Holy Motors – Horse

Holy Motors – Horse (Konkurrent/Wharf Cat Records)

Je gaat onwillekeurig heel anders naar een paard kijken wanneer er een vrouw op zit. Niet in de laatste plaats omdat het om Eliann Tulve gaat. Wie? De zangeres van Holy Motors. Uit Estland.

Dat wist ik nog niet toen ik het album Horse voor het eerst opzette. Het klinkt allemaal heel erg Amerikaans. Holy Motors zit ook nog eens in de americanahoek. Wat je natuurlijk niet uit kunt sluiten voor een band uit Tallinn. Laat dat duidelijk zijn. In Tallinn trouwens, zit al 21 jaar de Depeche Mode Baar, een café waar louter Depeche Mode wordt gedraaid. De band zelf was er ook al een paar keer te vinden. De uitstekende muzieksmaak in Estland staat buiten kijf derhalve. Maar dat terzijde.

Het debuut Slow Sundown van Holy Motors, uit 2018, werd al goed ontvangen en dat gebeurt ook met Horse. Er is opnieuw gekozen voor acht songs op het album. Dat bevalt dus prima. Maar het geluid is enigszins veranderd. Het is allemaal wat minder zweverig geworden. Wat minder Twin Peaks, wat minder shoegaze bovendien. Hoewel dat laatste ingrediënt nog altijd ruimschoots wordt geserveerd.

Holy Motors is muzikaal iets doortastender geworden. Wat resoluter? Misschien wel. Wat meer de altcountryhoek in ook. Het legt ze geen windeieren. Jesus and Mary Chain galmen na en wat directer nog The Raveonettes, die natuurlijk weer schatplichtig zijn aan die eerste.

Wie op zoek is naar mysterie blijft aan het juiste adres, hoewel er sprake is van een gedoseerde portie schimmigheid. Dat terwijl Craig Dyer zich ook met de plaat heeft bemoeid. Road Stars is een fraai duet met Tulve. Beider stemmen kleuren prachtig. Dyer maakt deel uit van The Underground Youth, dat muzikaal ook shoegazy is en zonder enige twijfel beïnvloed door Joy Division en Echo and the Bunnymen. Zijn vocale inbreng blijft beperkt tot één nummer, wat jammer is, terwijl hij wel synthesizer en bas voor zijn rekening neemt. Horse werd opgenomen in Berlijn, een waar walhalla voor wat donkerder bands. Hetgeen het allemaal wel afmaakt. Pieter Visscher