Mike Krol – Power Chords

mike krolMike Krol – Power Chords (Merge Records/Konkurrent)

Het lijdt geen twijfel dat de poppen aan het dansen zijn geweest vlak voordat de hoesfoto van Power Chords is geschoten. Mike Krol moet onenigheid hebben gehad. Rake klappen. Over en weer. Met wie? Dat is onbekend. Er was in elk geval te weinig tijd om zijn verwondingen, aan oog en lip plus een opengeslagen rechtervuist weg te schminken. “Doe het maar zo joh”, moet Mike tegen de fotograaf hebben gezegd.

“Hij twijfelt waarschijnlijk ook niet aan dat gedateerde bloemetjesbehang op zijn slaapkamer, het vale bloesje en de ronduit schokkende witte sokken”, zal diezelfde fotograaf nog gebrabbeld hebben tegen zichzelf toen hij Krol vastlegde voor zijn vierde worp. Power Chords dus.

Een album dat zoals de titel al prijsgeeft uitpuilt van de powerakkoorden. Zo horen we Krol het liefst en laten we in hemelsnaam benadrukken dat eerdergenoemde futiliteiten geen invloed hebben gehad op het tot stand komen van deze plaat. Krol is zelfs in de vorm van zijn leven. Alhoewel, die agressie heeft natuurlijk wel een positieve rol gespeeld.

Zo overleefde Krol een jaar of vier terug een flinke persoonlijke crisis, zag het heel even niet meer zitten en gooit hij het er op Power Chords allemaal lekker uit. Zelf is hij te bescheiden over een heerlijke song als Little Drama, terwijl het gejaagde powerrocknummer het hele verhaal vertelt. “Little Drama vat mijn dagelijkse worstelingen samen. Het heeft een onbezonnen, over-the-top agressieve tekst met refreinen die alle confrontaties en ellende onthullen. Een denkbeeldig scenario dat hoogstwaarschijnlijk nooit zal worden uitgevoerd”, kalmeert hij zijn luisteraars.

Krols gedoseerde agressie is een lust voor de trommelvliezen, omdat hij zijn demonen zo prachtig omzet in formidabele (garage)rocknummers, met kop en staart. Slechts zelden wordt gas teruggenomen en dat bevalt uitstekend. Weezer, The Strokes en The Ramones zijn namen die Krol beïnvloedden. Bijna elke klap is raak op Power Chords en zo hadden we het muziekjaar 2019 nauwelijks beter kunnen beginnen. Champagne! Pieter Visscher 

LIVEDATA 04/02 Vera, Groningen 17/04 Reflektor Café, Brussel 19/04 Skatecafé, Amsterdam 20/04 Paaspop, Schijndel

Green River – Rehab Dol/Dry As A Bone

green riverGreen River – Rehab Dol/Dry AS A Bone (SubPop/Konkurrent)

Voordat Jeff Ament en Stone Gossard Mother Love Bone oprichtten, om daarna Pearl Jam in de steigers te zetten, speelden ze beiden in Green River, dat heel stiekem de bakermat was van het ontstaan van de grunge. In Seattle uiteraard. Green Rivers frontman was overigens, laten we dat niet vergeten, Mark Arm, die nog immer furore maakt met Mudhoney en eind 2018 het uitstekende Digital Garbage uitbracht met zijn band.

Omdat het baanbrekende Green River niet te veel in de vergetelheid mag raken zijn ze bij SubPop zo slim geweest om wat plaatwerk van de band opnieuw uit te brengen, op zowel cd als lp. Mooie uitgaven, in luxeverpakkingen. Niet alleen een feest om uit de hoezen te halen maar het levert net zo veel genot op om het af te spelen.

De mini-lp Dry As A Bone verscheen in 1987 en wordt in 2019 extra interessant door het vijftal niet eerder verschenen tracks dat 32 jaar na dato opduikt. Jack Endino, bekend van zijn productiearbeid voor Nirvana, Soundgarden, Mudhoney en Hole heeft de hele handel geremasterd, zodat het wat frisser klinkt allemaal.

Rehab Doll verscheen in 1988 en is het enige volledige album dat de band maakte. Endino ontdeed ook deze geluidsopnamen van een stoflaag en een achttal demo’s is toegevoegd, waaronder de Bowie-cover Queen Bitch, die wel eerder verscheen, op een cassettebandje. Hoe nostalgisch wil je het hebben?

Zonder Green River groter te maken dan de band ooit daadwerkelijk is geweest, verrichtten Ament en kornuiten welzeker baanbrekend werk voor de grungescene. Mag eigenlijk niet ontbreken in de platenkast van liefhebbers van Nirvana, Soundgarden en Pearl Jam. Ken je klassiekers. Pieter Visscher

 

 

Coldplay – Live In Buenos Aires (Parlophone/Warner)

coldplayMijlpaal voor de band, want de dubbelaar Live In Buenos Aires betekent de eerste keer dat Coldplay een concert in zijn geheel uitbrengt. In november 2017 vond het optreden in de Argentijnse hoofdstad plaats, in het Estadio Ciudad de La Plata. Een geliefde locatie voor de groten der aarde, met zijn capaciteit van zo’n 50.000 toeschouwers. Zo gaven ook onder meer The Rolling Stones, Paul McCartney, Depeche Mode, U2, Metallica en Pearl Jam er acte de présence.

Coldplay speelt een staalkaart uit haar oeuvre, dat nogal wat stadionfähige nummers blijkt te bevatten. Chris Martin en consorten hebben het Grote Gebaar dan ook nooit geschuwd. Soms dreigt dat wat uit de hand te lopen, wanneer Paradise uitmondt in een danceversie, compleet met autotune. Dan wordt zelfs het uitzinnige publiek in het stadion overschreeuwd. Toch, het werkt, omdat het aanstekelijk is, opzwepend en smaakvol wordt toegepast. Met het kleine liedje Always In My Head, dat compositorisch niet tot het belangrijkste behoort wat Coldplay op plaat heeft gezet, wordt de massa weer tot rust gebracht. Maar dat grote gebaar van de heren pakt wel vaker aardig uit, zo krijgt God Put A Smile Upon Your Face een stampvoetende, licht versnelde aanpak, die ook wonderwel goed uit de verf komt. Tussen de nummers door bedient Martin zijn gehoor van Spaanse teksten, roemt hij de dames en is dirigent van een massaal olé, olé, olé, terwijl ook de oh, oh, ohs niet van de lucht zijn, al heeft de band die zelf in haar songs geschreven.

Zo nu en dan worden de Britten wel héél erg overschreeuwd door de massa en had daar productietechnisch nog wel wat aan geschaafd kunnen worden. Rik Simpson zat al zes platen van Coldplay achter de knoppen en laat de muziek zo nu en dan verzuipen in het kabaal van de dolgelukkige Argentijnen. Een haastklus kan niet worden uitgesloten, hoewel de aanwezige Argentijnen daar vast schijt aan zullen hebben wanneer ze zichzelf zo luid en duidelijk terughoren. Pieter Visscher

The Beatles – The Beatles (The White Album) (Universal)

white albumZonder twijfel het grilligste album dat The Beatles opnamen en dan ook nog een dubbelaar. John Lennon, Paul McCartney, Ringo Starr en George Harrison beleefden niet hun gezelligste tijd samen bij het tot stand komen van The Beatles, dat in de volksmond The White Album is gaan heten. 50 jaar geleden verscheen het en daarom is er uitgepakt met diverse heruitgaven. Producer Giles Martin (remastering) en technicus Sam Okell bemoeiden zich met dat proces.

Onder andere de 27 tracks van de fameuze Esher-demo’s, nooit eerder officieel uitgebracht, maken de heruitgaven verdomd interessant. Want nooit eerder officieel uitgebracht dus. Je hoort de lol die de vier dan toch hebben, met name tijdens het opnemen van Back In The U.S.S.R., dat zowel een Beach Boys-parodie is (surfsound) en refereert aan Chuck Berry’s Back in the U.S.A.

Maar neem ook het wat carnavaleske Ob-La-Di, Ob-La-Da (McCartney) dat totaal niet in goede aarde viel bij Lennon, toen hij het voor het eerst hoorde. Hij schaamde zich er zelfs voor. Dat het uiteindelijk een Lennon-McCartney-product is geworden, komt met name door de tempoversnelling die Lennon aan de song gaf. Dat dat onder invloed van verdovende middelen gebeurde, was geen verrassing, omdat er sowieso enorme hoeveelheden drugs doorheen werden gejaagd door het Liverpoolse kwartet. Dat McCartney de song knetterstoned schreef, kan dan ook nauwelijks worden uitgesloten. Tijdens het optreden van Macca in Ahoy in 2012 ontstond een polonaise in de zaal, waarvan ondergetekende een partij plaatsvervangende schaamte kreeg die nauwelijks onder woorden is te brengen.

Ob-La-Di, Ob-La-Da is een van de dissonanten op The White Album dat met zijn 30 songs uiteraard meer dan genoeg pareltjes bevat, want we hebben het wel over The Beatles. Blackbird is er een van. McCartney op zijn breekbaarst. De Esher-kampvuurversie kent die fragiliteit ook al. Esher is de plaats waar die demo’s werden opgenomen, in George Harrisons bungalow aldaar.

Op de demo’s is nog vrijwel niets te horen van de vertroebelde werksfeer die er was toen The White Album ontstond. Niet in de laatste plaats door de aanwezigheid van Yoko Ono, waarnaar Lennon zijn oren wel héél erg liet hangen, hetgeen de andere drie geregeld in het verkeerde keelgat schoot. Zij ergeren zich kapot aan het feit dat Lennon te pas en te onpas met Ono op de proppen komt in de studio. Ze bemoeit zich ook nog eens doodleuk met de opnames. McCartney kan haar bloed wel drinken. Een en ander maakt The White Album, dat met het door Harrison geschreven While My Guitar Gently Weeps een van de fraaiste liedjes uit de Beatles-historie herbergt, extra fascinerend. Tijdens de Esher-sessies is nog niet te horen hoe magisch het uiteindelijke resultaat wordt. We moeten het produceertalent van George Martin in dezen postuum nogmaals onder de aandacht brengen. Die Vijfde Beatle inderdaad. Pieter Visscher 

 

David Bowie – Glastonbury 2000 (Parlophone / Warner)

bowieKijk eens hoe imponerend die blik in de ogen van David Bowie is terwijl hij naar de immense massa op de wei voor het hoofdpodium van Glastonbury 2000 tuurt. Net zo intens als die blik is het optreden van Bowie. Hij lijkt in de kracht van zijn leven, terwijl hij vier jaar later een eerste hartaanval krijgt. Vijf andere hartaanvallen zouden volgen, voordat Bowie uiteindelijk overlijdt aan leverkanker, op 69-jarige leeftijd. Bijna twee jaar geleden. Ja, zo snel gaat de tijd.

Ik herinner nog als de dag van gister dat ik Bowie aan het werk zag op Roskilde 1996, vier jaar eerder dus. “Beter wordt het niet”, zeiden we tegen elkaar. Tijdens sommige concerten heb je dat. Rage Against The Machine op Lowlands 1993, Tool in de Oosterpoort in 2002, Depeche Mode in de Waldbühne in Berlijn dit jaar, Nine Inch Nails in 1999 in de 013, Rolling Stones op Werchter Classic in 2014, Sonic Youth in Vredenburg, 1996. Shows die je bijna van begin tot eind kunt terughalen in je gedachten, al zijn ze soms decennia terug.

Wie erbij was in 2000 op Glastonbury heeft diezelfde ervaring gehad, wanneer je de berichten leest die deze op cd en prachtig vinyl verschenen release heeft opgeleverd. Toonaangevend Brits muziektijdschrift NME wist het al meteen na de show: “Not only the greatest Glastonbury headline performance, but the best headline slot at any festival ever.”

Voor aanvang van zijn optreden had Bowie al publiekelijk gemaakt dat hij nogal wat hits zou gaan spelen op Roskilde. “As of 1990 I got through the rest of the 20th century without having to do a big hits show. Yes, yes, I know I did four or five hits on the later shows but I held out pretty well I thought…big, well known songs will litter the field at Glastonbury this year. Well, with a couple of quirks of course.

Er was niemand die bedrogen uitkwam, met krakers als Life On Mars?, China Girl, Rebel Rebel, Ashes To Ashes, Absolute Beginners, Under Pressure en Let’s Dance, om er enkele klassiekers uit te pikken. Een greatest hits-show om diep voor te buigen.

Luisterend naar Bowie op Glastonbury voel je hoe betoverend het moet zijn geweest. Op zijn geboortegrond, op het festival waar hij in 1971 voor het eerst optrad. Alles ademt magie.

Under Pressure, uiteraard zonder Freddie Mercury, maar mét de grandioze bassiste Gail Ann Dorsey in de rol van Mercury is van ongenadig hoog niveau. Ann Dorsey en Bowie tillen elkaar naar enorme hoogtes, evenals de rest van Bowies band – van de buitencategorie.

What a wonderful evening“, sluit The Thin White Duke af, “please be safe, I really, really love you al lot“, voordat hij afsluiter I’m Afraid Of Americans inzet. Bowie weet dan allang dat er geschiedenis is geschreven op Glastonbury. Echte grootheden voelen dat aan en Bowie is een van de allergrootsten die we op muziekgebied hebben gekend op deze verwarde planeet. Pieter Visscher

J Mascis – Elastic Days (SubPop/Konkurrent)

j mascisJoseph Mascis kennen we beter als J Mascis, omdat hij sinds halverwege de jaren 80 onder die naam opereert. Niet alleen als boegbeeld van Dinosaur Jr., maar ook als soloartiest. Elastic Days is het vijfde soloalbum van de Amerikaan, die bijna 53 jaar op onze aardbol te vinden is. Meestal met een gitaar om de nek.

Muzikaal is Mascis nooit gek ver verwijderd van het geluid van de band waarmee hij groot werd en dat geldt ook voor Elastic Days, met zijn twaalf songs.

Vocaal, niet dat dat nodig is overigens, wordt hij vergezeld door onder anderen Pall Jenkins (Black Heart Procession), Marc Mulcahy (Miracle Legion) en Zoe Randall van Luluc, terwijl je goed moet luisteren om dat waar te nemen. Het is vooral Mascis wat de klok slaat. Dat uit duizenden herkenbare, wat lijzige stemgeluid, drukt te allen tijde een zwaar stempel op zijn muziek en wie ervan houdt, zit gebeiteld.

De steevast met veel gitaarsolo’s ingekleurde folky indierock van Mascis, die muzikaal weer geregeld uit hetzelfde vaatje tapt als pakweg Neil Young (niet geheel toevallig een muzikale held), is ook op Elastic Days nooit gek verrassend en toch is zijn kwaliteitsstempel op elke song te vinden. Dat is knap en Neil Young zal dat ook erkennen, want hij is de beroerdste niet. Pieter Visscher

The Aints! – The Church Of Simultaneous Existence (Agitated/Konkurrent)

aintsWat in het vat zit, verzuurt niet. Zo luidt het adagium. Dat je daar een klein beetje in door kunt slaan bewijst Ed Kuepper, die de nummers die op The Church Of Simultaneous Existence zijn te vinden aan zijn brein liet ontspruiten in de periode tussen 1969 en 1978. Jawel. Nu pas op plaat gezet dus en het klinkt geweldig. Alle 12 goed! Fris en fruitig, want met nieuwe arrangementen opgenomen.

Ed Kuepper, de in het Duitse Bremen geboren Australiër, was tussen 1973 en 1978, actief in punkband The Saints, die hij verliet, om andere muzikale paden te bewandelen en een oeuvre op te bouwen om U tegen te zeggen. The Saints ging verder zonder hem, en sloeg een andere, bluesy weg in. The Aints! (met hoofdletter) is een vilein knipoogje naar die bandnaam.

The Church Of Simultaneous Existence is een album dat zéker nog punk ademt, maar waarin veel meer invloeden te vinden zijn. Zo opent de plaat met het met bigbandelementen sprankelende uptemponummer Red Aces, dat een voorproefje is van alle moois dat nog komen gaat. Zoals gezegd: het is gewoon twaalf keer raak en als er niet bij was verteld dat de songs 40 (!) jaar terug zijn geschreven had daar geen haar naar gekraaid. Goed dat de boel is afgestoft en opgepoetst. Kuepper, 62 inmiddels, klinkt nog net zo vitaal als in zijn jongste jaren.

Van de cd-versie zijn slechts duizend exemplaren geperst en in de hoes is ook een instrumentale versie van het album te vinden. Leer de teksten uit je hoofd, zing hardop mee en word een ander mens. Ja, met The Church Of Simultaneous Existence komen we die donkere dagen voor en na Kerstmis wel door. Pieter Visscher

 

Kurt Vile – Bottle It In (Matador/Beggars)

Kurt Vile is een jongen die er op jaarbasis nogal wat literflessen shampoo doorheen zal jagen en de Amerikaanse kapperssector heeft ook een slechte aan ‘m. Daarom gaan we het snel over zijn muziek hebben, want die is vaak van hoog niveau. Ook nu weer.

Kenners hoorden dat al toen Vile nog leadgitarist was in The War On Drugs. Inmiddels heeft hij zijn zevende solostudioalbum uit en het is een van de fijnste platen die dit jaar zijn verschenen. Bottle It In betekent zo’n 80 minuten pure onthaasting.

Vile heeft ‘m weer lekker in z’n drie staan en soms zelfs in z’n twee en toch houdt-ie je constant bij de les, spelend met songstructuren. Opgeteld bij zijn ultralaconieke stijl van zingen maakt het een en ander nog wat knapper.

De meanderende melodieën van Vile, mooi aangekleed met diverse gitaren, waaronder banjo (Come Again), drums en additionele elektronica kietelen de trommelvliezen. Met drie songs rond de tien minuten ligt een zekere mate van lethargie op de loer, maar die vorm van onverschilligheid maakt Viles muziek nou juist zo fascinerend.

Dat Tom Petty een held is van Vile wisten we al en ook op Bottle It In is hij schatplichtig aan zijn dit jaar overleden landgenoot. Zeker tijdens de verrukkelijke, vlotste track op het album, opener Loading Zones, lijkt het alsof Petty bij Vile op de bagagedrager zit. Ze hebben voor de wind en Petty hoort dat het goed is. Noise-koningin Kim Gordon is in levenden lijve van de partij en de voormalig Sonic Youth-bassiste zorgt met een onvervalst stukje akoestische distortion dat het ruim tien minuten durende Skinny Mini de apotheose krijgt die het verdient. Pieter Visscher

John Grant – Love Is Magic (Bella Union / PIAS)

Wie hield er geen rekening mee? Allengs werd het idee dan ook steeds sterker en zie: John Grants vierde soloalbum is geheel elektronisch geworden. Nou vooruit, her en der een verdwaalde drum, gitaar of basgitaar. Maar meer ook niet. Dat dat jasje ‘m muzikaal als gegoten zit, wisten we al en dat het sfeervolle muziek kan opleveren bovendien. Love Is Magic is daarnaast muzikaal ook nog eens lekker dwars.

De toon wordt gezet met de knotsgekke opener Metamorphosis die alle kanten opgaat; van springerige elektronica naar een sfeervol, stemmig middenstuk, om in de finale weer net zo recalcitrant te klinken als in het begin van het nummer. Het is Grant ten voeten uit. De Amerikaan doet wat hij wil.

Grant heeft zijn liefde voor bands als Cabaret Voltaire, New Order, Depeche Mode en Kraftwerk nooit onder stoelen of banken gestoken en die invloeden komen op Love Is Magic meer dan ooit naar voren, terwijl er ook onvervalste disco te vinden is, met het opzwepende Preppy Boy.

Grant zou Grant niet zijn om zijn licht niet ook even te laten schijnen op de huidige situatie op onze planeet en geeft Donald Trump ervan langs met Smug Cunt. Toch is het al met al de luchtigheid die wint op Love Is Magic en daarmee is het een vrij vrolijk en zonder meer geëngageerd geheel geworden. Goeie hoesafbeelding ook, toch? Vogelkooi op het geschminkte hoofd en een maagdelijk wit onderbroekje aan. Voor wie dacht dat alleen Fad Gadget (Frank Tovey) rare fratsen had. Met Tovey is meteen nog een muzikale invloed genoemd. Pieter Visscher

LIVEDATA 20/11 TivoliVredenburg, Utrecht 21/11 Trix, Antwerpen (BE)

Jon Savage en Peter Hook naar Jaarbeurs Utrecht

Zaterdag 17 en zondag 18 november vindt in de Jaarbeurs Utrecht de Mega Platen & CD Beurs plaats. Op deze beurs, die voor de 50ste keer wordt gehouden, komen muziekliefhebbers en muzikanten uit de hele wereld bij elkaar om platen te kopen, boekpresentaties bij te wonen, liveoptredens te zien en exposities te bezoeken op het gebied van muziek.

Dit najaar zal de beurs drie grote exposities tonen. De eerste, getiteld Amazing Album Art, is gecureerd door popcultuurexpert Johan Kugelberg (USA). De tweede expo toont het persoonlijk archief van voormalig Joy Division-bassist Peter Hook (UK).

En de derde bestaat uit psychedelische jarenzestigposters (foto) van en met kunstenaar Nigel Waymouth (UK). Er zijn optredens van onder andere Gruppo Sportivo en Bert Heerink (Vandenberg) en diverse boekpresentaties, waaronder een nieuw boek over Zappa, geschreven door Peter Sijnke.

Speciale gasten zijn onder anderen Jon Savage (UK) en Peter Hook (UK). Fanatieke verzamelaars kunnen hun hart ophalen bij de presentatie van een gratis gelimiteerd singletje met Tim Knol en Kevn Kinney.

 

Liefhebbers van Peter Hook luisteren uiteraard naar Pinguin Classics.