Colin Blunstone brengt Haarlemse PHIL in vervoering

Dat Colin Blunstone (in juni wordt hij 80) nog zo fris op het podium staat, is bijzonder. We zien geen oude man aan het werk in de PHIL in Haarlem. Het is kermis in de stad, Koningsnacht bovendien, maar het grootste feest vindt plaats in de goedgevulde, schitterende theaterzaal.

Blunstone staat al vanaf 1961 op de planken en heeft een carrière achter de rug om van te watertanden. Hij haalde niet alleen als zanger van The Zombies grote successen. Onder andere solo en als de stem voor bijvoorbeeld The Alan Parsons Project worden ook successen aaneengeregen. In de PHIL passeert een staalkaart van al die activiteiten de revue. Blunstone in kek glitterjasje en moderne jeans is goedlachs als altijd, maakt geintjes met bandleden en vertelt de ene na de andere anekdote. Over de drie jaar dat hij in hetzelfde appartement woonde als Duncan Browne bijvoorbeeld. De  Engelse singer-songwriter die op 46-jarige leeftijd bezweek aan kanker. “I learned a lot from him about songwriting.” Blunstone start het onverwoestbare The Wild Places in. Schitterend. “The song was only a big hit in your country, The Netherlands.” Het is bijzonder te noemen. Blunstone woonde drie jaar in hetzelfde appartement als Browne, die hem de kneepjes van het songschrijverschap bijbracht.

Al zijn zijn grootste hits de songs die door anderen zijn gecomponeerd. Het bloedstollend fraaie Andorra bijvoorbeeld. Het tweede nummer van de avond. Geschreven in 1972 door Rod Argent en Chris White van The Zombies, de band waarmee Blunstone grote successen vierde. Het als schoolbandje gestarte gezelschap, actief vanaf 1961. Blunstone is dan een jaar of 15, 16. Natuurlijk hebben de jaren inmiddels vat op ‘m gekregen, maar vocaal nog zó buigzaam en overtuigend. Het is ongekend. Blunstone blijft ogenschijnlijk eenvoudig op de been. Ook in de hogere regionen.

Wat volgt is een vloedgolf aan hits en andere pareltjes, gespeeld door een magnifieke band. Stuk voor stuk topmuzikanten. Ze krijgen solo ook vrijwel allemaal de kans te excelleren. Het is feest in de PHIL. Een opeenstapeling van hoogtepunten, met onvervalste klassiekers als Time Of The Season, What Becomes Of The Brokenhearted, The Tracks Of My Tears, She’s Not There (“I recorded this song when I was eighteen years old”), en het nog altijd betoverende Old And Wise van The Alan Parsons Project. In de PHIL staat iedereen inmiddels. Het is een hartverwarmende avond in Haarlem, waarop Blunstone nog even laat doorschemeren nog lang niet klaar te zijn met optreden. We kijken ernaar uit. Pieter Visscher (tekst en foto)

Roos Rebergen en SunSunSun Orchestra fenomenaal in phil. Haarlem

“Ik schommel door het leven. Als een wipwap op en neer”, zingt het 36-jarige multitalent Roos Rebergen (ze schrijft ook) in de schitterende, sfeervolle kleine zaal van de phil. in kerstminnend Haarlem. We kennen Rebergen ook van haar band Roosbeef, in 2008 debuterend met het sterk onderscheidende album Ze Willen Wel Je Hond Aaien Maar Niet Met Je Praten.
Tekst: Pieter Visscher // Foto’s: Peter van Heun
Onder toeziend oog van de grootste Nederlandstalige zanger aller tijden Boudewijn de Groot (80), die Roos Rebergen graag even aan het werk ziet in de stad waar hij opgroeide, zien we een zangeres die regelrecht geschiedenis schrijft met het Vlaamse strijkkwintet SunSunSun Orchestra. Op het onlangs verschenen album hoorden we al dat het heel erg goed zit. Met bandleider Tim Vandenbergh werden nummers van Roosbeef uitgezocht die zich goed zouden lenen voor strijkers en vocalen. Live komen ze nog veel beter uit de verf dan op plaat. Niet alleen door die fabuleus klinkende strijkers, ook door de aanwezigheid van toetsenist Antoon Offeciers.
Rebergen, authentiek tot op het bot en bijzonder grappig bovendien, maakt er een speelse avond van, waar de klasse werkelijk vanaf druipt. Wat passen haar stem en het geregeld net zo gevoelige als uitbundige SunSunSun Orchestra toch wonderwel bij elkaar.
Na een van de liedjes: “Roos zegt kort iets en toont blijdschap.” Het is de Gelderse boerendochter, tegenwoordig wonend in België, ten voeten uit. “We gaan ook een nieuw liedje spelen”, zegt ze, “dat heet Lithium. Verder gaat alles goed…. Ze noemen mij ook wel de Kurt Cobain van de lage landen.”
SunSunSun Orchestra laat de strijkers extra exalteren in Rodeo. Wat een klasse, wat een verrukking, wat een zeggingskracht en stilaan opbouwende emotie. Geestverroering. Extase. “Balanceren op de wereldbol. Toe, hou nog maar een beetje langer vol’, is Rebergen net zo stimulerend.
“We staan na afloop met cd’s en vinyl beneden. Kun je niet missen, of je moet héél erg je best doen. We doen dat zelf. Ik had ook iemand kunnen regelen voor een paar tientjes. Maar we maken graag even contact met de fans. Niet te lang!” Rebergen houdt de lachers op haar hand. Ondergetekende grist niet veel later een setlist van het podium en sluit achter aan in de rij. Iedereen wil wel zo’n elpee of cd. Rebergen signeert, maakt een babbeltje en knuffelt een paar keer met haar oma, die er ook is. Ik vertel haar dat de show door mij wordt gerecenseerd op de website van Pinguin Radio. Een handtekening op de setlist en “We verwachten vijf sterren. X, Roos.” Het zijn er uiteindelijk zes geworden, omdat het zo’n muzikaal fenomenale avond was. Mensen, de tournee met SunSunSun Orchestra duurt nog wel even. Ga dat zien! Ga dat zien! Ga dat zien!