Pinguin Radio presenteert podcast Volkskrant Radio #9

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIxMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZwaW5ndWlucmFkaW8lMjUyRnBpbmd1aW4tcmFkaW8tcHJlc2VudHMtdm9sa3NrcmFudC1yYWRpby05LTYtNi0yMDE2JTI1MkYlMjZoaWRlX2NvdmVyJTNEMSUyMiUyMGZyYW1lYm9yZGVyJTNEJTIyMCUyMiUzRSUzQyUyRmlmcmFtZSUzRQ==

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #9

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

KvelertakKvelertak – Nattesferd (Roadrunner Records/ Warner)
De Noorse metalband Kvelertak is mondiaal lekker aan het doorbreken. En als zijn derde plaat Nattesferd voor het eerst door de luidsprekers blaast, begrijp je direct waarom.

Door: Robert Van Gijssel 1 juni 2016

De zes Noren weten precies het knisperige midden te vinden tussen punk, rock ‘n’ roll en metal, en daarbij kunnen ze ook nog solide liedjes bouwen die je steeds opnieuw wilt horen. Uniek is het natuurlijk niet, dat samengaan van punkrock en wat meer eigentijdse (en lugubere) metalsoorten uit de Scandinavische wouden. Het is feitelijk het dna van de hele blackmetal. Maar Kvelertak schiet gewoon steeds raak, met pakkende nummers als Nattesferd of Bronsegud – waarin je kort afgemeten punk van Black Flag tot Ramones hoort raggen. Het drieledige gitaargeluid van Kvelertak, inclusief akoestisch triplex, is op Nattesferdmassief en modderig in elkaar gekleid en dat is het enige nadeel aan deze topplaat.

Een toegankelijk en intelligent gecomponeerde rocktrack als Heksebrann had wat meer lucht tussen de snaren en de droog grommende schreeuwzang van Erlend Hjelvik kunnen gebruiken. De voor dit genre best bijzondere, hoog jubelende achtergrondvocalen worden helaas wat weggedrukt.

Car Seat HeadrestCar Seat Headrest – Teens of Denial (Matador/Beggars)
Noem het productiviteit, arbeidsethos of dwangneurose: tussen 2010 en 2014 bracht Will Toledo uit Virginia in eigen beheer twaalf (!) albums met rafelige indierock uit, onder de naam Car Seat Headrest.

Door: Menno Pot 25 mei 2016

Hoewel er mooie lofi-schetsen tussen zaten, is het voor iedereen beter dat hij bij de hand is genomen door platenlabel Matador, dat eerst Toledo’s mooiste ruwe edelsteentjes op een verzamelaar zette (Teens of Style, 2015) en nu Toledo’s veruit beste album Teens of Denial presenteert, waarop Car Seat Headrest een band is geworden.
Hoe klinkt dat allemaal? Je zou kunnen zeggen dat je Car Seat Headrest krijgt wanneer je de korte indierockprojectielen van Guided By Voices kruist met de lange en lethargische stukken van Kurt Vile. Ze gáán ook ongeveer over hetzelfde: verveling, niksigheid en je een enorme sukkel voelen. Dinosaur Jr, Pavement, The Strokes en The Thermals gluren af en toe om de hoek.

Van al die invloeden heeft Toledo een 70 minuten durend album gesmeed dat duidelijk uit innerlijke noodzaak werd geboren en zo ongeveer naar de hele rockhistorie verwijst, maar toch een geheel blijft.

RadioheadRadiohead – A Moon Shaped Pool (XL)
Vorige week kwam Radiohead eindelijk met een nieuw album: A Moon Shaped Pool. Op dit moment is het alleen digitaal te koop, volgende maand verschijnen de cd’s en platen.

Door: Ionica Smeets 21 mei 2016 Lees meer!

Daniel RomanoDaniel Romano – Mosey (New West)
Al te snel werd Daniel Romano in het hokje van de country geduwd. Oké, hij werd er bekend mee. Maar op zijn nieuwe plaat laat hij horen veel meer in huis te hebben, van Hollywoodsoundtracks tot tropisch getetter.

Door: Robert van Gijssel 25 mei 2016 Lees meer!

Jessy LanzaJessy Lanza – Oh No (Hyperbud / de Konkurrent)
Het Londense label Hyperdub kaapt alle leuke dancevrouwen weg. Dubstepproducer Ikonika en de Koeweitse Fatima Al Qadiri brengen er hun platen uit en het toptalent is de Canadese Jessy Lanza.

Door: Robert van Gijssel 25 mei 2016

Op Oh No maakt Lanza op het eerste gehoor wat ironisch klinkende elektro-r&b, die na wat serieuzere luisterbeurten toch steeds meer gewicht krijgt. In VV Violence lijkt Lanza Prince te citeren, uit zijn kale elektrofunkperiode ten tijde van Controversy. Wat plaatst ze haar afgemeten synthbliepjes mooi naast die strak funkende baslijn, en wat wordt dat nummer aanstekelijk als na het refreintje van piepende en hijgende meisjesstemmen een paar diepe bassdrums inslaan.

De vroege jaren tachtig blijven heersen: bij Never Enough denk je even te luisteren naar een remix van New Orders Blue Monday, maar Lanza trekt ook dat nummer naar zich toe met een ultralichtvoetig poprefreintje. Het cryptische discoliedje It Means I Love You, gezongen in heliumstem, bouwt Lanza uit tot een vierkant beukende dansvloervuller. Met Jessy Lanza gaan we nog wat beleven.

Jungle by NightJungle By Night – The Traveller (V2 Benelux)
Voor zover ze het idioom van Fela Kuti al niet op The Hunt (2014) ontstegen waren, doen ze dat op het vierde album The Traveller definitief. Laten we dus Jungle By Night niet langer afrofunk of ‘Ethio-jazz’ noemen; dat dekt de lading bij het Amsterdamse negental allang niet meer.

Door: Menno Pot 25 mei 2016

Niet dat er helemaal geen afrobeat meer in de mix zit, heus wel, maar het schiet van Turkse psychedelica (het dampende The Ottoman Highlands) via funk en hiphop naar soundtrackmuziek uit Bollywood en de hemel weet wat nog meer. Zet het ongedurige Caldera achter een achtervolgingsscène van James Bond en de film wordt er beter van.

Jungle By Night heeft zich ontwikkeld tot het swingendste, speelste collectief van Nederland en waarschijnlijk ook het veelzijdigste. Alle negen muzikanten eisen bij toerbeurt de hoofdrol op: toetsenkoning Pyke Pasman in het kolkende Extortion, de straffe percussie in Culture Shock, de verleidelijke blazers in Infinite.

SkeptaSkepta – Konnichiwa (Boy Better Know)
Heel voorzichtig steekt het gepast agressieve Britse straatrapgenre grime het hoofd weer om de hoek van de hiphop en clubcultuur. Er komt nog veel moois aan van de jonge Britten Novelist en Stormzy, maar de meer ervaringsdeskundige Skepta voert voorlopig de revival aan met zijn rijke grimeplaat Konnichiwa.

Door: Robert van Gijssel 18 mei 2016

Hij lijkt er vooral trans-Atlantisch mee te willen wil scoren, getuige zijn samenwerkingen met bijvoorbeeld Pharrell Williams. Maar met het toegankelijke geluid van zijn beats en bassen zou Skepta meer zieltjes kunnen winnen. De track Ladies Hit Squad, met gastraps van D Double en ASAP Nast, is bijna fijnbesnaard te noemen; supergrappige raps en zelfs een snerend gezongen refreintje, op krakend droge drumcomputers en een psychedelisch bubbelend synthmelodietje. Verslavend leuk.

Net als de singles That’s Not Me, een zagende en aanstekelijke hiphoptrack die bij elkaar wordt gehouden door bliepgeluidjes uit antieke videogames, en Shutdown, het hoogtepunt van de plaat, waarin Skepta gehakt maakt van neprasta’s, nepmoslims en de eindeloze parade van ‘isms en schisms’ waarmee het maatschappelijk debat tegenwoordig wordt doodgeknuppeld.

James BlakeJames Blake – The Colour In Anyything (Universal Music)
James Blake doet een ‘Beyonceetje’. Ineens ploft een nieuwe plaat op de streamingplatforms: verrassing. Maar met die plotselinge verschijning houdt de feestelijkheid ook meteen op. Blake is op zijn derde album mistroostiger dan ooit.

Door: Robert van Gijssel 11 mei 2016

Gelukkig kan Blake levenspijn als geen ander in elektronische pop vatten, en daarin moeten zijn vele navolgers toch voor hem buigen: The Colour in Anything is een soms echt briljante verdrietigheidsplaat, waarin je uren kunt rondsomberen.
Wat bouwt Blake zijn nummers geduldig op. Volstrekt minimalistisch begint hij bijvoorbeeld prachtnummer Points; een eenzame tik op de handclaps van de drumcomputer, een verduisterde baslijn, nauwkeurig geplaatste loops en vervormde samples van zijn eigen stem. Langzaam maar zeker vormt zich een popballade uit een droomwereld.

De progressie in Love Me in Whatever Way is net zo magisch. Een ver pianoakkoord en weer die smachtende stemmenstapeling, in iets wat uiteindelijk toch ook uitmondt in een verstild poprefreintje.
Er valt veel te halen op Blake’s derde album. Een beetje te veel zelfs: de plaat duurt ruim een uur en je loopt dus het risico op een overdosis getormenteerde falsetstem. Maar dat is een kwestie van muzikaal uithoudingsvermogen. En smaak.

King GizzardKing Gizzard & the Lizard Wizard – Nonagon Infinity (Heavenly Recordings / PIAS)
Onwaarschijnlijk, de productiviteit van de zevenkoppige band King Gizzard & The Lizard Wizard uit Melbourne: acht studioplaten in nog geen vijf jaar tijd – en ze worden in hun weerbarstigheid steeds beter.

Door: Menno Pot 4 mei 2016

Na de uitgesponnen psychedelica van Quarters! (begin 2015) kwamen de lichtvoetige folky liedjes van Paper Mâché Dream Balloon (eind 2015) en nu is er alwéér een nieuwe: Nonagon Infinity. De negen uptempostukken op het album grijpen in elkaar, tollen in het rond, stuiven van de ene ritmische demarrage naar de andere en vertonen de verrukkelijke neiging een scherpe bocht naar links te maken op het moment dat je een flauwe naar rechts verwacht.

Hoe Robot Stop, Big Fig Wasp en Gamma Knife als estafetterenners het stokje aan elkaar doorgeven; het is werkelijk smullen geblazen, ook al omdat King Gizzard zich ondanks het bovenstaande geen moment schuldig maakt aan moeilijk gedoe. Ongedwongen plezier is het devies en de stukken zijn áltijd liedjes met een pakkende melodie. Nederlands festival deze zomer? Laten we het hopen.

Chance the RapperChance The Rapper – Coloring Book
Het langverwachte album van Chance The Rapper zet een nieuwe standaard: hij bracht het alleen streaming uit, integreerde gospel op een geheel nieuwe wijze en ontving bijdragen van tal van gastrappers. Kortom: een wereldplaat.

Door: Gijsbert Kamer 1 juni 2016

In het jaar waarin ook Beyoncé, Radiohead, Kanye West en Rihanna al steeds creatiever bleken in de manieren waarop ze hun nieuwe muziek aan de man brachten, komt Chance The Rapper toch nog met een noviteit. De 23-jarige rapper uit Chicago stelde zijn derde mixtape niet, zoals zijn vorige twee, als gratis download beschikbaar. Coloring Book – een wonderschoon en rijkgeschakeerd album, maar daarover later – was vanaf 12 mei alleen te streamen en dan ook nog eens exclusief op Apple Music.

Wat de release extra bijzonder maakt, is dat er geen enkele platenmaatschappij achter Chance The Rapper zit. Waar Kanye West met zijn eerder dit jaar verschenen The Life of Pablo (aanvankelijk exclusief te streamen en te downloaden op Tidal) nog het grote Def Jam achter zich had, doet Chance The Rapper alles zonder bemoeienis van welke platenmaatschappij ook. En met succes. Coloring Book kwam op basis van alleen streaming op de achtste plaats van de Billboard Album Top 200 terecht. Dat was nog nooit eerder gebeurd.

Toch komt het succes niet helemaal als een verrassing. Chance The Rapper, in 1993 in Chicago geboren als Chancelor Bennett, geldt sinds zijn tweede mixtape, Acid Rap uit 2013, als een van de grootste beloftes in de hiphop. Hij werd alom geprezen om zijn bijzondere, raspende rapstijl, sterke persoonlijke teksten en eigenzinnige veelzijdige productie. Van Acid Rap haalde hij in korte tijd een miljoen downloads binnen. Lees meer!

Podcast Volkskrant Radio #8

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIxMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZwaW5ndWlucmFkaW8lMjUyRnBpbmd1aW4tcmFkaW8tcHJlc2VudHMtdm9sa3NrcmFudC1yYWRpby04LTItNS0yMDE2JTI1MkYlMjZoaWRlX2NvdmVyJTNEMSUyMiUyMGZyYW1lYm9yZGVyJTNEJTIyMCUyMiUzRSUzQyUyRmlmcmFtZSUzRQ==

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #8

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.Sturgill Simpson - A Sailor's Guide to EarthSturgill Simpson – A Sailor’s Guide to Earth (Warner Music)

Met Metamodern Sounds In Country Music maakte Sturgill Simpson een van de mooiste countryplaten van de laatste jaren.

Door: Gijsbert Kamer – 27 april

Zoals de titel al aangaf wilde hij het genre wat breder trekken, iets wat hij op A Sailor’s Guide To Earth voortzet. Los van zijn prachtige snik in de stem is er nog weinig dat aan Nashville doet herinneren op dit nieuwe album, dat als een heuse cyclus is opgebouwd. Country en matrozen gaan natuurlijk ook niet samen en als Simpson halverwege een schitterende versie van Nirvana’s In Bloom zingt, dan zijn de cowboyhoeden definitief uit zicht.

Het bomvol geproduceerde, met blazers en strijkers gemaakte album is desalniettemin prachtig. Simpson komt soms maar net boven de Dap-Kings uit, maar wat een machtige stem heeft hij hier. En wat een mooie, ontroerende teksten over heimwee naar vrouw en kind ook. Meer rock & soul dan country & western. Maar erg fraai.

Dave Clarke - Charcoal EyesDave Clarke – Charcoal Eyes (NEWS)

Er zijn een paar eisen waar een geweldige remix aan moet voldoen. Het origineel moet stralen, maar tegelijk moet de remix een track op zich worden en liefst een klassieke dansvloervuller. Toch best lastig dus.

Door: Robert van Gijssel – 27 april

Je hoeft het Dave Clarke niet uit te leggen. De Britse dj, radiopresentator en producer, die al jaren in Amsterdam woont, maakte verbijsterende technobewerkingen van Depeche Mode die nog altijd nadreunen.

Clarke heeft in Amsterdam een dikke nieuwe studio ingericht en daar maakte hij een reeks al net zo dominante remixes, van tracks die hem inspireerden. Van Scene of the Crime van Placebo, maar ook van minder bekende bands als The Soft Moon. Via hun track Wrong duwt Clarke zijn voorliefde voor postpunk en donkere new wave door de speakers, in lugubere acidbeats en -bassen. Verpletterend dansbaar is ook de bewerking van het nummer TV Treatet van de Belgische electroband Neon Judgement, dat in handen van Clarke nog naargeestiger wordt. En zelfs These Days Are Mine van indieband I Am Kloot wordt een straf maar lekker gothic jarentachtignummer, en dus een saluut naar vervlogen protodance-tijden.

PJ Harvey - The Hope Six Demolition ProjectPJ Harvey – The Hope Six Demolition Project (Island/Universal)

PJ Harvey heeft zich in de aanloop naar het verschijnen van haar negende studioalbum in een groot stilzwijgen gehuld. Geen enkel interview kon er vanaf, alsof ze vond dat de muziek deze keer geen toelichting behoefde.

Door: Gijsbert Kamer – 20 april

Wat we wisten van het opnieuw erg sterke The Hope Six Demolition Project is dat het deel uitmaakt van een multimediaal project.

Eerst waren er voor het publiek te bezichtigen opnamesessies in het Londense Somerset House, toen volgde een fotoboek annex dichtbundel The Hollow of the Hand, gemaakt met filmer-fotograaf Seamus Murphy en in de nabije toekomst staat er nog een documentaire op stapel. Ook wisten we dat de Britse zangeres ter inspiratie naar Washington, Kosovo en Afghanistan was gereisd.

Dit alles heeft tot een plaat geleid die betrekkelijk direct klinkt. Op het eerste gehoor iets luchtiger dan het prachtige Let England Shake van vier jaar geleden.

Op The Hope Six Demolition Project klinkt de zangeres minder gedragen en opener, op een manier zoals we haar sinds Stories from the City, Stories from the Sea (2000) nog maar weinig hebben gehoord. Wel zijn de folkachtige koortjes van Let England Shake gebleven. Die doen opnieuw denken aan die van Nick Cave’s Bad Seeds, wat niet zo gek is, gezien de belangrijke bijdragen van Mick Harvey.

De sterke teksten vol schrijnende observaties, die de zangeres tijdens haar reizen langs oorlogsgebieden en achterstandswijken opdeed, vervolmaken deze prachtige plaat.

En toch heb je het idee dat er iets aan ontbreekt. Hoe mooi gespeeld en gezongen ook, en hoe knap gearrangeerd alles ook is, de liedjes komen toch net iets minder hard binnen dan die van Let England Shake. Maar misschien is dat een kwestie van tijd.

Kevin Morby - Singing SawKevin Morby – Singin Saw (Dead Oceans/Konkurrent)

Op zijn derde soloalbum lijkt singer-songwriter Kevin Morby zijn stem definitief te hebben gevonden. Singing Saw klinkt voller en meer geproduceerd dan zijn vorige werk en ook aan zijn stem lijkt hij meer zorg te hebben besteed.

Door: Gijsbert Kamer – 20 april

Morby, eerder bassist bij indieband Woods en het alleraardigste rock ‘n’ rollduo The Babies, heeft nu eenzelfde galm op zijn stem als Bob Dylan op zijn plaat Nashville Skyline (1970). Dat heeft een mooie diepe sound tot gevolg.

In het sterke I Have Been to the Mountain klinken trompetjes en koortjes die het liedje een aangenaam blij gevoel geven. Dat euforische komt een paar keer terug in liedjes die zich al snel in je hoofd prenten.

Morby ontpopt zich als een volgeling van klassieke songschrijvers als Dylan, Leonard Cohen en Lee Hazlewood. Maar ook liefhebbers van The War On Drugs moeten eens naar Singing Saw gaan luisteren. Verslavend plaatje wel.

Deftones - GoreDeftones – Gore (Reprise/Warner)

Er gebeuren mooie dingen, bij de nieuwe Deftones. Je wordt allereerst gemasseerd door dat prachtige bandgeluid, dat zich kennelijk nog altijd door ontwikkelt: galmende postpunkgitaren en toetsen, die steeds door holle en steenharde riffs worden doorstoken.

Door: Robert van Gijssel – 13 april

En natuurlijk de smachtende, soms nog ouderwets scheurende, maar nooit overdreven sentimentele rockzang van Chino Moreno – tjonge, wat kan die man toch mooi uithalen.

Je bent bij die eerste luistersessie wel even op zoek naar houvast. Korte, compacte rockliedjes zoals Deftones die maakte in de jaren negentig, toen de band nog dreef op het pop-achtige metalgenre dat ongelukkigerwijs ‘nu.metal’ werd genoemd, maakt de Californische band niet meer.

De liedjes op Gore stijgen langzaam op, op donkere wolken van sombere, maar statige gitaarpartijen en al net zo mooi zwevende zang, maar naar aanknopingspunten als een strak refrein of puntig haakje blijft het zoeken.

Gore heeft wat tijd nodig en veel ‘repeat’. Na een keer of drie intensief luisteren krijgt een nummer als Acid Hologram, dat in het ronkende riffgeluid herinneringen oproept aan de gitaarpracht van Soundgarden, echt een zilveren randje. En dan blijkt dat refrein toch ook in te dalen.

Net als dat van het trage en in diepe echo’s verdronken liefdeslied Hearts/ Wires: als daar de gitaren als motorzagen de serene stilte van een minutenlang intro verstoren, komt er een pak kippenvel opzetten.

Wat is dit Deftones een bijzondere band geworden, ontstegen aan triviale trends of genres in de harde muziek en ijzersterk in de eigen eigenwijze, tijdloze en van emoties doortrokken gitaarrock.

Andrew Bird - Are You SeriousAndrew Bird – Are You Serious (Loma Vista/Universal)

Het leuke aan de Amerikaan Andrew Bird is dat je nooit weet wat hij nu weer gaat doen: tegen de avant-garde aanschurken, kamerpop à la Sufjan Stevens maken of in een houten schuur folkliedjes zingen – het kan allemaal.

Door: Menno Pot – 13 april

De laatste jaren hield hij het veelal klein en folky en alleen daarom is Are You Serious zo’n verrassend album. Zo zelfverzekerd en swingend als in de opener Capsized stak Andrew Bird niet eerder van wal. In Truth Lies Low laat hij zijn viool dansen terwijl hij zingt met ongekende brille en dan is er nog Left Handed Kisses, waarin het warempel haast lijkt alsof Fiona Apple een duet zingt met Ryan Adams in plaats van met Andrew Bird.

‘I’m feeling sooo much better’, horen we hem zingen. Zo lichtvoetig was een Bird-album niet eerder. Het bevalt prima. De enige reden waarom dit blijmoedige album niet helemaal uit de lucht komt vallen, is dat hij er in februari al een voorproefje van gaf tijdens het reizende festival Cross-linx, virtuoos en helemaal solo. Benieuwd hoe dat op 6 mei zal zijn, in Paradiso, Amsterdam.

Yeasayer - Amen & GoodbyeYeasayer – Amen & Goodbye (Mute/PIAS)

Het resultaat is een album dat klinkt zoals de fraaie hoes eruit ziet: een kleurrijke fröbelcollage.

Door: Menno Pot – 13 april

Sinds de jaarwisseling verscheen elke maand een nieuwe Yeasayer-single (I Am Chemistry, Gerson’s Whistle) en langzaam steeg de opwinding: dít soort slimme, veelkleurige pop maakte Yeasayer rond 2010 zo goed. Nu is het volledige vierde album uit, Amen & Goodbye, en hoera: zo kennen we de band uit Brooklyn weer.

Mooi nieuws, want de koek leek een beetje op. Het duistere Fragrant World (2012) viel behoorlijk tegen. Elegante toverballen als de singles 2080 (2007) en Madder Red (2010) waren plots ver te zoeken, waarna de band lang uit beeld verdween. Vergetelheid dreigde.

Niks ervan. Yeasayer herpakte zich in een krakkemikkig bosstudiootje in upstate New York, waar ouderwets muzikaal plezier zo te horen weer was toegestaan.

Het resultaat is een album dat klinkt zoals de fraaie hoes eruit ziet: een kleurrijke fröbelcollage, ‘pop-art meets Jheronimus Bosch’, met de melodieën, de stilistische en instrumentale diversiteit, de falsetstemmen, de pulserende beats en de sliertjes wereldmuziek die tussen 2007 en 2011 Yeasayers handelsmerken waren.

En nu de wederopstanding vieren op Best Kept Secret (19 juni) en hopelijk nog in een paar Nederlandse zalen in het najaar.

Parquet Courts - Human PerformanceParquet Courts – Human Performance (Rough Trade / Konkurrent)

De sterkste collectie die de frontmannen Andrew Savage en Austin Brown schreven sinds Light Up Gold.

Door: Menno Pot – 13 april

Een band die in zo’n straf tempo nieuwe platen afvuurt als Parquet Courts (twee albums, twee ep’s en een live-album in de voorbije tweeënhalf jaar) kan niet elke keer zo hard raak schieten als op Light Up Gold (2012). Soms gaat de ‘Americana indiepunk’ van de band uit Brooklyn gewoon een keertje langs je heen.

Zo niet Human Performance, het vijfde volwaardige studio-album en de sterkste collectie die de frontmannen Andrew Savage en Austin Brown schreven sinds Light Up Gold, als het niet de sterkste over-all is.

Parquet Courts stuift van gescandeerde postpunk naar rammelende artpunk zoals Television (of Girls Against Boys!) die ooit maakte. Een liedje als Captive of the Sun zit, in al zijn cryptische onbegrijpelijkheid, tjokvol pakkende tekstzinnetjes

En jawel, daar fonkelt een Costello-achtige indieparel met hitallure, zoals Borrowed Time in 2012: Berlin Got Blurry, zo’n liedje waarmee je minstens een zomer vooruit kunt en dat je heel hard wilt meezingen op een festival.

Dat kan desgewenst op Psych Lab (Eindhoven), Pinkpop (Landgraaf) én Down The Rabbit Hole (Ewijk) en ook nog in een paar zalen. We boffen maar.

Moderat - IIIModerat – III (Monkeytown Records/N.E.W.S)

Wat is het onwaarschijnlijke Duitse gelegenheidstrio Moderat toch een mooi dancebandje geworden. Uniek, dat in ieder geval.

Door: Robert van Gijssel – 6 april

Het zagende en soms ook beukende technogeluid van de Berlijners Gernot Bronsert en Sebastian Szary (beter bekend als Modeselektor) laat zich op de derde studioplaat III nog steeds op onnavolgbare wijze mengen met de sentimentele r&b-vocalen van Sascha Ring alias Apparat, en de opvolger van de danceknaller II uit 2013 is zelfs nog wat hitgevoeliger.

Op III staan geen wijdlopige geluidsexperimenten meer, maar louter toegankelijke technoliedjes op compacte radiolengte. Nummers als Running en Finder zijn echt kleine dancewondertjes. De tracks hangen van behoorlijk foute trance en house aan elkaar, maar krijgen sfeer en lading door aardedonkere dubstepbassen en dus steeds van die geniepige poprefreintjes. Zo balanceert Moderat voortdurend tussen plat en smaakvol, triest en opgewekt, feest en bezinning. In Animal Trails word je omver geblazen door agressief grommende trance en dubstep die doodleuk aan treurige eightiespop-synthesizertjes is geknoopt, en Reminder pakt je met eenzelfde formulemagie volledig in bij een overdonderend climaxrefrein dat je bij de aanstaande festivals uitbundig gaat meezingen. De derde Moderat is dit jaar de niet te missen dancehit.

God Don't Never Change - The Songs of Blind Willie JohnsonDiverse artiesten – God Don’t Ever Change: the Songs of Blind Willie Johnson (Alligator/V2 Benelux)

Het plan was er al jaren, maar de financiering was zo moeilijk rond te krijgen dat het idee – een album met bewerkingen van de bluesliedjes van Blind Willie Johnson – maar niet verwezenlijkt kon worden.

Door: Gijsbert Kamer – 6 april

Gelukkig is de plaat er dan toch gekomen. Prachtig uitgegeven met een mooie, inzichtelijke toelichting op het leven en de werken van de man die bijna een eeuw geleden de blues mede uitvond.

Het is alleen al bijzonder dat er eindelijk weer wat nieuws van Tom Waits te horen is. Hij neemt schreeuwend en briesend niet één maar zelfs twee liedjes voor zijn rekening. Ook Lucinda Williams maakt zich boos in Johnsons It’s Nobody’s Fault But Mine en het titelnummer van het liefdevol gemaakte album. Het geluid is in alle bijdragen hard, rauw, gemeen of een combinatie daarvan. Grootste verrassing is misschien wel de intense, vurig gezongen bijdrage van Rickie Lee Jones. Haar Dark Was The Night – Cold Was The Ground doet je, zoals meer liedjes op deze cd, meteen zoeken naar de originele versie.

Podcast Volkskrant Radio #7

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

Volkskrant Radio

 

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIxMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZwaW5ndWlucmFkaW8lMjUyRnZvbGtza3JhbnQtcmFkaW8tNy0yMDE2LTA0LTA0JTI1MkYlMjZoaWRlX2NvdmVyJTNEMSUyNmxpZ2h0JTNEMSUyMiUyMGZyYW1lYm9yZGVyJTNEJTIyMCUyMiUzRSUzQyUyRmlmcmFtZSUzRQ==

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #7

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

de Volkskrant

Michelle DavidMichelle David – The Gospel Sessions Vol. 2 (Excelsior)
The Gospel Sessions was vorig jaar een aangename verrassing. De plaat die de Amerikaanse, in Nederland wonende zangeres Michelle David maakte, was een prachtige ode aan gospel, soul en blues, zoals die in de jaren veertig, vijftig van de vorige eeuw door bijvoorbeeld Sister Rosetta Tharpe werd grootgemaakt.

Door: Gijsbert Kamer 30 maart 2016

Met precies de juiste sobere, maar swingende begeleiding van twee gitaren en drums maakte David een soort muziek dat uitgestorven leek. Gelukkig is er nu een Vol. 2. Opnieuw gemaakt met onder anderen Onno Smit en Paul Willemsen van Beans & Fatback en Lefties Soul Connection. David zingt wat uitbundiger in liedjes die meer naar de soul en r&b van na 1950 opschuiven.
De arrangementen zijn wat breder. In de begeleiding horen we een voorzichtig orgeltje en zelfs een strijkje. Voor een deel zijn de liedjes nieuw en autobiografisch, maar als David een traditional als Tradewinds brengt, maakt ze die op superieure wijze eigen. The Gospel Sessions Vol. 2 is opnieuw een prachtig doorleefd klinkend en smaakvol geproduceerd gospelsoulalbum, zoals die ook internationaal te weinig worden gemaakt.

MonomythMonomyth – Exo (Suburban Records)
De synthesizers leggen de keien, de gitaren rollen eroverheen en de heerlijke rockdrums rammen het plaveisel met oerkracht de grond in. Pas bij de ontlading, bij een euforische, slechts een enkel akkoord tellende gitaarriff, kun je weer ademhalen (en de vuisten de lucht in steken).

Door: Robert van Gijssel 23 maart 2016

Het is volbracht. De muzikale reis van de held uit Monomyths trilogie is met Exo ten einde. De Haagse rockband, met wortels in de dance, begon drie jaar geleden aan een driedelige albumtrip die nu, bij de voltooiing, moet worden genoteerd als de gedenkwaardigste Nederlandse rockconceptreeks.

Het debuut van Monomyth, in 2013, was al opmerkelijk: een afgewogen en supermuzikaal mengsel van space- en krautrock en rockende trance, dat zonder vocalen toch nogal iets wilde vertellen. Bij opvolger Further, uit 2014, trad de berusting in, in nog steeds vette rockstukken maar zonder die aanstekelijke riffs en instrumentale refreinen.

DE FINALE VAN HET AVONTUUR
Dat we met Exo in de finale van het avontuur terecht zijn gekomen, wordt vanaf het eerste nummer Uncharted duidelijk. In een klein kwartier wordt een verbluffend stuk progressieve rock uitgerold dat je al vanaf de eerste seconde het lied in trekt.
De synthesizers leggen de keien, de gitaren rollen eroverheen en de heerlijke rockdrums rammen het plaveisel met oerkracht de grond in. Pas bij de ontlading, bij een euforische, slechts een enkel akkoord tellende gitaarriff, kun je weer ademhalen (en de vuisten de lucht in steken).

Het niveau blijft zo hoog, in nummers die zich steeds ontwikkelen en je soms bijna gek maken van ingehouden spanning – wanneer komt die gitaarclimax nou? Je kunt je bij dit geweldige Exo maar één angstige vraag stellen: deze aanwinst voor de Nederlandse rockscene zal er na dit voltooide meesterwerk toch niet ineens de stekker uit trekken?

Bob MouldBob Mould – Patch The Sky (Merge)
Hij zal altijd vooral worden herinnerd vanwege de klassieke punkrockplaten die hij in de jaren tachtig uitbracht met het trio Hüsker Dü, maar de laatste jaren is de Amerikaanse zanger-gitarist-songwriter Bob Mould weer buitengewoon sterk op dreef als solo-artiest.

Door: Gijsbert Kamer 30 maart 2016

Het twee jaar geleden uitgebrachte Beauty & Ruin was met prangende liedjes over onder meer de dood van zijn vader al fraai, Patch The Sky is zelfs nog beter. Opgedragen aan zijn inmiddels ook overleden moeder is het geluid wat breder.

Mooi hoe Mould akoestische en messcherpe elektrische gitaren dubbelt, terwijl zijn zang net wat minder dreint dan op zijn vroegere solowerk. Monotonie lag bij veel van Moulds inmiddels meer dan tien soloplaten nogal eens op de loer, maar op Patch the Sky weet hij zijn woede, verdriet en andere emoties weer goed te kanaliseren in puntige, krachtige liedjes.

Iggy PopIggy Pop – Post Pop Depression (Caroline)
Of het echt zijn laatste album is, zoals de 68-jarige Iggy Pop her en der heeft beweerd, valt te bezien. Maar zijn zeventiende soloplaat Post Pop Depression is in elk geval een van zijn allerbeste geworden. Niet dat er heel veel voor nodig was om weer eens in positieve zin op te vallen, want het aantal echt goede platen staat in geen verhouding tot de reputatie die Iggy Pop al decennia lang live geniet.

Door: Gijsbert Kamer 16 maart 2016

Maar Post Pop Depression kan zich echt meten met de platen The Idiot en Lust For Life die Pop eind jaren zeventig maakte met David Bowie. Dat is voor een belangrijk deel de verdienste van Josh Homme. De voorman van The Queens Of The Stone Age produceerde de plaat niet alleen, hij is naast Pop ook het belangrijkste bandlid.
Homme en Pop hebben de plaat precies dat donkere, wat onheilspellende geluid gegeven dat past bij de vaak donkere teksten van Pop, die ook tot de betere behoren die hij de laatste decennia heeft geschreven. De productie is droog en kaal, maar gemeen en Pop zingt met zijn donkere soms croonende stem over het naderende afscheid.

De ene keer werpt hij zich op als America’s greatest living poet (Gardenia), de andere keer lijk je naar het relaas van een oorlogsveteraan te luisteren en soms vallen beide personages samen, zoals in het zeer opzwepende, licht huiveringwekkende slotstuk Paraguay. ‘I’m going where the losers go / To hide my face and spend my dough’, zingt hij. We hopen dat hij nog even blijft, want met Josh Homme heeft hij het beste in zichzelf naar boven gehaald.

I Am OakI Am Oak – Our Blood (Snowstar Records)
Beklemmend waren de platen die de Utrechtse singer-songwriter Thijs Kuijken als I Am Oak uitbracht altijd al. Maar op Our Blood weten zijn donkere folkliedjes nog net wat meer te beroeren dan voorheen.

Door: Gijsbert Kamer 16 maart 2016

Mogelijk komt dat doordat Our Blood zo sterk is opgebouwd. Een stemmig orgeltje en de kenmerkende donkere stem van Kuijken roepen de herfstige sferen op van Tindersticks en The National. Meer rock dan folk en zeer melancholisch. Een stemming die op Our Blood knap wordt volgehouden, terwijl de muziek gaandeweg rijker wordt en de songs meer spanning krijgen. Het mooiste bewaart Kuijken tot het laatst. In Our Blood zingt hij hoger dan gebruikelijk en durft hij muzikaal ook wat meer uit te pakken. Zou hij vaker mogen doen. Prachtige finale en climax van een plaat die blijft groeien.

HÆLOSHÆLOS – Full Circle (Matador)
Nieuwe albums van Tricky én Massive Attack, plus een nieuwkomer – HÆLOS – die zegt beïnvloed te zijn door Portishead. Dat betekent maar één ding: triphop is terug.

Door: Robert van Gijssel 23 maart 2016

Meer lezen…

Prins ThomasPrins Thomas – Principe del Norte (Supersound/NEWS)
In de dance wordt driftig aan bronnenonderzoek gedaan en dat levert mooi retrospectief werk op. De Noor Prins Thomas, die zich normaliter bezighoudt met dansbare ‘space-disco’, brengt een dubbel-cd uit met bewerkingen van oude tracks die zijn geremixt naar voorbeelden uit de begintijd van de dance.

Door: Robert van Gijssel 16 maart 2016

In spannende ambientstukken getiteld A tot en met H roept Thomas herinneringen op aan The Orb en pionierende dancebands als The Black Dog. Hij heeft afstand gedaan van gangbare drumcomputers en muzieksoftware en laat subtiel melodieuze tracks als D en F vertolken door analoge synths en soms een reverbgitaartje. In de ruststukken passeren dan ook nog Terry Riley-riedeltjes en Duitse krautrock.

Gaandeweg wordt de muziek dwingender. In het slotstuk H gaat Thomas langzaam richting hedendaagse koele, kille en kale techno, waarmee dus een prachtige dancetijdreis is afgelegd, bij uiterst toegankelijke en soms betoverend mooie synthesizermuziek.

Loretta LynnLoretta Lynn – Full Circle (Legacy / Sony Music)
Toen Loretta Lynn in 2004 haar album Van Lear Rose uitbracht, moet iedereen – producer Jack White incluis – hebben gedacht dat het haar laatste wapenfeit zou zijn.

Door: Robert van Gijssel 9 maart 2016

De First Lady of Country Music was al in de zeventig. Nu is Lynn 83 en komt ze doodleuk met een nieuwe plaat. En wat voor een. Full Circle is een adembenemend retrospectief van Lynn op haar eigen carrière, waarin ruimte is gemaakt voor nieuw werk dat moet worden beluisterd als testament.
Full Circle begint ontroerend, met een door producer John Carter Cash geïnterviewde Lynn die memoreert waar ze haar eerste eigen liedje schreef, in 1960, terwijl ze zat te vissen. Daarna zingt ze Whispering Sea met een stem die een octaaf lager blijkt afgesteld maar nog altijd scherp en zuiver is. Dat hier een 83-jarige aan het woord is, verraadt zich alleen in het enigszins moeizame vibrato.

Lynn trekt daarna een spoor langs haar eigen countryklassiekers, die gezien haar hoge leeftijd extra lading krijgen. Haar hits Everybody Wants to Go to Heaven (But Nobody Wants to Die) en Fist City bijvoorbeeld, die overigens opmerkelijk jeugdig worden uitgevoerd. En ze gooit er een nieuw liedje uit, dat je gelijk stevig bij de keel grijpt: Who’s Gonna Miss Me?

De slotliedjes zijn ook al zo bijzonder: Everything It Takes, gezongen met Elvis Costello, en het door tokkelende gitaren begeleidde duet Lay Me Down met Willie Nelson. Over Lynn hoeven we ons echt geen zorgen te maken, zingt de countrydiva zelf: ‘My spirit stood on solid ground, I’ll be at peace when they lay me down.’

Heron OblivionHeron Oblivion – Heron Oblivion (Sub Pop / Konkurrent)
Meg Baird, zangeres van de neo-folkgroep Espers maakte al enkele sterke soloplaten, maar overtreft zichzelf in Heron Oblivion. Een gelegenheidsband? Laten we het niet hopen, want samen met bassist Ethan Miller en de gitaristen Noel V. Harmonson en Charlie Saufley heeft ze een overdonderend mooie plaat gemaakt.

Door: Gijsbert Kamer 9 maart 2016

Niet zo gek eigenlijk, want Miller en Harmonson dreven ooit de Californische psychedelische gitaarband Comets on Fire tot grote hoogten. Maar folk en psychedelica kwam zelden zo sterk samen als op dit debuut.

Invloeden van Sandy Denny, Led Zeppelin, Crazy Horse en Sonic Youth worden hier verwerkt tot een fraai geheel. Baird zingt prachtig, de gitaristen vlechten hun solo’s strak om elkaar en ze nemen er waar nodig lekker de tijd voor. Knap hoe Baird op haar verleidelijkst Rama inzet, dat langzaam bijna uit zijn voegen barst en tien minuten later net niet ontploft. Laat ze snel naar Nederland komen, want Heron Oblivion lijkt een band die live helemaal ongenaakbaar is.

Michael DavesMichael Daves – Orchids and Violence (Nonesuch Records/ Warner)
Dat volksmuziek van pakweg honderd jaar oud nog zo opwindend kan zijn. Michael Daves uit New York is een virtuoze bluegrassjongen met lenige gitaarvingers en een nasale, driftig overslaande jodelstem die het vooral goed doet in twee- of driestemmige zangstukken.

Door: Robert van Gijssel 2 maart 2016

Voor Orchids and Violence verzamelde hij de top van de New Yorkse bluegrass-scene; banjospelers Tony Trischka en Noam Pikelny, plus mandolinekampioen Sarah Jarosz. Traditionele folksongs als Darling Corey worden tintelend fris gespeeld en gezongen op kippevelkracht. Met de hillbilly-turboversie van klassieker June Apple zou je elk feestje moeten aftrappen.

Vreemd eigenlijk, dat Daves zijn gave bluegrassplaat vergezeld laat gaan van een gelijknamig grungerockalbum, met precies dezelfde traditionals, in dezelfde volgorde, maar dan in scheurende gitaarverpakking. Die logge rockuitvoeringen doen vooral verlangen naar het weliswaar hypertraditionele, maar toch zeer vitaliserende bluegrasswerk van een plaatje eerder.

Podcast Volkskrant Radio #6

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

 

Volkskrant

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIxMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZwaW5ndWlucmFkaW8lMjUyRnBpbmd1aW4tcmFkaW8tcHJlc2VudHMtdm9sa3NrcmFudC1yYWRpby02LTA3LTAzLTIwMTYlMjUyRiUyNmhpZGVfY292ZXIlM0QxJTI2bGlnaHQlM0QxJTIyJTIwZnJhbWVib3JkZXIlM0QlMjIwJTIyJTNFJTNDJTJGaWZyYW1lJTNF

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #6

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

de Volkskrant

SoulwaxSoulwax – Belgica (PIAS)
Zo rond 2004, na drie albums, begon het te wringen dat de broertjes Stephen en David Dewaele als dj-duo en eclectische popfröbelaars (The Flying Dewaele Brothers, 2Many DJ’s) veel succesvoller waren dan met hun gitaarband Soulwax.

Het leidde tot een fascinerende zoektocht naar een manier om hun parallelle werelden te verenigen: de band en het dancefeest, de riffs en de beats, de eigen songs en de onbedwingbare lust tot plaatjes draaien en mixen. Soulwax Nite Versions. Radio Soulwax. Soulwax dat remixen van 2Many DJ’s live uitvoerde.
De soundtrack bij de film Belgica is het eerste studioalbum met nieuwe Soulwax-songs sinds 2004 en een glorieuze halte tijdens de zoektocht. De plaat is als een toverbal in de kleverige vingers van twee jongetjes uit Gent die graag Soulwax willen zijn, maar dat keurslijf toch te benauwend vinden.

Soulwax komt tot ons in vijftien verschillende gedaanten: fictieve popacts, van de soulpopzangeres Charlotte tot rockband The Shitz, van hardcoreband Burning Phlegm tot de LCD Soundsystem-achtigen Erasmus en Rubber Band. Light Bulb Matrix is reggaepop. Kursat 9000 biedt een Turks hipsterfeestje.
Allemaal Soulwax (plus gasten), maar toch ook weer niet. Het knappe is: vrijwel alle tracks zijn volstrekt geloofwaardig. Zo blijven de Dewaeles, ook als veertigplussers, popkameleons om van te houden. Veelvraten die alles tegelijk willen en er nog mee wegkomen ook.

Ty SegallTy Segall – Emotional Mugger (Drag City/V2)
De boog kan niet altijd gespannen blijven bij iemand die zo veel platen uitbrengt als de Californische garagerocker Ty Segall. Het laatste half jaar bracht hij een plaat uit met zijn psychedelische rockband Fuzz en onder eigen naam een album, Ty Rex, met T.Rex-covers.

Door: Gijsbert Kamer – 03 februari 2016

Leuke platen voor liefhebbers van het rauwere meer gruizige gitaarkabaal, maar het werd toch wel weer tijd voor een echte Segall met door al het gitaargeweld heen ook een paar onontkoombare nieuwe liedjes.

INTENS
Zo’n plaat is Emotional Mugger, waarop Segall veel intenser klinkt dan op Manipulator (2014), zijn poging toenadering te zoeken tot meer mainstreamrockmuziek.
Zo verbeten als op Emotional Mugger horen we Segall eigenlijk het liefst. Zo gemeen als hij op gitaar soleert als in Candy Sam is zeldzaam. En wat een ijzersterk liedje is Mandy Cream. Zo een die Segall-verzamelaars onmiddellijk in hun playlist met beste hedendaagse garagesongs zullen plaatsen. Wat een heerlijk opruiend plaatje, dit Emotional Mugger, zoals alleen Ty Segall dat kan en gelukkig ook weer wil maken.

Cavern of Anti-MatterCavern of Anti-Matter – Void Beats/Invocation Trex (Duophonic)
Tim Gane van de experimentele indieband Stereolab toog naar Berlijn en vormde een trio met onder anderen de synthesizertovenaar met de best denkbare synthesizertovenaarsnaam Holger Zapf.

Er kwamen vrienden langs, onder wie Bradford Cox van Deerhunter. En het werd gezellig, getuige de heerlijke plaat van Cavern of Anti-Matter. Want de instrumentale stukken op Void Beats/Invocation Trex zijn opgewekt en enerverend, en goed voor ruim een uur vrolijke vervoering.
De mooiste genres uit de instrumentale muziek worden samengevoegd, in sessies die in één keer live lijken opgenomen; hoekige postrock, warme analoge Krautrock, groovende synthpop en in Blowing My Nose Under Close Observation pure Detroitse techno a la Drexciya.

De plaat zit vol ideeën en pakkende meefluitmelodietjes. Langgerekte tracks als Melody in High Feedback Tones ontwikkelen zich als waren ze elektronische progrock van de meest toegankelijke soort. Void Beats/ Invocation Trex is voorlopig de gaafste instrumentale plaat van het jaar en hoera.

Marlon WilliamsMarlon Williams – Marlon Williams (Dead Oceans/Konkurrent)
Verrassing uit Nieuw-Zeeland: de titelloze plaat van Marlon Williams uit het sprookjesachtige havenstadje Lyttelton kan zich meten met de nieuwe Amerikaanse generatie country- en rootstalent. Williams deed ervaring op in tal van bluegrass – en folkbandjes, en die betaalt zich uit in een magnifiek eerste soloalbum.

Williams heeft geen aangeboren briljante zangstem, maar dat biologische feit compenseert hij met een aangename theatraliteit en daarmee veel vertelkracht, die zelfs antieke country & westernliedjes als Hello Miss Lonesome fascinerend maakt.
In het plechtstatige rootslied Dark Child laat Williams Nick Cave en psychedelische sixtiespop door zijn americana zweven en daarmee ontstijgt zijn muziek de retromanie. In de gedragen en orkestrale cover I’m Lost Without You doet Williams ineens denken aan The Walker Brothers, en zo blijf je je verbazen.En dan volgt nog een geniaal afsluitend drieluik. Strange Things is weer zo’n fijn theatraal, maar ogenschijnlijk luchtig rootsliedje, over een loodzwaar onderwerp: dood door kanker. En When I Was a Young Girl is een welhaast opera-achtige folksong die je niet meer loslaat. Wát een debuut!

Lucky Fonz IIILucky Fonz III – In Je Nakie (Top Notch)
Jarenlang zocht Otto Wichers de juiste vorm voor de muziek die hij als Lucky Fonz III componeerde. Engelstalig? Nederlandstalig? Croonen of juist zingen als een Amerikaanse roots-zanger? Hij kan het allemaal, maar het liefst horen we hem toch in het Nederlands zingen, zoals op het album Hoe je honing maakt uit 2010.Door: Gijsbert Kamer – 17 februari 2016

Op In je nakie, zijn zesde album, heeft hij zijn ideale vorm te pakken. Veertien Nederlandstalige liedjes die hem van zijn openhartigste kant laten zien. Goudeerlijk, soms een beetje ongemakkelijk, maar altijd geloofwaardig. Wichers raakt daarmee aan de essentie van hiphop en de kern van goede folk, en dat zijn precies de stijlen die de basis vormen voor het treffend getitelde In je nakie. Hij zingt over zijn liefde (Linde met een E) of over het raadsel van de ontroering die sporters bij hem teweegbrengen als ze terugkeren naar de plek van hun jeugd (Sporters). Regelmatig schiet je van zijn zinnetjes in de lach, zoals in Dat was gisteravond: “En word je dan gelukkig van die sukkel van een gast? / Gaan je vrienden zeker zeggen dat-ie beter bij je past.”

De liedjes zijn kaal, soms een beetje moeilijk gearrangeerd. Maar de valse orgeltjes en lelijk zoemende synths zijn met zorg gekozen en voorkomen dat Lucky Fonz III richting kleinkunst afglijdt.
Hij maakt gewoon popmuziek zoals de door hem in Linde met een E genoemde voorbeelden: ‘Guusje Meeuwis, Meindert Talma, Elly & Rikkert, Ronnie Flex.’ Daar mogen de namen Armand, Tol Hansse en Peter Koelewijn aan worden toegevoegd. Zo goed is Lucky Fonz III op In je nakie op dreef.

TexturesTextures – Phenotype (Nuclear Blast Records)
De technische hardcore en metal (ofwel ‘metalcore’) van de Etten-Leurse band Textures wordt tot in India bejubeld. In eigen land blijft de adoratie wat achter. Het probleem met veel ingewikkelde en syncopische metal: het ontbreekt vaak aan aanknopingspunten – een lekker refrein, een goed uitgespeelde riff – waardoor de muziek zelden meeslepend wordt. Maar op Phenotype weet Textures boeiende muziekstukken uit te vouwen.

Door: Robert van Gijssel – 17 februari 2016

Textures kan verpletterend zijn, zoals in het prachtige Shaping a Grain of Sand, dat vermomd is als bijna conventioneel thrashmetaltrackje met vet grommende brulzang en zagende gitaren. Maar al snel komt een schoon gezongen en aanstekelijk refrein bovendrijven en schieten de gitaren weer kronkelige zijwegen in. Dat gebeurt ook in het epische rocklied The Fourth Prime. De gitaristen Joe Tal en Bart Hennephof zijn hier hard, strak en eindeloos creatief, etherisch en zwevend mooi: geen maat klinkt hetzelfde en dus blijf je verbijsterd luisteren.

Hexvessel
Hexvessel – When We Are Death (Century Media
)
Conceptplaten over De Dood, daar zijn er meer van. De Finse psychedelische (en heidense) folkrockband Hexvessel weet rond ons aller eindbestemming desondanks een gedenkwaardig album op te trekken, met nummers die in alle zwaarmoedigheid toch ook troost bieden.

Door: Robert van Gijssel – 10 februari 2016

De zanger en frontman van Hexvessel, de in Finland wonende Brit Mat McNerney, lijkt in zijn muzikale carrière wat weifelachtig. Met zijn bands Grave Pleasures en Beastmilk maakt hij straffe, maar epigonistische postpunk, met Hexvessel schakelt hij graag een tandje terug en zoekt hij de rockende puurheid bij de jaren zestig en zeventig, bij spacerock en psychedelische blues.

ALLE GOEDS SAMEN
Op When We Are Death komt alle goeds samen, in kosmische bluesballads als Cosmic Truth en het benevelende rocknummer Drugged up on the Universe – het hoogtepunt van de plaat. Eigenlijk is elk nummer raak, dankzij de sterke refreinen, de betekenisvolle poëtische teksten en passend geëxalteerde zang van McNerney en natuurlijk het fijne en laagdrempelige bandgeluid van kermende gitaren en zoemende orgels. De luxe cd-versie, met secuur vormgegeven tekst- en fotoboek in zware verpakking, is een aanrader.

ShearwaterShearwater – Jet Plane and Oxbow (Sub Pop/Konkurrent)
Breed gebarende, theatrale gitaarrock vol verwijzingen naar symfonische rock, compleet met plechtige, soms geëxalteerde zang: Jonathan Meiburg en Shearwater bewegen zich over aalglad terrein, maar het levert al heel wat jaren prachtalbums op.

Door: Menno Pot – 10 februari 2016

Jet Plane and Oxbow is de achtste reguliere studioplaat van de band uit Austin, Texas, begonnen als afsplitsing van Okkervil River.
Hoe herkenbaar het bandgeluid ook is, toch is weer van alles anders: na een groots, bijna orkestraal drieluik over eilanden en vogels (2007-2010) en een plaat die kaler, rauwer en persoonlijker was (Animal Joy uit 2012) wordt Jet Plane and Oxbow gedomineerd door synthesizers, beats en in de tekst een flinke eetlepel politiek.

LEKKER IN PARADISO NOORD
“Where are the Americans?”, vraagt Meiburg zijn landgenoten, die hij een ‘dimmed conscience’ verwijt.
De musicerende ornitholoog heeft weer een gelaagd, meeslepend en melodieus album afgeleverd, vol knap uitgewerkte songs als A Long Time Away, Pale Kings en de schitterende ballad Only Child. Shearwater is zo’n zeldzame band die groots en dramatisch durft te klinken, maar toch vrij klein bleef, zodat we ze zaterdag (red. afgelopen 13 februari) lekker in Paradiso Noord kunnen zien spelen, dezelfde avond als Blitzen Trapper.

NonkeenNonkeen – The Gamble (R&S/ N.E.W.S.)
Vrijwel geen piano te bekennen bij het instrumentale gelegenheidsproject Nonkeen van de Duitser Nils Frahm. En dat doet de muziek van de posterboy van de neoklassieke verstillingspop hoorbaar goed: van al te veel minimalistische piano krijg je ook een keer de zenuwen.

Door: Robert van Gijssel – 10 februari 2016

Nonkeen is een samenwerking van Frahm met twee ex-schoolvriendjes, met wie Frahm in de tussenuren geluidsopnamen maakte; van schreeuwende leraren tot speelvreugd op het schoolplein.
Oude bandopnamen zijn bewerkt en gebruikt als inspiratie voor sfeervolle, zeer analoge en dus akelig mooie synthesizer- en samplemuziek. Je dwarrelt mee op bescheiden dance en dub, op warm en wollig omgevingsgeluid en zo nu en dan stuurse jazz- en krautrock met behoorlijk driftige drumpartijen.

STUURLOOS
Aanvankelijk een beetje stuurloos: je vraagt je af welke kant dit instrumentale verdikkingsmiddel op zweeft. Maar bij de aangrijpende ambient van Re:Turn! of bij de dromerige jazzjam van This Beautiful Mess, vol bijna verstopte maar prachtige melodieën, ben je toch weer verkocht. En dan merk je dat je steeds meer van dit goudeerlijke en pretentieloze plaatje gaat houden.

Lucinda WilliamsLucinda Williams – The Ghosts of Highway 20 (Bertus)
Bij zo’n enorme productie van een roots- en countryrockzangeres die wat op leeftijd raakt zou je denken: selecteer strenger en breng dat ene meesterwerk uit. Maar verdomd, de veertien liedjes op dit nieuwe album, inclusief covers, komen in de buurt.

Door: Robert van Gijssel – 17 februari 2016

Haar stem klinkt nog wat ouder, slepender dan voorheen. Maar dat komt de intensiteit van existentiële overpeinzingen in de trage rootsrocker Dust juist ten goede. Het bijzonderst aan deze Williams is de begeleiding van die prachtig zwabberende stem, en vooral de vluchtige gitaren van Greg Leisz en jazzgitarist Bill Frisell, die weergaloos ineenvlechten in een gaaf gitaarjazzliedje als Place in my Heart.

Beklemmend is het titellied, een spookachtige countryballad, waarin Williams de angst van zich af probeert te zingen met een zuchtende, vermoeide maar bloedmooie kraakstem.

Podcast Volkskrant Radio #5

Pinguin Radio en de Volkskrant slaan de handen ineen voor een maandelijkse radio-uitzending waarin we u bij de hand nemen langs de beste albums van de maand.

Volkskrant

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjI2NjAlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxODAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZlbWJlZF90eXBlJTNEd2lkZ2V0X3N0YW5kYXJkJTI2YW1wJTNCZW1iZWRfdXVpZCUzRGUxNDg1MjAwLTQwYzctNDFjNi1iMzUzLTVlMWRjNTgxYjA2NSUyNmFtcCUzQmZlZWQlM0RodHRwcyUyNTNBJTI1MkYlMjUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMjUyRnBpbmd1aW5yYWRpbyUyNTJGcGluZ3Vpbi1yYWRpby1wcmVzZW50cy12b2xrc2tyYW50LXJhZGlvLTUtMS0yLTIwMTYlMjUyRiUyNmFtcCUzQmhpZGVfY292ZXIlM0QxJTI2YW1wJTNCaGlkZV90cmFja2xpc3QlM0QxJTI2YW1wJTNCcmVwbGFjZSUzRDAlMjIlMjBmcmFtZWJvcmRlciUzRCUyMjAlMjIlM0UlM0MlMkZpZnJhbWUlM0UlM0NkaXYlMjBzdHlsZSUzRCUyMndpZHRoJTNBJTIwNjUycHglM0IlMjBoZWlnaHQlM0ElMjAzcHglM0IlMjBjbGVhciUzQSUyMGJvdGglM0IlMjIlM0UlM0MlMkZkaXYlM0UlM0NwJTIwc3R5bGUlM0QlMjdtYXJnaW4lM0ElMjAwcHglM0IlMjBwYWRkaW5nJTNBJTIwM3B4JTIwNHB4JTNCJTIwd2lkdGglM0ElMjA2NTJweCUzQiUyMGNvbG9yJTNBJTIwcmdiJTI4MTUzJTJDJTIwMTUzJTJDJTIwMTUzJTI5JTNCJTIwZm9udC1mYW1pbHklM0ElMjAlMjJPcGVuJTIwU2FucyUyMiUyQyUyMEhlbHZldGljYSUyQyUyMEFyaWFsJTJDJTIwc2Fucy1zZXJpZiUzQiUyMGZvbnQtc2l6ZSUzQSUyMDExcHglM0IlMjBkaXNwbGF5JTNBJTIwYmxvY2slM0IlMjclM0UlM0NhJTIwc3R5bGUlM0QlMjJjb2xvciUzQSUyMHJnYiUyODEyOCUyQyUyMDEyOCUyQyUyMDEyOCUyOSUzQiUyMGZvbnQtd2VpZ2h0JTNBJTIwYm9sZCUzQiUyMiUyMGhyZWYlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZwaW5ndWlucmFkaW8lMkZwaW5ndWluLXJhZGlvLXByZXNlbnRzLXZvbGtza3JhbnQtcmFkaW8tNS0xLTItMjAxNiUyRiUzRnV0bV9zb3VyY2UlM0R3aWRnZXQlMjZhbXAlM0J1dG1fbWVkaXVtJTNEd2ViJTI2YW1wJTNCdXRtX2NhbXBhaWduJTNEYmFzZV9saW5rcyUyNmFtcCUzQnV0bV90ZXJtJTNEcmVzb3VyY2VfbGluayUyMiUyMHRhcmdldCUzRCUyMl9ibGFuayUyMiUzRVBpbmd1aW4lMjBSYWRpbyUyMFByZXNlbnRzJTIwVm9sa3NrcmFudCUyMFJhZGlvJTIwJTIzNSUyMDEtMi0yMDE2JTNDJTJGYSUzRSUzQ3NwYW4lM0UlMjBieSUyMCUzQyUyRnNwYW4lM0UlM0NhJTIwc3R5bGUlM0QlMjJjb2xvciUzQSUyMHJnYiUyODEyOCUyQyUyMDEyOCUyQyUyMDEyOCUyOSUzQiUyMGZvbnQtd2VpZ2h0JTNBJTIwYm9sZCUzQiUyMiUyMGhyZWYlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZwaW5ndWlucmFkaW8lMkYlM0Z1dG1fc291cmNlJTNEd2lkZ2V0JTI2YW1wJTNCdXRtX21lZGl1bSUzRHdlYiUyNmFtcCUzQnV0bV9jYW1wYWlnbiUzRGJhc2VfbGlua3MlMjZhbXAlM0J1dG1fdGVybSUzRHByb2ZpbGVfbGluayUyMiUyMHRhcmdldCUzRCUyMl9ibGFuayUyMiUzRVBpbmd1aW5yYWRpbyUzQyUyRmElM0UlM0NzcGFuJTNFJTIwb24lMjAlM0MlMkZzcGFuJTNFJTNDYSUyMHN0eWxlJTNEJTIyY29sb3IlM0ElMjByZ2IlMjgxMjglMkMlMjAxMjglMkMlMjAxMjglMjklM0IlMjBmb250LXdlaWdodCUzQSUyMGJvbGQlM0IlMjIlMjBocmVmJTNEJTIyaHR0cHMlM0ElMkYlMkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTJGJTNGdXRtX3NvdXJjZSUzRHdpZGdldCUyNmFtcCUzQnV0bV9tZWRpdW0lM0R3ZWIlMjZhbXAlM0J1dG1fY2FtcGFpZ24lM0RiYXNlX2xpbmtzJTI2YW1wJTNCdXRtX3Rlcm0lM0Rob21lcGFnZV9saW5rJTIyJTIwdGFyZ2V0JTNEJTIyX2JsYW5rJTIyJTNFJTIwTWl4Y2xvdWQlM0MlMkZhJTNFJTNDJTJGcCUzRSUzQ2RpdiUyMHN0eWxlJTNEJTIyd2lkdGglM0ElMjA2NTJweCUzQiUyMGhlaWdodCUzQSUyMDNweCUzQiUyMGNsZWFyJTNBJTIwYm90aCUzQiUyMiUzRSUzQyUyRmRpdiUzRQ==

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #5

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

de Volkskrant

MegadethMegadeth – Dystopia (Universal)
Als gitarist bij Metallica gedroeg hij zich als een onhandelbare kleuter, dus werd hij in 1983 uit de band gesmeten. Sindsdien staat het leven van Dave Mustaine in het teken van de zoete thrashmetalwraak: met Megadeth probeert hij het megasucces van zijn ex-band al ruim dertig jaar te evenaren, en soms lukte hem dat nog ook. Met de platen Rust in Peace en Youthanasia bijvoorbeeld, waarop Megadeth snerpende en inhoudelijk sterke, welhaast politieke thrashmetal ventileerde.

De nieuwe plaat, Dystopia, haakt aan bij die mooie Megadeth-periode van begin jaren negentig en doet de zwakke laatste jaren vergeten. Het geluid is scherp en blikkerig als voorheen, in de snelle riffs van Mustaine zelf en in de herkenbare, loeiende bassound van medebandoprichter David Ellefson. De eerste drie nummers mogen tot de beste liedjes uit de Megadeth-catalogus worden gerekend; vooral in het titelnummer en in het behoorlijk dreunende Fatal Illusion is Mustaine in vorm: aanstekelijke en schreeuwerige punkrefreintjes in kenmerkend snerende vocalen, toegankelijke riffs en gillend soleerwerk van de nieuwe scheurgitarist Kiko Loureiro. Je krijgt zowaar zin in die liveshow van Megadeth op het Nijmeegse festival Fortarock.

Vernieuwend is de Megadeth-mix van punk, metal en pop natuurlijk niet, en op Dystopia staan ook echt een paar mindere nummers (Poisonous Shadows is een zouteloze metalballad, met heel slechte teksten), maar er komt toch steeds weer een memorabel nieuw liedje achteraan (Lying in State bijvoorbeeld, waarin Mustaine ouderwets geëngageerd uithaalt). En zo daagt Mustaine de oud-collega’s toch weer uit: komt Metallica eigenlijk nog eens door met sterk nieuw thrashmetalwerk?

SuedeSuede – Night Thoughts (Warner)
Zo bedroevend als de carrière van de Britpop-band Suede in 2002 eindigde met het pompeuze album A New Morning, zo sterk was de comeback elf jaar later met de plaat Bloodsports. Zanger Brett Anderson had het juiste gevoel voor dramatiek weer te pakken, de gitaarriffs van Richard Oakes waren raak en de composities beklijfden.

Maar een hit als Animal Nitrate, Trash of Beautiful Ones – al jaren hoogtepunten tijdens de liveshows -, die bevatte Bloodsports helaas niet. Maar het album bleek slechts een voorzichtige vingeroefening voor het ijzersterke Night Thoughts, dat het beste Suede-album sinds Coming Up (1996) mag worden genoemd. Opgebouwd als een klassieke suite, beginnend met een strijkje als ouverture, is Night Thoughts een compleet geheel waarop pittige glamrock liedjes als No Tomorrow en dreinende ballads als Pale Snow of Tightrope elkaar afwisselen. Anderson zingt geweldig en de band speelt met een zeldzame overgave. Het lijkt alsof iedereen elkaar eindelijk weer heeft gevonden en heeft besloten heeft alles uit de kast te halen.

Andersons teksten zijn geloofwaardiger, want passen meer bij iemand die, zoals hij, de 50 nadert. Er zit een aangename zelfrelativering in die voorheen nog wel eens ontbrak. ‘I don’t know the meaning of much’, zingt hij in het sterke What I’m Trying to Tell You. Oakes zet er de juiste pakkende gitaarakkoorden onder en even wanen we ons twintig jaar terug, toen Suede een van de belangrijkste nieuwlichters in de Britpop was. Zonder nostalgisch te klinken is Night Thoughts een plaat die zich kan meten met Dog Man Star (1994) en Coming Up (1996), de twee mooiste Suede-platen.

De StaatDe Staat – O (Caroline)
Ze hebben er een plaat of vier over gedaan, maar op O lijkt De Staat zijn ideale sound gevonden te hebben.

De groove en de donkere, staccato zang van Torre Florim waren altijd al zekerheden van een goede Staat-song. Ook de hoekige ritmiek is niet nieuw. Maar op O gaan dansbaarheid en meeslependheid samen alsof dit een vanzelfsprekende combinatie is. Het is even wennen dat Rocco Hueting zijn gitaar goeddeels vervangen heeft door synthesizers, wat De Staat op het eerste gehoor wat minder doet rocken. Maar de elektronica priemt lekker ontregelend door en ze hebben er een originele sound mee te pakken. Terwijl Florim zich ook als liedjesschrijver blijft ontwikkelen, getuige het fraaie Systematic Lover. O is minder vol dan voorganger I_Con (2013) en klinkt eigener en zelfverzekerder. Precies de plaat die De Staat moest maken om aansluiting te vinden bij hun livereputatie als een van de opzwependste bands van de laatste tijd.

SavagesSavages – Adore Life (Matador)
Op de hoes staat een fier gebalde vuist en volgens frontvrouw Jehnny Beth wilde de Londense gitaarband Savages het tweede album vullen met de ‘hardste songs ooit’. Van dat laatste is niets terechtgekomen, maar het vrijdag verschijnende Adore Life, opvolger van het sterke Silence Yourself (2013), is wel een steengoede plaat geworden, geworteld in postpunk.

Beth zingt als de opgefokte dochter van Ian Curtis (Joy Division) en Patti Smith. Vrijwel doorlopend doet ze aan Siouxsie Sioux denken. De grote kracht van Adore Life is (zoals de titel al een beetje suggereert) dat Savages minder boos is gaan klinken: ze lijken zichzelf toestemming te hebben gegeven om plezier te hebben, met een wat losser geluid als resultaat.

Wat een goede song deint daar op de kolkende gitaarriffs van The Answer, zo’n openingsnummer dat je meteen volpompt met geloof in een sterk vervolg. Dat komt er ook, al is het beslist niet allemaal gejaagd lawaai dat Savages serveert: Adore is een merkwaardig soort postpunkballad, Slowing Down the World doet wat de titel suggereert.

Het tempo is niet continu hoog; de intensiteit is dat wel. Het jaar 2015 leverde weinig memorabele rockplaten op, maar nu hebben we er halverwege januari al eentje te pakken. Savages komt 16 maart naar de Melkweg, Amsterdam.

Anderson .PaakAnderson .Paak – Malibu (Membran / Suburban)
Zijn debuutalbum uit 2014 was al heel geslaagd, maar toch schoot de ster van de Californische rapper en soulzanger Anderson .Paak (echte naam: Brandon Paak Anderson) pas echt omhoog toen hij vorig jaar een gastrol vervulde op Compton van Dr. Dre.

Zelf noemt hij zijn albums ook graag naar stadsdelen van Los Angeles: na Venice (2014) is er nu Malibu. Die wijknamen zeggen wel iets: Compton is rauw en grimmig, in Malibu flaneren de mensen in de zon.

.Paak maakt melodieuze, warmbloedige hiphop met veel soul- en jazzreferenties. In dat opzicht is hij eerder de overtreffende trap van Kendrick Lamar of een Californische Common dan een typische Dre-leerling. Zelfs wanneer hij rapt, klinkt hij met die zwoele, hese stem als een soulzanger. Hoor Am I Wrong: het lijkt wel een verloren Stevie Wonder-lied.

Aartsrelaxed klinkt ook The Season/Carry Me, over zijn jeugd, die toch echt turbulent was. Zijn vader stierf al vroeg, zijn moeder was gokverslaafd en zelf was hij een tijdje dakloos, maar een verharde, bittere kerel is Anderson .Paak er niet van geworden. Malibu ademt een levenslust en optimisme dat hij vast en zeker meeneemt naar Paradiso Noord in Amsterdam, op 12 februari.

All Them WitchesAll Them Witches – Dying Surfer Meets His Maker (New West)
Op het eerste gehoor lijkt All Them Witches een band die niet heeft kunnen kiezen. Er zitten duidelijk een paar heavy rockers in de band, getuige de soms loodzware psychedelische rockwerken die bijna richting doom metal gaan. Maar de band zweert ook bij fijnzinnige gitaarfolk, bij country en blues.

Door: Robert van Gijssel 13 januari 2016

Dat kan een vrij dramatische want erg wisselvallige plaat opleveren, maar dat is Dying Surfer Meets His Maker geenszins. De band uit Nashville weet compacte rootsliedjes als Dirt Preachers en Open Passageways, opgetuigd met heerlijke en direct meezingbare refreintjes, fraai te rangschikken tussen lange instrumentale rockstukken als het psychedelisch zoemende woestijnepos El Centro. En dan wil gitarist Ben McLeod ook nog even laten horen dat hij een uitmuntende instrumentalist is in bijvoorbeeld Mellowing, een tokkelgitaarlied als een warm bad, dat bijna wel bedoeld móét zijn als eerbetoon aan de meester van de fingerpickers Bert Jansch.

Zo verkent All Them Witches alle uithoeken van de rootsmuziek en weet de band die van een mooi ronde en heavy lading te voorzien, vooral dankzij donker rollende bassen en rauw meppende drums. Een behoorlijk uniek en groovend rootsbandje, dat op 4 maart live valt te beluisteren in het Deventer Burgerweeshuis. We gaan er daarna vast nog veel meer van horen.

Eefje de VisserEefje de Visser – Nachtlicht (Eefjes Platenmaatschappijtje)
Veel lijkt er niet veranderd aan Eefje de Visser. Haar derde album Nachtlicht, dat vrijdag uitkomt, verschijnt opnieuw in eigen beheer. Net als De Koek (2011) en Het Is (2013) brengt de zangeres Nachtlicht uit op haar eigen label, Eefjes Platenmaatschappijtje en, ja natuurlijk zingt ze nog altijd in het Nederlands.

Ze heeft nog altijd die aangenaam zachtmoedig, wat romig klinkende stem en schrijft het liefst liedjes vol poëtische mijmeringen die niet zozeer verhalend als wel associatief zijn. Titels waren altijd al kort, maar kennen nu allemaal slechts één woord.

Mee, Jong, Staan, Wel en Stof heten enkele van de tien nieuwe liedjes en ook die klinken vertrouwd. Raadselachtig en intrigerend tegelijk. En toch is Nachtlicht een heel andere plaat dan de twee voorgangers geworden.

Pusha TPusha T – King Push/Darkest before Dawn: The Prelude (G.O.O.D. / Universal)
Plaat om naar uit te kijken, gepland voor april 2016: King Push van oostkustrapper Pusha T uit Virginia, die doorbrak als helft van het duo Clipse en op eigen titel een van de beste hiphopplaten van 2013 uitbracht (My Name Is My Name). Het korte Darkest Before Dawn (34 minuten) biedt hierop nu al een veelbelovende prelude.

De rappers die 2015 kleur gaven, waren veelal verstandige, beschouwende jongens: fouten gemaakt maar tot inkeer gekomen. Wat dat betreft is het wel lekker om weer eens een echte hardliner als Pusha T aan het werk te horen: gangsta and proud of it. M.P.A. staat hier voor ‘money, pussy, alcohol’. Het zijn ouderwets belangrijke zaken.

Heerlijk grimmig zijn de openingstracks, en ook Got’em Covered en Keep Dealing, met diepe bassen en beats die landen als een hamer op een aambeeld. Imposant is ook de lijst gastbijdragen: Kanye West, Timbaland, A$AP Rocky en een vocale cameo van Jill Scott. King Push schijnt ‘commerciëler’ te worden dan deze rauwe prelude. De vraag is of hij ook beter wordt.

BaronessBaroness – Purple (Abraxan Hymns)
In 2012 eindigde de tournee van de Amerikaanse band Baroness in een drama. De toerbus raakte bij de Engelse stad Bath van de weg en stortte van een viaduct. Het ongeluk hakte er in bij Baroness, zowel fysiek als mentaal. De drummer en bassist zagen zich genoodzaakt te stoppen.

Je zou verwachten dat de nieuwe Baroness een verslag is van de ellende van de afgelopen jaren, maar dat is Purple geenszins. Het vierde studioalbum is een opwindende en optimistische rockplaat, die ondanks het donderende riffwerk nergens verbeten klinkt.

Wat een geweldige rockliedjes schrijft zanger en gitarist John Dyer Baizley toch. Shock Me bijvoorbeeld is een bijna stadionrockend anthem, met prachtig meeschreeuwrefrein. En ook in het balladachtige gevoelswerk is Baroness ijzersterk. Chlorine & Wine, mét piano, is een brullend gezongen maar toch ook best sentimenteel drugs- en liefdesliedje.

En wat is het prettig dat aan Baroness geen enkel genrenaampje kleeft. De band voelt zich kennelijk volkomen vrij om te putten uit een halve eeuw rockgeschiedenis, citeert soms uit de grunge, wijst naar Metallica en knipoogt soms zelfs naar Pink Floyd. Maar Baroness klinkt vooral uniek en als zichzelf. En met een half vernieuwde band toch ook als herboren.

HefHef – 13 (Noah’s Ark)
Het gouden hiphopjaar 2015 leverde in Nederland sterke platen op van met name Fresku en Dazzled Sticks. Bij dat duo voegt de Rotterdamse rapper Hef zich met zijn sterke derde album 13.

Dat er goede muziek op komst was, viel al op te maken uit de outtakes die eerder dit jaar verschenen op de ep Zes en een half, maar luisterend naar 13 begrijp je meteen waarom die stukken moesten afvallen: ze hadden niet gepast op het hechte 13, het meest persoonlijke dat Hef tot dusver opnam.

Niet alleen in zijn introspectieve teksten stelt hij zich kwetsbaar op, met zijn muzikale keuzen doet hij dat ook: 13 is een ingetogen album zonder duidelijke climax of uitschieter, een plaat die deint op golven van weemoed. Zijn raps zijn kalm, monotoon bijna, maar daar worden ze alleen maar indringender van.

Hef vertelt over zijn jeugd en zijn eerste stappen als rapper (‘heb drie zomers moeten sparen voor een microfoon’), over de fouten die hij maakte (‘drugs in de kofferbak, geld op m’n schoot en die ding in de dashboard’), over de dood van een vriend (‘nog een moeder die in tranen is, nog een kleine die zijn vader mist’) maar ook over zijn dankbaarheid voor wat hij nu heeft. Rust, een leven, een dochter.

Op 13 (‘het huisnummer van mijn moeder is 13, misschien daarom’) rapt een goudeerlijke Hef zich rechtstreeks je hart binnen.