Matthew Berninger – Serpentine Prison

Als je de eerste solosingle hoort van Matthew Berninger, een mooie introspectieve ballad vraag je je af waarom hij Serpentine Prison niet gewoon met The National heeft opgenomen. De begeleiding is misschien wat soberder, maar verder is er niks aan het nummer dat essentieel anders is dan wat hij met de band uitspookt.

Misschien waren de boys verhinderd. Of had Matt even geen zin in inspraak of commentaar. Of is er ruzie. Zou zomaar kunnen. Zeker met broers in de band en The National heeft twee keer twee broers. Maar waarschijnlijk hoeven we niet zo diep te graven naar motieven voor Matt’s solo-uitstapje. Als je weet dat Serpentine Prison is geproduceerd door Booker T Jones weet je dat dat reden genoeg kan zijn om de band even de band te laten en met die levende legende in zee te gaan.

Maar misschien ken je de goede man helemaal niet en denk je Booker wie?

Booker T is de naamgever van Booker T & The MG’s, hit makers onder eigen naam, maar ook de band die te horen is op alle hits die in de jaren zestig uit de Stax studio’s in Memphis kwamen. Van Otis Redding dus en Albert King en Sam & Dave. Maar Booker T heeft nog veel meer strepen verdiend. Hij produceerde een van de succesvolste albums van Willie Nelson en klassieke hits van Bill Withers, waaronder Ain’t No Sunshine. Als je met zo’n man kunt samenwerken dan laat je alles vallen en doe je dat. Op 2 oktober volgt het album.

The Hunna – Dark Times

The Hunna is een stel herrieschoppers -dat als ze de boel niet ergens op tournee onveilig maken- zich doorgaans ophoudt in Londen. De band had vorig week onze hoofdstad moeten aantikken, maar dat ging om de welbekende reden dus niet door. Hoe jammer dat is, blijkt wel uit de nieuwe single die The Hunna ondanks de Cornonacrisis gewoon volgens plan heeft laten verschijnen.

Dark Times is single elf van de band. Het bijbehorende derde album laat nog wel even op zich wachten. Dat verschijnt pas na de zomer, zo’n vier jaar na hun platendebuut. De titel van de single DarkTimes doet de actualiteit vermoeden, maar het nummer wacht al sinds december vorig jaar op release. De donkere tijden van The Hunna slaan waarschijnlijk op het dispuut dat de band had met hun vorige platenmaatschappij. Mocht de breuk gevolgen hebben gehad zijn die van positieve aard. Dark Times is een van de betere songs van de band. The star of the show is zanger Ryan Potter, maar de rest komt goed mee in dit zwaar beukende, licht metalen werkstuk.

Thomas Azier – Hold On Tight

Thomas Azier had nog wel even door kunnen gaan met zijn winnende formule van luxueuze op elektronica geschoeide kamerpop. Niemand die hem dat had kwalijk genomen. We kennen de Fries echter als iemand die niet voor de makkelijkste weg kiest. Desondanks komt komt Hold On Tight toch als een verrassing.

Op de nieuwe single van Nederland’s meest cosmopolitische artiest zijn namelijk vrijwel alleen maar stekkerloze instrumenten te horen; koperblazers & strijkinstrumenten met een krachtig klassiek signatuur. Philip Glass meets Ennio Morricone, iets in die richting. 

Tegen dit onverwachte decor geeft Thomas een vocale performance ten beste die niks minder is dan indrukwekkend. Technisch maar vooral ook emotioneel. Over twee weken al verschijnt het nieuwe album van Thomas Azier, Love Disordely, zijn vierde alweer. Er is geen betere manier denkbaar om interesse te wekken voor deze release dan met het imposante Hold On Tight.

Lewis Del Mar – The Ceiling

Danny Miller en Max Harwood gaan sinds 2015 samen door het leven als Lewis Del Mar. Het New Yorkse duo debuteerde vier jaar geleden met een album dat het, dankzij singles als Loud(y), Waves en Painting (Masterpiece) bijzonder goed deed. Zo goed dat de mannen ruim de tijd hebben genomen om aan een opvolger te werken. Die is inmiddels zo goed als gereed en zal in augustus verschijnen onder de titel….. ‘August’!

De eerste voortekenen van het traditioneel moeilijke tweede album zijn gunstig. De b-kant, Border (CH III) van de nieuwe single is een stemmige, meerstemmige ballad. Uitermate geschikt voor consumptie in de late uurtjes. Het liefst met een glas in de hand en in de buurt van een haardvuur.

De A-kant heeft pit. The Ceiling is een gretig gespeeld en gedetailleerd  geproduceerd nummer met sterk gitaarwerk en gedreven zang. The Ceiling past in het indie-rockbeeld dat het duo schiep met album 1, maar is meer dan een herhaling van zetten. De kernwoorden zijn schwung en zelfvertrouwen.

Over vertrouwen gesproken. Ga er maar van uit dat Lewis Del Mar het moeilijke tweede album syndroom heeft bedwongen. Met gemak.

Lazy Day – All The Time

Lazy Day begon ooit als slaapkamerproject van Tilly Scantlebury, maar is inmiddels uitgegroeid tot een goed rockende band. Als Tilly All The Time thuis had opgenomen had ze vast bonje gekregen met de buren.

De nieuwe single is namelijk een stevig werkje geworden met in de verte echo’s van Lou Reed’s Velvet Underground. Ondanks dat Amerikaanse klankkleurtje komt Lazy Day uit het land Marmite. De band is onderdeel van de muzikale tak van de Londense LBTGQ scene. Net als Porridge Radio en Liz Lawrence.

De tekst van All The Time schreef Tilly in een donkere periode van haar leven. Toen ze ten onder dreigde te gaan aan sombere gedachten en negatieve gevoelens. Het schrijven van het nummer had een therapeutische uitwerking en het zingen volgens haar nog meer. Hopelijk heeft All The Time een zelfde effect op luisteraars die af en toe in de put staren.

Liam Kazar – Shoes Too Tight

Na een decennium lang zijn talent in dienst te hebben gesteld van acts als Wilco’s Jeff Tweedy, Chance The Rapper en Daniel Johnson heeft Liam Kazar eindelijk de stoute schoenen aangetrokken en is hij voor zichzelf begonnen. Kazar‘s studio-ervaring verklaart het hoge instapniveau van debuutsingle Shoes Too Tight.

Dit is duidelijk niet het werk van een nieuwkomer, maar van een multi-instrumentalist die kilometers heeft gemaakt. Kazar‘s makkelijk in het gehoor liggende lied over te strakke schoenen is een elegante stijlmix met een bitterzoete afdronk. Beetje country, beetje soul, lekker indie.

De onderscheidende kenmerken van Shoes Too Tight zijn naast de sterke leadzang, een mooi vervormde gitaar en een dameskoortje dat zo’n sterk stempel drukt op het nummer dat je beter van voorgrond dan van achtergrondzangeressen kunt spreken. Of en wat er na dit goede begin gaat komen is nog niks bekend.

Mark Lanegan – Stockholm City Blues

Grunge pionier en stonerrock veteraan Mark Lanegan heeft een autobiografie, Sing Backwards and Weep gepubliceerd en een nieuw album uitgebracht. Beiden zijn zeer de moeite waard. Ook voor mensen die niet zo bekend zijn met leven en werk van de inmiddels 55-jarige zanger.

Lanegan leeft een bewogen leven. Dat wordt lange tijd gedomineerd door zijn verslaving aan heroïne. Hij zet zijn eerste stap op het muzikale pad in 1984 als frontman van Screaming Trees. Hoewel nooit zo bekend geworden als Nirvana of Pearl Jam is Screaming Trees een van de betere oorspronkelijke grunge bands. Vooral dankzij het doorleefde stemgeluid van Lanegan.

Na zeven albums trekt Lanegan in 2000 de stekker uit de band. Hij heeft dan al vier solo-albums gemaakt. In het jaar 2000 ook begint zijn lost-vast relatie met Queens Of The Stone Age. Ander memorabel werk van na 2000 zijn zijn albums met Isobel Campbell van Belle & Sebastian en de platen die hij maakt met The Gutter Twins, Soulsavers en The Twilight Singers.

Lanegan verzamelaars hebben er een hele kluif aan om alles bij te houden. Je kunt zeggen dat zijn heroïneverslaving in ieder geval op zijn output geen negatieve invloed heeft gehad. Inmiddels is hij alweer een tijd clean en toe aan soloalbum nummer tien. Afkomstig van ‘Straight Songs Of Sorrow’ is het fraaie Stockholm City Blues, een nummer dat zowel straight is als vol sorrow.

De latere Lanegan is het best in ballads en Stockholm City Blues is een van zijn allermooiste. Het nummer gaat over een miserabele nacht lang geleden in de Zweedse hoofdstad. Slechts met moeite herken je de rocker van weleer in de zacht zingende en duidelijk fraserende zanger van Stockholm City Blues. Pas tegen het einde hoor je de befaamde beschadigde stembanden. De begeleiding is bescheiden, een strijkkwartet en iets dat klinkt als een banjo.

Boek en album zijn inmiddels uit. Op Lanegan‘s site staat een link naar The Vault, een verzameling playlists gecureerd door de artiest zelf en gewaardeerde collega’s als Duff McKagan, Peter Hook en Bobby Gillespie.  

Everything Everything – Arch Enemy

Toegegeven, de stem van Jonathan Higgs voorganger van Everything Everything heeft een hoge irritatiegraad. Dat mag echter geen reden zijn om de band links te laten liggen.

Als je gewoon even doorbijt valt er namelijk heel wat te genieten. Neem nieuwe single Arch Enemy, een heerlijk eigenwijs stuk art-rock in de lijn van Britse excentriekelingen als Bowie, Peter Gabriel en meer recent Thom Yorke. Higgs’ stem is niet het enige aparte aan Everything Everything. De band weet clichés te vermijden zonder al te freaky te worden.

Als liedje is Arch-Enemy vrij simpel. Het arrangement alles behalve. Gitaar en keyboards raken zo met elkaar verweven dat het onderscheid langzaam verdwijnt. Kudos voor de man in de machinekamer, John Congleton, wiens naam je ook aantreft in de kleine lettertjes op albumhoezen van o.a. Warpaint, Best Coast, Manchester Orchestra en tig andere kwaliteitsacts. 

Arch Enemy komt van album vijf van de band uit Manchester, Re-Animator, dat eind augustus zal worden gepresenteerd.

Phoebe Bridgers – I See You

Phoebe Bridgers is wat de Amerikanen noemen ‘on a roll’. Wij zouden zeggen ze gaat lekker, heel lekker. Na het supersterke Kyoto komt de diva in spé nu met het niet minder aansprekende I See You.

Phoebe Bridgers is geen artiest die je snel met een ander zal verwarren. Ze heeft een herkenbare stem, maar ook haar producties hebben een eigen geluid, een persoonlijk getinte vorm van folkrock. Toch zit er flink wat variatie in haar songs. Kreeg Kyoto karakter door het gebruik van blazers. In I See You doen de gitaren het zware werk.

Liefde is het belangrijkste onderwerp van Phoebe’s liedjes. In geval van I See You geeft ze zichzelf de schuld van het stuklopen van een relatie, maar ook de moeder van haar ex krijgt de wind van voren.

Net als Kyoto staat I See You op Phoebe’s tweede, of zoals de Amerikanen zouden zeggen ‘sophomore’ album. We kunnen Punisher medio juni tegemoet zien.

Boston Manor – Plasticine Dreams

Boston Manor komt uit Blackpool, Lancashire. Beatle fans spitsen nu de oren, want de net ten noorden van Liverpool gelegen badplaats wordt genoemd in A Day In The Life, het piece de resistance van het Sgt. Peppers album.   

Als voedingsbodem van muzikaal talent is Blackpool altijd wat achter gebleven bij andere steden in Noord-Engeland. Maar dat is aan het veranderen. Zo’n zeven jaar geleden sloten vijf rock-garage Blackpoolers een verbond dat ze Boston Manor hebben gedoopt. Waarom die naam vermeldt het verhaal niet.

Om dat zelfde verhaal een beetje kort te houden. Boston Manor is nu drie albums verder en best beroemd aan het worden. Mike, Ash, Dan, Henry en Jordan veroveren de muziekwereld met een pittige mix van pop, punk en metal.

Mocht je de band nog niet kennen dan is nieuwe single Plasticine Dreams met zijn gedubbelde leadzang, slimme tempowisselingen en smaakvolle  gitaarwerk een prima instappunt. In de verte heeft de song ook wel iets van de oude U2. De metallic productie is echter helemaal van deze tijd. Meer van dit moois op de langspeler Glue.