Wunderhorse – Butterflies

Vijf liedjes in hun carrière en het is nu al duidelijk dat Wunderhorse tot grote dingen in staat geacht mag worden. De band is nog een beetje zoekende, maar de richting  is al duidelijk; indierock met een grungy randje.

Om te zeggen dat nieuwe single Butterflies er met kop en schouders bovenuit steekt doet onrecht aan de vorige singles, maar dat de band met dit nummer grote sprongen gaat maken is een ding dat zeker is. Heel kort door de bocht kan je het traag stromende Butterflies omschrijven als een kruising tussen Nirvana (het gitaarwerk) en Pink Floyd (de zang).

Aanjager van Wunderhorse is de Brit Jacob Slater voorheen van Dead Pretties, een band die aan prematuur bezweek aan druk en drugs. Hopelijk heeft Jacob geleerd van die periode en kan hij nu omgaan met succes, want dat gaat er zeker komen.

Courting – Tennis

Courting heeft iets met sport. Eerder al bezong de band uit Liverpool het edele voetbalspel in Football, de paardensport in Grand National en Formule 1 races in Grand Prix. Hun nieuwe single gaat over tennis. Of beter heet Tennis.

Het leek de band wel leuk om in ieder geval qua titel aan te sluiten bij hun eerdere nummers over sport. Maar Tennis gaat dus niet over tennis, maar over liefde. Courting zou Courting niet zijn als de bezongen liefde romantisch en/of wederzijds was. Het is niet uit te sluiten dat de relatie van de dame en heer in kwestie een zakelijke is. Zeker is dat de minnaar die het woord is geen gentleman is.

Net als zijn collega’s van Yard Act, Fontaines D.C., Dry Cleaning etc. zingt chef Courting, de welbespraakte Sean Murphy-O’Neil zijn teksten niet, maar scandeert hij ze. Hoewel hij tegen het eind van Tennis wel een redelijk geslaagde poging tot zingen waagt. Dat de postpunkpraatzangstijl nog steeds niet verveelt, komt omdat a) de meesten die aan het woord zijn iets te vertellen hebben en b) dat  overtuigend en met bloemrijke taal doen. Dat ze daarbij ter zijde worden gestaan door onbehoorlijk rockende bands helpt en niet een klein beetje.

Mt. Joy – Lemon Tree

De laatste keer dat we onze schijnwerpers richtten op Mt Joy deed de band aardig mee in de Amerikaanse indie-middenmoot, Nu zitten op een dikke 2 miljoen luisteraars per maand en heeft oud IJsbreker ‘Silver Lining’ de magische grens van 100 miljoen plays ruimschoots overschreden.

De meeste bands zouden er hun schoonfamilie voor over hebben om dat niveau van succes te kunnen continueren. Mt Joy lijkt zich niet met dat soort dingen bezig te houden. Zeg nooit nooit, maar de kans dat Lemon Tree top net zo’n klapper wordt als ‘Silver Lining’ is net zo groot als de kans dat Will Smith nog eens een keer en plein publiek een mep uitdeelt.

De nieuwe single van de band uit L.A. via Philly is een folky song die het meer moet hebben van zijn dynamische opbouw dan van een sterke melodie. Lemon Tree heeft wel iets Iers en doet daarom wel aan The Waterboys denken. Lemon Tree  heeft wel alles om een showstopper te worden, een hoogtepunt tijdens de liveoptredens van de blije berg. Beetje balen dus dat de band niet eerder dan 2023 buiten de VS te zien zal zijn.

King Gizzard & The Lizard Wizard – Magenta Mountain

Die-hard fans zullen in Magenta Mountains misschien meteen hun helden herkennen, maar wij stonden even met de oren te klapperen toen we door kregen dat dat lekker lome liedje de nieuwe single is van het Australische toverballenrockcolletief King Gizzard & The Wizzard Lizard!

Niet de gitaren maar de keyboards zetten dit keer de toon, verdwenen zijn de barokke tempowisselingen en ook de onverwacht opduikende solo’s ontbreken. Zelfs de zang is anders. Maar het grootste verschil tussen Magenta Mountain en alles wat er voor kwam is dat de nieuwe single relatief rustig is, ontspannen kalm en relaxt .

Je kunt wetenschappelijk dissertaties schrijven over het inmiddels 19 albums omvattende oeuvre van de band uit Melbourne, maar het woord relaxt zal daar niet of nauwelijks in voorkomen. Zelfs in hun rustigste songs zaten psychedelische passages die problematisch waren voor airplay op bijvoorbeeld Radio 2. Wat nog wel typische des King Gizzard‘s is is dat Magenta Mountain een dikke zes minuten duurt, eenderde maar van de vorige single, maar wederom ver boven de gemiddelde speelduur van een 21ste eeuwse popsong.

Het nieuwe 20ste! album van King Gizzard & The Lizard Wizard (in 11 jaar) staat voor eind april, heet Omnium Gatherum, en uiteraard is het een dubbelaar.

Oso Oso – computer exploder  

Hoewel al vier albums oud is Oso Oso voor ons een nieuwe naam. Beter laat dan nooit enzo. Afgezien daarvan heeft de band ook niet heel erg zijn best gedaan om beroemd te worden. Inmiddels zijn ze echter zo goed geworden dat onbekend en onbemind blijven geen optie meer is.

We schrijven band, maar feitelijk is er maar één iemand die de dienst uitmaakt, Jade Lilitri een ingezetene van Long Beach, een kustplaats onder de rook van New York City. Jade is een echte sprokkelrocker. Afhankelijk van je smaak en kennis herken je van alles en iedereen in zijn songs. Eels, Beach Boys, Beck en The Beatles zijn namen die bij ons opkomen. Dat plus karakteristieken als emo en psychedelisch.

Dat wil niet zeggen dat Oso Oso’s ‘gooi het maar in mijn pet rock’ geen eigen signatuur heeft. De combi van stijlen en sfeer en de urgentie waarmee Jade zijn songs zingt, zijn persoonsgebonden. Ook typisch des Oso’s is het spelen met verwachtingen. Op ongeveer een minuut in computer explorer zit een break waarvan je denkt ‘hierna breekt de pleuris uit’, maar het blijkt vals alarm. En zo heeft het nummer nog wel meer momenten die je op het verkeerde been zetten. Knap en goed!

Band of Horses – Warning Signs

Na een vertraging is het nieuwe Band Of Horses nu alom te beluisteren. We bevelen je aan dat ook te doen, want Ben Bridwell en zijn begeleiders hebben met Things Are Great een van hun beste albums afgeleverd. De songs zijn af, de uitvoeringen bevlogen en de productie zakelijk en doeltreffend.

Met zijn folkrockgitaren, indringende opbouw en Bridwell’s smachtende zang heeft openingsnummer Warning Signs alles wat Band Of Horses zo bijzonder maakt. Na twee toch wat mindere albums was de vrees een beetje dat de band uit South Carolina zou terugvallen in het peloton van eens geweldige en nu wel aardige bands. Maar Ben en zijn boys hebben het verval weten om te zetten in groei zodat we Band Of Horses nu met recht en reden één van de betere Amerikaanse indie bands van deze eeuw kunnen noemen.

PUP – Matilda

Er zijn gitaristen die hun instrument een koosnaampje geven. Er zijn odes geschreven aan het zessnarige monster. Er zijn huwelijken stukgelopen omdat de man meer van zijn gitaar hield dan van zijn vrouw. Maar een song geschreven vanuit het perspectief van een gitaar was er nog niet.

Matilda is de naam van de gitaar van Stefan Babock, de zanger van PUP. Hij kreeg het instrument van een vriend toen hij op zwart zaad zat. Jarenlang waren ze trouw aan elkaar, maar toen het beter begon te gaan met de band begon het op te vallen dat Matilda toch wel wat gebreken vertoonde. De boys in de band begonnen te morren en Stefan zag zich gedwongen een beter instrument aan te schaffen. Toen hij een jaar later Matilda in een hoek zag staan te verstoffen, besloop hem een schuldgevoel dat leidde tot het schrijven van Matilda. Op basis van het voorgaan de zou je een sentimentele ballad verwachten waarin Matilda ‘gently weeps’. Niet dus! PUP’s Matilda is een volvette rocksong, een scheurende aubade waarin het bezongen onderwerp nog één keer mag uitpakken waarna ze definitief aan de spreekwoordelijke wilgen wordt gehangen.

PUP is een (voormalige) punkband uit Toronto die op 1 april hun 4e album uitbrengt, ‘The Unraveling Of PUP The Band’. Mocht de naam je bekend voorkomen, dat kan. Matilda is het vierde PUP nummer dat we draaien, maar hun eerste IJsbreker.

The Snuts – Zuckerpunch

Als een jonger broertje van Jack White, zo klinkt de zanger van The Snuts op nieuwe single Zuckerpunch. Het is echter lang geleden dat Jack zo’n knapperige nummer schreef als deze protestsong over het opslokken van privacy door social media.

Zuckerpunch is sprokkelrock op zijn best met naast de net niet hysterische zang van Jack Cochrane een happy orgeltje (dat citeert uit het in de hip hop vaak gesamplede The Champ van The Mohawks), een op hol geslagen wah wah pedaal en een sample van een verhoor van Mark Zuckerberg door een Amerikaanse senaatscommissie. En dit alles in het eigentijdse tijdsbestek van tweeënhalve minuut!

The Snuts staat al een tijdje op de nominatie om door te stoten tot de groten. Zuckerpunch zou best wel eens het laatste zetje kunnen zijn.

Pink Mountaintops – Lights of the City 

Wie had ooit gedacht dat de beste plaat van de 9e week van het 22ste jaar van de 21ste eeuw van een band zou zijn die 8 jaar heeft plat gelegen en daarvoor muziek maakte die je op zijn best interessant zou kunnen noemen. Maar Pink Mountaintops heeft het hem geflikt!

Opwindend is het woord voor Lights Of The City dat zo boordevol gitaren zit dat er geen een meer bij kan. Een ander woord dat opborrelt bij het luisteren van de comebacksingle van Pink Mountainstops is ouderwets, lekker ouderwets, riff, sound en uitvoering grijpen terug op de pre punk seventies.

Pink Mountaintops is de bijband van Stephen McBean, een muzikant uit de regio Vancouver. Zijn dagelijkse band, zeg maar, heet Black Mountain. Daarmee produceert hij duistere, bij tijd en wijle tegen de metal aanleunende rock. Pink Mountaintops klinkt doorgaans wat lichter, folkier misschien. Maar dus niet op Light Of The City dat rockt als een boemeltrein op een bergspoor.

Light Of The City is vooruitgestuurd om aandacht te vragen voor de release van het nieuwe, vijfde album van Pink Mountaintops, Peacock Pools. Daarop zijn naast McBean en leden van Black Mountain ook invalkrachten te horen uit de directe omgeving van Destroyer, The Melvins en Ty Segall. Een releasedatum volgt nog.

Kurt Vile – Like Exploding Stones 

In deze hectische tijd van oorlogsdreiging, coronastress en grensoverschrijdende gedragingen is Kurt Vile een baken van rust. Tenminste zo lijkt het.

Zijn eerste nieuwe nummer in bijna vier jaar (hij heeft tussen door nog wat covers uitgebracht) is een ruim zeven minuten durende kabbeltrack met een gitaartje hier en een synthesizertje daar en Kurt kalm in het midden. Like Exploding Stones heeft de sfeer van een lome zomerdag en het rime van een schommelstoel.

Maar onder het rimpelloze oppervlak spookt het. ‘Pain ricocheting in my brain like exploding stones’ zingt Kurt in een nummer dat gaat over angst voor psychoses, angst voor pijn en angst in het algemeen. Vile temt zijn dwanggedachten met kalme en kalmerende muziek. Muzikale therapie voor hem, maar ook voor ons. 

Like Exploding Stones is de eerste voortrekker van het nieuwe album van de slow-rocker uit Philadelphia. De plaat heet (watch my moves) en komt in april uit. 14 nieuwe nummers staan er op plus een cover van Wages Of Sin van Bruce Springsteen.