Pinguin Radio Volkskrant

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio #6

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

de Volkskrant

SoulwaxSoulwax – Belgica (PIAS)
Zo rond 2004, na drie albums, begon het te wringen dat de broertjes Stephen en David Dewaele als dj-duo en eclectische popfröbelaars (The Flying Dewaele Brothers, 2Many DJ’s) veel succesvoller waren dan met hun gitaarband Soulwax.

Het leidde tot een fascinerende zoektocht naar een manier om hun parallelle werelden te verenigen: de band en het dancefeest, de riffs en de beats, de eigen songs en de onbedwingbare lust tot plaatjes draaien en mixen. Soulwax Nite Versions. Radio Soulwax. Soulwax dat remixen van 2Many DJ’s live uitvoerde.
De soundtrack bij de film Belgica is het eerste studioalbum met nieuwe Soulwax-songs sinds 2004 en een glorieuze halte tijdens de zoektocht. De plaat is als een toverbal in de kleverige vingers van twee jongetjes uit Gent die graag Soulwax willen zijn, maar dat keurslijf toch te benauwend vinden.

Soulwax komt tot ons in vijftien verschillende gedaanten: fictieve popacts, van de soulpopzangeres Charlotte tot rockband The Shitz, van hardcoreband Burning Phlegm tot de LCD Soundsystem-achtigen Erasmus en Rubber Band. Light Bulb Matrix is reggaepop. Kursat 9000 biedt een Turks hipsterfeestje.
Allemaal Soulwax (plus gasten), maar toch ook weer niet. Het knappe is: vrijwel alle tracks zijn volstrekt geloofwaardig. Zo blijven de Dewaeles, ook als veertigplussers, popkameleons om van te houden. Veelvraten die alles tegelijk willen en er nog mee wegkomen ook.

Ty SegallTy Segall – Emotional Mugger (Drag City/V2)
De boog kan niet altijd gespannen blijven bij iemand die zo veel platen uitbrengt als de Californische garagerocker Ty Segall. Het laatste half jaar bracht hij een plaat uit met zijn psychedelische rockband Fuzz en onder eigen naam een album, Ty Rex, met T.Rex-covers.

Door: Gijsbert Kamer – 03 februari 2016

Leuke platen voor liefhebbers van het rauwere meer gruizige gitaarkabaal, maar het werd toch wel weer tijd voor een echte Segall met door al het gitaargeweld heen ook een paar onontkoombare nieuwe liedjes.

INTENS
Zo’n plaat is Emotional Mugger, waarop Segall veel intenser klinkt dan op Manipulator (2014), zijn poging toenadering te zoeken tot meer mainstreamrockmuziek.
Zo verbeten als op Emotional Mugger horen we Segall eigenlijk het liefst. Zo gemeen als hij op gitaar soleert als in Candy Sam is zeldzaam. En wat een ijzersterk liedje is Mandy Cream. Zo een die Segall-verzamelaars onmiddellijk in hun playlist met beste hedendaagse garagesongs zullen plaatsen. Wat een heerlijk opruiend plaatje, dit Emotional Mugger, zoals alleen Ty Segall dat kan en gelukkig ook weer wil maken.

Cavern of Anti-MatterCavern of Anti-Matter – Void Beats/Invocation Trex (Duophonic)
Tim Gane van de experimentele indieband Stereolab toog naar Berlijn en vormde een trio met onder anderen de synthesizertovenaar met de best denkbare synthesizertovenaarsnaam Holger Zapf.

Er kwamen vrienden langs, onder wie Bradford Cox van Deerhunter. En het werd gezellig, getuige de heerlijke plaat van Cavern of Anti-Matter. Want de instrumentale stukken op Void Beats/Invocation Trex zijn opgewekt en enerverend, en goed voor ruim een uur vrolijke vervoering.
De mooiste genres uit de instrumentale muziek worden samengevoegd, in sessies die in één keer live lijken opgenomen; hoekige postrock, warme analoge Krautrock, groovende synthpop en in Blowing My Nose Under Close Observation pure Detroitse techno a la Drexciya.

De plaat zit vol ideeën en pakkende meefluitmelodietjes. Langgerekte tracks als Melody in High Feedback Tones ontwikkelen zich als waren ze elektronische progrock van de meest toegankelijke soort. Void Beats/ Invocation Trex is voorlopig de gaafste instrumentale plaat van het jaar en hoera.

Marlon WilliamsMarlon Williams – Marlon Williams (Dead Oceans/Konkurrent)
Verrassing uit Nieuw-Zeeland: de titelloze plaat van Marlon Williams uit het sprookjesachtige havenstadje Lyttelton kan zich meten met de nieuwe Amerikaanse generatie country- en rootstalent. Williams deed ervaring op in tal van bluegrass – en folkbandjes, en die betaalt zich uit in een magnifiek eerste soloalbum.

Williams heeft geen aangeboren briljante zangstem, maar dat biologische feit compenseert hij met een aangename theatraliteit en daarmee veel vertelkracht, die zelfs antieke country & westernliedjes als Hello Miss Lonesome fascinerend maakt.
In het plechtstatige rootslied Dark Child laat Williams Nick Cave en psychedelische sixtiespop door zijn americana zweven en daarmee ontstijgt zijn muziek de retromanie. In de gedragen en orkestrale cover I’m Lost Without You doet Williams ineens denken aan The Walker Brothers, en zo blijf je je verbazen.En dan volgt nog een geniaal afsluitend drieluik. Strange Things is weer zo’n fijn theatraal, maar ogenschijnlijk luchtig rootsliedje, over een loodzwaar onderwerp: dood door kanker. En When I Was a Young Girl is een welhaast opera-achtige folksong die je niet meer loslaat. Wát een debuut!

Lucky Fonz IIILucky Fonz III – In Je Nakie (Top Notch)
Jarenlang zocht Otto Wichers de juiste vorm voor de muziek die hij als Lucky Fonz III componeerde. Engelstalig? Nederlandstalig? Croonen of juist zingen als een Amerikaanse roots-zanger? Hij kan het allemaal, maar het liefst horen we hem toch in het Nederlands zingen, zoals op het album Hoe je honing maakt uit 2010.Door: Gijsbert Kamer – 17 februari 2016

Op In je nakie, zijn zesde album, heeft hij zijn ideale vorm te pakken. Veertien Nederlandstalige liedjes die hem van zijn openhartigste kant laten zien. Goudeerlijk, soms een beetje ongemakkelijk, maar altijd geloofwaardig. Wichers raakt daarmee aan de essentie van hiphop en de kern van goede folk, en dat zijn precies de stijlen die de basis vormen voor het treffend getitelde In je nakie. Hij zingt over zijn liefde (Linde met een E) of over het raadsel van de ontroering die sporters bij hem teweegbrengen als ze terugkeren naar de plek van hun jeugd (Sporters). Regelmatig schiet je van zijn zinnetjes in de lach, zoals in Dat was gisteravond: “En word je dan gelukkig van die sukkel van een gast? / Gaan je vrienden zeker zeggen dat-ie beter bij je past.”

De liedjes zijn kaal, soms een beetje moeilijk gearrangeerd. Maar de valse orgeltjes en lelijk zoemende synths zijn met zorg gekozen en voorkomen dat Lucky Fonz III richting kleinkunst afglijdt.
Hij maakt gewoon popmuziek zoals de door hem in Linde met een E genoemde voorbeelden: ‘Guusje Meeuwis, Meindert Talma, Elly & Rikkert, Ronnie Flex.’ Daar mogen de namen Armand, Tol Hansse en Peter Koelewijn aan worden toegevoegd. Zo goed is Lucky Fonz III op In je nakie op dreef.

TexturesTextures – Phenotype (Nuclear Blast Records)
De technische hardcore en metal (ofwel ‘metalcore’) van de Etten-Leurse band Textures wordt tot in India bejubeld. In eigen land blijft de adoratie wat achter. Het probleem met veel ingewikkelde en syncopische metal: het ontbreekt vaak aan aanknopingspunten – een lekker refrein, een goed uitgespeelde riff – waardoor de muziek zelden meeslepend wordt. Maar op Phenotype weet Textures boeiende muziekstukken uit te vouwen.

Door: Robert van Gijssel – 17 februari 2016

Textures kan verpletterend zijn, zoals in het prachtige Shaping a Grain of Sand, dat vermomd is als bijna conventioneel thrashmetaltrackje met vet grommende brulzang en zagende gitaren. Maar al snel komt een schoon gezongen en aanstekelijk refrein bovendrijven en schieten de gitaren weer kronkelige zijwegen in. Dat gebeurt ook in het epische rocklied The Fourth Prime. De gitaristen Joe Tal en Bart Hennephof zijn hier hard, strak en eindeloos creatief, etherisch en zwevend mooi: geen maat klinkt hetzelfde en dus blijf je verbijsterd luisteren.

Hexvessel
Hexvessel – When We Are Death (Century Media
)
Conceptplaten over De Dood, daar zijn er meer van. De Finse psychedelische (en heidense) folkrockband Hexvessel weet rond ons aller eindbestemming desondanks een gedenkwaardig album op te trekken, met nummers die in alle zwaarmoedigheid toch ook troost bieden.

Door: Robert van Gijssel – 10 februari 2016

De zanger en frontman van Hexvessel, de in Finland wonende Brit Mat McNerney, lijkt in zijn muzikale carrière wat weifelachtig. Met zijn bands Grave Pleasures en Beastmilk maakt hij straffe, maar epigonistische postpunk, met Hexvessel schakelt hij graag een tandje terug en zoekt hij de rockende puurheid bij de jaren zestig en zeventig, bij spacerock en psychedelische blues.

ALLE GOEDS SAMEN
Op When We Are Death komt alle goeds samen, in kosmische bluesballads als Cosmic Truth en het benevelende rocknummer Drugged up on the Universe – het hoogtepunt van de plaat. Eigenlijk is elk nummer raak, dankzij de sterke refreinen, de betekenisvolle poëtische teksten en passend geëxalteerde zang van McNerney en natuurlijk het fijne en laagdrempelige bandgeluid van kermende gitaren en zoemende orgels. De luxe cd-versie, met secuur vormgegeven tekst- en fotoboek in zware verpakking, is een aanrader.

ShearwaterShearwater – Jet Plane and Oxbow (Sub Pop/Konkurrent)
Breed gebarende, theatrale gitaarrock vol verwijzingen naar symfonische rock, compleet met plechtige, soms geëxalteerde zang: Jonathan Meiburg en Shearwater bewegen zich over aalglad terrein, maar het levert al heel wat jaren prachtalbums op.

Door: Menno Pot – 10 februari 2016

Jet Plane and Oxbow is de achtste reguliere studioplaat van de band uit Austin, Texas, begonnen als afsplitsing van Okkervil River.
Hoe herkenbaar het bandgeluid ook is, toch is weer van alles anders: na een groots, bijna orkestraal drieluik over eilanden en vogels (2007-2010) en een plaat die kaler, rauwer en persoonlijker was (Animal Joy uit 2012) wordt Jet Plane and Oxbow gedomineerd door synthesizers, beats en in de tekst een flinke eetlepel politiek.

LEKKER IN PARADISO NOORD
“Where are the Americans?”, vraagt Meiburg zijn landgenoten, die hij een ‘dimmed conscience’ verwijt.
De musicerende ornitholoog heeft weer een gelaagd, meeslepend en melodieus album afgeleverd, vol knap uitgewerkte songs als A Long Time Away, Pale Kings en de schitterende ballad Only Child. Shearwater is zo’n zeldzame band die groots en dramatisch durft te klinken, maar toch vrij klein bleef, zodat we ze zaterdag (red. afgelopen 13 februari) lekker in Paradiso Noord kunnen zien spelen, dezelfde avond als Blitzen Trapper.

NonkeenNonkeen – The Gamble (R&S/ N.E.W.S.)
Vrijwel geen piano te bekennen bij het instrumentale gelegenheidsproject Nonkeen van de Duitser Nils Frahm. En dat doet de muziek van de posterboy van de neoklassieke verstillingspop hoorbaar goed: van al te veel minimalistische piano krijg je ook een keer de zenuwen.

Door: Robert van Gijssel – 10 februari 2016

Nonkeen is een samenwerking van Frahm met twee ex-schoolvriendjes, met wie Frahm in de tussenuren geluidsopnamen maakte; van schreeuwende leraren tot speelvreugd op het schoolplein.
Oude bandopnamen zijn bewerkt en gebruikt als inspiratie voor sfeervolle, zeer analoge en dus akelig mooie synthesizer- en samplemuziek. Je dwarrelt mee op bescheiden dance en dub, op warm en wollig omgevingsgeluid en zo nu en dan stuurse jazz- en krautrock met behoorlijk driftige drumpartijen.

STUURLOOS
Aanvankelijk een beetje stuurloos: je vraagt je af welke kant dit instrumentale verdikkingsmiddel op zweeft. Maar bij de aangrijpende ambient van Re:Turn! of bij de dromerige jazzjam van This Beautiful Mess, vol bijna verstopte maar prachtige melodieën, ben je toch weer verkocht. En dan merk je dat je steeds meer van dit goudeerlijke en pretentieloze plaatje gaat houden.

Lucinda WilliamsLucinda Williams – The Ghosts of Highway 20 (Bertus)
Bij zo’n enorme productie van een roots- en countryrockzangeres die wat op leeftijd raakt zou je denken: selecteer strenger en breng dat ene meesterwerk uit. Maar verdomd, de veertien liedjes op dit nieuwe album, inclusief covers, komen in de buurt.

Door: Robert van Gijssel – 17 februari 2016

Haar stem klinkt nog wat ouder, slepender dan voorheen. Maar dat komt de intensiteit van existentiële overpeinzingen in de trage rootsrocker Dust juist ten goede. Het bijzonderst aan deze Williams is de begeleiding van die prachtig zwabberende stem, en vooral de vluchtige gitaren van Greg Leisz en jazzgitarist Bill Frisell, die weergaloos ineenvlechten in een gaaf gitaarjazzliedje als Place in my Heart.

Beklemmend is het titellied, een spookachtige countryballad, waarin Williams de angst van zich af probeert te zingen met een zuchtende, vermoeide maar bloedmooie kraakstem.