Voor de aanwezige Nederlanders, die tijdens Haldern Pop 2023 weer in groten getale aanwezig zijn, is het extra leuk dat het festival op de donderdag wordt geopend door
Get Jealous, in de Haldern Pop Bar. De springerige punkrock van het trio met Nederlandse zanger Otto Rasva en twee Duitse handlangers komt goed uit de verf in het volle café. Rasva is vorig jaar verhuisd naar Hamburg, waar de bandgenoten graag weer naartoe wilden, nadat het gezelschap samen studeerde in Enschede. Get Jealous’ enthousiasme is aanstekelijk en de band verricht een prima aftrap van een regenachtige editie van het Duitse festival, dat een jubileum beleeft: 40 jaar de crème de la crème van de indiepop en -rock in het prachtige Haldern.
Tekst Pieter Vissscher, foto’s Sander Brugman
Susan O’Neill mag het bal openen in de kerk van Haldern, waar het soulvolle stemgeluid van de Ierse geweldig uit de verf komt, op piano ondersteund door haar landgenoot Mick Flannery, die ook de nodige vocalen voor zijn rekening neemt. De gevoelige folkrock van Alela Diane uit Californië maakt niet minder indruk in de volle kathedraal met zijn geweldige akoestische mogelijkheden. De Amerikaanse heeft al genoeg aan een akoestische gitaar om te imponeren. De donderdag is regenachtig, maar ook zonnig zo nu en dan. De regen wint weliswaar, maar Haldern heeft vooral overdekte podia. Een poncho en laarzen zijn voldoende om geen centje pijn te hebben.
In de uitpuilende spiegeltent is Nation Of Language uit New York een van de hoogtepunten van Haldern Pop 2023 dag 1. Vrij jong trio nog, met een volwassen, sterk op de jaren 80 teruggrijpende sound. Joy Division, A-ha, Simple Minds, OMD en Kraftwerk zijn referenties, maar wat te denken van het vroege Depeche Mode (Vince Clarke,
Speak & Spell, 1981), A Flog Of Seagulls, New Order en The Cure. Blikvanger is Ian Richard Devaney , wiens stem al die extra galm niet eens nodig lijkt te hebben. Hij zingt gemakkelijk, hangt zo nu en dan een gitaar om z’n nek en heeft betrekkelijk weinig interactie met z’n bassist en toetseniste, alsook met het publiek, dat in groten getale de spiegeltent bevolkt. Dat maakt allemaal niet zo gek veel uit, want een attitude als deze staat de muziek van het trio veel beter. “Something that I really like about this festival is that there are so many kids here”, meldt toetseniste Aidan Noell over het steevast erg jonge kroost dat in hangzakken vaders en moeders afpeigert of in plassen springt of duikt in het Haldernse. Net uit de buik en hup richting festival. De indiedoctrine start vroeg en dat is positief. Haldern Pop is misschien wel het kindvriendelijkste festival ter wereld, terwijl er acts geprogrammeerd staan die negen van de tien keer ongekend ver verwijderd zijn van het geluid dat de jongsten op het veld zou kunnen aanspreken; de Taylor Swifts, Beyoncés, Pinks en Coldplays van deze wereld. Blijft prachtig om te zien.
Op het hoofdpodium heeft Tom Odell geregeld het venijnige van Finn Andrews van The Veils in z’n stem. Hoorden we dat eerder? De Brit, 32 inmiddels, is vocaal flink gegroeid in de loop der jaren. Odell heeft een weide vol isolatieduitsers voor zich staan. Toeschouwers die heerlijk dicht bij elkaar staan om de afnemende temperatuur eenvoudig het hoofd te kunnen bieden. Het regent weliswaar niet, zo rond een uur of elf in de avond, maar de temperatuur is flink afgenomen. De zomer in Duitsland is net zo grillig als die in Nederland. Het is opeens tien minuten droog en dan zie je om je heen dat mensen daar toch wat nerveus van worden. Neerslag went. Net zoals een Tom Odell in grandioze topvorm. Niet te vergelijken met zijn show op Pinkpop een paar maanden eerder. Odell is vinniger en ook bijtender dan ooit en al die energie spat van de planken af. Het is zelfs zo overtuigend dat hij het zich kan permitteren grote hit Another Love te laten liggen. Maar dat gebeurt niet. We hebben er vrede mee.
Vrijdag
In de uitpuilende Haldern Pop Bar laat het Engelse Divorce een ontregelend geluid horen, waarop de kaplaarsyuppen die we gister op de uiterst drassige wei voor het hoofdpodium ontwaarden een dansje proberen. Dat is geen sinecure, zo blijkt. De tweestemmige ballads van de indiefolkformatie uit Nottingham lenen zich daar sowieso niet voor. De stem van Tiger Cohen-Towell springt erbovenuit. Muzikaal laveert het kwartet tussen pakweg Wilco en Big Thief.
In de Jugendheim, een podium waar hoogstwaarschijnlijk ook bingoavonden worden georganiseerd en het plaatselijke amateurtoneel zich kan uitleven, staat Duitser Rolf Blumig (foto) op de planken. Volle bak! De katholieke kerk resideert er bovendien lezen we op de posters die er hangen. Lekker volle zaal dus voor het sympathieke kwartet, dat bestaat uit vier muzikanten. Singer-songwriter Blumig heeft als band twee heren met dezelfde Spinal Tap-achtige kapsels die ook niet zouden misstaan bij ADO Den Haag op de tribune. Al zag je die look wat vaker in de jaren 80. Opvallend is dat de fanatieke, technisch sterke drumster juist een vlot, lekker kort kapsel heeft. De vier komen uit plaatsen als Leipzig en Bremen en leerden elkaar kennen tijdens hun studie in Essen, waar de drumster percussie studeerde. Blumig is geen geboren zanger, maar dat vergeef je ‘m terstond omdat je ziet dat hij extra zijn best doet. Zo nu en dan zie je de toetsenist en bassist wel even naar ‘m loeren omdat ze verbaasd lijken om hetgeen hij vocaal met zijn gehoor deelt. Al herpakt Blumig zich in het verloop van het optreden. Even op stoom komen? De band heeft een tafeltje met merchandise waar we een divers boeket aan kledij ontdekken; van gedateerde polo’s tot allerhande T-shirts in diverse kleuren. Versierd met Kamagurka-achtige tekeningen, terwijl de bandnaam veelal schittert door afwezigheid. Het tekent de eigenzinnigheid van het psychedelische viertal, dat zo nu en dan en met behoorlijk wat fantasie en paddenstoelen aan King Gizzard & The Lizard Wizard doet denken. Muzikaal wel minder spannend. Wel gezellig en het is goed te zien dat ze er zelf veel plezier in hebben.
Sicherheit is een beklijvende song. Geregeld heeft het wat weg van een pastiche op pop en rock. Gelijk Spinal Tap. Er wordt geregeld gedanst, of op z’n minst wat bewogen. Dat is wat waard en daarom belonen we de set met een 6 +.
Heel wat anders is cellist Gaspar Claus, in de schitterende kerk van Haldern. Indrukwekkende neoklassieke klanken ook uit de toetsen van zijn pianist. Het applaus klatert werkelijk oorverdovend hard vanaf de volle kerkbanken na elk nummer. Heel erg rijke muziek. Meeslepend, meesterlijke melodieën en een geluid om in te lijsten. Wat een schoonheid, wat een klasse. Alles ademt pure perfectie. Binnen het neoklassieke spectrum is dat meer dan geoorloofd.
Wanneer je het hitje Tennis van het uit Liverpool afkomstige Courting hoort, weet je meteen weer waarom het zo’n interessante band is. Ja, uit het muziekbolwerk van The Beatles. Terwijl weinig refereert aan het geluid van The Fab Four. Courting verwerkt heel speels een stukje van I Love It van Icona Pop door een van hun songs waarmee meteen wordt onderstreept hoe frivool de podiumpresentatie van de band is. Poppy nummers worden afgewisseld met stevige indierock waarin de af en toe furieus zingende Sean Murphy-O’Neill alle agressie laat horen die in hem zit. Courting is een stel jonge gasten in klassieke bandopstelling. Veel bravoure en net zo veel goeie liedjes. “This is our second time at the Haldern Pop Festival. Thank you. Very nice!”, lacht Murphy-O’Neill. Laten we de sound een mix noemen van Blur, Maccabees en – in de verte – The Strokes. Het wordt tijd voor de grote doorbraak. Alle ingrediënten zijn immers aanwezig. Ze sluiten af met een track die The Sex Pistols ook wel hadden willen schrijven. “Lekker bandje hoor!”, roept uw fotograaf.
Katy J Pearson is een bescheiden, wat timide jonge vrouw, die een mooie band om zich heen heeft geformeerd om haar prima indiepopliedjes vorm te geven. Gitarist die de tweede stem doet. Pearson heeft het eigenlijk niet eens nodig. Ze is het Amerikaanse antwoord op Pip Blom, volgens collega Brugman. Hij heeft geregeld gelijk. De Britse heeft een wat vlakke afsluiter in petto. Had Pip mogelijk anders ingevuld. Niettemin 7 -.
Op het hoofdpodium is het een kleine minuut later de beurt aan Olivia Dean, uit Engeland. Ze werkte in het verleden met Rudimental. Ze is alles wat Amy – niets dan goeds over de doden – Winehouse ooit is geweest, maar dan zelfs een paar klassen beter. Zálige, soulvolle stem en werkelijk glas- en glaszuiver. Het songmateriaal ligt in het verlengde van dat van Winehouse. Een duidelijke inspiratiebron heeft Dean zich weleens laten ontvallen. Hoewel een song van het niveau Back To Black ontbreekt. Dean kan weleens een heel grote dame worden wanneer ze dit extreem hoge niveau weet voort te zetten. Ze is wars van opsmuk en maniertjes en praat ook nog eens makkelijk en gezellig. Sublieme band met alles erop en eraan vasthouden en the world is hers. Óngekende klasse. Before We Get To Deep; waar zou ze het over hebben? Olivia, a star is born! Sterker: ze heeft álles in zich om de grootste artiest van de aankomende pakweg twintig jaar te worden. Wat een ontdekking!
En dan Gurriers (foto) erachteraan. Op de koop toe. Waardoor we extra verwend worden in Haldern. De spiegeltent verandert in no time in een grote pogo, waaraan zanger Dan Hoff maar al te graag even deelneemt. Gurriers’ explosieve noiserock is aanstekelijk en loopt over van de kwaliteit. Erg veel goeie postpunkliedjes. Iets wat absoluut geen zekerheidje is binnen het genre. Dublin stond al op de kaart en nu nóg wat steviger. Is Nirvana een inspiratiebron geweest? Jawel.
Wat minder beklijvend is de indierock van Porridge Radio, dat evenwel de massa voor het hoofdpodium in beweging weet te brengen. Een pogo zit er niet in. We nemen genoegen met heupwiegen en wat ander bedenkelijk gefrommel op de vierkante meter. Genoeg goeie liedjes om uiteindelijk tevreden blikken te zien in het publiek.
Stuk steviger gaat het eraan toe bij Die Nerven uit prachtig Duitsland. Tijdens de soundcheck wordt gespeeld met tracks van Talking Heads, Toto en Led Zeppelin en hoor je aan alles dat de band er zin in heeft. Dat klopt dan ook. De melodieuze postpunk van Die Nerven is veel te goed om nog voornamelijk in Duitsland potten te breken. Dit is universele punkrock die een heel erg breed publiek verdient.
Wat ook geldt voor het uit België (Wallonië) afkomstige Glauque, dat een verbluffende indruk maakt op het hoofdpodium. De Franstalige formatie zoekt de mogelijkheden op binnen de elektronica en hiphop en vindt daarbinnen een nichegeluid dat ronduit verslavend is. Geweldige zangers, dito beats en soundscapes. Debuutalbum onderweg. Wat een triomf!
En wát een opmaat naar de winnaar van de vrijdag: Low Cut Connie (foto) uit Philadelphia. Dit is je állerreinste rock-‘n-roll en met dérmate veel passie gespeeld dat het nog nooit zo zweterig is geweest in de spiegeltent. Waar niet alleen de charismatische zanger Adam Weiner de show speelt, maar ook de spectaculair ogende gitariste en dame met tamboerijn. Beiden hebben ook nog eens een uitstekende stem waardoor je nog meer wordt gegrepen door de sound van de formatie. Weiner duikt het publiek in en we zien dat de security daar steeds minder enthousiast van wordt. In tegenstelling tot de uitzinnige massa in de tent. Wat wordt onvervalste rock-‘n-roll hier toch weer ongenadig goed en hard op de kaart gezet. We noteren een tien met een griffel. Cum laude geslaagd.
Zaterdag
Grappig moment met singer-songwriter Childe uit Engeland aan het begin van de zaterdagmiddag in de Haldern Pop Bar, het muziekcafé midden in het dorp. Er wordt flink geapplaudisseerd wanneer de zanger z’n eerste nummer afrondt, terwijl Childe bezweert dat hij nog met z’n soundcheck aan de gang is. Hij grijnst en heeft meteen de lachers op zijn hand. Muzikaal is-ie geen lachebekje, die Childe. Nummers over liefdesverdriet en zielenpijn passeren de revue. Childe schuwt de dramatiek niet – ‘Got a deathwish, if you can believe it’ – en heeft een timbre dat zich daar wel voor leent. Op een bepaald moment mis je een drummer en ook een bassist. En misschien een achtergrondzangeres, die Childe zo nu en dan even een vlotte aai over z’n bol geeft. Er is hoop, zegt de bumpersticker. Korrelatie dag en nacht paraat.
De Japanse noiserock/metalformatie Bo Ningen (foto) schuwt de galm en reverb niet in het volle Jugendheim, waar de al tien jaar in Londen wonende formatie een rockshow neerzet waar erg veel aan klopt. Een spervuur aan meedogenloze riffs en noise zorgt ervoor dat oordoppen noodzakelijk zijn. Wie die niet mee heeft is genoodzaakt de toko te ontvluchten. Bo Ningen giert door geluidsbarrières als F 16’s die opstijgen vanuit Leeuwarden. Dit is metal die veel harder is dan wat Motörhead ooit op plaat heeft gezet en nog melodieuzer ook. Sorry, Lemmy. Terwijl de kapsels van de Japanners en Lemmy sterk overlappen. Hier zijn salons in Engeland niet rijk van geworden. Laten groeien die handel. Er moeten op maandbasis liters shampoo doorheen worden gejaagd.
“Life is a bitch, but I like it so much”, zingt de prachtige Lia Metcalfe, frontvrouw van de Engelse band The Mysterines uit het mooie Liverpool in de gelijknamige track. En wát een track! Stuk melodieuzere rock dan de wat punky sound van Bipolar Feminin, dat even ervoor in de spiegeltent heeft gespeeld. The Mysterines heeft er zin in en heeft met de stoere zangeres/gitarist natuurlijk goud in handen. Het is hoegenaamd droog in Haldern na een zonnige ochtend en voormiddag en na een fikse bui waardoor liefhebbers weer even vol overgave in plassen hebben kunnen stampen.
Van de ene naar de andere vrouw met Sylvie Kreusch in de spiegeltent. De Belgische maakt er een feest van met haar pakkende indiepop en -rock. Kreusch, voormalig fotomodel, maakte al furore met Warhaus en ze bewijst op eigen benen een minstens zo volwassen sound neer te kunnen zetten. Werk van Montbray, Kreusch’ solodebuut van twee jaar terug, valt uitstekend in de smaak in Haldern. Er is veel interactie tussen haar en de enthousiaste, flink meezingende meute voor het podium. Kreusch wint erg veel zieltjes in Duitsland.
Wat mogelijk ook opgeld doet voor Willy J Healy, die met zijn opvallende rode mutsje, gelijk aan dat van Drukwerks Harry Slinger, countrygeoriënteerde rockliedjes laat horen. Niet overdreven spannend, wel onderhoudend. Als mooie aanloop naar Lanterns On The Lake, uit Newcastle upon Tyne, Engeland. Zangeres Hazel Wilde rept over een “gorgeous festival” en slaat daarmee de spijker op de kop. Haldern Pop is nog altijd het charmantste festival ter wereld en dan ook nog eens met de meeste muzikale kwaliteit. De ongedwongen sfeer, de Duitse gastvrijheid en de speelse opzet van de diverse podia maken het allemaal wat extra bijzonder. Lanterns On The Lake is zo’n band die goed past binnen het immer spannende en onderscheidende palet aan bands. Indierock met een ziel.
Baby Volcano komt uit Tsjechië en verrast de spiegeltent met Spaanstalige en Franstalige, met veel harde beats gebrachte hiphop. Rapster/zangeres Lorena Stadelmann heeft qua uiterlijk en beweeglijkheid behoorlijk wat weg van de Israëlische songfestivaldeelneemster Noa Kirel. Maar dan tien keer feller. Ze wordt geflankeerd door twee jongemannen achter de nodige knoppen. Act maakte eerder dit jaar al indruk op Roskilde en weet ook Haldern in te pakken. Niet in de laatste plaats door Stadelmann. Ze loopt een meter of honderd door het publiek. Er lijkt geen eind aan te komen. Security opnieuw van slag. Baby Volcano is onderscheidend en in your face en doet soms zelfs aan het Zuid-Afrikaanse Die Antwoord denken.
Mooie aanloop naar toetsenbordwonder Hania Rani uit Polen. Ze heeft piano en synthesizers tot haar beschikking en maakt daar gretig gebruik van. Stemmig, uitbundig en daar tussenin vindt ze haar weg in een fraai opgebouwde set. De Poolse zingt er ook nog bij, af en toe. Fraai, bovendien.
“We come from London. We’re Famous”, zegt zanger Jack Merrett na drie nummers van zijn band. Famous is populair in Duitsland. Er staat een rij vanjewelste voor de spiegeltent. Fans met inbrengdrang, zo te zien. Het Duitse bier is ook nog eens voortreffelijk. Zin in het postpunkgeweld van de Britten, met hun overactieve gitarist. We’re Famous! Niet voor niets dus.
Mooie aanloop naar de Ier Glen Hansard op het hoofdpodium. Kind aan huis in Haldern en net zo goed als anders. De voormalig zanger en gitarist van The Frames en The Swell Season komt eind van dit jaar naar Koninklijk Theater Carré in Amsterdam en dat belooft veel goeds. Blijft een singer-songwriter om in te lijsten. En dan kunnen we ons ook nog verheugen op Protomartyr dat ‘s nachts vanaf 01.30 uur wederom een uur lang laat horen waarom ook Amerika zo’n belangrijk postpunkland is. Polacrilex Kid van het onlangs verschenen, opnieuw formidabele album Formal Growth In The Desert is een van de tracks waarvoor je wakker bent gebleven na drie dagen festival. Protomartyr trekt nog eenmaal alle energie uit de lijven in de spiegeltent, na een Haldern Pop dat andermaal bewijst misschien wel het beste festival ter wereld te zijn. Met of zonder regen.