Bat For Lashes – The Bride (Parlophone)
Het is bijna vier jaar stil geweest rond Bat For Lashes. De band rond zangeres Natasha Khan maakte tussen 2006 en 2012 drie uitstekende platen, die nu eindelijk een vervolg krijgen. The Bride is een concept plaat en vertelt het verhaal van een vrouw wiens aanstaande echtgenoot is omgekomen terwijl hij op weg was naar het huwelijk. De vrouw gaat vervolgens alleen op de geplande huwelijksreis en komt terecht in een roller coaster van emoties. Het is een mooi verhaal, maar de muziek op de plaat is nog veel mooier.
Alles draait om de stem van Natasha Khan die schittert in ingetogen ballads, maar ook uitstekend uit de voeten kan in wat zwaarder aangezette elektronische tracks. The Bride laat een zeer veelzijdige instrumentatie horen waarin de weemoed domineert. In het donkere muzikale landschap en de veelal ingetogen tracks gedijen de prachtige vocalen van Natasha Khan beter dan ooit, waardoor je genadeloos in het trieste maar ook mooie verhaal van de plaat wordt getrokken. Bat For Lashes is terug. En hoe. Tekst Mania | Erwin ZijlemanThe Jelly Jam – Profit (Music Theories Recordings / Mascott Label Group)
Leden van Dream Theater, Winger en King’s X brachten in 2000 het gelijknamige debuutalbum van The Jelly Jam uit. In veel recensies kreeg de progrock het etiket vernieuwend. Het was alsof de muzikanten onderbelichte delen van de muziek van genoemde groepen dichter voor het voetlicht haalden. De combinatie van die delen en het gegeven dat er voor de release geen enkele druk was, leverde frisse, af en toe herkenbare en vooral intense progrock op. Het was alsof The Jelly Jam in de studio sporen ongebruikt durfde te laten en daarmee toch tot een voller en speelser geluid kwam. Twee jaren later verscheen The Jelly Jam 2 waarna de groep een lange pauze nam. Pas in 2011 verscheen Shall We Descend. Opnieuw spatte het plezier uit de speakers en stonden de fans in lange rijen bij de kassa’s van de concertzalen.
In 2016 verschijnt Profit, een release die eerder de studiotitel Prophet droeg. Echter geen beladen of zware boodschappen bij deze release. Twaalf nummers op Profit en wat opnieuw opvalt is de lichtvoetigheid van de muziek. De teksten van Ty Tabor (King’s X) zijn in alle gevallen goed te volgen en liggen prettig in het gehoor. Opener Care is zo’n nummer waar het hoofd fijn op meedeint en de tekst na tweemaal draaien in het hoofd gebeiteld zit. Stain On The Sun heeft een speels, gemakkelijk klinkend intro. In Stop roffelt Rod Morgenstein (Winger) ogenschijnlijk zo simpel en verleidelijk, dat elke luisteraar mee gaat tikken op een tafel of een stoel en in Memphis zet bassist John Myung (Dream Theater) de vloer van de concertzaal in lichterlaaie met een spetterend intro.
Zo heeft elk van de twaalf nummers een eigen tint, een welriekende geur en een uniek stempel. Profit heeft nergens de langdradigheid die soms aan progrockprojecten kleeft. Profit laat plezier en kwaliteit horen. Jaks Schuit