Een jaar of drie geleden kroop Mt. Joy op onze radar met Astrovan, een kleine folksong over grote dromen. Tot verbazing van de makers sloeg het in eigen beheer uitgebrachte nummer flink aan en toen de rook was opgetrokken stonden er 5 miljoen plays op de teller van Spotify. Ook opvolger Sheep, over politiegeweld in de V.S. vond zijn weg naar de fans en de band die eigenlijk op het punt had gestaan om de handdoek in de ring te gooien begon aan een tweede leven. Een zomer vol festivals maakte het vijftal tot een geoliede machine, die velden vol volk stil kon krijgen, of juist niet, afhankelijk van de songs.
Mt. Joy een politieke band noemen gaat misschien wat ver, maar geëngageerd zijn ze zeker. Folk is nog steeds de basis van hun sound, maar de horizon is flink verbreed met elementen uit de blues, rock en indie. Je zou de stijl Americana kunnen noemen als dat genre niet zo sterk zou worden geassocieerd met cowboylaarzen en paardenstaarten. Mt. Joy straalt energie uit en plezier en een duidelijk verlangen om gehoord te worden. De band is geformeerd rond singer-songwriter Matt Quinn en gitarist Sam Cooper. De naam komt van een berg in een nationaal park in Pennsylvania waar Cooper vandaan komt.
Het succes kwam op het juiste moment. Quinn en Cooper, beiden studerend in L.A. zaten voor het dilemma of ze full-time voor de muziek zouden gaan of toch maar advocaat worden zoals hun ouders graag zouden zien. Het lot in de vorm van Astrovan nam de beslissing voor hen en nu ligt er een album vol geïnspireerde songs als Silver Lining door Matt Quinn gezongen met een lichte braam op zijn stem en een urgentie, die dwingt tot luisteren.