Benelux)
Voor zover ze het idioom van Fela Kuti al niet op The Hunt (2014) ontstegen waren, doen ze dat op het vierde album The Traveller definitief. Laten we dus Jungle By Night niet langer afrofunk of ‘Ethio-jazz’ noemen; dat dekt de lading bij het Amsterdamse negental allang niet meer.

Door: Menno Pot 25 mei 2016

Niet dat er helemaal geen afrobeat meer in de mix zit, heus wel, maar het schiet van Turkse psychedelica (het dampende The Ottoman Highlands) via funk en hiphop naar soundtrackmuziek uit Bollywood en de hemel weet wat nog meer. Zet het ongedurige Caldera achter een achtervolgingsscène van James Bond en de film wordt er beter van.

Jungle By Night heeft zich ontwikkeld tot het swingendste, speelste collectief van Nederland en waarschijnlijk ook het veelzijdigste. Alle negen muzikanten eisen bij toerbeurt de hoofdrol op: toetsenkoning Pyke Pasman in het kolkende Extortion, de straffe percussie in Culture Shock, de verleidelijke blazers in Infinite.

SkeptaSkepta – Konnichiwa (Boy Better Know)
Heel voorzichtig steekt het gepast agressieve Britse straatrapgenre grime het hoofd weer om de hoek van de hiphop en clubcultuur. Er komt nog veel moois aan van de jonge Britten Novelist en Stormzy, maar de meer ervaringsdeskundige Skepta voert voorlopig de revival aan met zijn rijke grimeplaat Konnichiwa.

Door: Robert van Gijssel 18 mei 2016

Hij lijkt er vooral trans-Atlantisch mee te willen wil scoren, getuige zijn samenwerkingen met bijvoorbeeld Pharrell Williams. Maar met het toegankelijke geluid van zijn beats en bassen zou Skepta meer zieltjes kunnen winnen. De track Ladies Hit Squad, met gastraps van D Double en ASAP Nast, is bijna fijnbesnaard te noemen; supergrappige raps en zelfs een snerend gezongen refreintje, op krakend droge drumcomputers en een psychedelisch bubbelend synthmelodietje. Verslavend leuk.

Net als de singles That’s Not Me, een zagende en aanstekelijke hiphoptrack die bij elkaar wordt gehouden door bliepgeluidjes uit antieke videogames, en Shutdown, het hoogtepunt van de plaat, waarin Skepta gehakt maakt van neprasta’s, nepmoslims en de eindeloze parade van ‘isms en schisms’ waarmee het maatschappelijk debat tegenwoordig wordt doodgeknuppeld.

James BlakeJames Blake – The Colour In Anyything (Universal Music)
James Blake doet een ‘Beyonceetje’. Ineens ploft een nieuwe plaat op de streamingplatforms: verrassing. Maar met die plotselinge verschijning houdt de feestelijkheid ook meteen op. Blake is op zijn derde album mistroostiger dan ooit.

Door: Robert van Gijssel 11 mei 2016

Gelukkig kan Blake levenspijn als geen ander in elektronische pop vatten, en daarin moeten zijn vele navolgers toch voor hem buigen: The Colour in Anything is een soms echt briljante verdrietigheidsplaat, waarin je uren kunt rondsomberen.
Wat bouwt Blake zijn nummers geduldig op. Volstrekt minimalistisch begint hij bijvoorbeeld prachtnummer Points; een eenzame tik op de handclaps van de drumcomputer, een verduisterde baslijn, nauwkeurig geplaatste loops en vervormde samples van zijn eigen stem. Langzaam maar zeker vormt zich een popballade uit een droomwereld.

De progressie in Love Me in Whatever Way is net zo magisch. Een ver pianoakkoord en weer die smachtende stemmenstapeling, in iets wat uiteindelijk toch ook uitmondt in een verstild poprefreintje.
Er valt veel te halen op Blake’s derde album. Een beetje te veel zelfs: de plaat duurt ruim een uur en je loopt dus het risico op een overdosis getormenteerde falsetstem. Maar dat is een kwestie van muzikaal uithoudingsvermogen. En smaak.

King GizzardKing Gizzard & the Lizard Wizard – Nonagon Infinity (Heavenly Recordings / PIAS)
Onwaarschijnlijk, de productiviteit van de zevenkoppige band King Gizzard & The Lizard Wizard uit Melbourne: acht studioplaten in nog geen vijf jaar tijd – en ze worden in hun weerbarstigheid steeds beter.

Door: Menno Pot 4 mei 2016

Na de uitgesponnen psychedelica van Quarters! (begin 2015) kwamen de lichtvoetige folky liedjes van Paper Mâché Dream Balloon (eind 2015) en nu is er alwéér een nieuwe: Nonagon Infinity. De negen uptempostukken op het album grijpen in elkaar, tollen in het rond, stuiven van de ene ritmische demarrage naar de andere en vertonen de verrukkelijke neiging een scherpe bocht naar links te maken op het moment dat je een flauwe naar rechts verwacht.

Hoe Robot Stop, Big Fig Wasp en Gamma Knife als estafetterenners het stokje aan elkaar doorgeven; het is werkelijk smullen geblazen, ook al omdat King Gizzard zich ondanks het bovenstaande geen moment schuldig maakt aan moeilijk gedoe. Ongedwongen plezier is het devies en de stukken zijn áltijd liedjes met een pakkende melodie. Nederlands festival deze zomer? Laten we het hopen.

Chance the RapperChance The Rapper – Coloring Book
Het langverwachte album van Chance The Rapper zet een nieuwe standaard: hij bracht het alleen streaming uit, integreerde gospel op een geheel nieuwe wijze en ontving bijdragen van tal van gastrappers. Kortom: een wereldplaat.

Door: Gijsbert Kamer 1 juni 2016

In het jaar waarin ook Beyoncé, Radiohead, Kanye West en Rihanna al steeds creatiever bleken in de manieren waarop ze hun nieuwe muziek aan de man brachten, komt Chance The Rapper toch nog met een noviteit. De 23-jarige rapper uit Chicago stelde zijn derde mixtape niet, zoals zijn vorige twee, als gratis download beschikbaar. Coloring Book – een wonderschoon en rijkgeschakeerd album, maar daarover later – was vanaf 12 mei alleen te streamen en dan ook nog eens exclusief op Apple Music.

Wat de release extra bijzonder maakt, is dat er geen enkele platenmaatschappij achter Chance The Rapper zit. Waar Kanye West met zijn eerder dit jaar verschenen The Life of Pablo (aanvankelijk exclusief te streamen en te downloaden op Tidal) nog het grote Def Jam achter zich had, doet Chance The Rapper alles zonder bemoeienis van welke platenmaatschappij ook. En met succes. Coloring Book kwam op basis van alleen streaming op de achtste plaats van de Billboard Album Top 200 terecht. Dat was nog nooit eerder gebeurd.

Toch komt het succes niet helemaal als een verrassing. Chance The Rapper, in 1993 in Chicago geboren als Chancelor Bennett, geldt sinds zijn tweede mixtape, Acid Rap uit 2013, als een van de grootste beloftes in de hiphop. Hij werd alom geprezen om zijn bijzondere, raspende rapstijl, sterke persoonlijke teksten en eigenzinnige veelzijdige productie. Van Acid Rap haalde hij in korte tijd een miljoen downloads binnen. Lees meer!

Podcast Volkskrant Radio #8

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIxMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZwaW5ndWlucmFkaW8lMjUyRnBpbmd1aW4tcmFkaW8tcHJlc2VudHMtdm9sa3NrcmFudC1yYWRpby04LTItNS0yMDE2JTI1MkYlMjZoaWRlX2NvdmVyJTNEMSUyMiUyMGZyYW1lYm9yZGVyJTNEJTIyMCUyMiUzRSUzQyUyRmlmcmFtZSUzRQ==