Pinguin Radio Volkskrant

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #12

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.BjarkiBjarki – B (Trip)
De IJslandse technoproducer Bjarki is de man om in de gaten te houden in het donkere wereldje van de wat introvertere clubcultuur. De Russische dj en producer Nina Kraviz is fan en tekende Bjarki dus op haar mooie Trip-label. En Bjarki’s B is echt veelbelovend.

Door: Robert van Gijssel 19 augustus 2016

Hij put uit roemrijke – vooral Berlijnse – techno uit de jaren tachtig en negentig, en weet die aanstekelijk te maken met middelen waar technopuristen van nu vermoedelijk wat moeite mee hebben. Bjarki samplet – heerlijk ouderwets maar o zo lekker – catchy vocale speelfilmfragmentjes, fluitjes en buitenopnamen in zijn bonkende dansvloertracks, waardoor je nummers als Travel In Space niet snel meer uit je hoofd krijgt.

Bij de zich knap evoluerende track The Lover That You Are worden we teruggeworpen in het tijdperk van de ‘big beat’ en de ‘intelligent dance music’ van de nineties, maar ook de acid steekt de kop op met venijnige bliepjes uit de eerbiedwaardige Roland TB-303 bassynthesizer. Een leuke toegankelijke technoplaat.

Lisa HanniganLisa Hannigan – At Swim (Hoop/PIAS)
Tien tot veertien jaar geleden zong de Ierse zangeres Lisa Hannigan de mooiste liedjes van Damien Rice (I Remember, 9 Lives). Inmiddels is ze aan haar derde soloplaat toe en is niet alleen de samenwerking, maar ook de vriendschap met Rice voorbij.

Door: Menno Pot 19 augustus 2016

Misschien had op de hoes van At Swim, naast die van Hannigan (35), de naam Aaron Dessner moeten staan. De alleskunner van The National benaderde Hannigan vanuit het niets. Het bleek haar redding: Hannigan zwierf op dat moment door Europa, somber en zonder inspiratie. De opvolger van het mooie Passenger (2011) wilde maar niet komen.

Dessner drukte zijn stempel op At Swim: hij produceerde, arrangeerde en schreef mee. Het leverde een folky album van onnadrukkelijke pracht op, veel donkerder en melancholieker dan Hannigans eerdere platen (songtitels als Prayer for the Dying en Funeral Suit spreken wat dat betreft boekdelen). Maar zwaar op de maag ligt het nooit.

Het is eerder een troostrijke plaat geworden (prachtig madrigaaltje in Anahorish, overal fonkelende melodieën), gracieus gearrangeerd en zó gevoelvol gezongen door Hannigan, met haar fluweelzachte stem, dat de tijd even stil lijkt te staan. In november komt Hannigan naar Crossing Border in Den Haag.

Thee Oh SeesThee Oh Sees – A Weird Exits (Dead Oceans/Konkurrent)
Weinig bands zijn zo wonderlijk productief als Thee Oh Sees, de rockband uit San Francisco die de eeuwig rusteloze John Dwyer als enige permanente bandlid heeft en zondagavond de bandprogrammering van Lowlands afsluit.

Door: Menno Pot 19 augustus 2016

A Weird Exits is (wanneer je de eerste jaren als Orinoka Crash Suite meetelt) het zeventiende studioalbum sinds 2003. Bij Dwyer lijkt de taperecorder continu te draaien, zodat we haast realtime de ontwikkeling hebben kunnen volgen: van eenvoudige garageband tot psychedelische rockband met heel wat meer kleuren op het palet.

Het sterke A Weird Exits heeft een weids psychedelisch rockgeluid, vrij lange maar goed uitgewerkte composities én een bedwelmend orgeltje. Hoewel de jams van Thee Oh Sees zelden zo vrijelijk meanderden als hier, nemen de stukken vaak tóch de vorm aan van een song, zoals in Plastic Plant.
Zouden Dwyer en de zijnen het Australische King Gizzard & The Lizard Wizard überhaupt kennen? Nog zo’n stel psychedelische voetzoekers dat in hoog tempo platen afvuurt, al zijn Thee Oh Sees iets heavier.

Factory FloorFactory Floor – 25 25 (DFA/PIAS)
Blonk het trio Factory Floor op het titelloze debuut nog echt als een dansbaar elektropopbandje, op opvolger 25 25 overheerst het machinale dancegevoel, bij hoekige drumcomputers en dikke bassynthesizers. Het live gespeelde drumwerk is kennelijk afgeschaft, Factory Floor is een duo geworden en de vocalen van vooral de vrouwelijke helft, Nik Colk Void, beperken zich tot raadselachtige korte samplestootjes.

Door: Robert van Gijssel 2 september 2016

Maar tjonge, wat is dit 25 25 een verslavende dansplaat. De inspiraties zijn dezelfde als voorheen: synthpop en postpunk uit de jaren tachtig, New Order, kale techno (het liefst uit Detroit) en acid, natuurlijk.

Nummers als de gelijk al feestelijke openingstrack Meet Me at the End lijken eenvoudig opgebouwd: synthlijntje, kale en dwingende vierkwartsbeat, paar rare stemmetjes. Maar wat wordt er subtiel gemixt en aan de filterknoppen gedraaid. Een extra tik op een hihat is in zo’n tranceachtige track al snel een stormachtige ontwikkeling. Een donker electrowerkje als Dial Me In houdt je vanaf de eerste seconde met je hoofd tussen de luidsprekers. En de zaagtand-synthesizers in Ya gaan ook echt dwars door je heen. Een misschien niet vernieuwende, maar wel steengoede jaarlijstplaat.

Mozes And The FirstbornMozes and the Firstborn – Great Pile Of Nothing (Top Notch)
In Nederland deed het lekker meeschreeuwliedje I Got Skills het een paar jaar geleden al heel aardig. Maar ook internationaal is de Eindhovense band Mozes and the Firstborn met zijn aanstekelijke garagerock stilaan bekend geworden. Het Amerikaanse label Burger Records, bracht het debuutalbum Mozes and the Firstborn (2013) uit – zelfs op cassette – en er waren tournees door de Verenigde Staten.

Door: Gijsbert Kamer 2 september 2016

Dan zou je denken: die band ragt lekker door en knalt er op hun tweede album nog even een paar garagebeukers tegenaan. Zo horen ze dat bij het übercoole Burger immers graag. Misschien was dat aanvankelijk ook de bedoeling. Er werd een tweede plaat opgenomen, maar die kwam nooit uit. Al laat de begin dit jaar verschenen ep Power Ranger de band nog wel van zijn ruigere kant horen. Ruiger in elk geval dan op het nu dan toch verschenen tweede album, Great Pile of Nothing, waarop Power Ranger het enige nummer van die ep is.

Felle garagepunk ontbreekt op Great Pile of Nothing; ervoor in de plaats is een reeks prachtige, vaak melancholieke gitaarpopliedjes gekomen. Zanger-gitarist Melle Dielesen is in alle opzichten beter geworden en drummer Raven Aartsen heeft het rauwe maar warme gitaargeluid knap weten te produceren.

Het geluid van Mozes and the Firstborn is onmiskenbaar geworteld in de jaren negentig. Voortdurend schieten namen van Buffalo Tom, The Lemonheads, Sebadoh en Weezer door je hoofd. Maar liedjes als Land of 1000 Dreams en Crawl gaan steeds meer op zichzelf staan. Dielesen legt veel gevoel in zijn zang, die vaak wordt ondersteund door fraaie melodische gitaarlijnen. Great Pile of Nothing is een ingetogen, mooie liedjesplaat.

Wild BeastsWild Beasts – Boy King (Domino)
Stilaan is het Britse Wild Beasts uitgegroeid tot een van de betere, naar avontuur blijven zoekende popgroepen van Groot-Brittannië. Hun vijfde album Boy King is voorlopig ook hun beste. Kon je de band ten tijde van hun debuutalbum Limbo, Panto (2008) met een beetje goede wil nog indelen in het grote gezelschap van de Britse indie-gitaren, gaandeweg is hun geluid grootser geworden en kregen de arrangementen steeds meer grandeur.

Door: Gijsbert Kamer 12 augustus 2016

Wat altijd is gebleven is de bijzondere zang van de twee bandleiders Hayden Thorpe en Tom Fleming. Thorpe met de hoge falset, die aanvankelijk schatplichtig leek aan Morrissey maar steeds meer richting het geluid van Matt Bellamy van Muse is gekropen. En Fleming met zijn donkere bariton. Samen leverde dat voortdurend een mooi spanningsveld op.

Op Boy King is het toch Thorpe die de belangrijkste zangpartijen voor zijn rekening neemt. Die hoge, wat geëxalteerde stem past ook het best bij de elektronische arrangementen die op Boy King de overhand hebben. Ze klinken donker zoals op het vorige album Present Tense (2014), maar de nummers zijn puntiger en vaak voorzien van diep funkende baslijnen.

Big Cat, Ponytail en de wonderschone sobere afsluiter Dreamliner behoren tot de beste liedjes van de band, terwijl de teksten meer dan voorheen tot nadenken stemmen. De band onderzoekt in liedjes met titels als Alpha Female en Eat Your Heart Out Adonis voor hun bekende thema’s als seksualiteit, gender en man-vrouwverhoudingen. De muziek die ze daarvoor gebruiken klinkt dwingender dan ooit.

Max RomeoMax Romeo – Horror Zone (Nu Roots)
De wereld staat aan de rand van de afgrond – voor die constatering hoef je niet te beschikken over profetische gaven. Een beetje door de krant bladeren is genoeg. Maar als Max Romeo zegt dat het einde nabij is, komt dat toch hard aan.

Door: Robert van Gijssel 27 juli 2016

Veertig jaar geleden namelijk deed de Jamaicaan ons op zijn plaat War Ina Babylon de belofte dat hij de duivel zou verjagen, in de reggaeklassieker Chase the Devil. Het zou goedkomen, voorspelde Romeo: ‘Him can’t stand up to Jah Jah son.’ Het liep anders. Op zijn hartverscheurende nieuwe plaat Horror Zone, in thematiek de opvolger van War Ina Babylon, lijkt Romeo ten prooi gevallen aan defaitisme. ‘What if this was the start of the Armageddon’, zingt de 71-jarige in een mooie oudere mannenstem. ‘Tell me, would you be prepared?’

Horror Zone is een laatste waarschuwing van Romeo aan de wereld. Op de platenhoes zien we een vrouw met kind wegrennen uit een inferno. En vrijwel alle nummers gaan over haat, vernietiging en oorlog. In The Sound of War bezingt Romeo de meest betreurde slachtoffers van oorlogen en aanslagen: de kinderen die hun toekomst verliezen. Wat hen rest is het verdoemde Babylon, het gevreesde rijk uit de rastafilosofie.

Maar godallemachtig, wat klinken Romeo’s onheilstijdingen lekker. Voor Horror Zone werd Romeo verenigd met zijn muzikale partner uit de jaren zeventig, de reggae- en dubgod Lee Scratch Perry. De productie is zwaarlijvig en vol van onderbuikbassen en vet koper in de accenten. Producer Daniel Boyle, ook al zo’n verlichte reggaeheld, gebruikte zo veel mogelijk studioapparatuur uit de reggaehoogtijdagen en daaraan danken wij deze analoge en een tikje nostalgische rootsreggae waarvan er helaas nog maar bitter weinig wordt gemaakt.
Toch is Horror Zone ook vernieuwend. Luister naar de neoklassieke strijkers in het intro van The Sound of War en naar de koperarrangementen in slotnummer Give Thanks To Jehovah. Schitterend mooi en op de valreep ook nog hoopvol. Kijk elke ochtend naar de zon die de duisternis ontstijgt, zingt Romeo. En houd moed.

Stephen SteinbrinkStephen Steinbrink – Anagrams (Melodic/Konkurrent)
Heerlijk zomerliedje: Absent Mind van de middentwintiger Stephen Steinbrink, afkomstig uit Phoenix, Arizona, maar inmiddels opererend vanuit de staat Washington.

Door: Menno Pot 27 juli 2016

Het is het type popliedje dat al duizenden keren is geschreven, maar nog steeds onmisbaar is: kwinkelerend gitaartje, bitterzoete tekst, dromerig lichte melodie, alsof Elliott Smith op een schaduwplekje in het park zit te jammen met Teenage Fanclub. En dan dat romantische Beach Boys-refreintje.
Absent Mind opent Steinbrinks nieuwe album Anagrams. Hij maakte veel platen in eigen beheer, maar Arranged Waves (2014) was de eerste die ook buiten zijn eigen kring opviel en goed verkrijgbaar was. Anagrams is het eerste dat hij niet in de spreekwoordelijke slaapkamer opnam, maar in een echte studio.

Het heldere hifistudiogeluid past Steinbrinks liedjes uitstekend, zeker omdat hij steeds minder de akoestische singer-songwriter is en steeds meer frontman van zijn eigen indiepopbandje in de lijn van bijvoorbeeld Ultimate Painting. Het moet hem de waardering van een breder publiek kunnen opleveren.

Frank OceanFrank Ocean – Blond (Boys Don’t Cry)
Maandenlang is ernaar uitgekeken: er stond een nieuw album van Frank Ocean op stapel. Maar wanneer en hoe dat zou verschijnen bleef onduidelijk. De Amerikaanse soulzanger en producer had voor de opvolger van zijn prachtige album Channel Orange (2012) duidelijk de tijd genomen. En hij kreeg er gaandeweg steeds meer aardigheid in met vage berichtjes op sociale media iedereen op het verkeerde been te zetten.

Door: Gijsbert Kamer 23 augustus 2016

Zo zaten we hier een paar weken geleden nog een halve nacht naar een videostream in zwart-wit te kijken van een loods waarin iemand die veel weg had van Frank Ocean een soort lesje houtbewerking aan het geven was. Maar muziek kwam er niet.
Afgelopen donderdagnacht wel. Eindelijk. Alleen (nog) niet voor iedereen toegankelijk. Op de met Spotify concurrerende streamingservice Apple Music verscheen ineens het album Endless van Frank Ocean. Geen gewoon album, maar een ‘visueel album’, zo bleek. Endless was een lange, drie kwartier durende videoclip. Opgenomen in dezelfde loods waarin we Ocean een paar weken eerder hadden gezien.

INEENS TWEE ALBUMS
De achttien nummers op Endless zijn meer schetsen en aanzetten tot liedjes dan afgeronde nummers. Met de beelden erbij van Ocean die met enige hulp een wenteltrap aan het bouwen is, lijkt hij met Endless vooral te willen benadrukken dat het scheppen van een kunstwerk een langdurig proces is. De muziek op Endless is net als de trap niet klaar, en bij allebei vraag je je af wat Ocean er eigenlijk mee wil.
Flarden van liedjes die ontstaan en verdwijnen, zwevende elektronica en impressionistische stukjes gitaar: Ocean intrigeert, maar zijn zwelgen in vaagheden irriteert ook een beetje.

Imponeren doet hij meer op het twee dagen later verschenen Blond. Ook dit album was er ineens, onaangekondigd maar vooralsnog ook alleen op Apple Music en iTunes (louter in zijn geheel) te downloaden. Dit lijkt meer op het ‘echte’ vervolg op Channel Orange. De liedjes lijken meer afgerond, al ontbreekt het op het eerste gehoor aan echt pakkende liedjes zoals Thinking About You en Lost.

RUIMTE VOOR DE STEM
Aan liedjes met kop, staart en refrein doet Ocean blijkbaar niet meer. De meeste van de zeventien nummers zijn beatloos en worden gedragen door sobere elektrische gitaarnoten of spaarzame synths. Oceans stem krijgt alle ruimte, die hij ook neemt door in ieder liedje van toon, stijl en volume te wisselen.
Het belangrijkste thema op Blond lijkt het verlies van jeugdige onschuld en de moeizame weg naar volwassenheid, en Ocean bezingt alles in ieder liedje heel knap met een net iets andere stem.

Het veelvoud aan gasten, van Beyoncé tot Radioheads Jonny Greenwood, is op Outkast-rapper André 3000 na nauwelijks te traceren. Wat je hoort is vooral Oceans steeds weer andere stem met sobere, nooit opdringerige begeleiding. Best even wennen, dit gebrek aan meezingbare refreintjes. Maar anders dan Endless intrigeert Blond bij iedere beluistering meer.

Ryley WalkerRyley Walker – Golden Sings That Have Been Sung (Dead Oceans/Konkurrent)
Walker neemt er in ieder nummer de tijd voor om zijn punt te maken, maar het geduld wordt rijkelijk beloond.

Door: Gijsbert Kamer 24 augustus 2016

Eigenlijk was alles goed aan het album Primrose Green van de Amerikaanse singer/songwriter Ryley Walker. Alleen die intense, door merg en been gaande stembuigingen al. En dan die spannende met jazzakkoorden doorspekte arrangementen: geen saai moment in te bespeuren.

Het probleem was echter dat je niet naar de plaat kon luisteren zonder aan Tim Buckley te denken. Stem, sfeer, klankbeeld: Walker had wel heel erg goed naar de legendarische zanger geluisterd.
Niet dat die invloed op Walkers nieuwe plaat Golden Sings That Have Been Sung helemaal weg is, maar de uit Chicago afkomstige zanger lijkt zijn eigen geluid inmiddels toch gevonden te hebben. En dat is wonderschoon. Jazz, folk en blues komen hier prachtig samen in acht lange stukken die samen iets bezwerends krijgen. Even wennen, want Walker neemt er in ieder nummer de tijd voor om zijn punt te maken, maar het geduld wordt rijkelijk beloond.