Het is een cliché dat een artiest moet lijden om te kunnen creëren, maar zoals de meeste clichés niet onwaar. Het is onmogelijk om het nieuwe album van Nick Cave los te zien van de dood van zijn zoon. En ook niet de bedoeling.
Cave gebruikt zijn kunst om de ramp die hem is overkomen te verwerken en te bevatten. Het daar uitvloeiende album ‘Ghosteen’ wordt al een meesterwerk genoemd. Het zou niemand hebben verbaasd als Cave, zijn muzikale verleden indachtig op zijn nieuwe plaat had geraasd en getierd, zijn onmacht en ongeloof had geuit in woedende songs. Het tegenovergestelde is het geval. Cave klinkt berustend op ‘Ghosteen’. Hij zoekt en lijkt troost te vinden in zijn geloof. Het album is zo persoonlijk dat je je als luisteraar bij tijd en wijle een voyeur voelt, maar het is Cave zelf die zijn verdriet wil delen en zijn lijden artistiek wil uitdrukken.
Van songs als in composities met een kop en een staart is niet echt sprake op ‘Gosheen’. De teksten bepalen de vorm van de liederen waarvan er twee meer dan tien minuten duren. Bright Horses is een van de meer conventionele nummers. Maar eigenlijk moet je ‘Ghosteen’ in zijn geheel ondergaan op een moment dat je er je volle aandacht aan kunt schenken. Zoals het bij een kunstwerk betaamt.
Concerten: 27 januari Muziekgebouw Eindhoven (uitverkocht). 28 januari Concertgebouw De Vereeniging, Nijmegen (uitverkocht).