Pinguin Radio Volkskrant

Pinguin Radio presenteert Volkskrant Radio – editie juli 2017

Elke eerste maandag van de maand op Pinguin Radio van 20:00 tot 22:00 uur de beste tracks van de beste albums van het moment samengesteld door de muziekredactie van de Volkskrant.

de Volkskrant

De kroniek van de nieuwe muziek

Door Robert van Gijssel

Van de dames kwam het vuurwerk niet, de laatste popweken. Katy Perry bracht de afgelopen maanden leuke singles uit als Chained to the Rhythm en Bon Appétit, maar op haar net verschenen album Witness blijken die leuke singles ook echt de enige leuke singles. De Nieuw-Zeelandse Lorde legt de lat wel wat hoger, op haar tweede album, maar een toekomstige klassieke popplaat, nee, dat wordt Melodrama vermoedelijk niet. Al zijn de meningen over Lorde verdeeld. Zoals het hoort.

Bij wie kun je dan altijd terecht? Natuurlijk, de mannen met een gitaar en een blocnote vol met liedjes. In een verscheurde wereld kunnen de singer-songwriters de boel als geen ander weer wat aan elkaar lijmen. Dat was al zo vanaf Woody Guthrie en Bob Dylan, en zo zal het altijd blijven gaan.

Jason Isbell, de ex-zanger van de rootsrockband Drive-by Truckers, legt de maatschappelijke onrust in de Verenigde Staten onder het vergrootglas op zijn plaat The Nashville Sound. In het schrijnende liedje White Man’s World laat hij ‘de blanke man’ aan het woord, die niet begrijpt dat zijn dromen maar niet uitkomen. Terwijl de blanke man het land in de loop der eeuwen toch zo keurig had aangeharkt, ten koste van de niet-blanke man. Een pijnlijk maar gevoelig rootspopliedje.

Justin Townes Earle, inderdaad: de zoon van de grote boze cowboy Steve Earle, schrijft ook al zo scherp op zijn plaat Kids in the Street. In het schemerige nachtclubcountryliedje What’s Goin’ Wrong knoopt hij vreugde en zorgen knap naast elkaar: ‘I got a good feeling that’s what’s been going wrong.’

Gelukkig houdt ook Dan Auerbach, de helft van het bluesrockduo The Black Keys, de moed er een beetje in op zijn opmerkelijk lichtvoetige plaat Waiting on a Song. Zo soulvol en opgewekt hoorde we Auerbach nog niet eerder, en liedjes als Shine on Me en Malibu Man zijn instant meezingers.

En die doen het in een zomerse afspeellijst natuurlijk uitstekend naast de rockende soul van de grote Little Steven. De platenbaas, sideman van Bruce Springsteen, acteur (The Sopranos, Lilyhammer), politiek activist en onvermoeibare rocker gooit er op 66-jarige leeftijd nog maar eens een spetterende plaat, met onbekommerde en breed uitgemeten songs als I’m Coming Back, met juichende gospelkoren, en het pittig scheurende Blues Is my Business, dat zo in de soundtrack van The Blues Brothers had gepast.

De heren worden bedankt.

Andere toppers: het fris elektronisch geproduceerde hiphopalbum Big Fish Theory van Vince Staples en de licht progrockende plaat Crack-Upvan Fleet Foxes. Beluister ze allemaal, in de Volkskrant Radio op Pinguin Radio, vanavond om 20:00 uur!

Lees hieronder alle cd-reviews van de albums van het moment volgens de redactie van de Volkskrant.

Floating PointsFloating Points – Reflections Mojave Desert (Pluto/ NEWS)
De Britse dj Sam Shepherd legt een mooie weg af, van de draaitafels en laptops naar livebands en -ensembles, en dus ook van dance naar jazz en klassiek. De plaat Reflections – Mojave Desert is een conceptalbum en videoproject, waarop Shepherd met zijn vijfkoppige band Floating Points contact zoekt met de woeste Amerikaanse natuur.

30 juni 2017

Shepherd nam plaats in de woestijn met een Fender Rhodes en andere klassieke keyboards, en een gitarist, bassist en drummer, en liet daar zijn muziek inwerken op de natuur. En andersom. Op de buitenopnamen hoor je, als je heel goed luistert, de wind langs de microfoons strijken en heel af en toe klinkt een verre vogelkreet.

De live opgenomen muziekstukken hebben met dance vrijwel niets meer van doen: Shepherd doet vooral aan sferische jazzrock, die doet denken aan een kruising tussen de oude Pink Floyd en de elektronische jazz van Miles Davis, van bijvoorbeeld de plaat In a Silent Way.
In het stuk Kelso Dunes worden bliepende en atmosferische synthesizerloopjes uitgebouwd tot een rockende jazzgroove en hoor je bij wijze van spreken laagje voor laagje een duinlandschap ontstaan.

Jason IsbellJason Isbell and the 400 Unit – The Nashville Sound (Southeastern Records/Thirty Tigers/Bertus)
Jason Isbell (ex-Drive-by Truckers) is zo’n Amerikaanse singer-song-writer die met weinig woorden maar veel compassie de vinger op de zere plek kan leggen. In het nummer White Man’s World van zijn nieuwe plaat The Nashville Sound zingt Isbell over de stukgeslagen Amerikaanse dromen van de blanke man, en de schade die diezelfde blanke man heeft aangericht op het continent.

23 juni 2017

“I’m a white man, living on a white man’s street. I’ve got the bones of the red man under my feet. The highway runs through their burial grounds, past the oceans of cotton.” Een schrijnend liedje, scherp en indringend gezongen door Isbell en slepend en rockend gespeeld door zijn vaste begeleidingsband 400 Unit, inclusief tweede stem en viool van Isbells vrouw Amanda Shires.

Eigenlijk is elke song goed op deze veelbetekenende rootsrockplaat, die steeds de staat van Isbells land (en de wereld?) lijkt te bezingen. Isbell schrijft beschouwende teksten in poëtische, maar klare taal en zijn vocale melodieën, ook in getokkelde ballads als If We Were Vampires, zijn bijzonder en aangrijpend.

Artistiek hoogstaand wordt het als een driftig rockende gitaarchaos in het nummer Anxiety de staat van verwarring van de hoofdpersoon verbeeldt. En als het nummer daarna ineens vertraagt, en Isbell zingt over zijn angsten en depressies: “How do you always get the best of me? I’m out here living in a fantasy. I can’t enjoy a goddamn thing.”

Big BoiBig Boi – Boomiverse (Sony Music)
Het lijkt alweer een eeuwigheid geleden dat OutKast hiphop uit Atlanta, Georgia, op de kaart zette.

23 juni 2017

De reeks albums die André 3000 en Big Boi vanaf Southernplayalisticadillacmuzik (1994) maakten, gaven southern hiphop een positieve, soms euforisch klinkende funky dimensie. Aquemini (1998) en Stankonia (2000) zijn waarachtige hiphopklassiekers en nummers als Miss Jackson en Hey Ya! zijn tot de popcanon van het vorig decennium doorgedrongen.

Op Big Bois derde soloplaat staan een paar nummers die er qua zeggingskracht en aanstekelijkheid bij in de buurt komen. Het lekkere popdeuntje All Night bijvoorbeeld, of het pakkende Kill Jill, ondersteund door een doorlopende sample van de virtuele, Japanse popster Hatsune Miku.

Het productieteam Organized Noize, al aanwezig op de vroege OutKast-platen verricht hier opnieuw knap werk. Er klinkt in alle nummers een aangenaam popgevoel door. Maar om dat met een gastrol voor Maroon 5-zanger Adam Levine te onderstrepen, gaat een stapje te ver. Als dit de manier is waarop Big Boi de hitparade denkt te kunnen imponeren, dan maar niet. Wat horen die Amerikanen toch in dat karakterloze stemmetje van die man?

Snel skippen dit Mic Jack, om dan door een reeks opgewekt klinkende rapnummers te huppelen die nergens inzakt. Allemaal met een net iets andere, verzorgde productie. Een beetje reggae (Freakonomics) of elektro (Chocolate): het werkt allemaal. Big Boi, inmiddels een veteraan in het circuit, zal er geen nieuwe fans mee krijgen, maar net als bijvoorbeeld Snoop Dogg op zijn laatste album weet hij wel volop te amuseren met een bekend, toegankelijk en positief geluid.

DeltawerkDeltawerk – Passages (Atomnation/ !K7)
Een ambitieuze naam voor een mooi nieuw muziekproject: Deltawerk. En als je de fraaie vinylbox uitpakt, dan voelt het ook echt alsof je een stoer Nederlands bouwwerk in handen hebt: vier platen, in een hoes met doorkijkvenster waar steeds nieuwe afbeeldingen achter kunnen schuiven. Hoera.

16 juni 2017

Deltawerk is een samenwerking van producer en drummer Hessel Stuut, van dat andere fijne Nederlandse duo Polynation, en Pascal Terstappen alias Applescal, dj en producer met kwaliteitsgarantie. Zij knoopten op het album Passages hun mooiste analoge synths en drumcomputers aan elkaar en verkenden de warme wereld der elektronische geluidsstructuren. Dat resulteerde in een danceplaat die zo te horen dienst doet als eerbetoon aan de melodieuze en nog altijd opwindende elektronische dansmuziek van de jaren negentig, toen die dance nog ‘intelligent’ werd genoemd.

In het ruim tien minuten durende openingsstuk worden koperachtige klanken uit de synths getrokken en in de goede banen van de behoorlijk pompende en straffe bassdrums en vierkwartsmaten geleid. De fijnzinnig opgebouwde tracks roepen dankzij hun beheerste climaxen en die afgemeten en percussieve, xylofoonachtige melodietjes soms even het vroege prachtwerk van Speedy J in herinnering.

Maar Passages biedt meer dan analoge nostalgie. De track Kyte is een monotoon brommend sfeerdancenummer, met breed uitwaaierende, atmosferische synth-akkoorden die beelden oproepen van nachtelijke verkeersaders door verre metropolen. En Square is een wat vierkanter en dus prettig dwingende dansvloervuller. Een traktatie voor de draaitafel, maar zeker ook voor uw allerbeste koptelefoon die de laagste basregionen aankan. En een belofte voor de podia, want Deltawerk heeft grote live-plannen. Daarover later meer.

Fleet FoxesFleet Foxes – Crack-Up (Nonesuch/Warner)
Na twee schitterende en onverwacht succesvolle albums vond Robin Pecknold, spil en zanger van indiefolkband Fleet Foxes, het tijd voor bezinning. Hoe verder na dat debuut vol prachtliedjes en die opvolger waarop bij vlagen het experiment werd gezocht?

16 juni 2017

Ruim zes jaar na Helplessness Blues (2011) is hij er eindelijk uit: Crack-Up gaat door waar Helplessness Blues ophield (letterlijk: het openingsdrieluik sluit aan op de afsluiter uit 2011) om vervolgens nóg meer het experiment te zoeken.

Het was geen toeval dat het negen minuten lange middenstuk van het album als single werd uitgebacht: dat prachtige Third of May/Odaigahara geeft precies aan wat Pecknold wil, namelijk de oude Fleet Foxes-ingrediënten (folk en hemels galmende samenzang) gebruiken als basisbestanddelen voor meanderende progfolk en in elkaar overvloeiende twee- en drieluiken die soms naar Animal Collective of Grizzly Bear neigen (Cassius). Net als je begint te verlangen naar een eenvoudig stukje pop, komt Fool’s Errand voorbij. Nog zoiets lichts was wel fijn geweest, maar veel meer valt hier niet te klagen.

Dan AuerbachDan Auerbach – Waiting on a Song (Nonesuch/Warner)
Minstens zo sterk als de platen die hij met zijn maatje, drummer Patrick Carney, maakt met The Black Keys, klonk acht jaar geleden het solodebuut van zanger-gitarist Dan Auerbach. Keep it Hid was een sterke liedjesplaat, uitbundiger van opzet en minder rauw geproduceerd dan het Black Keys-werk.

9 juni 2017

Auerbachs tweede soloalbum nam hij op in Nashville, sinds 2010 de thuisbasis van zijn band. Hij nodigde een keur aan lokale sessiemuzikanten uit en ging te werk zoals dat ooit in countryhoofdstad Nashville gebruikelijk was: elke week een liedje schrijven, opnemen en afronden.

De tien liedjes op Waiting on a Song zijn stuk voor stuk prettig in het gehoor liggende deuntjes. Mooi geproduceerd en fraai gearrangeerd. Vol en toch transparant. Vanaf het openingsnummer, de titelsong, heb je het idee naar een aantal nieuwe bewerkingen van klassieke rocksongs uit de jaren zeventig te luisteren, zo bekend klinken ze. Toch zijn alle liedjes nieuw.

Auerbach kreeg hulp van onder anderen John Prine, Mark Knopfler en Duane Eddy, stuk voor stuk grootheden binnen hun eigen métier. Het plezier dat de twintig muzikanten bij de opnamen hadden, slaat al gauw over op de luisteraar. Shine on Me en Stand by my Girl laten zich meteen meeneuriën. Het is volop genieten van de zeer zorgvuldig ingevulde arrangementen. Die geven de op zichzelf best eentonige stem van Dan Auerbach precies de juiste bedding. Een fijn zomers popalbum, hoor.

Little StevenLittle Steven – Soulfire (Wicked Cool/Universal)
Weinig rockers zo cool als de inmiddels 66-jarige Steven Van Zandt, alias Miami Steve, alias Little Steven: gitarist met bandana in Bruce Springsteens E Street Band, maffioso in The Sopranos en Lilyhammer, sympathiek activist, baas van garagerocklabel Wicked Cool.

2 juni 2017

Soulfire is zijn eerste album op eigen titel sinds 1999 en het is zo mogelijk nog mooier dat hij voor het eerst sinds de jaren tachtig naar Nederland komt voor een concert (Carré, Amsterdam, 25 juni) met zijn band The Disciples of Soul.

Negeer die lelijke hoes. Wat een heerlijk album, dat Soulfire. Lekker ongecompliceerde, pretentieloze en zonnige rock-‘n’-roll met veel jubelend koper en een flinke dot soul. De levenslust en het speelplezier spatten eraf. Vooral tussen de uptempo rockers zitten meeslepende songs: I’m Coming Back, I Saw the Light en nog een paar. De aandacht verslapt hooguit tijdens een wat al te zoete ballad als The City Weeps Tonight. Wat een feest.

Justin Townes EarleJustin Townes Earle – Kids in the Street (New West Records/ Pias)
Het is niet eerlijk zonen en dochters van beroemde vaders en moeders te spiegelen aan die ouders. Maar als de vergelijking uitpakt in het voordeel van de jonge generatie, dán mag het natuurlijk wel.

2 juni 2017

Justin Townes Earle maakt tegenwoordig minstens zulke mooie platen als zijn vader Steve Earle. Zijn voorlaatste, Absent Fathers (over die vader dus), was misschien wat te beladen en sentimenteel, maar op het nieuwe album Kids in the Street schudt Justin Townes Earle de adolescente frustraties van zich af. Dat mag ook wel, want de man is inmiddels 35.

Earle verkent de uithoeken van de americana, van rockabilly tot soul en kampvuurfolk, met die songs stuk voor stuk goed zijn: ambachtelijk geschreven en gedetailleerd uitgevoerd in een fijne en kraakheldere productie. Het sterkst is Earle toch in de beschouwende countryliedjes zoals het titelnummer , waarin het moderne en al te vluchtige moderne leven onder de loep wordt genomen. Inderdaad: vroeger was alles beter.

Vince StaplesVince Staples – Big Fish Theory (Def Jam/Universal)
Vince Staples pakt op zijn nieuwe album alles anders aan dan op Summertime ’06, een van de sterkste hiphopalbums van de laatste jaren. Hij houdt het om te beginnen betrekkelijk kort. Slechts 36 minuten duurt Big Fish Theory. Maar in die korte tijd bouwt hij een compleet nieuw universum op. Een waarin een nieuw team producers samen met hem het geluid bepalen.

30 juni 2017

In dat geluid domineert nog altijd zijn prachtig soepele, perfect timende stem. Maar de raps van Staples zijn dit keer ingebed in een volledig elektronische klank. Hij krijgt hier hulp van producers die zich meer in de dance thuisvoelen dan in de hiphop, zoals SOPHIE en Flume.

Die nieuwe sound is fantastisch. De rollende technobeats refereren het ene moment aan de aloude sound van Mr Fingers in Rain Come Down en dan weer aan meer futuristisch knisperende Britse elektronica zoals die door iemand als Jamie xx wordt geintegreerd in zijn vernieuwende popproducties. Veel info geeft Staples niet, maar de stem van Amy Winehouse klinkt opeens in Alyssa Interlude, een mooie beklemmende mix van gospel en rap. En in Yeah Right horen we onmiskenbaar de stem van Kendrick Lamar.

Maar het is steeds Staples zelf die de meeste aandacht opeist. Dat hij een geweldig rapper was, wisten we al. Maar dat hij met succes zo’n compleet nieuw geluid aan zijn hiphop geeft, is toch verassend. Vóór hem durfde eigenlijk alleen Kanye West het aan, zo’n rigide omslag naar elektronische muziek. Vince Staples plaatst zich met dit album definitief naast hem en Kendrick Lamar in de eredivisie van de huidige hiphop.

Kevin MorbyKevin Morby – City Music (Dead Oceans/Konkurrent)
Het lijkt wel alsof de platen van de Amerikaanse singer-songwriter Kevin Morby steeds mooier worden. City Music is zijn vierde soloalbum, nadat hij al eerder te horen was in de folk-rockband Woods en het sixties georiënteerde garagepopcombo The Babies.

30 juni 2017

Zijn vorig jaar verschenen Singing Saw was een mooi geproduceerde, afwisselende liedjesplaat waarop de droefgeestige stem van Morby schitterend naar voren kwam.

City Music laat hem in het openingsnummer Come To Me Now van zijn meest desperate kant horen. Het beklemmende orgel in de productie van Richard Swift geeft het wat nasale stemgeluid van Morby precies de juiste dreiging. Fraaie ballads als deze worden afgewisseld door wat meer gejaagde rockliedjes, met als zeer vrolijk hoogtepunt 1,2,3,4. In een van Plastic Bertrands Ça Plane Pour Moi geleende melodie brengt Morby een ode aan de Ramones, die je niet uit je hoofd krijgt.

Mooie, afwisselende popplaat dit City Music. Echt zo een die je steeds weer opzet. Niet om iets nieuws op te ontdekken, maar gewoon omdat het aangenaam rustgevende muziek is die Morby maakt.

Luister hieronder de vorige editie!
Volkskrant Radio – juni 2017

Iedere eerste maandag van de maand tussen 20:00 en 22:00 uur live te beluisteren bij Pinguin Radio en een dag later terug te vinden op Volkskrant.nl als podcast en uiteraard ook bij ons op de site!

===> Lees hier alle recencies van:

The Mountain Goats – GothsThomas Azier – RougePerfume Genius – No ShapeMary J. Blige – Strength of a Woman, Oumou Sangaré – Mogoya, John Moreland – Big Bad LuvAfghan Whigs – In SpadesSlowdive – Slowdive en Life Of Agony – A Place Where There’s No More Pain.