Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de belangrijkste 10 albums samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.
Michelle David – The Gospel Sessions Vol. 2 (Excelsior)
The Gospel Sessions was vorig jaar een aangename verrassing. De plaat die de Amerikaanse, in Nederland wonende zangeres Michelle David maakte, was een prachtige ode aan gospel, soul en blues, zoals die in de jaren veertig, vijftig van de vorige eeuw door bijvoorbeeld Sister Rosetta Tharpe werd grootgemaakt.
Door: Gijsbert Kamer 30 maart 2016
Met precies de juiste sobere, maar swingende begeleiding van twee gitaren en drums maakte David een soort muziek dat uitgestorven leek. Gelukkig is er nu een Vol. 2. Opnieuw gemaakt met onder anderen Onno Smit en Paul Willemsen van Beans & Fatback en Lefties Soul Connection. David zingt wat uitbundiger in liedjes die meer naar de soul en r&b van na 1950 opschuiven.
De arrangementen zijn wat breder. In de begeleiding horen we een voorzichtig orgeltje en zelfs een strijkje. Voor een deel zijn de liedjes nieuw en autobiografisch, maar als David een traditional als Tradewinds brengt, maakt ze die op superieure wijze eigen. The Gospel Sessions Vol. 2 is opnieuw een prachtig doorleefd klinkend en smaakvol geproduceerd gospelsoulalbum, zoals die ook internationaal te weinig worden gemaakt.
Monomyth – Exo (Suburban Records)
De synthesizers leggen de keien, de gitaren rollen eroverheen en de heerlijke rockdrums rammen het plaveisel met oerkracht de grond in. Pas bij de ontlading, bij een euforische, slechts een enkel akkoord tellende gitaarriff, kun je weer ademhalen (en de vuisten de lucht in steken).
Door: Robert van Gijssel 23 maart 2016
Het is volbracht. De muzikale reis van de held uit Monomyths trilogie is met Exo ten einde. De Haagse rockband, met wortels in de dance, begon drie jaar geleden aan een driedelige albumtrip die nu, bij de voltooiing, moet worden genoteerd als de gedenkwaardigste Nederlandse rockconceptreeks.
Het debuut van Monomyth, in 2013, was al opmerkelijk: een afgewogen en supermuzikaal mengsel van space- en krautrock en rockende trance, dat zonder vocalen toch nogal iets wilde vertellen. Bij opvolger Further, uit 2014, trad de berusting in, in nog steeds vette rockstukken maar zonder die aanstekelijke riffs en instrumentale refreinen.
DE FINALE VAN HET AVONTUUR
Dat we met Exo in de finale van het avontuur terecht zijn gekomen, wordt vanaf het eerste nummer Uncharted duidelijk. In een klein kwartier wordt een verbluffend stuk progressieve rock uitgerold dat je al vanaf de eerste seconde het lied in trekt.
De synthesizers leggen de keien, de gitaren rollen eroverheen en de heerlijke rockdrums rammen het plaveisel met oerkracht de grond in. Pas bij de ontlading, bij een euforische, slechts een enkel akkoord tellende gitaarriff, kun je weer ademhalen (en de vuisten de lucht in steken).
Het niveau blijft zo hoog, in nummers die zich steeds ontwikkelen en je soms bijna gek maken van ingehouden spanning – wanneer komt die gitaarclimax nou? Je kunt je bij dit geweldige Exo maar één angstige vraag stellen: deze aanwinst voor de Nederlandse rockscene zal er na dit voltooide meesterwerk toch niet ineens de stekker uit trekken?
Bob Mould – Patch The Sky (Merge)
Hij zal altijd vooral worden herinnerd vanwege de klassieke punkrockplaten die hij in de jaren tachtig uitbracht met het trio Hüsker Dü, maar de laatste jaren is de Amerikaanse zanger-gitarist-songwriter Bob Mould weer buitengewoon sterk op dreef als solo-artiest.
Door: Gijsbert Kamer 30 maart 2016
Het twee jaar geleden uitgebrachte Beauty & Ruin was met prangende liedjes over onder meer de dood van zijn vader al fraai, Patch The Sky is zelfs nog beter. Opgedragen aan zijn inmiddels ook overleden moeder is het geluid wat breder.
Mooi hoe Mould akoestische en messcherpe elektrische gitaren dubbelt, terwijl zijn zang net wat minder dreint dan op zijn vroegere solowerk. Monotonie lag bij veel van Moulds inmiddels meer dan tien soloplaten nogal eens op de loer, maar op Patch the Sky weet hij zijn woede, verdriet en andere emoties weer goed te kanaliseren in puntige, krachtige liedjes.
Iggy Pop – Post Pop Depression (Caroline)
Of het echt zijn laatste album is, zoals de 68-jarige Iggy Pop her en der heeft beweerd, valt te bezien. Maar zijn zeventiende soloplaat Post Pop Depression is in elk geval een van zijn allerbeste geworden. Niet dat er heel veel voor nodig was om weer eens in positieve zin op te vallen, want het aantal echt goede platen staat in geen verhouding tot de reputatie die Iggy Pop al decennia lang live geniet.
Door: Gijsbert Kamer 16 maart 2016
Maar Post Pop Depression kan zich echt meten met de platen The Idiot en Lust For Life die Pop eind jaren zeventig maakte met David Bowie. Dat is voor een belangrijk deel de verdienste van Josh Homme. De voorman van The Queens Of The Stone Age produceerde de plaat niet alleen, hij is naast Pop ook het belangrijkste bandlid.
Homme en Pop hebben de plaat precies dat donkere, wat onheilspellende geluid gegeven dat past bij de vaak donkere teksten van Pop, die ook tot de betere behoren die hij de laatste decennia heeft geschreven. De productie is droog en kaal, maar gemeen en Pop zingt met zijn donkere soms croonende stem over het naderende afscheid.
De ene keer werpt hij zich op als America’s greatest living poet (Gardenia), de andere keer lijk je naar het relaas van een oorlogsveteraan te luisteren en soms vallen beide personages samen, zoals in het zeer opzwepende, licht huiveringwekkende slotstuk Paraguay. ‘I’m going where the losers go / To hide my face and spend my dough’, zingt hij. We hopen dat hij nog even blijft, want met Josh Homme heeft hij het beste in zichzelf naar boven gehaald.
I Am Oak – Our Blood (Snowstar Records)
Beklemmend waren de platen die de Utrechtse singer-songwriter Thijs Kuijken als I Am Oak uitbracht altijd al. Maar op Our Blood weten zijn donkere folkliedjes nog net wat meer te beroeren dan voorheen.
Door: Gijsbert Kamer 16 maart 2016
Mogelijk komt dat doordat Our Blood zo sterk is opgebouwd. Een stemmig orgeltje en de kenmerkende donkere stem van Kuijken roepen de herfstige sferen op van Tindersticks en The National. Meer rock dan folk en zeer melancholisch. Een stemming die op Our Blood knap wordt volgehouden, terwijl de muziek gaandeweg rijker wordt en de songs meer spanning krijgen. Het mooiste bewaart Kuijken tot het laatst. In Our Blood zingt hij hoger dan gebruikelijk en durft hij muzikaal ook wat meer uit te pakken. Zou hij vaker mogen doen. Prachtige finale en climax van een plaat die blijft groeien.
HÆLOS – Full Circle (Matador)
Nieuwe albums van Tricky én Massive Attack, plus een nieuwkomer – HÆLOS – die zegt beïnvloed te zijn door Portishead. Dat betekent maar één ding: triphop is terug.
Door: Robert van Gijssel 23 maart 2016
Prins Thomas – Principe del Norte (Supersound/NEWS)
In de dance wordt driftig aan bronnenonderzoek gedaan en dat levert mooi retrospectief werk op. De Noor Prins Thomas, die zich normaliter bezighoudt met dansbare ‘space-disco’, brengt een dubbel-cd uit met bewerkingen van oude tracks die zijn geremixt naar voorbeelden uit de begintijd van de dance.
Door: Robert van Gijssel 16 maart 2016
In spannende ambientstukken getiteld A tot en met H roept Thomas herinneringen op aan The Orb en pionierende dancebands als The Black Dog. Hij heeft afstand gedaan van gangbare drumcomputers en muzieksoftware en laat subtiel melodieuze tracks als D en F vertolken door analoge synths en soms een reverbgitaartje. In de ruststukken passeren dan ook nog Terry Riley-riedeltjes en Duitse krautrock.
Gaandeweg wordt de muziek dwingender. In het slotstuk H gaat Thomas langzaam richting hedendaagse koele, kille en kale techno, waarmee dus een prachtige dancetijdreis is afgelegd, bij uiterst toegankelijke en soms betoverend mooie synthesizermuziek.
Loretta Lynn – Full Circle (Legacy / Sony Music)
Toen Loretta Lynn in 2004 haar album Van Lear Rose uitbracht, moet iedereen – producer Jack White incluis – hebben gedacht dat het haar laatste wapenfeit zou zijn.
Door: Robert van Gijssel 9 maart 2016
De First Lady of Country Music was al in de zeventig. Nu is Lynn 83 en komt ze doodleuk met een nieuwe plaat. En wat voor een. Full Circle is een adembenemend retrospectief van Lynn op haar eigen carrière, waarin ruimte is gemaakt voor nieuw werk dat moet worden beluisterd als testament.
Full Circle begint ontroerend, met een door producer John Carter Cash geïnterviewde Lynn die memoreert waar ze haar eerste eigen liedje schreef, in 1960, terwijl ze zat te vissen. Daarna zingt ze Whispering Sea met een stem die een octaaf lager blijkt afgesteld maar nog altijd scherp en zuiver is. Dat hier een 83-jarige aan het woord is, verraadt zich alleen in het enigszins moeizame vibrato.
Lynn trekt daarna een spoor langs haar eigen countryklassiekers, die gezien haar hoge leeftijd extra lading krijgen. Haar hits Everybody Wants to Go to Heaven (But Nobody Wants to Die) en Fist City bijvoorbeeld, die overigens opmerkelijk jeugdig worden uitgevoerd. En ze gooit er een nieuw liedje uit, dat je gelijk stevig bij de keel grijpt: Who’s Gonna Miss Me?
De slotliedjes zijn ook al zo bijzonder: Everything It Takes, gezongen met Elvis Costello, en het door tokkelende gitaren begeleidde duet Lay Me Down met Willie Nelson. Over Lynn hoeven we ons echt geen zorgen te maken, zingt de countrydiva zelf: ‘My spirit stood on solid ground, I’ll be at peace when they lay me down.’
Heron Oblivion – Heron Oblivion (Sub Pop / Konkurrent)
Meg Baird, zangeres van de neo-folkgroep Espers maakte al enkele sterke soloplaten, maar overtreft zichzelf in Heron Oblivion. Een gelegenheidsband? Laten we het niet hopen, want samen met bassist Ethan Miller en de gitaristen Noel V. Harmonson en Charlie Saufley heeft ze een overdonderend mooie plaat gemaakt.
Door: Gijsbert Kamer 9 maart 2016
Niet zo gek eigenlijk, want Miller en Harmonson dreven ooit de Californische psychedelische gitaarband Comets on Fire tot grote hoogten. Maar folk en psychedelica kwam zelden zo sterk samen als op dit debuut.
Invloeden van Sandy Denny, Led Zeppelin, Crazy Horse en Sonic Youth worden hier verwerkt tot een fraai geheel. Baird zingt prachtig, de gitaristen vlechten hun solo’s strak om elkaar en ze nemen er waar nodig lekker de tijd voor. Knap hoe Baird op haar verleidelijkst Rama inzet, dat langzaam bijna uit zijn voegen barst en tien minuten later net niet ontploft. Laat ze snel naar Nederland komen, want Heron Oblivion lijkt een band die live helemaal ongenaakbaar is.
Michael Daves – Orchids and Violence (Nonesuch Records/ Warner)
Dat volksmuziek van pakweg honderd jaar oud nog zo opwindend kan zijn. Michael Daves uit New York is een virtuoze bluegrassjongen met lenige gitaarvingers en een nasale, driftig overslaande jodelstem die het vooral goed doet in twee- of driestemmige zangstukken.
Door: Robert van Gijssel 2 maart 2016
Voor Orchids and Violence verzamelde hij de top van de New Yorkse bluegrass-scene; banjospelers Tony Trischka en Noam Pikelny, plus mandolinekampioen Sarah Jarosz. Traditionele folksongs als Darling Corey worden tintelend fris gespeeld en gezongen op kippevelkracht. Met de hillbilly-turboversie van klassieker June Apple zou je elk feestje moeten aftrappen.
Vreemd eigenlijk, dat Daves zijn gave bluegrassplaat vergezeld laat gaan van een gelijknamig grungerockalbum, met precies dezelfde traditionals, in dezelfde volgorde, maar dan in scheurende gitaarverpakking. Die logge rockuitvoeringen doen vooral verlangen naar het weliswaar hypertraditionele, maar toch zeer vitaliserende bluegrasswerk van een plaatje eerder.