Interview Iguana Death Cult: “Ik hou van die foute shit”

Iguana Death CultWie Iguana Death Cult live ziet spelen, vraagt zich misschien af: waar halen die jongens de energie vandaan? Nou, van een goed bord eten bijvoorbeeld. Als we frontman Jeroen Reek telefonisch treffen naar aanleiding van hun aanstaande debuutplaat The First Stirrings of Hideous Insect Life, zit hij – hoe kan het ook anders – heel decadent aan een deftige dis in Parijs.

Tekst LiveGuide | Jeroen Haneveer

Wat schaft de pot?
“Ik zit aan de transseksuele zalmforel. Hij is zalm, hij is forel. Ik weet niet wat-ie nou wil.”

Klinkt goed! En morgen spelen jullie twee shows op Eurosonic, dus dat wordt lekker eierballen bikken?
“Vorig jaar speelden we daar ook en toen heb ik ze voor het eerst geproefd. Toen ik ’s nachts vier van die dingen achter elkaar had gegeten, vond ik ze nog echt heel lekker. Vrij kort daarna heb ik ze uitgekotst en nu kan ik ze niet meer zien. Dat heb je ook weleens met een drankje: dat je ooit zó ziek bent geworden van sambuca dat je over je nek gaat wanneer je dat spul alleen al ruikt. Dat heb ik dus met eierballen…”

Tosti’s dan? Ik zag op Instagram een foto waar jullie lekker tosti’s zaten te eten na een stevig partijtje bowlen. Wie heeft die pot toen gewonnen?
“Dat was onze drummer Arjen. Ik ben zelf geëindigd als laatste. Goed, ik kan ook niet overal de beste in zijn natuurlijk. Wel heb ik gewonnen met tosti’s eten. Ja, daar ben ik heel goed in.”

Jullie zijn nu een jaar of drie bezig, waarom is het debuut niet wat eerder gekomen?
“Het is gewoon een beetje zo gelopen. Pas toen we echt honderd procent achter ons werk stonden, wilden we een plaat opnemen. We vonden dat het al best leuk ging, maar hadden altijd het idee dat het gewoon beter kon.  Deze plaat wilden we een jaar geleden al opnemen, maar het was zo ontiegelijk druk met liveshows spelen en tussendoor in leven blijven. En het kost natuurlijk ook nog geld, dus alles wat we hebben verdiend met die liveshows hebben we in onze plaat gepompt.”

Als ik op je Facebook rondsnuffel kom ik Lionel Richie een paar keer tegen. Toch hoor ik verdomd weinig Richie of Commodores in jullie muziek…
“Hahaha, ja klopt! Dat vind ik echt een heel mooie vent. Ik hou van die foute shit, dat jarentachtigsfeertje. Lionel in z’n mooie sweatertje en met die snor van ‘m. De ladies man, weet je wel. Dat heeft wel charme ja. Het zijn foute liedjes, maar eigenlijk wel gewoon supergoed. En ze blijven in je kop hangen. Iedereen vindt dat leuk, hoe hard ze het ook ontkennen.”

LiveGuideLIVEDATA 16/02 Rotown, Rotterdam (releaseparty) 17/02 Bitterzoet, Amsterdam 18/02 Pier15, Breda 23/02 Stroomhuis, Eindhoven 24/02 Brigant, Arnhem 02/03 Cul de Sac, Tilburg 10/03 Zwarte Ruiter, Den Haag 16/03 Vera, Groningen 17/03 Patronaat, Haarlem 23/03 ACU, Utrecht

Klinkt als: de snerpende teringherrie die twee hekwerken van de onvolprezen firma Heras uit Oirschot maken wanneer je ze keihard tegen elkaar aan sodemietert.

Het februari-nummer van LiveGuide.NL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Daarin onder meer interviews van Foxygen, The Amazons, The Naked Sweat Drips en Andy Shauf.
Verder de rider van Matt Winson en uiteraard weer een nieuwe Fanboykwiz met Dave Von Raven (The Kik)!

Interview Roald van Oosten

Roald van OostenDrie albums had Roald van Oosten nog in de kast liggen, toen hij vorig jaar opeens terugkwam als solo artiest met Oh Dark Hundred. Nu is zijn tweede solo album uit A Stir is in the Air. Een album wat eigenlijk al eerder klaar was dan degene die zijn rentree op de Nederlandse podia inluidde.

Tekst Martje Schoemaker Foto Frank Ruiter

“Het is het perfecte moment om een tweede album uit te brengen. Oh Dark Hundred heeft de bodem gelegd voor deze plaat, omdat het er een broertje van is.” Een aantal jaar geleden was Roald van Oosten verzonken in Edgar Allen Poe, waar hij ook een cultureel festival omheen had gebouwd. “A Stir is in the Air” is in een week opgenomen, in de Ardennen. Maar toen alles erop stond, kon hij het toch niet loslaten. “Ik ben als een idioot eraan blijven werken in mijn studio, ik had er ook de tijd voor. Zeker een jaar van mijn vrije tijd heb ik erin gestopt.” Door de bomen het bos niet meer zien is op dit project weer van toepassing, want als je ergens zo ín zit, hoor je misschien niet meer wat er anders kan.

“Een aantal vrienden zeiden tegen me dat het nog wat onaf klonk en toen heb ik het aan Dave Menkehorst gegeven. Die kon er wel wat mee! Binnen twee weken was het album uitgemixt” Toch zou het nog even duren voor de plaat uitgebracht zou worden. Alles heeft een tijd en een plaats, en Roald was vooral bezig met componeren en het theater en film. Rust had hij vooral nodig, om de albums goed te kunnen plaatsen en ook dankzij het label (V2 Records) kwam die rust er. “Omdat ik het nu duidelijker heb opgezet, kan ik het het beter uitbrengen. Daarbij heb ik een nieuwe band waar ik ontzettend blij mee ben, die allemaal heel ervaren zijn. Dus daar kan ik ook meekijken hoe gaan we deze nummers incorporeren in de optredens. Want we zijn pas net weer begonnen met optreden, maar we kunnen dus nu al met de nummers van de vorige plaat, deze plaat en al nieuwe liedjes waaraan we werken, een geweldige set neerzetten. Het is eigenlijk een soort greatest hits.”

Roald van Oosten_A Stir Is In The Air_Albumcover DEFEdgar Allen Poe is al op zoveel manieren bezongen, verfilmd, ten tonele gebracht. Wat zit er nog in deze donkere schrijver/dichter wat we nog niet eerder hebben gehoord? “Lou Reed heeft zelfs een Poe album uitgebracht The Raven. Dat belooft al niet veel goeds, het voelt al zwaar aan. Het is op een zwaarwichtige manier gedichten voorlezen op hele sombere muziek. Dat is echt het allerlaatste wat ik wilde.” Dat maakt A Stir in the Air ook een bijzonder (mooi) album. Het is bijna lichtvoetig te noemen op sommige momenten. “De muziek en de teksten werken het beste als ze bijna tegenover elkaar staan, er moet balans zijn zodat beide het beste naar voren komen. Dan krijg je een interessant spanningsveld.” De vervormde geluiden, cello’s en horrormuziek zijn er wel, maar op geen enkel moment wordt het een zware gothicplaat.

Het is vooral een tekstuele inspiratiebron, zoals Roald van Oosten Edgar Allen Poe gebruikt. Niet zíjn werk op muziek zetten, maar je verplaatsen in de persoon. De teksten zijn grotendeels origineel van Roald. “Als je je verplaatst in iemands wereld, er veel van leest, dan maak je diens vocabulaire eigen. Waarmee je zelf weer dingen kan maken. Het voorkomt dat er je dan teveel met jezelf mee bezig bent.” Het zijn dan ook niet zijn angsten en nachtmerries die op plaat staan. De fascinatie met de nacht is iets menselijks wat ver terug te leiden is in onze maatschappij. Zo ook Oh Dark Hundred, dat ging ook over de nacht en wat er dan met je gebeurt. “Voor heel veel mensen is de nacht het moment waarop de hele wereld verandert. En dat is waar Poe zo sterk op inhaakt. Ik denk… dat de mensen die het best functioneren, die hebben leren omgaan met hun angsten. Niet de minste angsten dus. De rol van angst heeft een sturende en soms remmende functie en dat vind ik heel interessant.”

Door de lichtvoetigheid van het album springen de nummers ook veel meer van het podium bij live optredens. Zijn de liedjes van de vorige plaat echt ‘in-leun-nummers’, lenen deze liedjes zich meer voor reactie. Geen vleermuizen en spinnenwebben tijdens de optredens, ze zoeken vooral de intensiteit in de muziek en niet het theatrale. “De reactie van het publiek bij de albumpresentatie lieten me zien dat het goed was. Ook mensen die mij of Ceasar niet kenden, reageerden direct. Daar zie je de kracht van de muziek, dat je met je instrumenten het werk doet en de muziek doet de rest.”

LIVEDATA 10/02 Baroeg, Rotterdam (samen met Magnapop en Black Horse Society) 12/02 Ekko, Utrecht (samen met Magnapop)

 

 

Interview The Amazons: “Ongelooflijk dat we in dat rijtje staan”

The AmazonsAan de tafel van The Amazons heerst in het restaurant naast Huize Maas een verbazingwekkend gemoedelijke sfeer. Vreemd, want de Britse rockers spelen hier in Groningen zometeen voor een afgeladen tent hun showcase op Eurosonic. Met een BBC Sound of 2017-nominatie aan de bandnaam geplakt, zou je verwachten dat er veertig minuten voor aanvang veel meer spanning op staat.

Tekst LiveGuide | Tim Arets Foto Dan Harris

De band uit Reading blijkt er behoorlijk nuchter in te staan. “Het is allang ongelooflijk dat we in dat rijtje BBC-talenten staan”, vindt drummer Joe Emmet. “We hebben al veel support gekregen van de BBC. De dj’s daar, Huw Stephens en Annie Mac, hebben ons ook altijd gesteund.”

“Die steun was zo onverwachts voor ons dat we nu extra vastberaden blijven doorgaan met waar we mee bezig waren”, haakt bassist Elliot Briggs in. “Zo zijn we er gekomen en zo gaan we verder. Elke avond dat we weer tien nieuwe fans voor ons wonnen, heeft hier uiteindelijk toe geleid. Deze band bestaat nu twee jaar en we wilden niks overhaasten, dus ik ben blij met hoe geleidelijk het succes komt.”De show op Eurosonic is de eerste van het nieuwe jaar. En zeker niet de laatste, want de vier uit Reading touren de komende tijd uitgebreid door Europa. Joe: “We zijn al eens in Duitsland geweest toen we het voorprogramma van The Kooks deden. Het is tof dat we nu nog veel meer landen gaan zien!”

Het supporten van The Kooks was voor het kwartet al heel wat: “Op tour met een band waar zoveel mensen naar luisteren, is natuurlijk iets waar je naar uitkijkt. We waren toen ook pas net bezig, dus dat was vrij spannend. Het heeft vele deuren voor ons geopend, we zijn die gasten nog steeds heel dankbaar.”

LiveGuideBijna showtime. Maar het Groningse publiek moet nog even geduld hebben, want de boys hebben nog een sappige anekdote voor ons.“We hadden net in Glasgow een van de laatste shows van onze headline-tour gedaan”, vertelt Elliot. “We stapten de bus in om richting hotel te gaan, toen mijn lieftallige bandmaat Joe de deur van het busje met flink wat kracht dichtgooide. Helaas voor onze gitarist (Chris Alderton) zaten zijn vingers ertussen. Hij kon ze de hele avond niet meer bewegen en we hadden in de dagen daarna nog vier shows te gaan… Hij heeft toen gewoon zijn ringvinger en pink gebruikt om gitaar te spelen. Meer rock & roll dan dat wordt het niet, toch?”

LIVEDATA 15/02 Rotown, Rotterdam 16/02 Paradiso, Amsterdam (Uitverkocht)
Klinkt als: de nieuwste Britse rocksensatie

Het februari-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Daarin onder meer interviews van Foxygen, Iguana Death Cult, The Naked Sweat Drips en Andy Shauf.
Verder de rider van Matt Winson en uiteraard weer een nieuwe Fanboykwiz met Dave Von Raven (The Kik)!

LiveGuide Radio #1

Pinguin Radio en LiveGuide werken al een tijd samen, maar nu is het tijd voor de volgende stap. Voortaan zal op iedere maandag dat de krant verschijnt (tien keer per jaar) van acht tot negen uur ‘s avonds LiveGuide Radio te horen zijn! Luister hieronder naar de allereerste uitzending.

Interview The Kik: Achter de gordijnen

The Kik - Stad en LandZe zijn nog steeds van de beat, maar minder monomaan. Ze hebben met Armand gespeeld en op theatertournee is de kleinkunst komen binnensluipen. En dat is goed te horen op Stad En Land, het derde album van The Kik. “We kunnen veel meer dan we eerst dachten.”

Tekst Heaven | Paul Stramrood

PAF!, de analoge studio van The Kik, bevindt zich in een licht vervallen Rotterdamse straat. Dave von Raven bezweert dat alles in de buurt juist aan het opknappen is. “De beste koffie uit de grote test van vorig jaar zit een paar huizen hiervandaan. Goeie restaurantjes en broodjeszaken. Prima straat.” Eerst loop ik het pand voorbij zonder het minuscule naambordje te zien. “Let niet op mij”, mompelt het grijs.

Binnen is de buitenwereld meteen lichtjaren weg. Dit zijn de jaren zestig. Gemakkelijke banken, een lichtbak die GROTE NEDERBIET straalt, met een paar haperende letters, een fotogalerijtje met producers George Martin, Phil Spector en Joe Meek, een barretje met drie lege flessen – Smirnoff, Vat 69 en Glenn Talloch –, niet de duurste merken, zoals dat destijds hoorde. Het jongenshonk van The Kik.

De hoofdmannen Dave von Raven (35, zang, gitaar) en Arjan Spies (36, gitaar) leiden rond. Dat is gauw klaar, want de studio is knus krap bemeten, en staat in breedte, diepte en hoogte vol met apparatuur. “Iedereen kan hier opnemen, vooropgesteld dat de groep in de ruimte past. Wij konden er net in met z’n vijven”, stelt Von Raven vast. “Het geluid op Stad En Land is vol en ruim. De afgelopen vijftig jaar hebben bewezen dat je geen grote ruimte meer nodig hebt om je geluid ruimtelijk te maken.”

Eerst heel even – het is december – over Blue & Lonesome, de nieuwe van The Rolling Stones. Al gehoord? Spies: “Ja, niet slecht, niet heel goed, gewoon blues à la de Stones.” Von Raven: “Nee, ik moet nog veel luisteren voor ik aan een oordeel toe kom. Ik vind trouwens dat je ook zonder te luisteren gewoon een mening kunt geven. Afschieten voor je het hebt gehoord.” Lichte grijns.The KikMENGELMOES
The Kik – de beide hoofdmannen plus toetsenist Paul Zoontjens, bassist Marcel Groenewegen, en drummer Ries Doms – heeft Stad En Land geheel in eigen beheer opgenomen en geproduceerd in PAF!, de voormalige oefenruimte. Met achter de knoppen geluidstechnicus Marcel Fakkers, Dave von Raven’s studiocompagnon, tevens organist. Von Raven: “Meestal schrijft Arjan de muziek en ik de teksten. Dit keer is het wat anders gegaan. Het begon wel als gebruikelijk met gitaar, bas en drums, en veel toetsen.” Arjan Spies: “Paul heeft dit keer ook veel gedaan, Dave een paar nummers, en zijn broer een nummer. Het is een beetje een mengelmoesje.”

Dat mengseltje klinkt minder beat. Spies: “Het is een logisch vervolg. Bij De Wereld Draait Door moesten we andere dingen doen dan normaal. Zo leerden we dat we meer konden dan beat en hebben toen 2 gemaakt. Op onze theatertour Met De Deur In Huis merkten dat we ook kleinkunst kunnen, dat kleinere, ingetogen, theatraal.” Von Raven zingt het openingsnummer Ik Zie Je In De Stad verrassend ijl en hoog. “Zelfs voor mijn doen, ja. Die kleinkunst, dingen van Martine Bijl enzo, heeft me geïnspireerd af en toe anders te zingen.” Spies: “Het is echt veel minder beat. Dat hoeft niet voor altijd te zijn, hoor.” Von Raven: “Tekstueel is het ditmaal ook wat persoonlijker. Dat eerste nummer gaat gewoon over mijn jeugd. Het was voor mij een beetje het begin van afscheid nemen van de stad. Ik woon nu op Goeree-Overflakkee.”

The KikEERBETOON
De veertien liedjes zitten boordevol verwijzingen naar popliedjes en muzikale grootheden. Een quizje is zo gefabriceerd. Dave von Raven: “Alle nummers zijn te herleiden naar muziek die we tof vinden. Bossanova bijvoorbeeld, die platen hebben wij gewoon thuis. Op Springlevend, ons eerste, hoorde je alleen beat, wat we nog altijd leuk vinden. Sommige verwijzingen zijn niet zo bedoeld, maar wij zitten tot over onze oren in die muziek, dan gebruik je die onbewust. Als je arrenbie naast elkaar legt, zijn daar ook overlappingen. Wij neigen alleen naar een ander decennium.”

Arjan Spies: “Jongelui horen dat niet. Het klinkt als jaren zestig, maar ze kennen het verschil niet tussen de jaren zestig en tachtig.” Von Raven: “Die denken dat Mozart veertig jaar dood is. Heel veel mensen hebben totaal geen historisch besef, niks, nul. Iemand die in een platenzaak werkt en nog nooit van Jerry Lee Lewis heeft gehoord, een van de grote vier, ik bedoel, waarom ga je dan in een platenzaak werken?”

Het instrumentale Onderweg eert trompettist Herb Alpert. Von Raven: “De werktitel was ook Herb Alpert, dan wisten we tenminste allemaal waar we het over hadden. Het is echt een soort ode, Arjan is er helemaal gek van.” Spies: “Die ouwe dingen van hem, die vind ik fantastisch, te beginnen met The Lonely Bull. Ik had dit deuntje al een tijdje liggen, met gitaar, maar pas toen er sprake was van blazers en dat David Rockefeller die zou doen, wist ik opeens hoe het moest. David vond het ook tof, die floot dat zo eigenlijk in één keer weg.”

We horen verder een toefje Beatles, een vleugje Del Shannon-orgeltje, en het beginriffje van de Chantays-hit Pipeline. Spies: “Zo communiceren we ook vaak. Dan zijn we bezig en dan moet er zo’n gitaar in, surf. Dan krijg je dit.” Von Raven: “Wij zijn nooit vies geweest van onze inspiraties.” En we horen een wolkje Joe Meek. Von Raven: “Hij is van heel grote invloed, vooral op mij. Hij bewees op Holloway Road al dat een grote ruimte niet nodig is. Het was daar nog kleiner dan hier. Hij haalde ook allerlei dingen uit de kast, spijkers tussen snaren enzo. We hebben een ET 140, zo’n grote galmplaat uit de Wisseloord studio’s, waarmee je het brede effect van een grote studio kunt nabootsen. Die dingen doen wel een duit in het zakje.”APPARATUUR
Dave von Raven is verzamelaar, van vinyl – dat hij draait op een Jobo Acoustical uit 1959 – én van apparatuur. Dat betaalt zich nu onbedoeld uit. In de verbouwde oefenruimte staan een hoop vintage instrumenten en apparatuur uit zijn collectie. Hij wijst om zich heen. “Wat je nu ziet was er allemaal niet. Alles is helemaal afgetimmerd en geïsoleerd, voor de opname en voor de buurt. Achter die gordijnen zitten bass traps om gonzen te voorkomen bij lage frequenties. Als je ze weghaalt, ziet het er niet uit, daarom dus ook. We zijn zelf gaan bouwen, ook de controleruimte met het grote raam, en hebben alles door vaklieden laten isoleren.” Kosten: een paar duizend euro.

Daarna begon het pas: de apparatuur. Von Raven: “Voor een beetje microfoon moet je al gauw 900 euro neerleggen. Duur allemaal. Maar nu kregen de spullen die ik had verzameld extra waarde. Ze konden opeens uit de koffer en gewoon hier opgesteld en ze hoefden niet meer weg. Het kreeg zin ineens. Als bands hier komen opnemen, en wij, staat alles gebruiksklaar. Als je geen idee hebt, kunnen deze spullen je inspireren. Jerry Hormone heeft hier een plaat gemaakt, en ook The Black Marble Selection. Nieuwe aanwas.”

Von Raven loopt naar de clavioline, een van de zes die hij bezit. Slaat de toetsen aan: Telstar, The Tornados, 1962. “Een bizar ding, uitgevonden in Frankrijk, in 1947 in productie gegaan. Het zit gewoon in een koffer. Joe Meek heeft het eigenlijk laat ontdekt, het stond al op de rommelmarkten, daar heeft hij het denk ik ook gevonden. Ik ben er gek van. Ik heb ze uit alle hoeken van de wereld gehaald. De eerste kostte 250 euro, die was helemaal goed, de rest 500, 600 euro en die waren verrot. Ze zijn allemaal verschillend, dat maakt het zo mooi.” Von Raven riedelt nog wat Tornados. Aan de muur kijken The Kinks en The Beatles zwart-wit toe.

Popmagazine HeavenLIVEDATA 11/02 Concerto Recordstore, Amsterdam 16/02 De Effenaar, Eindhoven 18/02 De Tamboer, Hoogeveen 23/02 Doornroosje, Nijmegen 24/02 Patronaat, Haarlem 25/02 Paard van Troje, Den Haag 03/03 Neushoorn, Leeuwarden 04/03 Poppodium Apollo, Emmen 10/03 Muziekgieterij, Maastricht, 11/03 Poppodium Underground, Lelystad 16/03 De Oosterpoort, Groningen 17/03 Fluor, Amersfoort 18/03 De Spot, Middelburg 24/03 Het Burgerweeshuis, Deventer

De redactie van Heaven is weer bezig met een prachtig nummer! #2 van 2017, ligt binnenkort in de winkel.
Hierin interviews met Madness, The Upsessions, Kandace Springs, Reinier Baas en Giles Robson.

In de rubriek ‘Onder de loep’ aandacht voor Blake Mills, die als producer het ene na andere topalbum blijft afleveren: nu weer Darkness And Light van John Legend. Reggaekenner Eddie Aarts staat uitgebreid stil bij de rerelease van Bob Marley’s legendarische Live!

In de recensierubriek met meer dan 100 recensies, nieuwe albums van o.a. John Legend, Chuck Prophet, Howe Gelb, Adam Torres, Ron Gallo, Mark Eitzel en véél meer. Een abonnement neem je hier: www.popmagazineheaven.nl/actie-abonnement

Interview Drive Like Maria: “de andere platen overtreffen”

Drive Like MariaDrive Like Maria maakte een sterke start in 2009 met het debuutalbum Elmwood. Met de hit I’m On A Train bulderde de band gelijk de radio op en stonden ze op verschillende grote podia. In 2012 was het weer raak met hun gelijknamige album Drive Like Maria. En nu, vijf jaar later, keert de band terug met een drieluik: Creator Preserver Destroyer.

Tekst Sven Veldhuizen

Lowlands, Canada of in voorprogramma’s staan als die van AC/DC of ZZ Top, Drive Like Maria heeft dit allemaal voor elkaar weten te boksen. Hoe kan zo een band, die in ieder geval de Nederlandse rockscene in ere houdt, zo lang op zich laten wachten met een nieuwe plaat?

Drietrapsraket
“Begin 2014 lag de plaat eigenlijk al klaar, maar hadden simpelweg geen tijd om hem te gaan mixen. Daarnaast wilde we écht de tijd nemen om het onderste uit de kan te halen”, legt Nitzan uit. In 2015 is de band wel begonnen met het mixen van de drietrapsraket. De reden om het nieuwe album in drie delen de wereld in te sturen is duidelijk. “Wij wilden natuurlijk de andere platen overtreffen en dat zou middels deze manier het beste lukken. Zo hebben wij ruim de tijd voor elk deel van de plaat genomen. Zo konden wij plaat na plaat alles geven wat we in huis hadden”, vervolgt ze.

De eerste delen van het album werden maart en september 2016 uitgebracht door Caroline en wordt dus deze maand samengevoegd met nog eens vier nummers, onder de naam Destroyer. De cyclus van het creëren, bouwen en weer afbreken is de kern van het album. Op de vraag of de fase ‘afbreken’ ook vier slopende(re) nummers met zich meebrengt, reageert Nitzan lachend: “Wij hebben die vraag al vanuit meerdere hoeken gekregen en hebben er nooit zo over nagedacht. Misschien hadden dat wel kunnen overwegen.”Drive Like MariaProductie
Voor de nieuwe plaat was de band voor het eerst met z’n drieën tegelijk in de studio te vinden. Waar ze eerst het grootste gedeelte zelf in handen namen, hebben ze ditmaal hulp van bevriende muzikanten ingeschakeld. Op deze manier kon de driemansformatie op volle kracht aan hun nieuwe nummers werken – een manier die ze nooit eerder hebben gedaan. Het resultaat? “De nummers hebben een veel duidelijkere, eigen sound.”

Samen met muzikanten als: Job van Summeren (De Staat), Lara Chedraoui (Intergalactic Lovers) en Remko Kühne (Milow, Alain Clark) is Drive Like Maria hun ondergrondse studio in Italië ingedoken. Voor het mixen van de plaat zijn ze richting New York gevlogen om daar de laatste hand aan de cd te leggen. “Voor het mixen van onze plaat wilden we weer in zee gaan met John Congleton. Helaas kon hij ons niet helpen omdat hij het vrij druk had na het binnenslepen van een Grammy”, vertelt Nitzan.

“Wij hadden Congleton gevraagd of hij iemand wist die voor ons zou kunnen mixen en bracht ons met John Angnello (Kurt Vile, Dinosaur Jr., Sonic Youth, The Kills) in contact. Dit bleek een succesformule. Het was mooi om te zien hoe hij zijn ervaring over onze plaat uitstortte. Binnen de kortste keren was de plaat gemixt en zelfs wij, die de nummers al honderd keer hadden gehoord, werden opnieuw verrast door het eindresultaat.”

De rockers brengen het album 27 januari op de markt en reizen door heel het land om het live aan je te laten horen. Want één ding is zeker: Drive Like Maria is een live band! Check hieronder of ze bij jou in buurt komen!

LIVEDATA 23/02 Paard Van Troje, Den Haag 24/02 Doornroosje, Nijmegen 25/02 VERA, Groningen 02/03 Tolhuistuin @ Paradiso Noord, Amsterdam 03/03 Het Burgerweeshuis, Deventer 04/03 Effenaar, Eindhoven 09/03 De Helling, Utrecht 11/03 Rotown, Rotterdam

Interview Vaudou Game: Afrikaanse funk en meer

Vaudou GameTwee jaar geleden verscheen het debuut Apiafo. Sindsdien is Vaudou Game bijna constant on the road geweest. “We hebben zeker 350 optredens gedaan”, zegt voorman Peter Solo aan de telefoon. Desondanks verscheen recent het misschien nog betere Kidayú. Eind januari komt de groep naar hier voor ongetwijfeld spetterende optredens.

Tekst Heaven | Louis Nouws

Vaudou Game“Gelukkig kan ik overal schrijven, zelfs in het vliegtuig.” De in het West-Afrikaanse Togo geboren zanger/gitarist Peter Solo heeft een missie. Hij wil zijn op voodooritmes gebaseerde muziek aan de man brengen en onderwijl begrip kweken voor die cultuur, die volgens hem vooral door toedoen van oude Hollywoodfilms in een vreemd daglicht is komen te staan. Alsof het een wraakzuchtige religie zou zijn met broeierige rituelen waarin je door naalden in popjes te steken mensen vreselijk pijn kunt doen. “Terwijl het in voodoo juist draait om leven in harmonie, met veel respect voor voorouders en de plek waar je leeft.”

De afrofunk van Vaudou Game, het zeskoppige gezelschap opereert vanuit het Franse Lyon, vindt gretig gehoor. “De muziek bracht ons al naar Japan, Canada, zuidelijk Afrika, en in Europa speelden we van Spanje tot Zweden.”, zegt Solo. Tijdens een tourpauze van twee maanden werd Kidayú opgenomen, de opvolger van Apiafo. “We hebben dezelfde werkwijze toegepast als bij het debuut. Dezelfde studio, dezelfde technicus, dezelfde muzikanten. We hebben het album dus weer opgenomen als band. Als we niet tevreden zijn over bepaalde partijen doen we die natuurlijk over, maar ons principe is: wat je op het album hoort, zie je op het podium. Daardoor is het ook niet lastig de nieuwe nummers in ons live-repertoire op te nemen. Wij zijn die muziek.”Vaudou GameHet verschil met Apiafo is dat het nieuwe album volgens Solo ‘opener’ is van karakter. “Onze muziek is gesneden koek voor diehard liefhebbers van afrobeat, die hoeven we in die zin niet meer voor ons te winnen. Maar ik wil graag een groter publiek en ik denk dat we met nummers als La Vie C’est Bon en Lonlon mensen aanspreken die minder bekend zijn met Afrikaanse muziek. Er zit iets meer afwisseling in het album in ritmes en tempi.” Lonlon betekent overigens liefde in een van de Afrikaanse talen die Solo spreekt. “Maar het gaat niet over de liefde voor een man of vrouw, maar over liefde voor de natuur, de voodoocultuur indachtig.”

Vaudou Game trad op in Zuid-Afrika, Zimbabwe en Zambia, maar nog niet in Solo’s geboorteland Togo, met Benin de bakermat van de voodoocultuur. “Weet je”, zegt hij, “ik zou er graag spelen, maar we gaan er alleen heen als het goed is geregeld. We doen het niet op de bonnefooi, dat stadium zijn we voorbij. Tot nu heeft zich geen promotor gemeld die een goed tourtje voor ons kan opzetten in West-Afrika.”

Dus is eerst Europa weer aan de beurt. Solo met zijn vijf begeleiders en niet te vergeten een eigen geluidsman. “Die is misschien wel het allerbelangrijkst. Want dan weet je dat je goed klinkt en sta je relaxt op het podium.”

LIVEDATA 26/01 Bird, Rotterdam 27/01 Paradiso Noord, Amsterdam 28/01 TivoliVredenburg, Utrecht

Popmagazine Heaven

De redactie van Heaven is weer bezig met een prachtig nummer! #2 van 2017.
Interviews met Madness, The Upsessions, Kandace Springs, Reinier Baas en Giles Robson.

In de rubriek ‘Onder de loep’ aandacht voor Blake Mills, die als producer het ene na andere topalbum blijft afleveren: nu weer Darkness And Light van John Legend. Reggaekenner Eddie Aarts staat uitgebreid stil bij de rerelease van Bob Marley’s legendarische Live!

In de recensierubriek met meer dan 100 recensies, nieuwe albums van o.a. John Legend, Chuck Prophet, Howe Gelb, Adam Torres, Ron Gallo, Mark Eitzel en véél meer.

Dit nummer niet missen? Neem dan vóór aanstaande maandag 30 januari 16.00 uur een abonnement en profiteer van de aanbieding: 1 jaar Heaven van € 33,40,- voor slechts € 22,50,-! Een abonnement neem je hier: www.popmagazineheaven.nl/actie-abonnement

Interview Cage the Elephant: Weg uit Kentucky

Cage the ElephantHet concert van Cage the Elephant vanavond (24 januari) in Paradiso was in een vloek en een zucht uitverkocht. De Amerikaanse rockers hebben het patent op liedjes die niet meer uit je hoofd gaan. Dan Auerbach (van The Black Keys) wilde niet voor niets per se hun jongste album Tell Me I’m Pretty produceren.

Tekst Heaven | Louis Nouws

Heaven sprak zanger Matt Shultz begin vorig jaar. De zanger, op het podium een en al energie, oogt vermoeid als hij zich meldt met een kartonnen bekertje cappuccino in de hand. “Ik heb amper geslapen”, verontschuldigt hij zich. “We hadden het lumineuze idee om tijdens deze tour een videoclip op te nemen met beelden uit de Europese hoofdsteden, een beetje à la A Hard Days Night van de Beatles. Maar het vreet tijd en energie.” Die avond op het podium van de Melkweg is van enige vermoeidheid echter niets te merken.

Cage the ElephantThe Beatles
Met The Beatles noemt Matt Shultz meteen de grootste inspiratiebron voor de jongens die in 2006 de band begonnen in Bowling Green, een onooglijk stadje in Kentucky waar Chevrolet zijn roemruchte Corvettes bouwde en een heus museum wijdde aan dit automodel, symbool van de American dream in jaren vijftig en zestig. Waar de naam Cage the Elephant vandaan komt kan of wenst Shultz zich niet meer te herinneren. Met broer Brad Shultz en Lincoln Parish op gitaar, Jared Champion op drums, Daniel Tichenor op bas wil het dan nog vijftal – Parish heeft de groep inmiddels verlaten – maar één ding: weg uit Kentucky. “Dat was onze rock ’n’ roll-droom”, verklaart de zanger.

Die kans doet zich eerder voor dan verwacht. Een klein Engels label ziet de groep tijdens een showcase op het vermaarde SBSW-festival in Austin en biedt een contract aan plus de uitnodiging naar Londen te verhuizen. “Dat vonden we reuze interessant. Londen is vaak een goede plek gebleken voor Amerikaanse artiesten om er hun carrière te beginnen. Jimi Hendrix, Paul Simon, Lou Reed kregen daar voet aan de grond. Bovendien bood het label ons honderd procent creatieve vrijheid, al bleek dat al gauw een wassen neus. Ze stelden ronduit dat ze ons niet gingen betalen of promoten als we muzikaal niet deden wat hen voor ogen stond. We hebben het daar toch nog achttien maanden volgehouden en zelfs nog in de show van Jools Holland gestaan, naast Coldplay en John Mellencamp.”

Toch was de Londense tijd geen totale desillusie. “We hebben er enorm veel geleerd. In Bowling Green kon je twee radiozenders ontvangen, collegeradio en classic rock. Overzichtelijk en duidelijk. In Londen duikelden de muzikale trends en hypes over elkaar heen. Wij zijn opgegroeid met ankerpunten als Dylan, Beatles, Springsteen, Simon And Garfunkel, Creedence Clearwater Revival. In Engeland verbreedde de horizon zich rap. Wil je mee in de muziekwereld dan kun je niet stil blijven staan, dat maakte de Engelsen ons wel duidelijk. We raakten vooral onder de indruk van het oeuvre van David Bowie. Zoiets wilden we ook. Ieder album benaderen alsof het je eerste is. Hongerig blijven. Zei Bob Dylan niet ooit: als iemand de muziek zou maken die ik wil horen, dan zou ik zelf geen muziek hoeven maken.”Cage the ElephantThe Black Keys
Het titelloze debuutalbum verschijnt nog tijdens het verblijf in Londen doet niet veel. Cage the Elephant besluit met nog net niet hangende pootjes terug te keren naar het vaderland. Shultz: “Het Engelse avontuur voelde mislukt. Dan gaan we op zoek naar onze niche, dachten we, naar een muzikaal bestaan in de kleinere zalen.” Om hun thuiskomst niet geheel ongemerkt voorbij te laten gaan, brengen ze Ain’t No Rest For The Wicked van het debuut opnieuw uit als single en dan is het een schot in de roos. Het liedje wordt free single of the week op iTunes en de band mag optreden in de David Lettermanshow. “Toen ging het hard. We deden veel festivals. Ons tweede album Thank You Happy Birthday bracht ons wederom een uitnodiging van David Letterman en we speelden op nog grotere festivals zoals Coachella. We stonden in het voorprogramma van The Foo Fighters en Dave Grohl drumde zelfs met ons mee toen onze drummer Jared een tijdje verstek moest laten gaan vanwege een blindedarmontsteking.”

Ook Dan Auerbach van The Black Keys is erg gecharmeerd van Cage the Elephant. Hij produceerde hun jongste album Tell Me I’m Pretty, het vierde alweer. “We stonden ook in het voorprogramma van de Keys ten tijde van Brothers. Dat was helemaal bizar, want dat album werd haast van de ene op de andere dag een enorme hit. De tour begon in clubs en eindigde in arena’s met soms 20.000 toeschouwers.” En dat is inmiddels ook wel de biotoop waar Cage the Elephant zich in hun thuisland ophoudt.Pop & Young
Matt Shultz die op de bühne graag zijn shirt mag uittrekken, ziet zich als een kruising tussen Iggy Pop en Neil Young. “Met de energie van Pop en de intensiteit van Young”, verklaart hij. Die tweespalt, als je dat zo mag noemen, kenmerkt het oeuvre van de band. “Het enorme succes van Ain’t No Rest For The Wicked ondergingen we als een zegen en een vloek. Zo’n onverhoedse hit bezorgt je het stigma van een commerciële rockgroep en trekt om de een of andere manier je integriteit in twijfel. Het mechanisme werkt kennelijk zo dat je credibility verliest als je beginnende band te snel in arena’s speelt. Je ziet het ook bij Mumford And Sons. Maar objectief gezien heeft het ons alleen beter gemaakt, want het dwingt je snel heel professioneel te worden. We weten van onszelf dat we nog altijd eerlijke muziek maken. Al wonen we nu in Nashville, we zijn nog altijd die jongens uit Bowling Green die droomden van een rock ’n’ roll-bestaan. Er zijn altijd mensen die je succes kwalijk nemen, maar je wilt toch geen obscure muziek maken for the sake of obsurity. Net zoals je ook geen muziek wilt maken puur voor de commercie. Wij willen allebei.”

Niet vreemd dat ze voor hun Tell Me I’m Pretty in zee gingen met Dan Auerbach, die zich meermaals heeft bewezen in die balanceer-act. “Eigenlijk heeft Dan, met wie ik sinds onze gezamenlijke tournee bevriend ben geraakt, zichzelf opgedrongen”, zegt Shultz met een lach. “We hadden altijd in ons achterhoofd dat we ooit nog eens samen aan een album zouden werken, zonder dat we dat uitspraken. Bij een etentje liet ik hem wat nieuw materiaal horen en ik was nog niet thuis of ik ontving al een tamelijk agressief sms-je: ‘I’m making your next record’. Dan is een wandelende encyclopedie die kennis heeft van de meest obscure muziek. Hij draaide zijn oude plaatjes tijdens pauzes in de control room. Raakten wij enthousiast over een fantastisch drum- of basgeluid dan riep hij: jongens we doen dat nummer nog een keer. Vervolgens gingen we er met nieuwe energie tegenaan, met nieuwe invallen ook. Voor ons werkte die aanpak uitstekend.”

Jay Joyce de producer van het vorige album Melophobia probeerde de groep juist weg te houden van iedere referentie. “Wat ook een te respecteren standpunt is”, zeg Shultz. “Maar doordat Dan je met zo veel invloeden overstelpt wordt het gewoon weer origineel. Je kunt de muziek op Tell Me I’m Pretty dan ook niet toewijzen naar een bepaalde tijdsperiode, al echoot het verleden er sterk in door. Dat komt ook doordat Dan een bijzonder gevoel heeft voor een sound die modern en toch tijdloos klinkt. Hij doet hooguit drie takes. Het moet fris blijven, zegt-ie. Veel van mijn vocalen zijn eerste opnamen, gemaakt met een vreselijke microfoon. Hij stond me niet toe ze opnieuw op te nemen. Maar toen we het album mixten en Dan er niet bij was, heb ik de meeste zang opnieuw opgenomen. Hij kon er wel om lachen.”

Popmagazine HeavenLIVEDATUM 24/01 Paradiso, Amsterdam (Uitverkocht)

De redactie van Heaven is weer bezig met een prachtig nummer! #2 van 2017.
Interviews met Madness, The Upsessions, Kandace Springs, Reinier Baas en Giles Robson.

In de rubriek ‘Onder de loep’ aandacht voor Blake Mills, die als producer het ene na andere topalbum blijft afleveren: nu weer Darkness And Light van John Legend. Reggaekenner Eddie Aarts staat uitgebreid stil bij de rerelease van Bob Marley’s legendarische Live!

In de recensierubriek met meer dan 100 recensies, nieuwe albums van o.a. John Legend, Chuck Prophet, Howe Gelb, Adam Torres, Ron Gallo, Mark Eitzel en véél meer.

Dit nummer niet missen? Neem dan vóór aanstaande maandag 30 januari 16.00 uur een abonnement en profiteer van de aanbieding: 1 jaar Heaven van € 33,40,- voor slechts € 22,50,-! Een abonnement neem je hier: www.popmagazineheaven.nl/actie-abonnement

 

Interview: Orange Skyline is zijn cockiness nog niet helemaal verloren

Orange SkylineVoor degenen die Orange Skyline al wat langer volgen, kan het even slikken zijn. Al jaren bouwt de band een publiek op met op Engelse leest geschoeide rockmuziek, maar het debuutalbum laat plots een ander geluid horen. Elektronischer, maar ook doordachter en minder in-your-face. Deze omslag komt mooi naar voren in de playlists die ze half 2013 en begin 2017 samenstelden. De eerste is een fraaie bloemlezing van vijftig jaar Britse rockmuziek terwijl de tweede een stuk veelzijdiger is, met hiphop (Kendrick Lamar), R&B (FKA twigs), dance (LCD Soundystem), toch nog het een en ander aan rock (Pixies) en zelfs hitparadepop (Ariana Grande). Alle reden voor een goed gesprek en dus spreken we met Niels van der Wielen, lead-gitarist van Orange Skyline maar ook steeds meer een muzikale duizendpoot binnen de band.

Tekst Arnout de Vries

Oorspronkelijk is Niels van der Wielen vooral de gitarist van de band maar tegenwoordig bespeelt hij ook onder andere de synthesizer, arrangeert hij strijkers, en zingt hij zelfs af en toe (Embrace). Samen met zijn broer Stefan, de frontman van de band, schrijft hij de teksten van de band, waarbij ze elk hun eigen stempel op de muziek drukken. Hun beider studies dragen hieraan bij: Niels studeert namelijk aan het conservatorium en Stefan doet een literatuur-gerichte studie.

Geïnspireerd door hiphop, dance en R&B vindt de band een nieuw muzikaal pad

Orange SkylineMaar waar is die band vol bravoure eigenlijk gebleven? Van der Wielen legt het uit: “We maakten niet meer de muziek die we zelf tof vonden. We kwamen erachter dat we op weg naar concerten drieënhalf uur lang hiphop draaiden in de auto. Ja, dan krab je je wel achter de oren als je weer surfdeuntjes aan het spelen bent.” Bovendien was het onderdeel van de zoektocht naar een eigen identiteit: “Er zijn zoveel gitaarbandjes die een beetje springindie maken. Het komt mij echt m’n neus uit. We waren ook een beetje anoniem, vind ik. Maar dat is niet erg: het is gewoon een tocht die doorgaat, en ik ben blij dat we op het goede pad zitten.”

Op die tocht verorberde de band aanvankelijk vooral rockmuziek maar tegenwoordig lijken ze echte culturele omnivoren geworden te zijn. Ondanks dat de band vaak nogal ‘cocky’ wordt genoemd, toont Van der Wielen zich een aimabel persoon die bovenal een enorme passie voor muziek heeft. Meer dan een uur lang praat hij geanimeerd over een rijk palet aan invloeden; het ene moment spreekt hij zijn bewondering uit voor Kanye West of de Talking Heads, het andere moment haalt hij de bebop van Charlie Parker als voorbeeld aan, of vertelt hij over het shoegaze-album dat hij nog eens wil maken: met noise-gitaren, drumcomputers en falsettozang. Op het moment dat hij het blazergebruik van Bon Iver en Patrick Watson roemt, speelt ergens op de achtergrond, nauwelijks hoorbaar, My Way van Frank Sinatra. Meteen begint hij enthousiast over de sterke blazers die daarin zitten. Het is Niels van der Wielen ten voeten uit.Terug naar het nieuwe album: Things That I Hide. De titel doet een persoonlijk album vermoeden en de teksten bevestigen dat. Van der Wielen: “Dat is wel een verschil. De teksten zijn wat belevender. An Introduction (hun laatste EP, red.) was veel meer een objectieve benadering; subcultuurtjes, beschouwend. Ik denk dat er meer gevoel in deze plaat ligt.” Zo voelt Enemy voor hem als ‘jezelf goed tegenkomen’. Ook noemt hij Embrace en I Feel Fine als emotioneel beladen nummers. Teksten uitleggen doet hij echter niet graag. Over de muziek raakt hij daarentegen niet uitgesproken. Zo vertelt hij over Embrace: “Het is eigenlijk een heel raar nummer: het heeft wat trap-invloeden en wat orkestrale invloeden (met strijkers en piano), daarbij een stukje gitaar en dat een beetje met R&B-invloeden. Eigenlijk allemaal spontaan ontstaan.”

Orange Skyline 2
Ondanks de spontaniteit die Van der Wielen nog altijd koestert, wordt de invloed van zijn conservatorium-opleiding ook al snel duidelijk. Zo vertelt hij over de open akkoorden aan het eind van enkele nummers, over hun doordachtere manier van nummers schrijven (“ik heb veel geschreven met de bassist; dan schreven we eerst een dansbare, melodieuze baslijn, daaroverheen een topline, om uiteindelijk het middengebied als een soort puzzel in te vullen”), en zelfs over Beethoven-progressies aan het einde van Embrace. Pretentieus? “We zijn hyperpretentieus, daar deins ik niet voor terug. Ik denk dat dat nog steeds die Britse cockiness is: gewoon doen!”

De elektronica, de pretentie, het staat allemaal haaks op het lekker-rammen-gitaarbandje dat ze voorheen waren. Best gewaagd, want ze hebben net een doorbraak met Sound & Fury: het ene nummer dat nog wel goed op die oude stijl aansluit. Ook hier benadrukt hij de cockiness: ‘men noemde ons soms arrogante mannetjes. Ik denk dat dat er nog steeds wel in zit, maar dan in de harde keuzes die we maken. Zo van: fuck it, dit is totaal nieuw, het oude komt niet meer terug en hierna komt weer iets nieuws, deal er maar mee!” Enkele nummers op het album, voornamelijk Lost, verwijzen naar de nieuwe ik; ter illustratie begint hij bij de uitleg van Lost spontaan Sgt. Pepper’s Lonely Hearts Club Band te zingen. Sowieso gooit Van der Wielen er het hele interview lang de ene na de andere verwijzing uit, en aan het eind van het interview vat hij zo per ongeluk zijn eigen band goed samen, over Space Oddity van David Bowie: “dat basgeluid dat ineens veel te hard uit je speakers knalt en dat je je blijft herinneren: dat is een statement, en veel leuker dan binnen de lijntjes kleuren.”

LIVEDATA 18/05 Vera, Groningen 19/05 Paradiso, Amsterdam 20/05 De Helling, Utrecht

Interview: Black Honey en al het geluk van de wereld

Black Honey Black Honey @ Dauwpop

Het is een zonnige herfstdag in Brighton. Izzy B Phillips had dat niet verwacht, toen ze ‘s ochtends met traditioneel Brits hondenweer naar de studio vertrok. Of die klimaatverandering iets met haar band Black Honey te maken heeft, valt niet uit te sluiten: “Eén van mijn favoriete herinneringen aan shows is toen het ons in Rotterdam lukte om het weer te laten omslaan.”

Tekst LiveGuideNL | Thomas van Waardenburg

De zangeres refereert naar hun optreden in 2015 op Metropolis. “Het was niet alleen onze eerste gig buiten de UK, maar ook met het grootste publiek waar we ooit voor hadden gespeeld. De zon scheen de hele dag, behalve toen wij moesten spelen. Toen we tegen het eind van de show onze song Teenager speelden, brak de zon heel kort en onwijs fel door, waarna het weer keihard ging regenen. Het was prachtig!”

Backstage tattooshop
De shine die Black Honey al het hele jaar door pakt, is geen meteorologisch wonder. Daar zorgden singles als Madonna en het eerder genoemde Teenager wel voor. Ook het gebrek aan social media-timelines stond de buzz rondom de groep niet in de weg. Al runt de band de inmiddels wel een uiterst geslaagde Instagram-pagina. “Maar ik vind het eigenlijk nog steeds overbodig. Wij willen zelf alleen maar weten of onze favoriete bands nieuwe singles hebben in plaats van wat hun ontbijt was. Ik ben wel graag creatief bezig en dat kan je hier zeker tijdens tours mee zijn”, geeft Izzy toe.

Inmiddels heeft de frontchick ook een andere nieuwe hobby gevonden: tattoos zetten. “Ik heb bij een paar vrienden al een tattoo mogen zetten. Het zou nóg toffer zijn als ik dat tussen de shows door kon doen. Een klein zaakje in de backstage lijkt me wel wat.”Black HoneyOnline ergernis
Tattoos en de juiste filters op foto’s zetten, bieden Izzy ook de afleiding van haar grootste online irritatie: fout geschreven lyrics van de band. “Dat is echt verschrikkelijk! Ik heb ooit correcties naar een site gestuurd en vervolgens werd mijn verzoek afgewezen. Toen heb ik ons management ingeschakeld om de beheerders van die site te mailen met de juiste lyrics. Ik zou sterven als ik tijdens een show fans verkeerde lyrics hoor zingen! Dat is een absolute nachtmerrie voor elke songwriter, denk ik.”

De vier songs op de dit jaar verschenen EP Headspin en de recente video bij Hello Today hebben alle spotlights op Black Honey gezet. Voor een debuutalbum neemt de band nog even de tijd, maar Izzy kan het niet helpen om zich een klein beetje schuldig te voelen over hun succes. “Bowie, Prince en Cohen zijn allemaal dood, de Brexit is gebeurd en Donald Trump is de nieuwe president van Amerika. Het voelt alsof we al het geluk uit de wereld hebben gezogen voor onze band! Het is verschrikkelijk, maar tegelijkertijd geniet ik wel volop van de aandacht die we nu krijgen.”

LiveGuideLIVEDATA 24/01 Rotown, Rotterdam 25/01 Paradiso, Amsterdam (Sold Out)

Klinkt als: western-gekruide gitaarrock met genoeg kracht om Groot-Brittanië weer groot te maken

Het December/Januari-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Daarin onder meer interviews van De Staat, Sven Alias, Dans Dans en Cynbel.
Verder de rider van Canshaker Pi en uiteraard weer een nieuwe Fanboykwiz!

Interview Navarone: “It Shall be louder”

NavaroneWe hebben er een tijdje op moeten wachten, maar dan heb je ook iets: het nieuwe album Oscillation van Navarone. En gadverdamme, wat klink het toch weer lekker. De eerdere albums A Darker Shade of White (2012) en Vim and Vigor (2014) kregen al veel lof en uitstekende reviews. De vraag of deze plaat nog harder rockt, heeft de band met een teaser als Snake al wel een beetje beantwoord. Maar knalt de rest van het album net zo?

Tekst Sven Veldhuizen

Deze middag zitten wij met de heren van Navarone aan tafel in het Backstage Hotel te Amsterdam. We hebben het genoegen om met Bram (basgitaar), Merijn (zang) en Robin (drums) over hun nieuwe creatie te praten. Want zoals de meeste al wel zullen weten, presenteert Navarone op 20 januari het nieuwe album in Doornroosje te Nijmegen.

Willen jullie iets met de nieuwe plaat overbrengen?
“We zijn niet zo’n geëngageerde band. We hebben allemaal onze eigen gedachtes, geloofsovertuigingen, principes en smaken. Het is mooi om hiermee met elkaar te sparren en daarnaast is het tof om juist dit met het publiek te delen.”

“De ene keer komt iemand met een rifje, de andere keer is het echt een ‘band-ding’, en soms staat een liedje al helemaal in de stijgers”, vertelt Bram. Het verschilt dus per ‘liedje’ en zeker op deze plaat, laten ze alle drie weten. “De nummers van deze plaat hebben we misschien meer vanuit de tekst georiënteerd. Deze keer hebben we de gefocust veel meer op het schrijfproces en vormgeven van onze nummers gelegd”, vervolgt hij.navarone-persfotoHoe lang hebben jullie in studio gezeten?
“We hebben een heel voortraject gehad. Dit houdt in dat we samen met onze producer Joost van den Broek in de repetitieruimte aan onze liedjes werkte. Daarnaast hebben we met Soundwise (red. studio’s van Eric van Tijn en Jochem Fluitsma) per instrument gecheckt wat het beste voor de plaat zou zijn. Op deze manier probeerden we alles te tackelen zodat we in studio gelijk konden knallen”, legt Bram uit.

“Maar terugkomend op jouw vraag. Ik denk dat we bij elkaar 22 dagen in de studio hebben gezeten”, antwoordt Robin. En dat is niet gek. De heren hebben samen met de producer gekozen om meer ruimte te laten voor extra kleuring. Deze ruimtes worden op de nieuwe plaat ingevuld door onder andere: synthesizers, percussie, strijkers, blazers en een orgel. “Het orkestrale is iets wat wij met z’n alle mooi vinden en wat dicht bij ons ligt.”

En ja, het orkestrale hebben we al terug kunnen zien in de akoestische sessies van de band. Of ze bij de release van het nieuwe album (zéker niet akoestisch) met verassingen gaan komen, is een ding dat zeker is. Maar hoe of wat, dat houden ze nog lekker voor zich.

Wie zijn jullie voorbeelden of waar putten jullie je inspiratie uit?
“Het gaat alle kanten op. Het is niet echt één ding. Van ouwe rock tot progressief. Zo gebruiken we voor deze plaat bijvoorbeeld synthesizers. We hebben het heel open benaderd en hebben alles een kans gegeven. Daarom ook de titel keuze – Oscillation – voor het album. Zo heb je het middelpunt wat wij zelf zijn, en daaromheen heb je heel verschillende smaken en voorbeelden. Maar toch blijft het Navarone”, legt Merijn uit.

De studio laten de rockers even voor wat het is. Ze willen gewoon grúwelijk veel gaan spelen. Zo staan ze binnenkort op Eurosonic, hebben ze natuurlijk het release concert en geven ze nog een speciale albumproeverij. Eén ding is zeker: ze willen hun muziek aan het publiek laten horen. “Het is gewoon zo tof – en misschien klinkt het een beetje suf – maar door het publiek kunnen wij gewoon blijven spelen”, vertelt Merijn. “Daarnaast is het zo mooi om iets te delen wat je vet vindt en dat je zoiets samen kan doen. Zowel met de band als met het publiek”, vervolgt hij.

‘It Shall be louder’
De bovenstaande uitspraak ging gepaard met de teaser Snake, Het eerste nummer van het nieuwe album. “Wij zijn na het uitbrengen van het eerste album een beetje in een ‘classicrock’ hoekje gedrukt werden”, vertelt Robin. Maar als je de drie albums achterelkaar luistert, hoor je duidelijk de verschillen. Of het volgende album nog ‘louder’ gaat zijn, laten ze nog helemaal open. Maar wij durven te stellen, het rockt! En stevig ook.

LIVEDATA 13/01 Eurosonic Air, Groningen 20/01 Doornroosje, Nijmegen 21/01 Monsters of Mariaheide, Erp 03/03 Vera, Groningen 04/03 Rotown, Rotterdam 09/03 Effenaar, Eindhoven 10/03 Patronaat, Haarlem 11/03 De Helling Utrecht