PJ Harvey – The Hope Six Demolition Project (Warner)
Na het winnen van de Mercury prijs voor haar laatste album Let England Shake, komt PJ Harvey met dit nieuwe album dat geproduceerd werd door Mark Ellis, beter bekend als Flood, die onder andere werkte met Sigur Ros, Nick Cave en Warpaint.
Tussen 2011 en 2015 bracht de Britse veel tijd door in Kosovo, waar de hoofdstad Pristina zorgde voor de inspiratie voor de title-track The Wheel. Harvey zei over haar in 2011 uitgebrachte Let England Shake dat ze anders muziek is gaan schrijven en wel op een manier waardoor ze de focus op de woorden legt en zich daarnaast bezighoudt met het instrumentale deel.
Als we naar de elf nummers luisteren van dit nieuwe album dan is deze manier van muziek maken duidelijk te horen. De politiek geladen teksten zijn als een soort regenboog over een heuvelachtig landschap dat gevormd wordt door verschillende instrumenten waarin Pink Floyd en Cat Power als een kleine beek door de vallei stromen. Hoewel The Hope Six Demolition Project een album is uit 2016, heeft PJ Harvey het in zich om een geluid te creëren dat voelt als een samenvatting van de afgelopen jaren en zelfs een futuristische verdieping geeft aan sommige nummers. Dat de 46-jarige het meer dan in zich heeft om sterke teksten te schrijven werd met het album Let England Shake al duidelijk. The Hope Six Demolition Project is hierop nog een extra bevestiging. Tekst Mania | Linda Rettenwander
LIVEDATUM 24/06 Down The Rabbit Hole, Beuningen 02/07 Rock Werchter, WerchterSupersonic Blues Machine – West of Flushing, South of Frisco (Provogue/ Mascot Label Group)
De naam Fabrizio Grossi zal niet meteen bij iedereen een belletje doen rinkelen maar wie zich verdiept in het arbeidsverleden van deze bassist, geluidstechnicus en producer uit Los Angeles, zal moeten erkennen dat de beste man zich kan beroepen op een indrukwekkende staat van dienst. Zo zouden albums van bijvoorbeeld Steve Vai, Alice Cooper, George Clinton, Joe Bonamassa, Ice-T en Slash heel anders geklonken hebben, nooit het beoogde succes bereikt hebben, of zelfs nooit uitgebracht zijn. Volgens ingewijden is het geen toeval dat iedereen zo graag met hem wilt samenwerken. De Italiaanse Amerikaan staat bekend als een bezeten muzikant die in staat is om met zijn enthousiasme menig artiest naar een hoger plan te tillen.
Dat het met zijn netwerk bovendien geen probleem is om diverse muzikanten zover te krijgen om mee te werken aan zijn Supersonic Blues Machine, is dus ook niet verwonderlijk. Het is al vier jaar geleden dat hij samen met de Texaanse gitarist en singer/songwriter Lance Lopez de eerste plannen voor dit project ontvouwde. Nadat hij Toto’s Steve Lukather liet weten dolgraag eens met drummer Kenny Aronoff te willen samenwerken, kon dat nog dezelfde avond worden geregeld. De agenda’s werden afgestemd, waarmee John Mellencamp, Smashing Pumpkins, John Fogerty, Joe Cocker en Meat Loaf plotseling zonder drummer kwamen te zitten, en de eerste opnamen van het ‘supertrio’ konden spoedig worden vastgelegd.
Grossi zul je nergens horen spreken over ‘een project’ wanneer Supersonic Blues Machine ter sprake komt. Dit gaat volgens hem veel verder en liever spreekt hij over een bijzonder ‘kameraadschap’. Dit kameraadschap bestaat uit een drietal gelijkgestemden die samen uit een smeltkroes van creativiteit maar liefst dertien tracks in een moordend tempo op de band wisten te slingeren en, sinds enige tijd, ook uit te brengen. Met behulp van enkele zeer interessante muziekvrienden en label-maatjes is een ijzersterke collectie samengesteld waarin veel variatie te bespeuren valt maar waarin ook een zeer herkenbaar geluid doorklinkt van het powertrio Grossi/Aronoff en Lopez. Billy F. Gibbons van ZZ Top stond als eerste te popelen om deel uit te maken van ‘het kameraadschap’. In Running Whiskey is het hem uitstekend gelukt om zijn stempel te drukken. De meesterlijke slide-gitaarbijdragen op Remedy zijn onmiskenbaar afkomstig van Warren Haynes, de gitarist van Gov’t Mule die met zijn vocalen het geheel van een heerlijk vettig en soulvol sausje voorziet. Wij hebben de gitarist nog nooit op een foutje kunnen betrappen en ook deze keer lijkt de zwaar ondergewaardeerde Haynes zichzelf weer te overtreffen. Naast een dozijn sterke eigen composities is er daarnaast ruimte gemaakt voor een vertolking van Bobby Bland’s Ain’t No Love (In The Heart Of The City) die, zoals hier uitgevoerd, wel heel erg lijkt op de uitvoering waar Whitesnake ooit succes mee had.
Grossi moest tijdens de opnamen vaak denken aan de manier waarop bands als The Who en Rolling Stones indertijd vaak te werk gingen. Iedereen die al dan niet toevallig in de buurt was werd uitgenodigd in de studio om een bijdrage te leveren. Het blijkt dus nog steeds mogelijk om zoiets ook in deze tijd te realiseren. Zelfs Walter Trout die na een wonderbaarlijk herstel van een levensbedreigende leveraandoening fitter lijkt dan ooit, levert hier een prestatie van formaat in het intens bluesy en met soul doordrenkte Can’t Take It No More dat als hoogtepunt van het album mag worden beschouwd. Spectaculaire gitaarduels en fenomenaal drumwerk met enkele geweldige stemmen, je moet er van houden. Fabrizzio Grossi heeft met Supersonic Blues Machine iets geweldigs neergezet dat hopelijk, met of zonder gastbijdragen, een vervolg gaat krijgen want West Of Flushin, South Of Frisco smaakt absoluut naar meer. Jeroen Bakker