The Maccabees – Marks To Prove It (Fiction Records)
The Maccabees, ik zag ze enkele jaren geleden groots presteren in een goedgevulde Alpha op Lowlands. Wall Of Arms, Ayla, Love You Better, Pelican en vele andere hits kwamen voorbij. ’t Was een heerlijk feestje. Speels was in 2007 debuutalbum Colour It In, waarbij Wall Of Arms twee jaar later liet zien dat de band flinke stappen had gemaakt. Datzelfde gold tevens voor de meesterlijke groeiplaat Given To The Wild uit 2012. Album nummer vier heet Marks To Prove It en trapt af met de gelijknamige, oppeppende titelsong. Straf gitaarwerk, tempoversnellingen, repetitieve drums, de herkenbare stem van Orlando Weeks: we zijn wakker. Wakker en verdwaald. Verdwaald in een grote stad vol duistere plekken. Donker, doch duizelingwekkend mooi zijn nummers als Kamakura, Ribbon Road, Spit It Out (Radiohead, iemand?) en Something Like Happiness. De grijze wolken verdwijnen derhalve zodra afsluiter Dawn Chorus begint. Koperkleurige trompetten perfectioneren een kleine veertig minuten aan geloofwaardige muziek. Prachtig album! Tekst Mania | Jelle Teitsma
LIVEDATA 22/08 Pukkelpop, Hasselt 23/08 Lowlands, Biddinghuizen
Galactic – Into the Deep (Mascot Label Group)
Galactic is een funkband met een flinke live-reputatie. Sinds halverwege de jaren ’90 heeft de band aardig wat optredens gedaan, waaronder veel jamsessie, bovendien vaak vergezeld door andere artiesten. Het podium is de plaats waar deze band hoort en volledig tot leven komt. Maar dat betekent niet dat ze in de studio niet goed klinken.
Dat bewijst het collectief eens te meer op Into the Deep. Hierop hebben ze een mooi compromis gevonden tussen studio-muziek en live-ervaring. Het live-gevoel zit er op de instrumentale opener Sugar Doosie namelijk al meteen flink in. Je hoort de bandleden de titel meeneuriën op de melodie, alsof ze heerlijk aan het jammen zijn, maar bovenal geeft de openingstrack heel mooi het beeld weer van een band die staat te swingen oo het podium. Je zit meteen in het album.
Verder hebben ze gekozen om ook op het album veel gastartiesten te laten meedoen. Dit varieert van grote namen als Macy Gray en Mavis Staples (Staple Singers) tot grote onbekenden als Ms. Charm Taylor en Brushy One String. Dit zorgt voor aangename variatie. Het gevaar ligt op de loer dat het wat rommelig wordt, maar het knappe is dat de band continu zijn stempel op de nummers weet te drukken waardoor het toch als een eenheid klinkt.
Into the Deep bevat niet alleen swingende funk. Het titelnummer en Does It Really Make a Difference zijn twee soulballads en daarmee rustpuntjes, evenals de Booker T. & the M.G.’s-achtige afsluiter. Het grootste gedeelte draait echter wel om groove en is heerlijk dansbaar. Na twintig jaar op de bühne is de band zeer ervaren en heel goed op elkaar ingespeeld, en dat hoor je terug. Dit album is puur vakmanschap, maar wel vakmanschap mét bezieling. Deze mannen houden van funk, spelen al twintig jaar de daken eraf, en die passie stoppen ze ook in hun studiowerk. Natuurlijk: het is niet bepaald vernieuwend, het album had zo veertig jaar oud kunnen zijn, maar wie Uptown Funk al een leuke terugblik op de seventies vond, kan hier geen buil aan vallen. Arnout de Vries