Kate ‘Tempest’ Calvert is een kleine sensatie in Engeland. Ze is een woordkunstenares, die opereert in het grijze gebied tussen rap en spoken word, tussen song en poëzie. Kate een rapper noemen is maar een kant van haar talent belichten. Naast haar muziek schrijft ze ook toneelstukken en gedichten. Muzikaal lijkt ze net zo beïnvloed door rappers als door beatdichters als John Cooper Clarke en Linton Kwesi Johnson. Kate is dus niet de eerste, die speelt met literaire vormen, maar wel een van de beste. Ze groeide op als een van vijf kinderen in, zoals ze zelf zegt ‘a shitty part of East London’. Als kind was ze redelijk losgeslagen, galg en rad leken haar lot tot ze door een sympathieke docent op het literatuurpad werd gezet. Min of meer in de zelfde tijd ging ze in een platenzaak werken en begonnen de dingen samen te vallen. Kate bezocht de BRIT School Of Performing Acts (net als Adele en Amy Winehouse) en haalde een master Engelse literatuur aan de universiteit van Londen. Optreden doet ze al vanaf haar 16e, ze is nu 30. Haar invloeden lopen van Shakespeare tot Wu Tang Clan, haar teksten zijn sociaal bewogen en vaak autobiografisch, haar stijl mag uniek worden genoemd. Lionmouth Door Knocker is een van de meer ‘poppy’ tracks van Kate’s tweede album, Let Them Eat Chaos en derhalve een prima introductie tot een bijzonder talent.