Live Review: ScumBash @ Rotterdam
04 maart 2017
Tekst: Milo Lambers
Pin-upgirls op hoge hakken, rock-a-billy’s met bakkebaarden, vetkuiven en tattoos in de nek, grijze mannen met baarden tot hun navel, punks met hanenkammen van een halve meter; het is zien en gezien worden op de vierde editie van Scumbash in Rotterdam, het door de beruchte Barbier Schorem georganiseerde rock’n’roll-festival. De kleurrijke bezoekers zorgen samen met de industriële feel van de locatie en klasse bands voor een volkomen uniek festival.
De eerste drie edities van Scumbash vonden plaats in de Van Nelle Fabriek. Naar eigen zeggen was het festival daar dit jaar niet meer welkom en daarom wordt er uitgeweken naar de RDM Onderzeebootloods. Een imposante loods te midden van duizenden havencontainers. De wanden zien er gehavend uit, de lang geleden aangebrachte verf is er van afgesleten. Je kunt de arbeiders die hier vroeger hard hebben gewerkt bijna voor je zien. In alles ademt deze loods Rotterdam. Een perfect decor voor Scumbash dus.
En toch wringt er iets. Want wat het is het geluid van het Rotterdamse The Accelerators tergend voor de trommelvliezen. Daar kan de hardwerkende punkgroep niets aandoen, maar de rake klappen op de snaredrum vliegen alle kanten op. De instrumenten zijn amper uit elkaar te halen. Ondanks dat er grote theaterdoeken zijn opgehangen, klinkt er een grote echo door de fabriekshal. Vooral de echt harde metalbands als Fleddy Melculy en Legion of The Damned ondervinden er last van. Elke nuance verdrinkt in de echo. Het is een veel gehoord commentaar onder bezoekers: ‘Geweldige sfeer, maar het geluid is echt veel minder dan in de Van Nelle Fabriek’.
Voor zover het gezeur, want verder is alles dik in orde. Je kunt je als bezoeker niet alleen laten knippen en scheren, maar zelfs laten tatoeëren. Er is een kledingmarkt en ook op culinair gebied is er een groot aanbod. Net als bij de muziek eigenlijk, want de line-up is een mooie mix van hardrock, punk, metal, rock-a-billy en zelfs ska.
De bands laten zich niet uit het veld slaan door de akoestiek. Zo is er het Zweedse The Kendolls met schreeuwerige punkrock vol energie. Psychobilly-liefhebbers komen aan hun trekken bij Batmobile. De Rotterdamse veteranen genieten zelf ook zichtbaar van de show en dat slaat over op het publiek. De rock-a-billy’s zitten sowieso goed op Scumbash, want ook The Polecats en Nekromantix zijn in vorm.
Ook indrukwekkend is het Oostenrijkes man-vrouw-duo White Miles. Op het eerste gehoor lijkt deze band zijn mosterd bij andere tweetallen als The Black Keys en Royal Blood vandaan te halen, maar ze gaan af en toe nog net even wat feller te kort. Het publiek krijgt heftige stonerriffs om zijn oren en zangeres Medina Rekic beschikt over een lekkere krijs. Daar gaan we meer van horen!
Death Alley @ Metropolis
Een ander hoogtepunt is Death Alley. Wat is deze hardrockgroep uit 020 op dreef in 010. De band speelt naar eigen zeggen vanuit ‘de heup’. Wie deze band live aan het werk ziet, zal begrijpen wat ze daarmee bedoelen. De klassieke hardrock heeft een heerlijke swing, iets wat het smerig en sexy maakt. Zanger Douwe Truijens heeft in zijn voordracht het rauwe van Lemmy Kilmister en het sensuele van David Bowie. De band boeit de hele set, maar in het afsluitende Supernatural Predator stijgt het echt boven zichzelf uit. Alle stoere rockers van Scumbash zweven even mee op de psychedelische tonen die een eerbetoon vormen aan de overleden The Devil’s Blood-frontman Selim Lemouchi.
Ook de Duitse hardrockcollega’s van Kadavar maken indruk met 70’s-achtige jams. De band heeft lekkere trage grooves en de gitarist soleert er maar wat graag op los. Bij dit soort bands wil het nog wel eens uitlopen op oeverloze jams, maar daar is geen sprake van. Het blijft dankzij de verrassende wendingen in de songs de hele set boeiend. Het is sowieso prachtig om de drummer – die er dankzij zijn lange haar en baard uitziet als een grote haarbal – te keer te zien gaan. Keith Moon is er niets bij.
Scumbash is een festival waar er maar één van is. De sfeer, locatie en line-up zijn uniek. En dat geluid? Tja, daar weten ze voor volgend jaar vast wel iets op te vinden!