Weird Nightmare – Weird Nightmare

Weird Nightmare – Weird Nightmare (SubPop)

“I wanted this record to reflect how much fun I was having”, zegt Alex Edkins, zanger-gitarist van noise/postpunkrockgroep METZ, over Weird Nightmare, de debuutplaat van de band die dezelfde naam draagt. Dat terwijl de eerste soloplaat van Edkins grotendeels ontstond tijdens de pandemie, met al zijn dystopische bijeffecten.

Weird Nightmare is een album waarin we zonder twijfel METZ herkennen, maar de songs ademen wat meer. We krijgen geregeld de tijd om een klein beetje op adem te komen, maar ook weer niet te veel. Wat dat betreft blijft Edkins toch vrij dicht bij het punkrockgeluid waar hij METZ groot mee heeft gemaakt. Weird Nightmare is een veel melodieuzere plaat. Dat sowieso. Waarmee Edkins toch voldoende afstand neemt van METZ om niet beticht te worden van ‘plagiaat’.

We horen op Weird Nightmare meer pakkende refreinen en opvallende hooks, hoewel ze vaak worden ondergedompeld in dikke lagen met feedback doordrenkt gitaargeluid. Edkins zadelde zichzelf niet op met een bepaald intrinsiek verwachtingspatroon of bepaalde kaders waarbinnen hij zou moeten werken. Niettemin komt hij nooit helemaal los van METZ en dat is misschien ook wel een zegen. Neem een song als Oh No, waarop wordt gefeatured door Chad VanGaalen, landgenoot van Canadees Edkins. We horen de drive en gejaagdheid die we kennen van METZ.

Het album laat zich het best samenvatten met wat quotes uit een interview dat Edkins gaf aaan Guitar World: “It’s funny: when I say that I made a pop record most people would think, ‘Listen, my friend, that is not a pop record,’ but to me it is! That was my intent.” De waarheid ligt allesbehalve in het midden. Luister en oordeel zelf. Pieter Visscher

 

Wet Leg – Wet Leg

Wet Leg – Wet Leg (Domino Records)

Al even uit, dit album, maar nog onbesproken en dat kan dus niet. Het gaat om het titelloze debuut van Wet Leg, dat we voor het gemak toch maar even Wet Leg noemen. De single Chaise Longue kwam vorig jaar al uit en we zijn nog aan het nabeven, want wat een explosie van luistergenot was dat ineens.

Wet Leg, wat niet staat voor nat been, maar een heel andere betekenis heeft (zoek maar op) bestaat uit de dames Rhian Teasedale en Hester Chambers. Ze wonen op het heerlijke Isle of Wight in Engeland en zijn al een jaar of drie actief. Wie zag de band in de Utrechtse EKKO? Dat was genieten natuurlijk.

Hoewel nog wel wat bleu op het podium, was wel duidelijk dat de band uit het juiste rockhout gesneden is. Ga daar maar eens goed voor staan of zitten in Biddinghuizen binnenkort, want ze staan op Lowlands. In de India waarschijnlijk, hoewel het ook zomaar eens de Bravo kan zijn, want de ster van Wet Leg rijst snel. Uit Oh No: “You’re so woke, diet coke…” Tekstueel dat werk. Ik bedoel maar.

Heeft dus niet alleen te maken met het ook op Pinguin Radio vollédig grijsgedraaide Chaise Longue, maar ook met al die andere indierockliedjes die er op Wet Leg te vinden zijn. Twaalf maar liefst en ze groeien, niet allemaal, oké, per draaibeurt. Probeer maar eens. Pieter Visscher

 

 

Herleef Rolling Stones in Amsterdam met Licked Live In NYC

Na het fenomenale optreden van de Rolling Stones 7 juli in Amsterdam is het fijn dat er net een livealbum is verschenen van de grootste rock-‘n-rollband aller tijden. Een opgepoetste liveplaat weliswaar, maar wat voor een!

“New York City, top of the world…”, getuigt Mick Jagger na een rauwe uitvoering van If You Can’t Rock Me. “Het is geweldig om te zien dat je er vanavond heel mooi uitziet, helemaal verkleed. Denk je dat je op tv bent of zo?”

In 1964 arriveerden The Rolling Stones in absolute chaos voor hun eerste show in NYC, na de release van hun debuutalbum The Rolling Stones. Na meerdere keren in New York City te hebben gespeeld, op verschillende locaties, was het alleen maar passend dat ze er in januari 2003, als onderdeel van hun 40-jarigjubileumtour, een punt van maakten om terug te keren naar de meest gevierde arena van New York: Madison Square Garden.

Dit was inderdaad een speciale avond in het midden van de 40-jarige feesttour van de Rolling Stones, waarbij het NYC-publiek getuige was van een vlijmscherp optreden dat door deze hele set wordt bewezen.

Licked Live In NYC is verschenen op dvd+2cd, SD Blu-ray+2cd, evenals een standalone 2cd en 3lp (gedrukt op zwart vinyl en ook limited edition wit vinyl). Oorspronkelijk uitgebracht in 2003 als een HBO-special en als onderdeel van het Four Flicks-pakket, is dit concert volledig gerestaureerd en geremasterd met vier niet eerder uitgebrachte nummers: Start Me Up, Tumbling Dice, Gimme Shelter en Sympathy For the Devil.

Naast Mick Jagger, Keith Richards, Ronnie Wood en Charlie Watts waren het Darryl Jones (bas, achtergrondzang), Chuck Leavell (keyboards, achtergrondzang), Bobby Keys (saxofoon), Bernard Fowler (achtergrondzang), Lisa Fischer (achtergrondzang) ), Blondie Chaplin (backing vocals, akoestische gitaar/percussie), Tim Ries (saxofoon, keyboards), Kent Smith (trompet) en Michael Davis (trombone) die het podium van de Garden in vuur en vlam zetten.

De toevoeging van drie bonusoptredens uit Amsterdam en repetitiebeelden geven een insiders-blik op de Rolling Stones die zich voorbereiden op deze tour. Het SD Blu-ray-pakket bevat de extra 51 minuten durende documentaire Tip Of The Tongue, die het concept en de voorbereiding van de innovatieve benadering van drie shows / drie locaties van de Live Licks-tour vastlegt. Geïnspireerd om elke avond van locatie te wisselen tussen arena’s, balzalen of theaters, en setlists erbij, wordt de band vastgelegd terwijl ze zich voorbereiden op deze tour van de opnamestudio in Parijs naar de repetities in Toronto.

Rolling Stones Licked Live In NYC is een dynamisch optreden op een van de meest gevierde locaties, toont een historisch, feestelijk moment in het leven van ‘s werelds grootste rock-‘n-rollband.

Angel Olsen – Big Time

Angel Olsen – Big Time (Jagjaguwar)

Openhartiger dan ooit is Angel Olsen in de Volkskrant van woensdag, waarin ze wordt geïnterviewd door Pablo Cabenda. Twee prachtpagina’s, waarin haar coming-out centraal staat. 35 is Olsen, maar vorig jaar pas kwam ze uit de kast. Snel daarna overleden zowel haar vader als haar moeder. Zo veel leed levert vaak schitterende muziek op, hoe navrant ook. Hoewel slechts drie van de nummers op Big Time postuum zijn geschreven.

Big Time is een subliem liedjesalbum geworden. Olsen die nu eens de country in duikt. Een genre dat ze dus ook onder de knie blijkt te hebben, na albums gevuld met elektronische muziek, indierock en pop. De Amerikaanse doet wat ze wil en de country kan weleens een blijvertje worden. Want we hoorden haar niet eerder zo fraai zingen en het niveau van de nummers is ook nog eens een stuk hoger dan in het verleden. Natuurlijk komt alle zielenpijn van die late coming-out eruit. Waarom in hemelsnaam zo lang gewacht?

Olsen heeft nu ruim een jaar een relatie met Beau Thibodeaux. Met haar schreef ze het titelnummer. Een tekst die boekdelen spreekt:

“And I’m losing, I’m losing, I’ve left it behind.
Guess I had to be losing to get here on time.
And I’m living, I’m loving, I’ve loved long before.
I’m loving you big time, I’m loving you more.”

Een liefdesverklaring van twee kanten. Schitterend gezongen. Je voelt aan alles dat het heel erg goed zit tussen die twee. Een glansrol is weggelegd voor de steelgitaar van Spencer Cullum. Op drums, percussie en gitaar Jonathan Wilson, terwijl Olsen zelf ook gitaar speelt. Wilson kennen we als muzikant en producer. De laatste jaren heeft hij furore gemaakt als producer van Father John Misty, die qua tempo in de songs vaak gelijke tred houdt met Olsen. Dat lijkt geen toeval.

Big Time is een frisse, heldere countryplaat waarop de jaren 70 duidelijk nagalmen. Waarop we een zangeres horen die niet eerder zo senang klonk. Liedjes groeien per draaibeurt en de zeer rijke instrumentatie maken Big Time ondanks de zonder meer aanwezige stemmigheid een feest om naar te luisteren. Keer op keer. Pieter Visscher

 

Toen The Police de grootste band ter wereld was

The Police begon aan hun allereerste wereldtournee en reisde door zes continenten in 1979 en 1980. The Police: Around The World Restored & Expanded toont beelden van achter de schermen en openhartige persoonlijke momenten terwijl de band nieuwe terreinen verkent. Hun snelle opkomst tot wereldwijd fenomeen.

Een aangrijpende momentopname van dit cruciale moment in hun carrière, The Police: Around The World Restored & Expanded, combineert beelden van de band die live optreedt met intieme beelden van Sting, Andy Summers en Stewart Copeland die Japan, Hong Kong, Australië, India, Egypte verkennen, Griekenland, Frankrijk, Zuid-Amerika en de VS. De band werd op en naast het podium gefilmd terwijl ze lokale monumenten bezochten, buitenlandse keukens ontdekten en op organische wijze een wereldwijde fanbase lieten groeien.

Onlangs verschenen is The Police: Around The World Restored & Expanded op dvd+cd, blu-ray+cd en dvd+lp (gedrukt op blauw vinyl). Oorspronkelijk beschikbaar op VHS en laserdisc, wordt de film voor het eerst gepresenteerd op dvd en Blu-ray, met hersteld beeld en geremasterde audio, evenals volledige uitvoeringen van vier bonusnummers die in de documentaire voorkomen.

Daarnaast bevat The Police: Around The World Restored & Expanded nooit eerder uitgebrachte live audio op cd en lp. Met nummers van hun eerste twee albums opgenomen in Japan, Hong Kong en Engeland, laat het zien dat The Police speelt met een razernij en passie die ze snel de grootste band ter wereld zou maken.

Tegelijkertijd genoot de Britse band van hun eerste hit in de UK met Roxanne en Message In A Bottle. Ze waren jong, hongerig en klaar om groot te worden. Zoals Andy Summers enthousiast zegt in de liner notes: “Net als Napoleon wilden we de wereld. Vanuit de rommelige en vurige sfeer in Londen in die tijd kwamen we op het idee om de hele wereld over te gaan en het hele avontuur te filmen. Voor zover we wisten, had tenminste geen enkele rockband dat ooit gedaan. We hadden net genoeg populariteit om over de hele wereld geboekt te worden.”

En de rest is geschiedenis… prachtig vastgelegd in The Police: Around The World Restored & Expanded.

The Smile – A Light for Attracting Attention

The Smile – A Light for Attracting Attention (XL Recordings)

Oké, Thom Yorke is een koning, maar laten we in hemelsnaam ook Nigel Godrich eens in het zonnetje zetten. Hij produceert sinds OK Computer (1997) alle albums van Radiohead en ook zo’n beetje alles wat Yorke (53) naast Radiohead op plaat zet de afgelopen jaren. En dat is nogal wat. Godrich mag niet worden onderschat. Zijn productietechnieken worden aan alle kanten gelauwerd door artiesten die met hem werken, waaronder ook Arcade Fire, Beck, Paul McCartney en Roger Waters.

Godrich mocht van Yorke ook op A Light for Attracting Attention (sinds kort op cd en vinyl verkrijgbaar) achter de knoppen zitten. Het debuutalbum van The Smile. Het zóveelste project van Yorke naast Radiohead. En ja, ook het zoveelste meesterwerk van Yorke, die op A Light for Attracting Attention opnieuw laat horen een van de intelligentste musici uit de muziekgeschiedenis te zijn (and counting). Hoewel dit album welzeker een samenwerking is met Radioheads Jonny Greenwood (gitaar, bas, piano en synthesizers) en de drummer van jazzformatie Sons of Kemet, Tom Skinner.

Yorke zelf stoeit ook met allerhande elektronica, speelt gitaar en de band wordt verder aangevuld met allerlei gastmusici op saxofoon, viool, cello, trompet en tuba. Waardoor de muziek in afsluiter Skrting On The Surface zelfs iets orkestraals krijgt. Dat geldt ook voor Waving A White Flag, waarin modulaire synthesizers toch weer de hoofdrol grijpen en er zelfs wordt geknipoogd naar Kraftwerk. Terwijl er ook hard gerockt wordt. Zeker. Het knallende You Will Never Work In Television Again betekent gitaargeweld van zowel Yorke als Greenwood en beukende drums van Skinner. Minstens zo opwindend is We Don’t Know What Tomorrow Brings. Met Greenwood op bas en Yorke op gitaar en synthesizers. Skinner wordt wat naar de achtergrond verdrongen. ‘I’m drowning in irrelevance and we don’t know what tomorrow brings”, zingt Yorke.

Ondanks dat we te maken hebben met een uitgekleed Radiohead, waarin Philip James Selway grofweg is vervangen door Skinner, kunnen we nochtans constateren dat A Light for Attracting Attention ‘gewoon’ een Radiohead-album is. Want wanneer er op de albumhoes Radiohead had gestaan in plaats van The Smile en er zou worden gejokt dat Ed O’Brien en Colin Greenwood hebben meegedaan, zou daar geen enkele fucking haan naar hebben gekraaid. Maar wát een gewéldig Radiohead-album is dit! Pieter Visscher

Pinkpop 2022 kent alleen maar winnaars

Tekst en foto’s: Pieter Visscher

Pinkpop 2022 is de heetste editie van Pinkpop ooit en waarschijnlijk ook de drukste. Wat een ongelooflijke menigte is er vooral op de vrijdag en zaterdag op de been. Die smeert zich in met hectoliters zonnecrème en drinkt sloten pils en andere koude drank. Pinkpop was twee jaar in ruste en is in 2022 ongelooflijk intens en misschien wel beter dan ooit teruggekomen. 

Een aantal dingen is veranderd op het terrein in Landgraaf. Dat valt meteen op. Zo zijn de twee grootste podia tegenover elkaar gezet. Waardoor feitelijk twee hoofdpodia zijn gecreëerd. De South Stage is de voormalige main stage en als een concert is afgelopen draai je je om en begint nog geen minuut later een volgende band te spelen, op de even grote IBA Parkstad Stage. Briljant. Toeschouwersstromen vinden hun weg eenvoudiger over het terrein. Wie een band in de Tent Stage wil zien is nog wel genoodzaakt de nodige meters te maken. Dat gaat soepel en relaxed. Zoals de sfeer op het terrein ook gekenmerkt kan worden. Pinkpop is terug na twee jaar en alles voelt nog als vanouds. Waar de vrijdag wordt afgetrapt door My Baby, dat met het jaar een betere band wordt. Catho van Dijck bespeelt het publiek als vanouds. Gekleed in een gewaagd veterhemdje laat ze maar weer horen welk een begenadigd zangeres ze is. Net als Floor Jansen, die vrijdags maar liefst twee keer optreedt. Solo en met haar Finse metalband Nightwish. Tussendoor zien we Danny Vera, die een aantal extra muzikanten heeft uitgenodigd op het podium, waaronder een blazerssectie. Vera kan het zich moeiteloos permitteren enkele hits te laten liggen, hoewel de massa dolgraag The Weight had gehoord. Bijvoorbeeld.

Wie zich omdraait na Danny Vera krijgt te maken met het gitaargeweld van IDLES (foto). Woeste punkrock in de kokende zon. Met gitarist Mark Bowen in een jurk. Zo zien we het graag. Zanger Joe Talbot in een lange, zwarte broek. Het zal rond de 35 graden zijn op het podium en Talbot beweegt nogal veel en ongecontroleerd. Zo’n zwarte broek is dan onhandig. Talbot loopt rood aan en ramt zichzelf ook nog eens om de haverklap op de borst. IDLES overdondert zijn publiek bij vlagen. Er wordt gepogood vlak bij het podium. Stofwolken stijgen op.

Wat minder het geval is tijdens Greta van Fleet, dat nog altijd een soort Led Zeppelin light is. Zanger Josh Kiszka beschikt over een geweldige stem, maar als hij te vaak de hoogte in wil, werkt het op de zenuwen. Daar hebben we bij Tyler Joseph van Twenty One Pilots geen last van. Joseph beschikt over meerdere stemmen. Zo loopt hij geregeld één op één met Eminem, terwijl met weinig moeite het schreeuwende geweld van wijlen Linkin Parks Chester Bennington wordt benaderd. De band zet een grootse rockshow neer, waar alles inzit wat je wil zien tijdens een optreden en is een positieve verrassing in Landgraaf.

Als opwarmer van dagafsluiter Metallica vinden we Nothing But Thieves voor een afgeladen weide. Zanger Conor Mason is minder stemvast dan anders en dan is het fijn dat zijn band knalhard rockt. Veel werk van de prima laatste plaat Moral Panic komt voorbij. Je ziet Mason genieten van de deinende massa. Die inmiddels warm is gemaakt voor het veel hardere gitaargeweld van Metallica, waar nog altijd geen enkele sleet op zit. James Hetfield lijkt zelfs fitter dan ooit. Heeft nog een extra tatoeage laten zetten ook. Ditmaal in de nek. Daar moet je van houden. Hetfield (58) blijft een rockgod vanjewelste en zijn band weet de aandacht twee uur lang vast te houden.

Zaterdag

Doordat de zaterdag nog wat heter is dan de vrijdag wordt de massa om de haverklap door presentator Eric Corton op vaderlijke wijze aangemoedigd om toch wel het nodige extra water naar binnen te gieten. Het wordt gratis aangeboden in plastic bekertjes. En dan is het extra genieten bij good old Crowded House, uit Nieuw Zeeland. Wat heeft de band toch een ongelooflijk arsenaal aan ijzersterke popliedjes. Natuurlijk komt Don’t Dream It’s Over voorbij, maar ook eerder werk van Neil Finns vorige band Split Enz wordt gespeeld. Wie het droog houdt tijdens het magistrale Message To My Girl beschikt over bovennatuurlijke gaven. Wat een ongekende schoonheid. Een van de allermooiste popliedjes die ooit zijn geschreven. Finn is 64 inmiddels, maar hij houdt wat jeugdigs. Hij praat veel met zijn publiek en trakteert een man met een enorme grijze baard, voor op het veld, op een ijskoud blik bier. “We only have six on the rider.”

Crowded House is een mooie opmaat naar Courtney Barnett. In de Tent Stage, waar de Australische singer-songwriter haar softe folkliedjes laat fladderen. Heel af en toe geeft ze even gas. Alsof ze wil zeggen: Ik kan best een beetje rocken hoor. Maar niet zo hard als het overtuigende Deftones, waar Chino Moreno als een rechtgeaarde ADHD’er over het podium dendert. De band speelde 24 jaar terug voor het eerst op Pinkpop en heeft aan intensiteit niets ingeboet. Hogeschoolmetal, waar de zaterdagavond mee wordt afgetrapt. My Own Summer (Shove it) komt voorbij, van Around The Fur uit 1997. De tent wordt afgebroken.

Ietwat rustiger gaat het eraan toe bij Måneskin, uit Italië. De band die het Eurovisie Songfestival won heeft met zanger Damiano David dé blikvanger van het weekend in de gelederen. Hij verschijnt in eerste instantie nog enigszins gesoigneerd op het podium, maar eindigt in een piepklein wit onderbroekje. Geen remsporen te bekennen. Gelukkig maar. Måneskin zorgt voor ongekend veel energie en is een fijne opwarmer voor hoofdact Pearl Jam. De band van Eddie Vedder speelt de sterren van de hemel, terwijl de temperatuur inmiddels ronduit aangenaam is te noemen. Vedder heeft wat A4’tjes meegenomen waarvan hij in het Nederlands teksten leest. Hij refereert aan de sprong in het publiek van 30 jaar geleden. Dat was een episch moment in de Pinkpophistorie. Pearl Jam speelt covers van de Stones en Pink Floyd en opent ijzersterk met het onverslijtbare Even Flow, dat uit volle borst wordt meegezongen. De band is begeesterd, heeft er zin in. Corduroy, Given To Fly, Jeremy en Porch zijn enkele hoogtepunten uit de setlist. De band sluit af met Alive en vertrekt eerder dan gepland van het podium. De massa wacht smachtend op een toegift. Die blijft achterwege. Het is goed zo.

Zondag

Met Ziggy Marley op het veld is het al snel feest en als hij dan ook nog eens louter nummers van zijn vader speelt is de pret dubbel. Het is bijna ongelooflijk hoe de stemmen van vader en zoon op elkaar lijken. Wie de ogen sluit hoort Bob weer even zingen. Het regent hits uit de mond van Marley, die weinig interactie met zijn publiek heeft. De muziek vertelt het verhaal. We zien een Jamaicaanse vlag wapperen, mensen met reggaepetjes. Ziggy met weelderige dreadlocks tot aan de knieën. Hij danst, het veld danst. Dit is de ideale zondagmiddag. Is This Love that I’m feeling? Een volmondig ja. Terwijl die vraag ook kan worden gesteld aan Nile Rodgers, die met Chic opnieuw een feestelijke set weet neer te zetten. Le Freak komt voorbij, maar de meeste aandacht gaat natuurlijk uit naar de songs waaraan Rodgers meewerkte. Als producer bijvoorbeeld. Modern Love en Let’s Dance van David Bowie worden omarmd door de afgeladen weide. Wat ook geldt voor Madonna’s Like A Virgin en We Are Family van Sister Sledge. Rodgers, niet geheel gespeend van megalomane trekjes, blijft een aanstekelijke verteller. Het is komen, zien en overwinnen. Wat bovendien geldt voor festivalafsluiter Imagine Dragons, uit Las Vegas. Zanger Dan Reynolds is een jongen met een boodschap. Blijf altijd jezelf. Laat je niet de les lezen door anderen. Doe wat je wil in het leven. Geen concessies. Reynolds laat zijn hart spreken en zegt in feite wat we allemaal zo donders goed weten: All you need is love. Het nummer ook waarmee Pinkpop traditioneel wordt afgesloten. Pinkpop 2022 is een editie om in te lijsten en kent alleen maar winnaars.


FESTIVALVERSLAG – Martien Koolen

Eindelijk drie jaar na de 50ste editie van Pinkpop, mochten we weer richting Landgraaf gaan voor de 51ste editie van de moeder aller popfestivals. Het affiche voor Pinkpop 51 zag er in ieder geval goed uit, het weer was prima (voor sommigen op zaterdag misschien iets te heet), dus het was weer eens ouderwets genieten, toch?

Dag 1 Vrijdag 17 juni

Het Nederlands My Baby mag het hoofdpodium (South Stage) als eerste (13:30) betreden op deze Pinkpopvrijdag en dat doen ze met verve; Cato van Dijck (“feeling hot!!”) heeft er zin in, en de band opent met een aantal nummers, o.a. ‘It’s A Setup’ en ‘A Dream I Dream’, van hun laatste album ‘Sake Sake Sake’ (22 april 2022). Gitaarplukker Daniel Johnston tovert heerlijke funky en bluesy riffs uit zijn instrument en de band is op zijn best als er strak wordt gemusiceerd zoals tijdens ‘In The Club’ of het “ruige” ‘Stupid’. De lange afsluiter ‘Seeing Red/Make A Hundred’ van het prachtige album ‘Shamanaid’ (2015) is een waardig slot van dit heerlijke optreden, jammer voor My Baby dat het publiek nog niet helemaal bij de muzikale les is, maar deze band wordt alleen maar groter; let maar op! Om 14:30 is het de beurt aan super zangeres Floor Jansen, zij wordt begeleid door de Martin Visser Band en het geluid is voornamelijk getint met symfonische rock elementen die ook aan Nightwish herinneren…. De setlist herbergt ook twee nummers (‘Fire’ en ‘Storm’) van Floor’s soloplaat die volgend jaar zal veerschijnen; verder wordt het enthousiaste publiek vooral getrakteerd op covers, zoals ‘Euphoria’ en ‘Let It Go’ uit Frozen. Heel verrassend is de “heavy” song van het Revamp album ‘Wolf And Dog’, volgens Floor zelf een van de hardste albums die ze ooit heeft opgenomen, en de After Forever track ‘Energize Me’! Alle songs worden fantastisch gezongen en ook het duet ‘The Phantom Of The Opera’ met, ja hoor, Henk Poort, klinkt super; later zal Floor nog eens schitteren tijdens haar optreden met Nightwish. Maar eerst even losgaan bij Idles, deze postpunkband uit Bristol gaat er namelijk voor 200% voor; ‘Colossus’ en ‘A Hymn’ komen al behoorlijk heftig over en gitarist Lee Kiernan duikt gewoon het publiek in om de menigte nog meer op te jutten! Tijdens ‘Mr. Motivator’ slaat de vlam nog een keer in de pan en de nummers ‘Danny Nedelko’ en ‘Never Fight A Man With A Perm’ zijn mokerslagen die het publiek met liefde omarmt; een vet optreden! Om 17:30 betreedt Floor Jansen voor de tweede keer deze dag het Pinkpoppodium, deze keer met Nightwish natuurlijk. De setlist bestaat uit 10 nummers en de meeste zijn afkomstig van de albums ‘Human.: 11: Nature’ (2020) en ‘Once’ (2004); de set is heerlijk bombastisch en symfonisch en Floor zingt alweer de sterren van de hemel; natuurlijk is er ook veel vuur(werk), theatraal en muzikaal. Floor praat de hele tijd Nederlands en haar bandleden zullen zich misschien afgevraagd hebben wat ze allemaal aan het vertellen was…. ‘Planet Hell’, ‘Tribal’ en ‘Ghost Love Score’ zijn wat mij betreft de absolute hoogtepunten en Floor nodigt iedereen uit om lekker mee te zingen met een zachte G… ‘All The Works Of Nature Which Adorn The World: V111. Ad Astra’ is het fenomenale einde van de set waarin Floor nogmaals aantoont wat ze vocaal in haar mars heeft; heel veel dus! De jonkies van Greta Van Fleet zijn voor de tweede keer op Pinkpop en iedereen is echt benieuwd hoe de band met de drie broertjes Kiszka het deze keer gaat “doen”… Verrassend is in ieder geval dat de setlist maar uit 7 nummers bestaat en dat er vooral veel, lange gitaarsolo’s op het programma staan zodat Jake veel in de spotlight staat. Opening track is ‘Built By Nations’ een fantastische song van hun laatste album ‘The Battle At Garden’s Gate’ (2021), gevolgd door ‘Black Smoke Rising’, een live favoriet die het weer zeer goed doet bij het enthousiaste publiek. De laatste drie nummers, ‘Lover, Leaver’, ‘The Weight Of Dreams’ en ‘Highway Tune’ bestaan voornamelijk uit lange gitaarsolo’s die zeker niet bij iedereen in goede aarde vallen; al met al wat mij betreft een super gig maar voor veel toehoorders ook wel wat teleurstellend…. Dan heb je headliners en echte headliners en Metallica behoort zeker tot de laatste categorie. Het onweer/noodweer voor het optreden van de beste trash metal band ter wereld in 2014 is nog steeds legendarisch, maar ook vandaag zijn Hetfield, Hammett, Ulrich en Trujillo in topvorm. De intro’s, AC/DC’s  It’s A Long Way To The Top en Ennio Morricone’s Ecstasy Of Gold duren veel te lang, maar dan knalt ‘Whiplash’ door de boxen gaat het hele publiek los; ‘Creeping Death’ (altijd een super nummer live) en ‘Enter Sandman’ zorgen voor een fantastische stemming en later blijkt dat de setlist alleen maar vette, harde nummers bevat; ballads zijn vanavond off limit! Verassende songs zijn ‘Trapped Under Ice’ (heerlijk), ‘Dirty Window’ (van het slechtste Metallica album ooit, St. Anger) en ‘Bleeding Me’. Hoogtepunten van deze heavy set zijn toch wel ‘Wherever I May Roam’ (supervet), ‘For Whom The Bell Tolls’ (een trash metal klassieker) en ‘Seek & Destroy’ (lekker trashy). De metal koek is nog niet op na 13 nummers want Hetfield & Co. trakteren het dolenthousiaste publiek maar liefst op drie toegiften; en wat voor een encores!! Als eerste horen we ‘Metal Militia’, een track die de band sinds 15 december 2016 niet meer heeft gespeeld en dan volgt het magische tweeluik: ‘One’ en ‘Master Of Puppets’! Beter kun je een metalconcert niet afsluiten, Metallica is nog steeds de beste metal band ter wereld!!

Dag Twee Zaterdag 18 juni

Crowded House, lees Neil Finn (deze keer met zoons Liam en Elroy in de band) begint lekker rustig op deze tweede Pinkpop dag met “Distant Sun” en “World Where You Live” en het duurt even (tot song nummer vier “Fall At Your Feet”) voordat het publiek echt reageert en meegaat met de gevoelige, melodieuze pop/rock songs. Hits heeft Crowded House genoeg en daarvan worden er een aantal, zoals “Don’t Dream It’s Over”, “Weather With You” en “Four Seasons In One Day”, meesterlijk vertolkt en deze songs bewijzen nog maar eens dat meneer Finn echt wel goede nummers heeft gecomponeerd; lekker relaxed optreden, zeker met deze tropische temparturen! Na vijftien jaar zijn The Deftones weer eens van de partij op Pinkpop en zoals gewoonlijk is de band, de grondlegger van de nu-metal, weer eens de vreemde eend in de bijt. De heavy, harde nummers zoals “My Own Summer” en “Around The Fur” zijn heerlijke hoogtepunten van de set, maar ook de wat “rustige” songs zoals “Change” (super song trouwens), “Rosemary” en “Sextape” staan als een huis. “Rocket Skates” beëindigt deze toch weer indrukwekkende set van de band uit Sacramento. Maneskin, de glamrock band uit Italië is natuurlijk een heel ander verhaal, want dit is commerciële pop/rock muziek avant la lettre pur sang. Zanger Damiano David is een showmannetje van de eerste orde en de songs stellen helaas niet zo veel voor; vooral de covers “Beggin” (The Four Seasons), “My Generation” (The Who) en “I Wanna Be Your Dog” (The Stooges) zijn ronduit vervelend en ook slotsong “Lividi Sui Gomiti” (met fans op het podium) is niet echt overtuigend, maar Damiano eindigt wel in slechts een witte onderbroek…. Om 21:30 is het tijd voor de slotact van dag twee, Pearl Jam, en het wordt een grunge/rock feestje van de eerste orde zonder twijfel. “Even Flow” (al 848 keer op de setlist!!!) opent de show en vanaf de eerste tonen van dat super nummer geeft de band werkelijk alles, 200% dus! Voordat “Why Go” als tweede gespeeld wordt vertelt Eddie een verhaaltje en wel in het Nederlands en hij hoopt dat iedereen ok is en er zin in heeft! Pearl Jam speelt vanavond bijna alleen maar tracks uit de jaren negentig, met uitzondering van drie songs van “Cigaton”, hun laatste album uit 2020. “Jeremy” en “Betterman” klinken fantastisch en Vedder’s krachtige stem blijft boeien van het begin tot de laatste song “Alive”. Andere hoogtepunten zijn toch weer “Corduroy”, “Given To Fly”, “Daughter” en “Porch”; songs die de tand des tijds makkelijk doorstaan! De toegiften, behalve “Alive” (De Pearl Jam klassieker natuurlijk) zijn opvallend, want het zijn twee covers, en niet de minste, namelijk “Comfortably Numb (Pink Floyd) en “Street Fighting Man” van de Rolling Stones. Pearl Jam heeft alweer een memorabel optreden afgeleverd, petje af voor Vedder & Co!!

Martien Koolen

Camp Cope – Running With The Hurricane

Camp Cope – Running With The Hurricane (Run for Cover Records)

Het is een openingszin die wel even blijft hangen. Georgia Maq geeft zichzelf met ““I’ve been seeing my own death, I’ve been laying down, I’ve been going down, giving strangers head”, bloot in de stoere openingstrack van Running With The Hurricane, het derde album van haar band Camp Cope.

Camp Cope is het alternatieverocktrio dat naast zangeres, pianist en gitarist Maq (echte naam McDonald) bestaat uit Kelly-Dawn Hellmrich (basgitaar) en Sarah Thompson (drums en tamboerijn). Ze komen uit Melbourne, de stad in Australië die al zo ongelooflijk lang geweldige bands voortbrengt.

Camp Cope is wat je krijgt wanneer je Tracey Thorn (uit het voormalige Britse prachtduo Everything But The Girl) haalt en haar vraagt de keyboards thuis te laten. McDonalds stem heeft veel weg van die van Thorn. Waardoor je onherroepelijk aan EBTG moet denken, ook omdat de sound er, bij vlagen, wat van wegheeft. Of is dat een mindfuck? Het tempo in de songs van Camp Cope is hoger en de muziek is een stuk meer rockgeoriënteerd.

Camp Cope onderscheidt zich niet eens zozeer door het niveau van die nummers, dat uitstekend is, zonder echte uitschieters, maar vooral door die stem van McDonald. Haarscherp, vol soul, melodrama en zeggingskracht. Vooral McDonald maakt het tot een genot om te luisteren naar Running With The Hurricane, dat net zo veel goeie indierockliedjes, met een vleugje grunge en postpunk, als smaakvolle narratiefjes herbergt. Pieter Visscher

Moss – HX

Moss – HX (Excelsior Recordings)

De openingsriff van Not Today, de eerste track van Moss’ zesde studioalbum HX, had zo afkomstig kunnen zijn uit een Interpol-song, maar we worden op het verkeerde been gezet. Hoewel postpunk wat meer dan in het verleden lijkt na te galmen op HX is het vooral de alom aanwezige synthesizer die in het oor springt. Moss trekt ons geregeld terug de jaren 80 in.

De rol van keyboardheld Jelte Heringa is een stuk prominenter geworden. Dat terwijl het niveau van de songs nog nooit zo hoog is geweest, want HX is met afstand het mooiste wat de Noord-Hollandse band tot nu toe op plaat heeft gezet. Songschrijver Marien Dorleijn is in de vorm van zijn leven. De geboren Zeeuw, die tegenwoordig in Boskoop woont, verloor in de laatste vijf jaar beide ouders en wie goed luistert, merkt dat dat een onderwerp is dat voorbij komt. “Where do we go when we die? Do we know?” Maar ondanks deze ellende is HX een weliswaar bij vlagen stemmig, maar meestentijds opgewekte plaat geworden. Met enkele instant popklassiekers. Neem het door elektronica gedragen, heerlijk weemoedige Beginning.

Around is ook zo’n nummer dat je wel 50 keer achter elkaar wil horen. We ontdekken wat Depeche Mode uit de vroegste jaren 80 (Speak & Spell), terwijl die sound, bijvoorbeeld, ook weer even opduikt in het eveneens retedansbare The Lighthouse. Het zijn twee van de prijsnummers op HX, dat twaalf songs telt, terwijl er geen sprake is van vullers. Dat maakt het allemaal wat extra knap.

Moss heeft zichzelf min of meer heruitgevonden. Zoals Dorleijn meer dan ooit zijn stem inzet als extra wapen. Hij zong nog nooit zo mooi en divers. Zo zoekt hij iets vaker zijn falset en vindt die ook. Het zorgt voor extra emotie in de wederom bloedmelancholische collectie liedjes. Zo is het gloedvolle HX een plaat waarmee Moss niet alleen in Nederland ijzersterk voor de dag komt, maar ook in het buitenland. Let maar op: Engeland en Amerika zetten de poorten wagenwijd open. Pieter Visscher

 

Rolling Blackouts C.F. – Endless Rooms

Rolling Blackouts C.F. – Endless Rooms (Sub Pop/Ivy League)

Jongens waar je van op aan kunt. Dat zijn die gasten van Rolling Blackouts Coastal Fever: Fran Keaney, Tom Russo, Joe White, Joe Russo en Marcel Tussie. Tegenwoordig drukken ze als naam Rolling Blackouts C.F. op hun albums. Reken maar eens uit wat dat aan inkt bespaart en het bekt als naam misschien ook wel wat lekkerder. Wees eerlijk.

Endless Rooms is de derde plaat van de vijf vrienden uit Australië (Melbourne). Drie van de vijf beschikken over geweldige stemmen. Het verhaal is bekend. Keaney, White en Russo (bas) spelen daarnaast gitaar en schrijven de songs ook nog eens. De gelaagde indierock van Rolling Blackouts C.F. is ouderwets energiek en melodieus en zo is er weinig nieuws onder de zon. Daar zijn we blij mee.

Want op de songsmeden van down under lijkt die hele coronastilstand geen wissel te hebben getrokken. Misschien is er een héél klein beetje tempo uit de songs weggesijpeld, maar meer zal het niet zijn. De opgewektheid, het enthousiasme, de zeggingskracht van de liedjes; alles is bij het oude gebleven. Rolling Blackouts C.F. toont vormbehoud. En hoe.

Neem een verslavend lekker uptempo nummer als Saw You At The Eastern Beach. Zo vol levenslust, speelsheid en tekstuele frivoliteiten. Af en toe een boodschap. Zo horen we de mannen het liefst. Ogenblikkelijk word je er smoorverliefd op.  ‘And the stars are just out of reach. But the petrochemical factory glitters like so many precious stones. Even through the bay windows of the quarter acre homes.’

Met Endless Rooms wordt geen moment ingeboet aan kwaliteit en urgentie en laat Rolling Blackouts C.F. – schijnbaar achteloos – horen waarom ze tot de belangrijkste gitaarbands van de laatste jaren behoren. Champagne! Pieter Visscher