Will Butler – Generations (Merge Records/Konkurrent)
De Canadese superformatie Arcade Fire heeft sinds de oprichting te maken met een Win-Will-situatie waarvan de rechtgeaarde muziekliefhebber al jarenlang de vruchten plukt. Win is blikvanger en de belangrijkste vocalist in Arcade Fire. Multi-instrumentalist bovendien. Jongere broer Will bespeelt nog véél meer instrumenten (welk instrument bespeelt hij niet, luidt de huiskamervraag) en heeft, meer dan Win, de neiging zich ook solitair te ontplooien op muzikaal gebied.
Generations is de tweede worp van Will Butler. Policy verscheen ruim vijf jaar terug en was twee minuten korter dan een halfuur. Generations duurt net geen voetbalwedstrijdhelft. Maar zet ‘m lekker op wanneer je naar toeschouwerloze potjes als RKC Waalwijk – VVV Venlo of Roda JC – Jong FC Utrecht loert. Dan valt er nog wat te genieten tenminste. Want Generations is een prima plaat.
Butler opent het album met het op analoge synths gebouwde Outta Here. “Had enough of your generation!”, laat-ie meteen het achterste van z’n tong horen. En je denkt onbewust maar subiet: wat lijkt je stem toch ongelooflijk veel op die van je broer, al is die nog wat sterker doordrenkt van pathos.
De indierock van Will ligt in het verlengde van het geluid van Arcade Fire. Het is allemaal wat grilliger. Van een coherent geheel is minder sprake. Maar een kniesoor die daar een punt van maakt. De door een wat vervreemdende videoclip ondersteunde, punkgeïnspireerde song Bethlehem is het wildste wat we vinden op het maatschappelijk geëngageerde Generations, maar wat een hit! Het had op geen enkel Arcade Fire-album misstaan.
Veel van de tracks op Generations zijn aangekleed met allerhande elektronica. Je hoort dat Butler plezier heeft gehad tijdens de totstandkoming van de plaat. Dat terwijl hij tekstueel geregeld harde noten kraakt. Ook wel de tijd voor natuurlijk. Pieter Visscher