Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.Jean-Michel Jarre – Oxygene 3 (Sony Music)
Jean-Michel Jarre is bijna 70 maar ziet er op recente foto’s uit als een kerel van halverwege de 40, dus zo vreemd is het niet dat de Franse synthesizerpionier weigert het rustig aan te doen. Het afgelopen jaar verschenen twee verrassend leuke platen, getiteld Electronica 1 en Electronica 2, waarop Jarre de samenwerking zocht met synthpopduo’s (Pet Shop Boys), oude rockers (Pete Townshend) en trance-dj’s (Armin van Buuren). En nu verrast Jarre ons nog eens met een nieuw deel uit zijn in de jaren zeventig afgetrapte serie Oxygene. Wat een eerbiedwaardige productiviteit.
Door: Robert van Gijssel 2 december 2016
Met Oxygene uit 1976 maakte Jarre een van de eerste puur elektronische popplaten. Jarre wilde na een aantal ondoorgrondelijke projecten ook eens wat toegankelijke instrumentale muziek maken, en vooral de synthesizergroove zijn werk laten doen. Dat doet hij dus ook op Oxygene 3. Heel af en toe wandelt een drumcomputer langs, maar het ritme wordt vooral gemaakt door de bubbelende synth-sequenties. Een goede keuze, want als Jarre ineens wel een vierkwartsmaat onder zijn muziek legt, wordt het al snel een beetje smakeloos.
De hoofdrol is natuurlijk voor de instrumenten zelf, niet eens zozeer voor de composities. De zeven stukken vloeien uit antieke synths als de Moog, de AKS, een oude Korg en een Mellotron, en dus is vooral de textuur van het geluid indrukwekkend: analoog en warm, vol en rond, en een genot voor het oor.
In het korte middenstuk Oxygene Pt. 17 komen wat typisch Jarre-melodietjes voorbij, zoals we ze nog kennen van Oxygene 1 en Oxygene 2 en dus nog altijd kunnen meefluiten: een beetje infantiel, maar wel effectief. Elektronische en toch ook wat nostalgische feelgoodmuziek.
Wolf People – Ruins (Castle Face/Konkurrent)
Britse folk, progrock en hardrock met Black Sabbath-riffs zijn stijlen die eens in de zoveel tijd weer in de mode raken in bepaalde uithoeken van het indielandschap, maar alle drie tegelijk? Op één en dezelfde plaat? Dat is kras, maar de Engelse band Wolf People doet precies dát – en op hun derde plaat Ruins goed ook.
Door: Menno Pot 2 december 2016
Zelden een tollende hardrockriff en een landelijk folkfluitje zo wonderlijk tikkertje horen spelen als in Rhine Sagas. Alsof Sandy Denny van Fairport Convention een melodie op muziek liet zetten door een supergroup met leden van Led Zeppelin, Jethro Tull en Soft Machine. Of om recenter namen te noemen: alsof Thee Oh Sees en Midlake samen een plaat opnamen.
Wat een wonderlijke sound en ze hebben er ook nog goede songs bij geschreven: het pastorale Kingfisher, het meeslepende Crumbling Dais of Salts Mill, zo’n intelligent, melodieus, psychedelisch folkrocknummer dat prachtig samenvat wat Wolf People met dit bijzondere album beoogde.
Deutsche Ashram – Deeper and Deeper (Wormer Bros)
Een gerespecteerde figuur in de undergroundscene van Amsterdam en de Zaanstad was Ajay Saggar (geboren in Kenia, Brits paspoort, woonplaats Krommenie) al heel lang, maar zijn muzikale activiteiten bleven tot dusver onder de radar. Daarom is het zo opvallend dat hij nu voor de tweede keer in amper drie maanden de aandacht opeist met een uitstekend album.
Door: Menno Pot 2 december 2016
Na het ongrijpbaar spannende To Awake In That Heaven Of Freedom van zijn band King Champion Sounds (weerbarstige rock met veel dub en jazz) maken we nu kennis met Deeper And Deeper, debuut van Deutsche Ashram, waarin Saggar en zangeres Merinde Verbeek uit een heel ander vaatje tappen: dat van in galm gedrenkte dreampop en shoegaze, nu eens ijl en bijna poppy (Taste The Grass), dan weer metalig en industrieel (Little Matter). Een band als Slowdive is niet ver weg.
Sommige shoegaze is puur lawaai: dikke, overhellende gitaarmuren. Hier is dat anders. De songs, bedwelmend als ze zijn, krijgen altijd de ruimte om te ademen, zodat het meanderende gitaarspel van Saggar kan verleiden; helder spel, overwoekerd door elektronische effecten. In stukken als het lange Slow Bow is het effect hypnotiserend.
Eén najaar, twee platen, twee keer raak. Deutsche Ashram is dit jaar nog een paar keer live te zien, te beginnen op 11 december op Incubate, Tilburg.
Common – Black America Again (Def Jam/Universal)
Door alle publiciteit rond de fenomenale zwanenzang van A Tribe Called Quest zou je bijna vergeten dat ook een andere hiphopveteraan een ijzersterk album heeft gemaakt.
Door: Gijsbert Kamer 25 november 2016
Black America Again van Common laat de rapper uit Chicago van zijn beste kant horen. Sociaal bewogen maar niet drammerig, soulvol maar niet zijig en muzikaal verfijnd en toch krachtig. Black America Again is een van zijn betere platen, omdat hij muzikaal niet te veel tegelijk probeert en zijn boodschap centraal stelt. Gastrollen zijn raak gekozen, zoals Stevie Wonder, die ineens opduikt om het titelnummer met zijn stem kracht bij te zetten. Minpuntje is de bijdrage van John Legend. Die zingt net iets te kwijlerig en verbreekt na twaalf nummers verbaal en muzikaal vuurwerk, de betovering.
Jim James – Eternally Even (Ato Records)
Blijkbaar voelt Jim James zich door zijn eigen band My Morning Jacket te veel beperkt. Waarom zou hij, toch verantwoordelijk voor het songmateriaal, anders soloplaten uitbrengen? Eternally Even geeft op die vraag het antwoord: om muziek te maken die tegelijk soulvoller én psychedelischer is. Wekte zijn vorige plaat Regions of Light and Sound of God toch een beetje de indruk van een verzameling gesneuvelde My Morning Jacket-liedjes, zijn nieuwe laat echt een ander geluid horen.
Door: Gijsbert Kamer 25 november 2016
Minder gitaren, meer elektronica, in het tweedelige hoogtepunt We Ain’t Getting Any Younger ondersteund door een diepe funky baspartij. Het lijkt even alsof James hier zijn fraaie hoge stem wegstopt in de instrumentatie, maar het levert steeds spannende muziek op.
Neem het nummer True Nature: het begint als een stukje Memphis Stax-soul, maar schuift steeds meer op richting psychedelica. Experimenteel en toch beheerst, op een manier die je van het extravertere My Morning Jacket niet gewend bent.
Crippled Black Phoenix – Bronze (Season of Mist)
Niet bepaald een stijlvaste band, dat Crippled Black Phoenix. De Britten maken topzware maar toegankelijke gitaarrock: beetje prog, beetje metal.
Door: Robert van Gijssel 18 november 2016
Maar soms laten ze ook de elektronica tetteren en horen we veldopnamen van zingende verre volkeren – ook nog folky en psychedelisch dus. Op Bronze hoor je eerst keurige en laagdrempelige heavy rock: aangenaam, maar niet heel bijzonder. Maar dan knalt het tweedelige rockepos Champions of Disturbance binnen. Wat een geweldige track, zeker een van de mooiste heavy nummers van het jaar, opgebouwd uit een rollende en steeds zwaarder gestapelde gitaarriff, een grimmige bonkende bassynthesizer en exuberante rockzang. Een kolkend maar immer melodieus rocklied, dat ontploft in een finale van sterretjes en vuurwerk.
Zo mooi wordt het op de rest van Bronze natuurlijk niet meer. Dat zou ook belachelijk zijn. Het doet wel uitkijken naar het concert op 10 december, in Doornroosje, Nijmegen. En volgend jaar op festival Roadburn.
A Tribe Called Quest – We Got It From Here… Thank You 4 Your Service (Sony Music)
Het plan van A Tribe Called Quest om na zestien jaar weer met een nieuwe plaat te komen, was er al voordat in maart rapper en medeoprichter Phife Dawg overleed. De productie van het zesde album was toen al in gang gezet. Hoe dramatisch het overlijden (aan diabetes) ook was van de man die samen met mede MC’s Q-Tip en Jarobi White hiphop in de jaren negentig een eigen geluid gaf: er werd hard doorgewerkt.
Door: Gijsbert Kamer 18 november 2016
Het resultaat We Got It from Here… Thank You 4 Your Service benadert bij vlagen het niveau van albums als The Low End Theory (1991) en Midnight Marauders (1993), twee van de allerbeste platen uit de hiphopgeschiedenis. Wat ze onder meer zo goed maakte, was de soepele muzikale flow, niet zelden ontleend aan jazz-samples en -instrumentaties, gecombineerd met raps. Nooit agressief, wel altijd elegant en minutieus getimed. De wat rauwere stem van Phife Dawg die zo mooi contrasteerde met de onderkoelde Q-Tip, is nooit gaan vervelen.
Op hun zesde plaat moet Jarobi White het nu in zijn eentje opnemen tegen Q-Tip, wiens stem in een kwart eeuw geen enkele slijtage heeft ondergaan. En dat gaat White prima af, ook zonder de hulp die er komt van onder anderen Kanye West, Kendrick Lamar, Anderson Paak en Jack White. De plaat swingt vanaf het eerste nummer om hooguit op tweederde een beetje in te zakken. Maar The Donald, vernoemd naar Phife Dawgs bijnaam, is mede dankzij de rap van Busta Rhymes een fenomenale afsluiter.
Vijfentwintig jaar geleden verrijkte het New Yorkse A Tribe Called Quest de hiphop met een nieuw, even zachtmoedig als urgent geluid. Fijn dat ze nog er nog een keer mee terugkomen, al is het nu echt voor het laatst.
Lambchop – Flotus (City Slang/Konkurrent)
Op het twaalfde album van Lambchop omarmt voorman Kurt Wagner de elektronica als nooit tevoren.
Door: Gijsbert Kamer 18 november 2016
Dat zal voor liefhebbers van het soort zwoele americana waar de band uit Nashville patent op heeft, even wennen zijn. Maar zoals Wagner de vocoder inzet in het bijna twaalf minuten durende openingsnummer In Care of 8675309 werkt het prachtig. Een slepend nummer zoals alleen Lambchop ze maakt, even mysterieus als de titel van het nummer. Stemvervormers en elektronische beats verlenen, ook in de nummers die volgen, Lambchop een rijker geluid.
Waar latere platen toch wat saai en voorspelbaar waren, sta je nu versteld van de vondsten die Wagner doet met zijn nieuwe speeltjes. Zelfs als de band voor The Hustle achttien minuten de tijd neemt, verveelt FLOTUS geen moment. Dit is de mooiste Lambchop-plaat sinds Nixon uit 2000.
The Rolling Stones – Blue & Lonesome (Polydor)
Afgelopen vrijdag verscheen er voor het eerst sinds 2005 een nieuw studio-album van The Rolling Stones. Blue & Lonesome is de opvolger van het hooguit aardige A Bigger Bang en bevat twaalf covers van blues-liedjes voor het merendeel uit de jaren vijftig en zestig. De plaat werd vorig jaar december in drie dagen opgenomen in de British Grove studio van Mark Knopfler onder leiding van producer Don Was.
Door: Gijsbert Kamer 1 december 2016
Blue & Lonesome is met grote voorsprong de leukste en ook beste Rolling Stones plaat in vijfendertig jaar. Mick Jagger zingt eindelijk weer alsof er iets op het spel staat en speelt echt fabelachtig mondharmonica.
Meteen al in het eerste nummer, Buddy Johnsons I’m Just Your Fool, krijg je het gevoel alsof er een lekker stel jonge honden de blues opnieuw aan het uitvinden is. Alles klopt. De gortdroge klappen waarmee drummer Charlie Watts een shuffle-ritme aangeeft, het rauwe vervlochten gitaarspel van Keith Richards en Ron Wood, en Jagger die zingt met een mengeling van verbetenheid en plezier in zijn stem.
Een stem die door producer Don Was het hele album net iets overstuurd is opgenomen, wat Jaggers zang voor het eerst sinds pakweg Start Me Up (1981) weer iets vervaarlijks geeft.
COVERPLAAT
Het maken van een coverplaat was nooit de opzet maar na een paar liedjes vraag je je af waarom ze niet eerder zo nadrukkelijk teruggrepen naar het repertoire van Willie Dixon, Muddy Waters en Howlin’ Wolf waarmee ze bijna vijfenvijftig jaar geleden begonnen.
De aanzet voor dit nieuwe album kwam vorig jaar van Keith Richards in een mailtje aan gitarist Ron Wood. Het leek hem een goed idee als ze dan toch in december de studio in zouden gaan voor een nieuw Stones-album, even Blue And Lonesome in te studeren. Een bluesliedje van Memphis Slim uit 1959.
De toon was gezet. Wat het eigenlijke plan ook was, tot zelfgeschreven nieuw repertoire kwam het niet. Keith en Mick moeten ongelooflijk veel lol hebben gehad in het spelen van de muziek die ze destijds tot elkaar verbond. Wat je drie kwartier lang hoort is een band die er vooral heel veel plezier in heeft. En helaas ook wel eens al te gemakkelijk de blues modus inzet. All Your Love wordt net iets te aanstellerig gezongen en lijkt vooral op plaat te zijn gekomen om pianist Chuck Leavell zijn momentje te geven. Ook Ride ‘Em On Down kabbelt wat al te gezapig voort. Maar daar staat bijvoorbeeld Jagger’s vlijmscherpe harmonicaspel in Little Rain of Eric Claptons zingende gitaar in het afsluitende I Can’t Quit You Baby tegenover. Clapton, die tijdens de plaatopnamen toevallig in dezelfde studio aan het werk was, is in twee liedjes te horen. Zijn spel dwingt de Stones tot het uiterste. Als I Can’t Quit You Baby klaar is, klappen de Stones voor hem en elkaar. Heel in de verte horen we Mick vragen: ‘is het goed zo?’
traumahelikopter – Competition Stripe (Excelsior)
Het leukste bandje van Nederland komt met een ijzersterk derde album. Competition Stripe van traumahelikopter uit Groningen is zo’n plaat die je ‘s ochtends opzet en je de hele dag in een goed humeur houdt.
Door: Gijsbert Kamer 4 november 2016
Het trio maakt nog altijd opzwepende, puntige garagerockliedjes maar er is wel steeds meer melodie in hun muziek geslopen. En zelfs is er ruimte voor een korte gitaarsolo.
Twee gitaren, basaal drumstel en overtuigende zang, dat is alles. Zo kan het ook, denk je bij ieder liedje. Het spelplezier spat ervan af, de opgewekte melodieën vliegen je om de oren. Wie hier niet heel vrolijk van wordt, houdt niet van garagerock. Knap hoe traumahelikopter binnen zo’n beperkt genre zichzelf toch steeds weet te vernieuwen en zelfs verbeteren.
Luister hieronder de vorige editie!
Volkskrant Radio #14 – 7 november 2016
Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!
===> Lees hier alle recencies van:
The Lemon Twigs – Do Hollywood, The Dillinger Escape Plan – Dissociation, Christian Kjellvander – A Village: Natural Light, Biosphere – Departed Glories, Leonard Cohen – You Want It Darker, Kate Tempest – Let Them Eat Chaos, The Orb – COW / Chill Out, World!, Opeth – Sorceress, Solange – A Seat At The Table en Drive-by Truckers – American Band.JTNDaWZyYW1lJTIwd2lkdGglM0QlMjIxMDAlMjUlMjIlMjBoZWlnaHQlM0QlMjIxMjAlMjIlMjBzcmMlM0QlMjJodHRwcyUzQSUyRiUyRnd3dy5taXhjbG91ZC5jb20lMkZ3aWRnZXQlMkZpZnJhbWUlMkYlM0ZmZWVkJTNEaHR0cHMlMjUzQSUyNTJGJTI1MkZ3d3cubWl4Y2xvdWQuY29tJTI1MkZwaW5ndWlucmFkaW8lMjUyRnBpbmd1aW4tcmFkaW8tcHJlc2VudHMtdm9sa3NrcmFudC1yYWRpby0xNC0yMDE2LTExLTA3JTI1MkYlMjZoaWRlX2NvdmVyJTNEMSUyNmxpZ2h0JTNEMSUyMiUyMGZyYW1lYm9yZGVyJTNEJTIyMCUyMiUzRSUzQyUyRmlmcmFtZSUzRQ==