Seratones – Power

Seratones – Power (New West Records)

Het is goed mogelijk dat Seratones nog niet is opgepikt door het grote publiek omdat debuut Get Gone (2016) te veel kanten uit waaide. Van punk, naar garagerock, naar soul. Mijn schoonmoeder zou er nerveus van worden. Nu definitief een richting lijkt te zijn gekozen, althans met tweede album Power, lijkt de band klaar om een groot publiek te gaan bereiken. Want Power is een klassealbum.

Voornaamste wapen van de band uit Shreveport, Louisiana is het stemgeluid van voormalig gospelzangeres A.J. Haynes, die doet wat ze maar wil met haar stem. Met speels gemak zet ze de nummers op Power naar haar hand.

Met teksten over rassengelijkheid, het recht op abortus, milieutoestanden, poëzie en persoonlijke sores word je net zo bij de les gehouden als muzikaal. De (rauwe) soulrock waarvoor gekozen is, lijkt een blijvertje. Al draait Haynes haar hand dus ook niet om voor punk of garagerock. Niet alle klappen zijn raak op Power, maar de meeste wel – erg raak zelfs. Terwijl het nogal een klus was om alle neuzen dezelfde richting in te krijgen bij het tot stand komen van het album.

“We went through a pretty dramatic shift with this record,” legt Haynes uit. “The band lineup, the creative process, the sound: all of it changed in ways that really reflected our growth and evolution. With this album, I knew that I really wanted to draw from the pantheon of soul music. Soul was what I danced to in the kitchen with my mother. It’s what I’d come home at night and listen to on my record player. Things are really heightened and scary and overwhelming in this country right now, and returning to soul music was a way of reaching for comfort and security in all of that.”

In feite is Haynes dus heel dicht bij zichzelf gebleven en dat heeft geleid tot een van de allersterkste nummers die dit jaar zijn verschenen: titelnummer Power (sublieme, heerlijke video ook!). Voor de productie, lekker rauw, is Cage the Elephant-gitarist Bradley Shultz verantwoordelijk. Hij moet met gepaste afgunst hebben geluisterd naar het eindresultaat, vergeleken met het geluid van zijn eigen, niet onsuccesvolle bandje. Ja, had je A.J. Haynes maar gehad hè.

Want wat schiet ze ook zálig uit de startblokken in het gejaagde Heart Attack, dat ook al tot het beste behoort wat dit jaar is verschenen. Ook wanneer gas wordt teruggenomen op Power is het smullen geblazen. Gaat in vele eindlijstjes verschijnen in december. In die van ondergetekende bijvoorbeeld. 22 november speelt de band in Cinetol, Amsterdam. Pieter Visscher

 

 

 

Rory Gallagher – Rory Gallagher

Rory Gallagher – Rory Gallagher (Universal) 

Tijdens de laatste editie van Bospop viel het ook weer op hoe immens populair Rory Gallagher nog altijd is. Om de haverklap liep je iemand tegen het lijf met een T-shirt van de Ier. Die op 47-jarige leeftijd overleed, in 1995. Gallagher heeft wereldwijd nog een immense fanschare. Mensen die elkaar geregeld opzoeken. Gallagher leeft voort.

Prachtig is het geremasterde debuut van Gallagher dat nu is verschenen op 180 gram heavyweight vinyl. Het resultaat mag er zijn. Zo nu en dan klinkt het alsof je er bij bent wanneer je je ogen sluit. Bij Rory in de studio. Kraakheldere bluesrock, gezongen en gespeeld door een van de grootste gitaristen die de wereld heeft gekend. “The man who changed my musical life was Rory Gallagher. I picked up a guitar because of him”, vertelt een andere gitarist van bijzonder grote klasse: Johnny Marr. Brian May zegt zelfs dat hij zijn geluid te danken heeft aan Gallagher en ook U2’s The Edge is groot fan.

Gallaghers solodebuut, dat titelloos was en daarom Rory Gallagher heet in de volksmond, verscheen in 1971, nadat hij de Ierse bluesrockband Taste had verlaten. Onder meer Mitch Mitchell, bassist en drummer in The Jimi Hendrix Experience, deed auditie om in Gallaghers band te komen. Gallagher koos uiteindelijk voor twee muzikanten uit Belfast; drummer Wilgar Campbell en bassist Gerry McAvoy. Het powertrio knalde meteen uit de startblokken met een tien songs tellende klassieker – inmiddels.

Het speelplezier dat je terughoort, wordt misschien wel het best samengebald in het betrekkelijk korte (2.38) maar ook retevrolijke It’s You. Gallagher leeft zich uit op de mandoline en luisterend naar het drumwerk van Campbell weet je zeker dat hij met een lach van oor tot oor in de studio moet hebben gezeten. Gerockt wordt er uiteraard ook genoeg. Laundromat is een typische Gallagher-song, wat ook geldt voor Hands Up. Hoe vaker je luistert, des te sterker dringt de grootsheid van Gallagher weer tot je door. Neem ook zo’n I Fall Apart; wat een schoonheid. Wat een perfecte bluessong. Pieter Visscher

 

Spoon – Everything Hits At Once

Spoon – Everything Hits At Once (Matador/Beggars)

Hoeveel rockbands in de afgelopen 25 jaar konden wegkomen met een album met de grootste hits? Everything Hits At Once (The Best Of Spoon) is een carrièreomvattend retrospectief waar de complete mensheid van opkalefatert.  Het is een vlekkeloze compilatie van hun bekendste, meest geliefde nummers, maar het zit nog steeds vol verrassingen – het enige wat je kunt verwachten van een band die een hele carrière heeft verrast met het verrassen van mensen.

“Het idee om een ​​best-of te doen leefde al een poosje”, zegt Britt Daniel, zanger en grootste brein van de band. “Eerst wist ik niet zeker wat ik ervan vond, maar op een gegeven moment herinnerde ik me dat ik vroeger ook best-ofs kocht. Van The Cure en New Order bijvoorbeeld. Zo kwam ik zelfs in aanraking met die bands.”

Spoon leek niet de meest waarschijnlijke band om geschiedenis te schrijven. Maar ze hebben dit bereikt door te weigeren iets toe te geven aan de mode, weigeren te erkennen, weigeren zichzelf te herhalen, door zich te verzetten tegen de impuls om het veilig te spelen. Ze zijn hun eigen weg blijven gaan.

Spoon heeft een belachelijk uitgebreide catalogus opgebouwd waarover mensen urenlang ruzie kunnen maken; over hun favoriete hoogtepunten.

Hoe kwam deze complexe en diverse reeks albums op één schijf terecht? “Eerlijk gezegd, het was een strijd”, zegt Daniel. “Ik luisterde naar de oude platen en noteerde de nummers – als je het volume harder wil zetten, is dat een goed teken. De lijst is echt ingekort, dus dit zijn de beste. I Summon You was nooit een knallend nummer, niet voor de radio althans, maar het moest er wel zijn. Het is een van de beste dingen die we hebben gedaan, denk ik.”

Er zal waarschijnlijk tot het eind der tijden worden gesproken over de keuzes die Spoon maakte bij het tot stand komen van deze verzamelaar. Waarom, echt, waarom heeft The Fitted Shirt van Girls Can Tell (2001) het bijvoorbeeld niet tot de eindlijst geschopt? We pinken een traantje weg. Pieter Visscher 

Lowlands 2019 knalt en heeft met Giorgio Moroder, Johnny Marr en De Staat drie winnaars

Het is natuurlijk ook allemaal nogal wat. Die voorspellingen van weerexpert Gerrit Hiemstra liegen er namelijk niet om een paar dagen voor aanvang van Lowlands 2019. De 27ste editie. We gaan wegspoelen. Mínstens. Lowlands moet een soort openluchtzwembad worden met alle verwachte neerslag. En dan ook nog die wind hè. Ja, ook nog die wind. Gaat de massa het überhaupt overleven? Lowlandskaartjes worden plots massaal aangeboden op verkoopsites. Het armageddon van Biddinghuizen, je kunt er nog aan ontsnappen. 

Tekst: Pieter Visscher / Foto’s: Serge Hasperhoven

Billie Eilish

De praktijk is anders. Want we weten het: geen festivalterrein met meer schuilplaatsen voor die enkele bui die valt dan dat van Lowlands. De hele vrijdag is het schitterend festivalweer. Zaterdag buiig en over de zondag mogen we niet eens klagen. De enige keer dat je misschien echt een poncho nodig hebt, is wanneer Billie Eilish in de Alpha optreedt. Een ongekend grote massa heeft zich verzameld in en buiten de tent. Afgekomen op de hype die is ontstaan rondom het 17-jarige kindsterretje, dat met Bad Guy als eerste nummer meteen haar enige troefkaart op tafel legt. Niet overdreven schrander. Een heerlijk elektrohitje, zonder meer, maar daarna verzuip je in het magere repertoire. De nieuwe Madonna? Een regelrechte gotspe. Doe ons technomaestro Paul Kalkbrenner maar, op hetzelfde podium. Wat maken die paar spetters nou uit?

The Streets doet het ook goed, in de Heineken. De Britse hiphopper heeft er meer zin in dan de laatste keer dat we hem op Lowlands zagen. The Growlers hebben de Heineken warm gemaakt voor Mike Skinner, met een portie vrolijke psychedelische rock. Niet te moeilijk, altijd gezellig. Fijn, zo halverwege de vrijdagmiddag. In diezelfde Heineken vinden we ook Ziggy Marley, die er duidelijk zin in heeft met zijn band. Vooral het repertoire van vader Bob wordt hartstochtelijk meegezongen. Onverslijtbare, tijdloze reggae. We worden er warm van.

Royal Blood

Eerste hoogtepunt van de vrijdag is meteen een enorm hoogtepunt, met Royal Blood in de Alpha. Het blijft ongekend knap hoe Mike Kerr (zang, bas) en Ben Thatcher (drums) een compleet bandgeluid neerzetten. Vaak nog voller zelfs. En zoveel goeie liedjes ook. Zo’n Figure It Out is inmiddels een klassieker op de festivalweides. De massa springt en blèrt ook mee met het opwindende Little Monster. Het is een zegetocht van een uur in de Alpha. De avond is begonnen.

The Good, The Bad and the Queen

Nadat The Good, The Bad & The Queen een niet al te volle Bravo verwennen met het repertoire van de ‘superband’ rond Damon Albarn mag ons bloedeigen De Staat de vrijdag afsluiten in de Alpha. Ze zijn de vervanger van The Prodigy dat dit jaar helaas verder moest zonder Keith Flint. De Staat opent met Prodigy’s Firestarter en dan weet je meteen weer dat je te maken hebt met de beste band van Nederland. Er komen podia uit de lucht vallen, visueel gebeuren er dingen die geen andere band voor elkaar krijgt op deze planeet en de set is een mooie greep uit het inmiddels behoorlijke repertoire van de Nijmegenaren. Er wordt door Torre Florim en consorten een nieuwe standaard neergezet. Zo dynamisch is het misschien nog nooit geweest op Lowlands. Alle klappen raak.

My Baby
My Baby

The Howl & The Hum opent de India aan het begin van de zaterdagmiddag. Oorstrelende, edoch niet al te spannende indiepop van de formatie uit York die goed in de smaak valt met het eerste drankje van de dag in je hand. Écht leuk wordt het met My Baby in de Bravo. De psychedelische rock van het trio is inmiddels bijzonder opwindend. Er wordt in de songs gezocht naar climaxen die geregeld leiden tot Faithlessachtige taferelen. De Bravo barst uit z’n voegen. Cato van Dijck, haar broer Joost en Daniel de Vries hebben ook de tijd van hun leven. Heerlijke interactie tussen band en publiek. My Baby is een van de grote hoogtepunten van Lowlands 2019.

The National

Nadat de in no time groot geworden, retefunky Anderson .Paak de Alpha voor zich heeft gewonnen en The National pathetiek en weemoed in rockliedjes heeft gepropt in de Bravo is het tijd voor de absolute winnaar van Lowlands 2019: Giorgio Moroder, in de Heineken. De Italiaan, 79 inmiddels (!), heeft een band meegenomen om van te watertanden, vocalisten van het allerhoogste niveau. Want ga dat maar aanstaan, dat repertoire zingen van bijvoorbeeld discokoningin Donna Summer. Moroder schreef een ongekend aantal hits voor anderen en flink wat komen er voorbij. We noteren Flashdance… What A Feeling
van Irene Cara, evenals Take My Breath Away van Berlin en de krakers van Donna Summer (Hot Stuff, On The Radio en het meesterlijke I Feel Love). Voordat dat laatste nummer wordt ingezet krijgen we een masterclass van de Italiaan, die haarfijn uitlegt hoe de sublieme discohit is ontstaan, hoe hij speelde met bas en synthesizers. Moroder noemt het publiek in de Heineken, dat geheel uitzinnig is, het beste wat hij ooit heeft meegemaakt en je gelooft ‘m. Hij is niet van het podium te branden en geeft aan volgend jaar weer graag van de partij te willen zijn. An offer you can’t refuse!

Nog maar net bijgekomen van Moroder is het rennen naar de India, waar Johnny Marr het publiek verblijdt met solowerk, maar toch vooral met de nummers die hij schreef met Morrissey, in The Smiths. Bigmouth Strikes Again, How Soon Is Now, There Is A Light That Never Goes Out en The Headmaster Ritual zijn werkelijk niet te versmaden. Natuurlijk zijn de songs anders dan wanneer ze worden gezongen door Morrissey, maar Marr heeft een prima stem en zijn band loopt over van de klasse. Zijn eigen gitaartalent staat sowieso buiten kijf. Geweldig ook die cover van Depeche Modes I Feel You. Marr is een jongen met smaak.

Wie op tijd op het terrein is te vinden en trek heeft om mee te zingen met nummers van de groten der aarde die ons op 27-jarige leeftijd zijn ontvallen, valt met z’n neus in de boter in de Alpha, waar tijdens de 27ste editie die muzikale helden worden geëerd. The Club 27 Sing-along is het spektakel gedoopt. Zangers en zangeressen doen enkele weken van tevoren auditie om op het heilige podium van de Alpha hun kunstje te vertonen, begeleid door een geweldige band. Zo’n 10.000 bezoekers zien werk van The Rolling Stones, Amy Winehouse, Nirvana en Janis Joplin voorbij komen. De nummers worden hartstochtelijk meegezongen.

Franz Ferdinand
New Order

Het is een mooie opwarmer voor de shows van James Blake en Jungle By Night op de zondag en wat te denken van Franz Ferdinand, kind aan huis inmiddels in de Alpha. Alex Kapranos en zijn Schotse vrienden spelen een set die ons verdomd bekend voorkomt en toch is er geen haan die ernaar kraait. Het is inmiddels schitterend weer. Er wordt gedanst in T-shirt en korte broek. Take me out! En dan te bedenken dat het echte hoogtepunt van de zondag nog moet komen: New Order in de Bravo. Die zit van voor tot achter vol wanneer Bernard Sumner cum suis aftrappen. Het nieuwere repertoire van de legendarische band uit Manchester is voor velen nog even wennen. Het publiek wordt uiteraard warmer van de hits, zoals de briljante klassiekers True Faith en Blue Monday. Ook werk van Joy Division blijft niet liggen. Bij Transmission slaat de vlam al in de pan en met uitsmijter Love Will Tear Us Apart is het definitief één groot feest. Her en der zie je mensen de laatste restjes energie uit het brakke lijf persen. Lowlands 2019 kan de boeken in als een van de betere festivals van de laatste 27 jaar. Dat hebben al die weergoden niet kunnen voorkomen.

Haldern Pop 2019 onderscheidt zich nog immer in festivalland

Alles verandert op deze wereld. In hoog tempo. Technologie als toverwoord. We zijn ten prooi gevallen aan de ratrace. Alsof de duvel ons op de hielen zit. Alles verandert. Continu en in de vaart der volkeren. Behalve in Haldern. Waar alles hetzelfde blijft. Waar slechts één ding centraal blijft staan: kwaliteitsmuziek. Ook in 2019 is het programma een verademing, afgezet tegenover het enorme mêlee aan festivals wereldwijd.

Tekst Pieter Visscher, foto’s Andries Makkinga

Al vroeg meesterlijk afgetrapt door onder meer de Duitse pianist Kirill Richter in de kerk van Haldern realiseer je je al snel dat het weer zo’n weekeinde wordt met talrijke muzikale verrassingen. Zo hebben velen mogelijk een negatieve connotatie bij de bandnaam Kadavar (foto) en dat is niet zo gek. De rockgroep uit Berlijn verrast op het hoofdpodium op alle fronten met een sterk door Led Zeppelin en psychdelica beïnvloede sound die het Duitse dorp op zijn grondvesten doet schudden. Drie man sterk zorgen de Duitsers, allang omarmd in metalkringen, voor een vrijwel continue geluidsmuur van smaakvolle stonerbluesrock die net zo verrassend als overdonderend is. Hyperauthentiek kun je het niet noemen, dat is duidelijk. Verpletterend des temeer. Denk ook aan King Gizzard & The Lizard Wizard. Muzikale geestverwanten die vorig jaar ongeveer hetzelfde presteerden op hetzelfde podium, maar zeker niet met z’n drieën. Verrassing van de dag. Wat een zanger ook, die Christoph Lindemann. Gaan we meer van horen.

Stevige techno in een bandsetting brengen doet het uit Oostenrijk afkomstige Elektro Guzzi. Hoeveel er daadwerkelijk live gebeurt is lastig in te schatten, want het accent ligt toch wel heel erg zwaar op de techno, die geregeld opzwepend genoeg is om de uitpuilende Spiegeltent te laten zweten. Wanneer je heel goed je best doet ontwaar je livedrums, gitaar en bas. Muziek voor geoefende oren. Geheide hit ook op de Dance Valleys en Tomorrow Lands van deze wereld. Zonder twijfel.

Robocobra Quartet (foto) is een freejazzformatie uit Engeland die verder gaat dan gelijkgestemden als, bijvoorbeeld, Badbadnotgood en GoGo Penguin. Agressievere benadering van de jazz en ze hebben met drummer/zanger Chris Ryan een opvallende blikvanger in huis. Geestig en to the point. Zet ‘m neer op een willekeurige geitenfuif en je hebt de poppen aan het dansen. Muzikaal is het geregeld rommelig en zijn songstructuren nauwelijks te ontwaren. Desondanks blijf je bij de les. Robocobra Quartet daagt muzikaal uit en dat bevalt. De grenzen van de jazz worden continu opgezocht.

Gurr (foto) is een Duitse drievrouwsformatie die in de klassieke opstelling, met een mannelijke drummer overigens, gitaar, bas en zang/gitaar zowel Duits- als Engelstalige nummers op plaat heeft gezet en die live ten gehore brengt in de Haldern Pop Bar. Die uitpuilt en de door Blondie beïnvloede sound zich laat welgevallen. Poprock met een punky twist. Wie wordt daar niet blij van? Aan het eind van de set crowdsurft een van de twee zangeressen, Andreya Casablanca, gezellig door het raam naar buiten, waar ze vrolijk verder zingt. Het tekent de frivoliteit van de band. Met een fijne cover van Nirvana’s Territorial Pissings wordt afgesloten.

 

Betere muziek voor de vrijdagnamiddag is nauwelijks denkbaar met Whitney op het podium van de mainstage. Nadat de Australische punkrockformatie The Chats ongelooflijk veel zieltjes wint in de Spiegeltent. Een compact wolkendek houdt de warmte lekker vast, terwijl een bui van betekenis al snel vergeten is. Het platgetrapte grasland kan natuurlijk ook wel wat hebben na al die droogte in Duitsland. De falset van drummer/zanger Julien Ehrlich past nog altijd naadloos in het poppy folkgeluid van de Amerikanen. De inmiddels klassieke hit No Woman voelt al jaren als een wollen deken tijdens koude winternachten. (Hart)verwarmend.

De doorgewinterde opportunist zal zeggen dat Talk Talk niet dood is, maar verplaatst is naar het lichaam van de Canadees Jesse Mac Cormack en geef die opportunist maar eens ongelijk. Vooropgesteld doen hij en zijn band er sterk aan denken en de Spiegeltent leent zich uitstekend voor de breekbare indierock van het gezelschap, dat meer elektronica zal moeten gaan gebruiken om daadwerkelijk in de buurt te komen van Marc Hollis en zijn voormalige kornuiten. Het songmateriaal is mager en Mac Cormack heeft trekjes van een poseur. Vooralsnog een 6-. We blijven ze wel in de gaten houden. Opvallend: wanneer je linksachter in de Spiegeltent naar buiten tuurt, waar de deuren openstaan, en je de in de wei grazende koeien tot je neemt, krijg je toch het gevoel dat Hollis het allemaal oké zou hebben gevonden.

Barns Courtney (foto), in dezelfde tent heeft de moves van Mick Jagger en de stem en de liedjes om een willekeurig schuurfeest aan de gang te krijgen. Gaat elke boerenbruiloft de komende jaren daarnaast op z’n kop zetten en wat is Glitter & Gold een móddervette hit!

The Father John Misty, the Son and the Holy Ghost. In die volgorde ziet Josh Tillman ze graag voorbij komen en het wordt ook nog eens soepeltjes waargemaakt. De man is eigenlijk kind aan huis in Haldern en vinkt alle verwachtingslijstjes opnieuw af, zonder ook maar een spier te verrekken. De zonnebril ophouden, terwijl de koperen ploert al urenlang bier drinkt met de maan en consorten; Hij, ja Hij komt er lachend mee weg. Een bloemlezing van zijn ‘best ofs’ komt voorbij en het tempo ligt in een enkel nummer wat hoger dan op plaat. Noem het verwaand, zelfs megalomaan wanneer je dat wil. Maar plak er ook en vooral de sticker met ‘wereldklasse’ op. Dat verdient-ie. En z’n band ook. Het is eigenlijk abnormaal hoe mooi een nummer als Just Dumb Enough To Try is.

De Amerikaan permitteert zich in eerste instantie alle grappen en grollen achterwege te laten. Interactie nihil en geen haan die ernaar kraait. Tijdens de eerste drie kwartier dan. Want opeens gaat het alsnog los. ‘Be true, not better’, de prachtslogan van Haldern Pop wordt gefileerd en gebruikers van geestverruimende middelen krijgen de teleurstellende mededeling dat in het laatste halfuur slechts stemmige ballads voorbij gaan komen. Dat blijkt reuze mee te vallen. In de finale zit bijvoorbeeld Holy Shit, dat misschien wel het mooiste nummer is dat ooit geschreven is op deze planeet. Vanavond zeker! “Ancient holy wars, dead religions, holocausts. New regimes, old ideas.
That’s now myth, that’s now real.” Ja, houd het maar eens droog. En die stém! Hebben we weer een winnaar dit festivalseizoen? Jazeker.

This is what five feminists look like!”, vertelt zanger Joe Talbot van de Engelse punkband IDLES op zijn geheel eigen wijze. IDLES schrijf je in kapitalen, terwijl tot op heden niemand weet waarom. Maar met teksten over liefde in allerlei opzichten, waaronder plooineuken, gloryholes en wat niet meer zij, kunnen ze wonderwel uit de voeten. Ze brengen een geheel terechte ode aan Stefan Reichmann, de grote drijvende kracht achter Haldern Pop, dat het jaar in jaar uit presteert de crème de la crème van de hedendaagse indiepop en -rock te programmeren. Bands als Muse en Editors stonden op het affiche in het gemoedelijke Duitse dorpje, waar de boer zijn koeien dus nog gezellig in de wei laat grazen. We zien dat zo graag. Waar nog altijd een sigarettenautomaat hangt, die niet wordt vernield cq opengebroken. Waar Jan Terlouws touwtjes nog uit brievenbussen hangen en pils in de lokale bar nog sympathiek geprijsd is. IDLES, Engelse punkers die groot geworden zijn door normaal te blijven, passen naadloos binnen dat geheel. Alhoewel, wat is ‘normaal’ binnen de vigerende rockkaders? Wat is überhaupt normaal? Niets zo arbitrair als dat woordje, wees eerlijk. Gitarist Mark Bowen hangt opnieuw de clown uit in zijn spectaculaire Hawaïaanse zwembroekje. IDLES heeft een punkattitude die elke rechtgeaarde muziekliefhebber bevalt. Goudeerlijk, onbevangen en recht door zee komt zelfs een kort Nothing compares to you-intermezzo uit de verf.

Zoals de organisatie van Haldern al zo vaak flikte, werd ook Fontaines D.C. (foto) al vastgelegd voordat er maar een single uit was van de band. Zo stond al in een vroeg stadium vast dat de Ieren in de Spiegeltent zouden spelen. Die was met de kennis van nu te klein. Veel te klein. Er staat een rij voor de tent die de komende jaren niet meer uit de boeken gaat. Binnen puilt het uit en is het van de eerste tot de laatste noot urgent wat de Dublinse formatie laat zien en horen. Zanger Grian Chatten is een autistischer versie van Ian Curtis en maakt kilometers op het podium, zijn woorden zet hij kracht bij met wilde armgebaren. Het hele album wordt gespeeld, terwijl een grote massa voor het podium wild danst en pogoot. “My childhood was small, but I’m gonna be big!”, is de overtuiging. Ieren met bravoure. Ze hebben het geflikt inmiddels. Fontaines D.C. is een wereldband.

 

Mooi om te zien hoe de besnorde bassist van Pictures (foto) opgaat in de muziek van zijn band. Pictures is die band uit Berlijn die het doet met twee zangers en op z’n plek is in de knusse Haldern Pop Bar, waar het Duitse bier rijkelijk vloeit. Pictures doet het zonder al te veel interactie met het volle café, speelt een degelijke indierockset en wint aan sympathie per nummer. Zelfs wanneer “Are you fuckers ready?!”, wordt geschreeuwd. We interpreteren het als een koosnaampje. Neuken doen de meesten immers wel op deze planeet.

Spinvis is ook in Haldern en niet voor de eerste keer. Het hoofdpodium is geen onbekend terrein voor de Nieuwegeiner die steeds opzichtelijker flirt met Duitsland en gelijk heeft-ie. De taal is prachtig en hij is ze machtig. De nichemuziek van Erik de Jong en consorten valt al jarenlang goed in de smaak bij onze oosterburen en Erik is niet te beroerd de boel in het Duits gezellig aan elkaar te babbelen en een Duitstalig nummer te zingen om zich nog wat steviger te nestelen. De prachtige Merel, rode jurk, op viool, blijft Spinvis’ paradepaardje. Het oog wil ook wat. Een enkele hit van Spinvis komt vertaald net zo goed uit de verf. Het wordt gewaardeerd.

Ja vaders in den lande, houd uw dochters thuis wanneer Daughters het podium bestijgt. De Amerikanen houden het midden tussen IDLES en Fontaines DC, hoewel eerstgenoemde qua furiositeit een stuk dichter in de buurt komt. METZ en Vietcong kunnen we eraan toevoegen. Niet al te melodieus, verre van superopwekkend, maar heerlijk agressief. Daar kunnen we wat mee op deze verdwaasde planeet. Punkrock die wat extra verkeersboetes oplevert. Eet die microfoon nou niet op, jongen.

 

Opmerkelijkste gasten op het hoofdpodium zijn misschien wel de drie van Khruangbin, die laidback soulvolle gitaarliedjes brengen met drums en bas. De zang is minimaal. Meestal geen tekst. Zo nu en dan slechts één woord. Welcome, bijvoorbeeld. Hoogstwaarschijnlijk ook de titel van het nummer. Ook opvallend: bassiste/zangeres (gaat continu door de knieën) en gitarist hebben hetzelfde kapsel. De drummer is kaal.

Na de aan Guru herinnerende hiphop van oude bekende Loyle Carner op het hoofdpodium mag Patrick Watson zijn fluisterpopkunsten vertonen in de Spiegeltent. Tijdens enkele nummers geholpen door een enorm mannen- en vrouwenkoor. Watson rockt ook zo nu en dan en daar is hij beter in. Achter de piano is hij het meest in zijn element en ontstaan de fraaiste dingen. Zijn hysterische lachje zo nu en dan wordt mogelijk door geestverruimende middelen veroorzaakt. We houden dat in het midden.

Michael Kiwanuka is een van de headliners op de poster van Haldern 2019 en maakt zijn status moeiteloos waar. De “black man in a white world” is een net zo begenadigd zanger als gitarist en zijn met politiek en maatschappelijke toestanden doordrenkte nummers gaan erin als koek bij het publiek op de afgeladen weide. Waar de temperatuur een uur voor middernacht nog heerlijk behaaglijk is. Opnieuw een uitdagend, spannend en verrijkend muziekweekeinde. Om in te lijsten. We blijven het gewoon zeggen: Haldern Pop is het beste festival ter wereld.

The Black Keys – Let’s Rock

The Black Keys – Let’s Rock (Nonesuch Records/Warner)

Die elektrische stoel op de cover van de nieuwe van The Black Keys staat niet los van de titel van het negende album van de twee Amerikanen. “Let’s rock!”, waren de laatste woorden van de ter dood veroordeelde Edmund Zagorski, vorig jaar. Zagorski had wat mensen in koelen bloede vermoord en dan weet je dat je in sommige staten in Amerika niet je hele leven achter tralies hoeft. Jongen met humor in elk geval, zo vlak voor zijn laatste adem.

Let’s Rock is gevuld met de bluesrock die we kennen van zanger/gitarist Dan Auerbach en drummer Patrick Carney. Het is geen plaat waar we compleet van van slag raken. Vrolijk word je er wel van. Omdat het bruist, positief is en gevuld met bluesrockliedjes waar toch altijd weer dat kwaliteitsstempel op is gedrukt.

Neem zo’n heerlijk heupwiegend liedje als Every Little Thing, dat tekstueel niet al te veel voeten in de aarde moet hebben gehad en ook muzikaal is het qua akkoordenschema’s niet het lastigste wat de mannen op plaat hebben gezet en tóch druk je op de repeatknop. De klasse druipt er opnieuw vanaf. In no time zit het in je kop en probeer maar eens te ontkomen aan meezingen. Dat is zinloos.

Je hoort wat Led Zeppelin terug, The Beatles galmen na, evenals de Stones en je wordt er andermaal ouderwets vrolijk van. Let’s Rock is dan niet het opwindendste album dat The Black Keys hebben opgenomen, het is wel het lekkerste. Een plaat die je op elk moment van de dag kunt opzetten, in wat voor bui je ook verkeert. Het is al een prachtige zomer en The Black Keys maken de mooiste maanden van het jaar nóg veel zonniger. Een en al blijdschap. Check die clip bij Go ook even. Méésterlijk! Pieter Visscher

Thom Yorke – Anima

Thom Yorke – Anima (XL Recordings/Beggars)

Ik las de titel van het nieuwe soloalbum van Thom Yorke ietwat te snel en de i werd een e. Dan krijg je Anema en ik moest onherroepelijk denken aan Aenema van Tool, een van de sterkste albums ooit afgeleverd op deze planeet. Exact 22 jaar geleden. Maar bovendien gingen mijn gedachten uit naar Ype Anema, de noeste verdediger die in de jaren 80 van de vorige eeuw uitkwam voor onder andere AZ, dat toen nog AZ’67 heette. In 1967 fuseerden Alkmaar ’54 en FC Zaanstreek, vandaar dat jaartal.

Dat is mogelijk vrij triviale informatie voor muziekliefhebbers die niet veel op hebben met voetbal, maar zij die de sport een warm hart toedragen, gun ik deze feitjes. Anema had een snor – toen kon dat nog – en bloeide na z’n carrière op in de slagerij van zijn ouders, in het prachtige Friese Bolsward. Anema was wars van scheenbeschermers. Dat kon ook nog, toen. Maar nu houd ik op.

Anima is de nieuwste soloworp van Thom Yorke, het Engelse wonderkind, dat vorig jaar nog op de proppen kwam met de soundtrack Suspiria, voor de gelijknamige horrorfilm. Met Radiohead al niet vies van elektronica, gaat Yorke op zijn soloprojecten nog een stapje verder. Nu ook weer.

Anima is uit computers gerold en is op het stemgeluid van Yorke na andermaal weinig organisch. Nochtans hebben we opnieuw te maken met geluidscollages die beroeren. Want dat is ook nu het geval met de elektronische klanktapijten die uit Yorkes brein zijn ontsproten. Wie wil dansen, wordt ook nog eens op zijn of haar wenken bedient, want die monden worden zonder meer gevuld. Verwacht geen uitzinnig gezwier in de clubs, hoezeer de drumcomputer in Impossible Knots (fijne titel) hartstochtelijk zijn best doet.

De melodieën op Anima zijn niet snel beklijvend, als ze dat überhaupt al worden na meerdere draaibeurten, en dat maakt het allemaal des te fascinerender. Het knispert, het wrijft, het wringt en is bij vlagen meesterlijk fraai en sleept je ook mee zoals alleen Yorke meeslepend kan zijn. Als je eerlijk bent zijn zijn soloplaten spannender dan alles wat met Radiohead op plaat is gezet en dan met name de liedjesalbums zoals OK Computer en The Bends – meesterwerken uiteraard (!).

Een nummer als Twist, met zijn onvoorspelbare opbouw, ontroert tot op het bot. Zeven minuten lang zweef je mee met Yorke, waardoor je denkt: oké computer, laat die muzikale omhelzing nog maar wat langer duren. Anima is een intrigerende ontdekkingstocht, die met het briljante Runwayaway zelfs stiekempjes knipoogt naar Kraftwerk. Neem er de tijd voor en verdwaal eindeloos in Yorkes wonderland. Pieter Visscher   

 

Kate Tempest – The Book Of Traps And Lessons

Kate Tempest – The Book Of Traps And Lessons (Caroline)

Zeg het ze, Kate. Zég het ze! Ook op haar derde album neemt Kate Tempest natuurlijk geen blad voor de mond. Het is de Britse woordkunstenares op z’n kwetsbaarst.

The Book Of Traps And Lessons is elf nummers lang in-your-face spoken word waar overduidelijke en dieper liggende boodschappen elkaar in hoog tempo opvolgen. Zoals we van haar gewend zijn. Tot zover niet veel nieuws onder de zon, maar schijn bedriegt. Tempest ontroert meer dan ooit. Ze is ook daarin confronterender. Mogelijk heeft Rick Rubin er een rol gespeeld. De topproducer.

Tempest houdt ons een spiegel voor. Opnieuw. Over de leegheid van sociale media en apps, zoals WhatsApp et cetera. Sociale contacten lijken waardevol op een smartphone, maar ze stellen meestal geen reet voor. Tempest komt continu binnen. Het wemelt andermaal van de metaforen en je weet dondersgoed wat ze bedoelt. Hoewel er ook hoop is. Niet alles is gitzwart.

Kapitalisme gaat voor de bijl, racisme wordt keihard op de bek geslagen, de vervreemding van elkaar, terwijl je denkt dat je de ander zo ontzettend goed kent via de whatsApps, facebooks en instagrams van deze wereld. Oja, het ten dode opgeschreven Engeland.

In All Humans Too Late is Tempest emotioneler dan ooit.

Sucking on pork ribs
And summoning pornography
So that we can come when we fuck

Our partners don’t know us
Our families are strangers
Our friends make us nervous

Muzikaal is het ingetogener. Tempest heeft zich losgeworsteld van hiphopconventies en slaat ook die sector in de muziekwereld hard om de oren. Tempest is aan het woord en je luistert.

The Book Of Traps And Lessons is geen plaat die je opzet terwijl je de nieuwe buren voor het eerst uitnodigt voor sjasliek, gamba’s en moten zalm op de grill – al kan de koude pils een hoop goedmaken. The Book Of Traps And Lessons is een album dat je wil horen in de late avonduren. Bij schemerlicht, hangend op de canapé. Indringender wordt het bijna nooit. Pieter Visscher

LIVEDATA 18/08 Pukkelpop, Hasselt 23/10 Paradiso, Amsterdam 25/10 Théatre National de la Communauté, Brussel

 

 

Hot Chip – A Bath Full Of Ecstasy

Hot Chip – A Bath Full Of Ecstasy (Domino/V2)

De zevende van de ‘nerds’ van Hot Chip is een album geworden waar de rode loper voor de dansminnende meute op onze planeet weer breed is uitgelegd. Overdreven veel nieuws onder de zon is er niet. Wel dat we inmiddels klotsende oksels hebben onder de stroboscoop en discoballen. Van vrienden die zichzelf niet al te serieus nemen, net als de wereld om hen heen. “It’s a weird dream world when you’re making music”, legt zanger Alexis Taylor uit. “You’re just exploring things that are of interest to you. Why would that be something to take seriously?”

A Bath Full Of Ecstasy is waar de Londenaren ons op trakteren. Nu zelfs met een flinke dosis autotune in twee songs; het niet al te opwindende Spell krijgt het geïnjecteerd evenals het voor Hot Chip-begrippen wat zweverige titelnummer. Terwijl, en dat weten we allemaal, Alexis Taylor over een uitstekende, karakteristieke falset beschikt en dus wél kan zingen, in tegenstelling tot het ongetalenteerde gespuis dat juist afhankelijk is van autotune om niet compleet voor joker te staan (alhoewel).

A Bath Full Of Ecstasy is niet zo opwindend als wereldplaten One Life Stand (2010) en Made In The Dark, dat twee jaar eerder verscheen, al werd er toen ook al lichtjes met autotune gerommeld al hadden we het toentertijd nog niet echt door. Het was functioneel (proest). I Feel Better en Ready For The Floor bijvoorbeeld zijn tracks die tot het beste behoren wat de dance de afgelopen decennia heeft opgeleverd. Niettemin heeft A Bath Full Of Ecstasy ook een prijsnummer en dat is Hungry Child, met een vrij klassieke Hot Chip-opbouw en waarin de jaren 80 nagalmen. Het intro lijkt zelfs een heimelijke ode aan Alphaville. Het is zo’n track die stilstaan domweg onmogelijk maakt. Dat is geen negen nummers het geval, maar Hot Chip sleept al met al een 7 uit het vuur en daar waren we, behalve de nerds vroeger op school, hartstikke blij mee. Pieter Visscher

LIVEDATA 17/08 Pukkelpop, Hasselt 30/08 Into The Great Wide Open, Vlieland 02/12 Melkweg, Amsterdam 10/12 Trix, Antwerpen

Er wordt uitgepakt met The Rolling Stones Rock and Roll Circus

ABKCO Films en ABKCO Music & Records hebben gezamenlijk de opgepoetste 4K Dolby Vision-concertfilm The Rolling Stones Rock and Roll Circus voor de allereerste keer op Blu-ray uitgebracht. Daarnaast verschijnt de film op dvd en voor digitale download (TVOD). De film, opgenomen in twee dagen in december 1968, bevat The Who, Jethro Tull, Taj Mahal, Marianne Faithfull, de geïmproviseerde supergroep The Dirty Mac (John Lennon, Keith Richards, Mitch Mitchell, Eric Clapton) en Yoko Ono naast de originele line-up van The Rolling Stones.

De limited deluxe edition is een multiformaatpakket Blu-Ray, dvd, 2cd-soundtrack en een perfect ingebonden 44-pagina’s tellend boek met het originele Rolling Stone-essay van David Dalton uit 1969 en foto’s van Michael Randolf. De soundtrack is uitgebreid naar 28 tracks, heeft een nieuwe mix en 192k 24 bit HD-restauratie gekregen.

Bonusmateriaal opgenomen door de overleden concertpianist Julius Katchen, drie extra liedjes van Taj Mahal en nog nooit eerder verschenen opnames van The Dirty Mac die de Beatles-klassieker Revolution en het toepasselijk genaamde nummer Warmup Jam heeft gespeeld. Voor het eerst uitgebracht op vinyl als een 3 lp-pakket, de soundtrack is ook op cd en alle digitale formaten te verkrijgen.

Opgenomen in een Noord-Londense televisiestudio door regisseur Michael Lindsay-Hogg (Let It Be, Ready Steady Go!), nn cinematograaf, Tony Richmond (Sympathy For The Devil / Let It Be), is The Rolling Stones Rock and Roll Circus een concert gefilmd tegen een Felliniesque circusachtergrond met de band zelf als gastheer op het scherm. Voor het eerst voor het publiek voert The World’s Greatest Rock and Roll Band zes Stones-klassiekers uit (oa Jumpin’ Jack Flash,  Parachute Woman, No Expectations). Het publiek, bestaande uit fanclubleden, wedstrijdwinnaars en vrienden, was getuige van wat aanvankelijk was gepland als een BBC-special om het Beggars Banquet-album van de band te promoten. Die plannen werden verlaten in de nasleep van het vertrek van Brian Jones uit de band en de daaropvolgende dood; de film werd niet officieel vrijgegeven voor de komende 28 jaar.

Geproduceerd door het Grammy Award-winnende team van ABKCO, is The Rolling Stones Rock and Roll Circus de eerste archivistische concertfilm die wordt gemixt met Dolby Atmos Technology en Dolby Vision voor een ongekend meeslepende ervaring.