Live Review: Ray Wilson – Genesis Classic @ Parkstad Limburg Theaters, LIMBURGzaal, Heerlen
12 maart 2017
Tekst & Foto’s Martien Koolen
Ray Wilson (wie kent hem niet?) verzorgde van 1996 tot en met 1998 de vocalen bij de symfonische, progressieve rockgroep Genesis, maar zijn stem is slechts op een Genesis album te horen, namelijk: Calling All Stations, uitgebracht in 1997. Genesis behoorde, samen met Yes en Pink Floyd tot mijn favoriete Engelse rockbands, toen echter in 1978, na het fantastische live album Seconds Out, het muzikale roer bij Genesis omging, haakte ik af. De mainstream, commerciële, soms zelfs poppy muziek die Phil Collins en Co. daarna op de markt bracht, beginnende met …and Then There Were Three, kon mij absoluut niet meer bekoren.
Wilson, oorspronkelijk zanger van de grungeband Stiltskin, treedt vanavond in Heerlen op met een achtkoppige band en brengt een mix van Genesis ‘klassiekers’, eigen nummers van zijn solo albums en covers van o.a. Mike & The Mechanics, Peter Gabriel en Bob Dylan.
Echte Genesis klassiekers, die vanavond gespeeld worden, zijn wat mij betreft echter alleen The Carpet Crawlers (mooi gezongen trouwens) van het laatste studio album met Gabriel, The Lamb Lies Down On Broadway (1974) en Ripples en Entangled van A Trick Of The Tail (1976), het favoriete Genesis album van Wilson. De andere Genesis nummers zoals No Son Of Mine (openingslied van deze avond), That’s All, Follow You Follow Me, Calling All Stations en Mama zijn ‘slechts’ aardige pop/rock deuntjes die mij ook vanavond niet zo kunnen overweldigen.
Vorig jaar is het zesde solo studio album van Wilson verschenen getiteld: Makes Me Think Of Home en hiervan werden natuurlijk ook een paar nummers gespeeld, namelijk: Calvin And Hobbes en de titelsong. Beide songs toonden aan, net zoals de hele avond trouwens, dat er met de strot van de Schotse Wilson niets mis is.
Tijdens het verdere verloop van het concert wordt het publiek, dat niet zo massaal aanwezig is trouwens, nog getrakteerd op twee Peter Gabriel covers (Solsbury Hill en Biko) en als laatste toegift vreemd genoeg een Bob Dylan cover, namelijk het stokoude Knockin’ On Heaven’s Door.
De band was prima, het geluid meer dan uitstekend en het was gewoon een goed rock concert, met een paar verrassingen, vooral de Stiltskin song Inside had ik niet verwacht. Andere hoogtepunten: het gitaarduel in The Dividing Line, de lange versie van Congo (het debuut van zanger Wilson bij Genesis) en Land Of Confusion.
Helaas hebben de thuisblijvers, misschien keken ze liever naar boer zoekt vrouw, wel degelijk iets gemist. Maar toch was het natuurlijk geen echt Genesis Classic avondje, want dan hadden er volgens mijn bescheiden mening toch songs zoals The Return Of The Giant Hogweed, The Knife, The Musical Box, Supper’s Ready Firth Of Fifth of The Cinema Show op de set list moeten staan…