Manchester Orchestra speelde zich een paar jaar geleden in de kijker met het album Cope, een verzameling riff-rijke rockwerkjes van een dusdanig hoog niveau dat we het titelnummer van het album van tot IJsbreker bombardeerden. Cope haalde zelfs de eerste plek van de GM. Op het Cope album klonk de band als een kruising tussen Black Sabbath en My Morning Jacket, een uitstekende formule, die wat ons betreft nog tal van mogelijkheden bood.
De band denkt daar zelf blijkbaar anders over. Er van uitgaande dat The Gold representatief is voor het nieuwe album heeft het er alle schijn van dat Manchester Orchestra zijn metal roots heeft afgekapt en de country twang heeft opgeschroefd. Het is overigens niet de eerste keer dat de mannen rigoureus van stiel veranderen. Je zou het bijna een kenmerk kunnen noemen. Het Amerikaanse Manchester Orchestra heet zo omdat men zich aanvankelijk liet inspireren door de Britse stad Manchester met zijn lange en rijke poptraditie, die bands als Joy Division, The Smiths en Oasis heeft voortgebracht. Die invloeden lagen op de eerste twee albums voor het oprapen.
Album 3, Simple Math was duidelijk een overgangsalbum naar een hardere, meer Amerikaanse sound, die op Cope tot volle wasdom kwam. Niks meer aan doen zou je zeggen, maar niet lang na Cope verscheen Hope waarop de zelfde songs een akoestisch jasje kregen aangemeten. “Something completely different” dus, om met Monty Python te spreken. The Gold is dus meer Hope dan Cope, meerstemmig gezongen neo-americana in stijl verwant aan Kurt Vile en in sfeer aan Real Estate. Boeiend en IJsbreker waardig. Het nieuwe album van Manchester Orchestra, A Black Mile To The Surface komt op 28 juli.
LIVEDATUM 02/11 Melkweg, Amsterdam