Interview Donnerwetter: Een roadtrip door de pophistorie

DonnerwetterHet Arnhemse Donnerwetter doet een greep in zestig jaar pophistorie en combineert inspiraties tot een broeiende soundtrack van een denkbeeldige roadmovie. Aan de vooravond van een clubtour, en met veel buitenlandse data in het vooruitzicht, spreken we met voorman Rocco Ostermann.

Tekst Chris Dekker

“Er lopen hier mensen van het gasbedrijf en er hangt al de hele ochtend een rare geur,” meldt Ostermann als we hem voor muzikantenbegrippen veel te vroeg bellen. De suggestie dat een gasexplosie tijdens een interview wel een mooie primeur zou zijn, wordt met Arnhemse nuchterheid beantwoord. “Liever niet voor de koffie.”

Nuchter maar zeer gedreven. Dat is het werkethos van de band en het bracht zanger/gitarist Rocco Ostermann, gitarist/zanger Wout Kemkens, toetsenist/bassist Matthijs Stronks en drummer Mike Visser naar de Popronde, DWDD, Oerol en Zwarte Cross. Voor wie Donnerwetter de afgelopen jaren gemist heeft, legt Rocco het nog eens uit.
“We combineren eigenlijk elke stijl. Van blues en soul tot Zappa, Beatles en Howlin’ Wolf. Het is als een soundtrack van een roadtrip door de pophistorie. Soms willen we bewust een floorfiller en dan moet alles wijken voor het ritme, maar meestal doen we gewoon iets. Op een bepaald moment komt dan dat uitroepteken op je voorhoofd; die ‘YES!’. We staan op de schouders van de groten, maar met al die inspiraties proberen we wat unieks te maken.”Met jou en Wout lijkt het op een band met twee kapiteins. Is dat zo?
“Nee, we vullen elkaar juist perfect aan. Vijf jaar terug ontmoetten we elkaar, we speelden een dag later samen en we zijn nooit meer gestopt. Alsof we tweelingbroers zijn, hebben we aan één blik genoeg en we stimuleren juist onze verschillende inzichten en verschil in karakter in de muziek. Het gaat als vanzelf en met veel lol. Alles kan, we proberen alles en dat geldt zeker ook voor Matthijs en Mike.”

Na een zomer van soms drie festivals op een dag, gaan jullie de zalen weer in. Past jullie broeierige sfeer beter in de brandende zon, of mag het zweet van de muren lopen?
“We hebben echt een topjaar achter de rug, met een goed ontvangen plaat en inderdaad heel veel festivals. Maar ik kijk toch wel uit naar de clubshows. Op festivals speel je vaak drie kwartier en met eigen shows, spelen we soms tegen de twee uur. We willen nog wel eens wat improviseren, haha! Daarnaast kunnen we nieuwe dingen proberen.”

En Europa lonkt.
“We hebben een boeker voor het buitenland, dus reken op meer data, en we praten binnenkort met ons label over promotie in het buitenland. Als je als band Europa in wilt heb je dat allemaal nodig. Wat dat betreft zouden we meer in Amerika passen. Bands zingen daar over liften, troosteloze vlaktes en eindeloze reizen in gammele treinwagons: die cultuur heb je hier niet. In plaats van uren diep in gedachten over highways te rijden, donder je hier de Afsluitdijk af of je belandt in, het overigens zeer fijne, België.”

Voor de nabije toekomst zit de band in ieder geval vol plannen.
“Naast de clubshows hebben we nog de Donnerwetter Day in maart, waarvoor de voorverkoop deze maand start. In Arnhem brengen we daar allerlei kunstdisciplines bij elkaar. Van muziek tot mode en van schilderkunst tot film. Vorig jaar ontstond het geleidelijk bij onze cd-presentatie, maar we willen er een jaarlijkse dag van maken om de Arnhemse kunstwereld op de kaart te zetten. Het mooie van die dag is dat al die kunstvormen elkaar inspireren, stimuleren en uitdagen. Verder hebben we in een kasteel in twee dagen vijf nieuwe nummers geschreven. Dat is gefilmd en tussen alle shows door komt dit binnenkort samen met een portret van de band als documentaire uit.”

LIVEDATA 05/11 Atak, Enschede 16/11 Cul De Sac, Tilburg 18/11 De Vorstin, Hilversum 25/11 Merleyn, Nijmegen 26/11 Mezz, breda 10/12 W2, Den Bosch 11/03/2017 Donnerwetter Day, Arnhem

Win Tickets voor Donnerwetter op 5 november in Atak

Interview Glass Animals: “Het heeft vooral invloed gehad op de sound.”

Glass AnimalsDe Oxfordse band Glass Animals is bezig aan een stevige opmars. De eerste plaat Zaba was al een behoorlijk succes en de tweede plaat How To Be A Human Being ligt met hoge verwachtingen kersvers te dampen in de schappen. Tussen de bedrijven door wordt er veel live opgetreden. Ik vroeg voorman Dave Bayley hoe het was geweest.

Tekst Mania | Luc van Gaans Foto Neil Krug

Win 2 Tickets Meet & Greet + Soundcheck + Nieuwe Album Glass Animals

“Heel leuk, maar ook chaotisch. Je hebt geen mogelijkheid om te soundchecken, dus je gooit je materiaal op het podium in de hoop dat het werkt. Maar volgens mij ging het goed.” Geen soundcheck… Dat zal niet meegevallen hebben voor een band die alles sterk onder controle houdt. Want naast het produceren is Dave ook verantwoordelijk voor de songwriting en het ontwikkelen van de artwork, zowel voor het nieuwe album als voor de komende wereldtournee. “We hadden de muziek voor het album wat eerder klaar dan gedacht, dus had ik het idee dat ik ook wel de artwork kon doen. Dat bleek een enorme klus te zijn, dus de volgende keer laat ik het over aan iemand anders”. Aldus Dave, die ik telefonisch sprak over de nieuwe plaat.

Glass AnimalsHebben de optredens het opnemen van de plaat beïnvloed?
“Onbewust heeft het vooral invloed gehad op de sound. Tijdens de optredens ga je ontdekken wat er goed klinkt en goed werkt door een groot geluidsysteem en dat hoor je terug op de plaat. Daardoor hoor je nu meer zware beats en bass-drops afgewisseld met hele gevoelige momenten. En ook veel meer groot gearrangeerde stukken tegenover hele gestructureerde overgangen. Het is dan ook gevarieerder geworden dan de vorige plaat, maar het klinkt ook nog gewoon als ‘ons’, de Glass Animals.”

En hebben de optredens ook je songwriting beïnvloed?
“Niet zozeer de optredens als wel het vele reizen. We hebben veel mensen ontmoet die allemaal wat te vertellen hebben en daar wilde ik iets mee. Ik heb op mijn telefoon hun verhalen opgenomen en toen ik ze later terug luisterde ontstonden er allerlei personages in mijn hoofd. Op basis van die karakters ben ik gaan schrijven zodat ieder liedje een ander personage beschrijft. Nadat we het album klaar hadden hebben we acteurs gecast die bij de liedjes passen, ze aangekleed en gefotografeerd in een speciaal ontworpen kamer waar ze zouden kunnen leven, compleet met meubilair in hun eigen stijl. Die sessies hebben we afgesloten met een soort familiefoto en dat is de hoes geworden. Verder komen in de video’s en live optredens al deze personages weer terug. Een soort totaal pakket dus. Het was een hoop werk, maar leuk om te doen.”Glass AnimalsHoe heb je de samples gekozen voor de songs?
“Eigenlijk hebben we er maar drie gebruikt van anderen en hebben we de rest zelf gemaakt. Het idee was om samples te gebruiken die de liedjes ook een passende context meegeven. Zo hebben we melodietjes van oude computergames gebruikt op Season 2 Episode 3, dat over een meisje gaat dat niets met haar leven doet omdat ze televisie- en computerverslaafd is. En in de tekst van die song zitten ook hele subtiele verwijzingen naar cartoons en oude vreemde televisieseries. Voor Mama’s Gun, dat over psychische aandoeningen gaat, hebben we een sample van The Carpenters gebruikt. Uiteraard met het verhaal van Karen Carpenter in gedachten. Het geeft de songs die op het eerste gezicht leuke verhaaltjes zijn wat meer breedte en sociaal-politieke betekenis. Het zou leuk zijn als dat ook opgemerkt zou worden, maar dan moet je als luisteraar ook wel bereid zijn er wat dieper in te duiken. En voor degenen die dat niet willen is de muziek ook nog gewoon toegankelijk genoeg hoor.”

Wat is je favoriete track van het album en waarom?
“Dat is de laatste track van de plaat, Agnes. Maar ik ga je niet vertellen waarom, dat is privé. Overigens gaat het niet om een vrouw, ik hou er alleen niet van om te praten over de onderliggende betekenis van teksten. Maar het was een heel moeilijk nummer om te schrijven.”

Ik vind dat de nieuwe plaat, vergeleken met de vorige, heel consistent en zelfverzekerd klinkt. Zijn de Glass Animals volwassener geworden de laatste jaren?
“Absoluut! De eerste plaat klinkt eigenlijk heel verlegen omdat we ontzettend naïef waren. We wilden alles zelf doen maar niemand van ons had ervaring met muziek maken in bandjes of met de muziekindustrie. We kenden ook helemaal niemand in de ‘business’. Maar we hebben ongelooflijk veel geleerd de laatste jaren en daardoor voelden we ons ook veel comfortabeler in de studio. En we kunnen Paul Epworth altijd om zijn mening vragen, wat natuurlijk fantastisch is. Alles bij elkaar is de nieuwe plaat daardoor veel overtuigender.”

Wat kunnen we van de Glass Animals verwachten het komende jaar?
“Veel live shows en veel nieuwe artwork, bijvoorbeeld op onze website. Daarmee willen we de fysieke beleving van de steeds minder verkochte cd’s en lp’s vervangen, anders mis je de context van de muziek vind ik. En natuurlijk spelen we in november in Paradiso. Eén van de mooiste zalen in de wereld. Ik kijk er naar uit dat we daar nu als headliner mogen staan. Hopelijk kunnen we de zaal eer aan doen!”

LIVEDATA 03/11 Botanique, Brussel (Sold Out) 04/11 Paradiso, Amsterdam (Sold Out)

Win 2 Tickets Meet & Greet + Soundcheck + Nieuwe Album Glass Animals

Interview Warhaus: Een Gentse neus voor sound

warhaus-c_frederik-buyckx-smallAl dobberend op een roestige sloep in Gent kwam Maarten Devoldere op de naam van zijn toen nog ‘in knullige sferen’ verkerende soloproject. “Het stond in de boot gegraveerd en klonk wel lekker”, verklaart de nuchtere zanger van het Vlaamse muziekkanon Balthazar. In tegenstelling tot diens drijvende woning is ons gesprek vanmiddag bijzonder zeewaardig te noemen.

Tekst LiveGuideNL | Kees Braam Foto Frederik Buyckx

Het is een fijne zomerse middag in hartje Amsterdam, waar de lokale bevolking als vanouds bijna struikelt over Japanners die het straatbeeld domineren. Maar dat mag de pret voor de vandaag aanwezige zuiderbuur niet drukken. We zitten immers veilig in een hotel aan de Leidsegracht en zijn voorzien van een zalig stukje privacy.
“Eigenlijk ben ik er al zes jaar mee bezig”, antwoordt Maarten op de vraag wanneer Warhaus het levenslicht zag. Hoewel hij de afgelopen jaren een stevige carrière met Balthazar opbouwde, was hij toe aan iets anders. “Met Balthazar krijg ik bepaalde dingen niet gedaan. Dat is begrijpelijk als je in een band zit, maar met Warhaus kan ik alles erin stoppen wat ik kwijt wil. En dat is gaaf.”

De muzikant heeft een voorliefde voor artiesten die hun platen nagenoeg zelf maken. Zo wilde hij het ook aanpakken voor zijn solodebuut: het poëtisch getitelde We Fucked A Flame Into Being. “Leonard Cohen en Serge Gainsbourg waren grote inspiratiebronnen voor dit album. Met Warhaus combineer ik de songwriting van Cohen met de orkestrale sound van de sixties.”
Om de sound van weleer zorgvuldig te kunnen reproduceren, nam de Belg op met antieke, gammele apparatuur. “En het heeft ook geholpen dat ik vier maanden op een oude boot heb gewoond. Daarop maakte ik demo’s en die klonken behoorlijk gaar. Toch zijn daar uiteindelijk wel stukjes van op het album terechtgekomen.”WarhausBij de bewuste keuze om een soloalbum uit te brengen, realiseert Maarten zich dat hij met zijn muziek voorlopig weer op de kleinere podia zal staan. “Het liefst sta ik met twintig man op het podium, maar dat kan ik niet betalen.”

Los daarvan is het de vraag of het zou passen, in de knussere zalen die Warhaus in het najaar verspreid door ons land aandoet. Maar eigenlijk hoeft het van hem ook niet zo nodig, spelen voor duizenden fans. “Op den duur wen je aan het spelen op grote podia en wordt het gewoontjes. Ik speel liever voor honderd man. Dan kunnen we ons tenminste veroorloven om op onze bek te gaan.”

Zijn wijze woorden zweven door de lobby van het hotel. Of hij zin heeft in zijn nieuwe avontuur, wordt hem nu gevraagd. “Gisteren had ik voor het eerst het vinyl van de plaat in handen. Ik voelde me zo trots!” Met een gezonde Vlaamse glimlach bevestigt Maarten Devoldere zijn liefde voor zijn werk. Dat Warhaus volop gaat schitteren in tal van Nederlandse zalen, staat bij dezen vast.

LIVEDATA 28/10 De Warande – Kuub, Turnhout 29/10 Let’s Get Lost Zwolle 01/11 TivoliVredenburg, Utrecht 02/11 Bitterzoet, Amsterdam 03/11 Muziekgieterij, Maastricht 04/11 Vooruit, Gent 05/11 Crossing Border Festival, Den Haag 06/11 Patronaat, Haarlem 08/11 Merleyn, Nijmegen 09/11 Rotown, Rotterdam 19/11 Gebouw-T, Bergen op Zoom

Klinkt als: een in de muziekscene van de sixties rondneuzende Gentenaar

LiveGuideNLHet oktober-nummer (de 25ste editie) van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Zij vieren dit jubileum met Neerlands nieuwe R&B-hoop Pink Oculus op de cover. Verder het allerlaatste interview met Augustines en sappige gesprekjes met Dinosaur Jr, Glass Animalstraumahelikopter en Kanye’s toekomstige running mate Ben Harper.
Ook publiceren we de onmogelijke rider van het fantastische The Grand East, tipt Niels Nieuborg van producerduo Nelson & Djosa de beste albums van het moment en testen we of The Great Communicators net zulke belachelijke Beliebers zijn als dat je zou vermoeden. LiveGuide 25 op ruim 550 plekken in gans het land te verkrijgen!

Interview Twin Atlantic: “Dit is wie wij zijn en dit is hoe wij klinken”

Twin AtlanticVorige maand verscheen GLA, het vierde album van Twin Atlantic, de Schotse rockband die na enkele bescheiden pogingen deze keer eens het Europese vasteland definitief zou willen veroveren. Het optreden tijdens Pinkpop 2015 en een eerdere show op Lowlands leken een grote doorbraak in ieder geval niet in de weg te zitten. Het publiek en de daar aanwezige pers wisten het in ieder geval zeker: het kan niet anders, dit gaat een hele grote worden…

Tekst Jeroen Bakker

Vele uren voor aanvang van het optreden hebben de eerste fans zich al voor de hoofdingang van Paradiso verzameld. Het zijn voornamelijk jonge meiden die nerveus om zich heen kijken of er wellicht een mogelijkheid is om één of meer bandleden te kunnen ontmoeten. Een eerder optreden van hun helden kon wegens stemproblemen van zanger Sam McTrusty geen doorgang vinden. “Vanavond gaat het allemaal goedkomen,” zo verzekeren Ross en Craig, respectievelijk bassist/toetsenist en drummer van de band, ons. De vocalist verrekte eerder dit jaar zijn stembanden zodanig dat wanneer hij zou doorgaan en het daardoor forceerde, de ramp niet te overzien zou zijn. De fans hoeven zich geen zorgen te maken: “De stem van Sam is sterker dan ooit.”

Twin AtlanticDe bescheiden en goedlachse Schotten genieten zichtbaar van de aandacht en laten het gewillig over zich heen komen. Er zijn veel herinneringen aan Nederland. Ze hebben hier tenslotte regelmatig gespeeld. Maar verder dan de legendarische katers na een ruige nacht in de hoofdstad weten ze op dit moment klaarblijkelijk niets noemenswaardigs te vermelden.

De titel van het album bevat de eerste drie letters van de stad Glasgow en is tegelijkertijd een ode aan de uit die stad afkomstige trouwe achterban. “Wij bedoelen hier in het bijzonder de mensen die vanaf het allereerste begin achter ons stonden en in ons geloofden toen we hiermee begonnen.” De kenmerken van de stad zijn volgens de muzikanten terug te vinden in de muziek die we op dit nieuwe album kunnen horen. Het zit boordevol contrasten. Het ruwe kille karakter maar ook de tedere en gepassioneerde kant van de stad. “Elke track is een snapshot die een kant van de stad belicht. Glasgow is een geweldadige stad maar niet ruiger dan iedere andere grote stad in Europa,” zo vertelt Ross. “Glasgow is honest, real en kent ook een darkside. Zo zit de stad boordevol gangs, draait alles om drugs en dat brengt veel problemen met zich mee”, klinkt het serieus. De ouders waren indertijd dan ook heel erg gelukkig met de keuze van de jonge gasten om zich volledig met muziek bezig te gaan houden. Dat ze er ook nog succesvol mee zouden worden had werkelijk niemand verwacht.Twin AtlanticVooralsnog is het voornamelijk de UK waar het succes zich afspeelt. Zalen met een capaciteit van duizend tot tweeduizend toeschouwers raken moeiteloos uitverkocht. “We hebben ons dan ook hoofdzakelijk op de optredens bij ons gericht en daardoor is het Europese vasteland een beetje achtergebleven denk ik. Hoog tijd dus om het in te halen,” klinkt Ross vastberaden. Het komt daarom goed uit dat de muziek van Twin Atlantic ook door enkele grote invloedrijke en commerciële bobo’s lijkt te zijn ontdekt en zou een reclame-spot voor Eurosport zeker niet zo succesvol zijn geweest zonder de krachtige begeleidende muziek van Twin Atlantic. Wie deze jongens zo onderuitgezakt ziet zitten in de kleedkamer van Paradiso zou ze trouwens niet bepaald meteen associeren met een sportief imago of een opwindende sport-commercial. Het blijkt een enorme misvatting. De heren zijn wel degelijk uitermate sportief, al wordt het hoofdzakelijk allemaal op televisie gevolgd met een lekker bier binnen handbereik. In Glasgow draait namelijk alles om het voetbal en dat wordt allemaal nauwlettend in de gaten gehouden. Werkelijk nergens gaat supportersrivaliteit zover als in de Schotse stad waar voetbalclubs Glasgow Rangers en Celtic niet alleen de dienst uitmaken maar ook voor grote verdeeldheid zorgen. In hun eigen land zou een uitspraak hierover invloed hebben op een aanzienlijk deel van de trouwe aanhang maar hier is daar niets van te merken.

Het maakt ze tegenwoordig niets meer uit wat de mensen denken. De tijd dat Twin Atlantic precies dat deed wat het publiek wilde horen is met het uitbrengen van GLA voorbij. De optredens en het contact met bands als Biffy Clyro, Blink 182 en Limp Bizkit heeft ze duidelijk aan het denken gezet. Niet langer zijn de concessies in het maken van muziek leidend. “Dit is wie wij zijn en dit is hoe wij klinken. Als het je niet bevalt is dat jammer voor je”.

De voorkeur is overduidelijk. Celtic zit diep in hun hart. “In mijn jeugd was Henrik Larsson mijn idool,” aldus de enthousiaste Craig. “Niet alleen een geweldige voetballer maar ook nog eens een voorbeeldige prof. Zelfs de fans van de Rangers vonden hem aardig”. Plotseling worden allerlei hoogtepunten van hun jeugd-idool genoemd en kost het zowaar enige moeite om het gespreksonderwerp te veranderen en de focus weer op muziek gericht te krijgen. “Oh ja, er is vanavond een show in Paradiso,” zie je ze denken. “Ieder optreden is een feest dat we samen met de fans vieren. Net als al die andere keren hier. We hopen daarna nog naar de stad te kunnen. Het zal morgen ongetwijfeld weer een zware dag worden!”

LIVEDATA 01/11 KAVKA, Antwerp 02/11 EKKO, Utrecht

Interview traumahelikopter: Laagdrempelig en eerlijk

traumahelikopterIn de Poelestraat in Groningen, zo’n beetje dé uitgaansstraat van het hoge noorden, zit een trotse Mark Lada, die met liefde en een grote grijns vertelt over de te verschijnen derde plaat van traumahelikopter. De frontman en songwriter van de band dus in z’n eentje, maar voor een saai stroperig gesprek zijn we geen seconde bang. Lada is een goede prater en verstopt zijn liefde voor muziek zeker niet. Lekker lullen over muziek met een biertje, niets mis mee. Al hangend op de bank in de achterkamer van het Concerthuis, een zeventiende-eeuws voormalig concertpodium, hebben we het over album drie: Competition Stripe.

Tekst The Daily IndieJeroen Sturing Foto’s Tineke Klamer

Voor traumahelikopter moet de tijd de afgelopen zes jaar zijn omgevlogen, want: time flies when you’re having fun. Het begon met recht-voor-z’n-raap-garagerock op het titelloze debuutalbum. Op album twee werden de nummers melodieuzer en de teksten zwarter. Succes hadden ze in Amerika, waar de garagerockscene vele malen groter is dan in Nederland, met drie keer showcasefestival SXSW tot gevolg. Maar traumahelikopter is niet het doorsnee garagerockbandje: het heeft een vrijwel unieke opstelling met twee gitaren en een gestripte drumkit: enkel een floordrum, een bekken en een snaredrum. Op het derde album Competition Stripe zoekt de driemansformatie naar meer dynamiek. Niet meer veertig minuten knallen op het fameuze ‘standje traumahelikopter’ dus, want zeker op de tweede helft van de plaat mindert het tempo en vinden we ballads.

Hoe kwam de sound van Competition Stripe tot stand?
“Bij ons eerste album (traumahelikopter, 2013 – red.) waren we onbevangen en zo hebben we de plaat gemaakt. We hebben in vijf dagen alles erop geknald en dat was het. Het tweede album was gecompliceerder, zo ook het opnameproces. Onze nieuwe plaat gaat qua eenvoud meer richting album één, maar is ook een stuk gevarieerder geworden. Je ontwikkelt je als band. Er hoeft bij ons niet koste wat het kost vooruitgang in te zitten, als we maar niet twee keer hetzelfde album maken. We vinden het altijd interessant om te kijken wat we nu weer kunnen doen. Doordat we zo’n gestripte opstelling hebben, is dat de uitdaging. We hebben nu drie verschillende platen gemaakt en voorlopig lukt dat nog. De rek is er nog niet uit.”

Kunnen we traumahelikopter met deze nieuwe ingeslagen weg nog wel garagerock noemen?
“Als mensen het hebben over garagerock, dan stellen ze zich voor dat het Californische, wiet rokende ragbandjes zijn, maar zo zie ik het niet. Het genre staat voor mij eerder voor een laagdrempeligheid en eerlijkheid in muziek dan voor een bepaalde sound. Waar we voor deze plaat naar geluisterd hebben loopt uiteen van country tot duistere wave. We zijn alle drie ontzettende muzieknerds en dat zit er allemaal in. Voor mij maken we daarom gewoon gitaarmuziek. Ik hoef het wiel niet per se opnieuw uit te vinden, ik zie onze band in een traditie van andere groepen. Het is gitaarmuziek van beste vrienden die het leuk vinden om te spelen. Zo simpel is het.”

De reputatie van garagerockers is wel dat er nog weleens vreemde dingen gebeuren bij een optreden.
“Ja, we hebben ooit in een Belgische bikershop gespeeld waarbij iemand, bewust of onbewust, op een gegeven moment zijn haar in de fik stak. Dat is wel een van de raarste dingen die ik ook heb gezien. Het was een heel klein zaakje en we stonden op een verhoging met een motor ernaast. Toen keek ik naar beneden en zag ik het. De bezoeker is hij de zaal uit geëscorteerd.”

traumahelikopterDe reputatie van garagerockers is wel dat er nog weleens vreemde dingen gebeuren bij een optreden.
“Ja, we hebben ooit in een Belgische bikershop gespeeld waarbij iemand, bewust of onbewust, op een gegeven moment zijn haar in de fik stak. Dat is wel een van de raarste dingen die ik ook heb gezien. Het was een heel klein zaakje en we stonden op een verhoging met een motor ernaast. Toen keek ik naar beneden en zag ik het. De bezoeker is hij de zaal uit geëscorteerd.”

Hoe was het om met de band drie keer op SXSW in Amerika te spelen?
“Spelen in Amerika was altijd al een jongensdroom. Ik ben altijd gigantisch fan geweest van de muziek daar en wilde het land heel graag zien. Vooral hun kijk op muziek is inspirerend om mee te maken. De popcultuur in Amerika verschilt enorm van die in Nederland en Europa. Ik merk in Europa, en zeker in Nederland, dat het enorm goed gefaciliteerd is met popzalen en subsidies. In Amerika is dat niet zo. Daar kom je niet weg met halfbakken shit, iedereen kan daar goed spelen. Al die bands zien er goed uit, klinken goed en zijn gewend om keihard te werken – vaak zonder enig succes. Er is veel meer een kroegencircuit waar middelgrote bands nog rocken in bars. Dat heeft iets romantisch, iets charmants. Tegelijkertijd mag je hartstikke blij zijn dat wij hier in een land leven waar je de meest geweldige festivals hebt met topgeluid en goed eten. Op SXSW speelden we op een feestje van het label Burger Records. Het was een van de hipste feestjes die je er kon vinden. Toch was er een enorm slecht geluidssysteem, geen soundcheck of wat dan ook. Iedere band kwam gewoon, plugde in en ging meteen spelen, of het geluid nou goed was of niet: daar was geen tijd voor. Dat is Amerika: een enorm verschil met hier. Het is de essentie van de muziek en het is daardoor heel oprecht en echt. Ik mis die instelling bij veel Nederlandse bandjes, hier moeten we alles maar polijsten.”

Het land Amerika houdt je bezig; je zingt in de titeltrack van jullie nieuwe album ‘We Are Europeans in America, this is what we do now’. Is dat waar de plaat over gaat?
“Dat was lichtelijk ironisch bedoeld. Je ziet heel vaak dat mensen in Europa erg bezig zijn met het kopiëren van wat er in Amerika gebeurt, en een heleboel bandjes doen dat ook. Hoe ik het zie ie dat ik met de vele invloeden die ik heb, graag iets wil maken wat van mij is; iets persoonlijks en geen kopie ergens van. Het overkoepelende idee van de plaat is dat we nu in een internettijd leven waarin alles toegankelijk is voor iedereen. Hartstikke mooi natuurlijk, en het levert ons een ontzettend rijke beeldcultuur op, maar er is ook een geweldige overdaad. Dan vraag ik me af: wat beklijft er nog? Wat houdt er waarde en waar kijk en luisteren we over twintig, dertig jaar nog steeds naar? Bandjes schieten als paddenstoelen uit de grond, krijgen heel veel aandacht en worden heel erg gehypet, maar een jaar later heeft niemand het er nog over. Mensen zijn continu opzoek naar iets nieuws. Daar zit ook een competitief element in, in de zin dat iedereen probeert interessanter, leuker, knapper en beter te zijn dan een ander. Alles lijkt op elkaar en je ziet het eigenlijk in veel dingen: de kunst, de mode en de muziek. Dat is de competition waar de plaat over gaat.”

Doet traumahelikopter daar dan niet aan mee?
“Als ik het op onszelf betrek, vind ik het heel cool dat wij het met z’n drieën gewoon tof hebben. Überhaupt dat we drie platen gemaakt hebben, wat heel veel bands tegenwoordig al niet meer lukt. We zijn beste vrienden, dat is het. Dat maakt dat wij er wel heel veel zin in hebben. We zijn meer een soort broers nu omdat we zoveel samen hebben meegemaakt. Wij hoeven elkaar niets uit te leggen, wij begrijpen elkaar en weten wat we aan het doen zijn.”

LIVEDATA 25/10 Dutch Design Week, Eindhoven 27/10 EKKO, Utrecht 03/11 Vera, Groningen 05/11 Paradiso, Amsterdam

The Daily IndieThe Daily Indie

Vrijdag 16 september is de nieuwe editie van The Daily Indie uitgekomen!

In het nieuwe magazine, het derde van 2016, vind je interviews met Wild Beasts, Allah-LasWarpaint, Preoccupations, Glass Animals, Ryley Walker, Lookapony, traumahelikopter en Popronde Nederland.

Abonnement nemen doe je hier.

Interview Augustines: Afscheid met drie vingers

AugustinesDe mannen van Augustines hebben net een nieuwe plaat uit, maar toch hangen ze binnenkort hun gitaren en drumstel aan de wilgen. Dat dit het laatste interview met de New Yorkse indierockers zou worden, zagen we zeker niet aankomen. Of hadden we al de nodige signalen kunnen opvangen toen bassist Eric Sanderson zo openhartig met ons sprak over het leven, depressies en Donald Trump?

Tekst LiveGuideNL | Tim Arets

Sanderson zet direct de toon voor het gesprek. “Hoe zijn we ons leven aan het leven, wat gebeurt er nou allemaal en wat is echt belangrijk voor ons?” Hij vertelt welke twijfels hebben geleid tot This Is Your Life, het derde album van de band die voorheen We Are Augustines heette. “Waar voelen we ons werkelijk thuis? Dat soort vragen hebben de plaat gevormd. We zijn vooral op zoek naar onze plek in de wereld, zowel fysiek als emotioneel. En dat is knap lastig.”

Ook moeilijk is volgens de bassist uit Brooklyn de term ‘succes’. “Iedereen heeft daar zijn eigen perceptie van. Veel mensen zijn gedreven om de top van de berg te bereiken. Maar weet je wat er op die bergtop te vinden is? Niet zo veel, eigenlijk. Ironisch, toch? Er ligt sneeuw, het is een onbewoonbare plek waar het stervenskoud is en mooi kun je het ook niet echt noemen. Waarom zou je daar willen zijn?”

Misschien is de band daarom klaar om er een punt achter te zetten? Zijn ze bang voor die koude bergtop, of inmiddels juist aangekomen op een ooit gedroomd toppunt dat nu blijkt tegen te vallen? Het beeld van de top als ultieme streefpunt is volgens Augustines een utopie. Er bestaat geen ideaal eindpunt of perfectie, horen we in het nummer Landmine. “Dat gaat over de realiteit. Onze zanger Billy zegt daarin eigenlijk: ‘Ik ben niet perfect’.”Een veel beter voorbeeld van imperfectie is in Sandersons ogen het politieke klimaat in zijn thuisland. “We hebben de duivel, Donald Trump, die heel simpele ‘oplossingen’ noemt voor zeer complexe problemen. Men slikt het als zoete koek, terwijl die oplossingen nooit zullen werken. Complexiteit hoort bij het leven en zou omarmd moeten worden. Het leven is af en toe gewoon fucked up. Ik strijd zelf af en aan met depressies. De beste oplossing daarvoor, en eigenlijk voor alles, is erover praten. Omring je met mensen van wie je houdt. Alleen zij kunnen je helpen de zorgen weg te nemen.”

Nou, dat zou een wel heel zwaar einde van dit gesprek zijn. Terwijl Augustines live toch echt een prachtig feestje is, zoals we binnenkort in Rotown en Tolhuistuin voor het laatst mogen aanschouwen. Gelukkig verschijnt bij Sanderson een lach op zijn gezicht als het gaat over de recente tour met Noel Gallagher, met wie ze eerder dit jaar onder meer de HMH platspeelden.

Al blijkt zijn anekdote eigenlijk vooral enorm pijnlijk. “Bij de eerste show wilde ik een stuk brood afsnijden, maar daarbij hakte ik ook de helft van mijn vingertopje eraf. Het mes ging dwars door mijn nagel. Best een interessante ontwikkeling dus, want daardoor speel ik deze hele tour al met drie vingers, haha.”

LiveGuideNLLIVEDATA 13/10 Rotown, Rotterdam 14/10 Paradiso Noord @ Tolhuistuin, Amsterdam

Klinkt als: drie introspectieve indierockers die we bijna They Were Augustines mogen noemen

Het september-nummer (de 25ste editie) van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Zij vieren dit jubileum met Neerlands nieuwe R&B-hoop Pink Oculus op de cover. Verder het allerlaatste interview met Augustines en sappige gesprekjes met Dinosaur Jr, Glass Animals,traumahelikopter en Kanye’s toekomstige running mate Ben Harper.
Ook publiceren we de onmogelijke rider van het fantastische The Grand East, tipt Niels Nieuborg van producerduo Nelson & Djosa de beste albums van het moment en testen we of The Great Communicators net zulke belachelijke Beliebers zijn als dat je zou vermoeden. LiveGuide 25 op ruim 550 plekken in gans het land te verkrijgen!

Interview Pink Oculus: “‘Eigenlijk bestaat die magiër helemaal niet”

Pink OculusWie de bio van Pink Oculus leest, krabt zich sowieso even achter de oren. Daarin beweert Esperanza Denswil namelijk dat haar zingende en rappende alter ego is vernoemd naar een Malinese tovenares, die dankzij haar ‘exploding elephant foot’-truc ergens rond het jaar 1400 head of entertainment werd in het paleis van de almachtige Mansa Musa. Ook zou er een link zijn met David Copperfield en de in juni gestorven straatvechter Kimbo Slice. Maar wat klopt er eigenlijk van dit niet zo heel geloofwaardige verhaal?

Tekst LiveGuideNLSven Bersee Foto Jesaja Hizkia

Om maar met de deur in huis te vallen: waarom heb je je vernoemd naar een Malinese magiër?
“Ehm, nou ja… Eigenlijk bestaat die Pink Oculus-magiër helemaal niet. Dat heb ik gewoon verzonnen. Artiestenbio’s zijn vaak heel informatief, maar doodsaai. Zoals zoveel muzikanten heb ik een heel normaal leven gehad. Ik ben in Rotterdam geboren als kind van Surinaamse ouders, ging netjes naar school… Het is dan veel leuker om gewoon een verhaal te verzinnen.”

Aha… Vandaar dat die bio van jou me een beetje deed denken aan Big Fish en Life of Pi: films waarin iemand zijn levensverhaal vertelt aan de hand van fantasierijke leugens. Dat spreekt jou dus wel aan?
“Life of Pi is te gek! En ik hou inderdaad wel van een beetje ‘fanta’. In de meeste films die ik vaker dan één keer bekijk, gebeuren dingen die helemaal niet kunnen. Zelf vind ik het ook leuk om onmogelijke scenario’s te schetsen.”

Je bent ook actrice. Wat zou je droomrol zijn?
“Die ben ik nu zelf aan het schrijven. Het gaat over een meisje en de wolken. Meer kan ik nu niet zeggen. Het script is nog lang niet af, maar ik ben zeker van plan het te verfilmen. Ik denk aan animatie, want dat is beter als je niet de budgetten van Peter Jackson hebt. Animatie is ook duur, maar daarmee is meer mogelijk dan met een gewone film. Voor mijn script zouden namelijk heel wat dure special effects nodig zijn.”

Je zette me voor dit interview trouwens even in de wachtkamer omdat je aan het schrijven was. Wat zette je toen op papier?
“Ik heb een boekje waarin ik mijn gedachten opschrijf. Ik heb het daarin over mijn leven en kom door het schrijven tot inzichten.”

Kwam je zo ook tot het inzicht dat je Delicious bent, zoals je zingt op je nieuwe EP?
“Dat weet ik al sinds mijn geboorte. Ik kwam als baby eruit en dacht: ey! Ik heb het niet eerder op plaat gezet omdat de wereld er nu pas klaar voor is, haha.”

Zelfverzekerdheid lijkt me een eigenschap die wel bij jou past…
“Dat klopt. Zo voel ik me, dat zien mensen aan mij en dat onthouden ze. Maar ik ben net als iedereen ook wel eens onzeker. Ik ben gewoon een mens.”

Is Pink Oculus het schild dat jij opwerpt tegen onzekerheid?
“Geen schild, want dat is de buitenkant en ik ben niet nep. Pink Oculus is echt een onderdeel van wie ik ben. De zelfverzekerdheid die ik daarmee uitstraal, heb ik wel eerst in mezelf moeten ontdekken. Vroeger was ik dat niet. Door op te treden kwam ik over mijn onzekerheid heen. Maar dan heb ik het over jaren geleden. Tegenwoordig maakt het me echt geen hol meer uit waar ik moet optreden. Ik snap nu wat mijn missie is en wat ik kom brengen.”

Erykah Badu, Mos Def, Wu-Tang Clan en Janet Jackson behoren tot jouw voorbeelden. Hiphop en R&B, rauw en zwoel. Wil je dat ook allebei laten terugkomen in jouw muziek?
“Zeker. Ik vind het mooi om kleine tedere momentjes te creëren, maar vind het ook vet om mensen met suizende oren naar huis te laten gaan. Dat ervaar je live het best. Ik hou ervan om dingen te creëren in de studio, maar ben uiteindelijk echt een podiumartiest. Live zien mensen je echt; ze kunnen je bijna ruiken. In een opname gaat van die beleving altijd wel iets verloren.”

Bij jouw shows gebeurt er ook wel wat. Er zijn genoeg bands die als zoutzakken op het podium staan, maar dat hoeven we van jou niet te verwachten…
“Neh, bij mij niet. Maar dat is voor iedereen anders. Ik ken veel artiesten die de hele show als een boom op één plek staan, maar dat is ook een kunst. Adele danst bijvoorbeeld nooit, maar dat maakt niet uit. Het gaat om het gevoel. Zelf voel ik de muziek en dan begin ik automatisch te bewegen.”

Je hebt Pink Oculus ooit de no-nonsense versie van jezelf genoemd. Suggereer je daarmee dat Esperanza Denswil vol bullshit zit?
“Dat moet je nooit meer zeggen.”

Dat was een grapje…
“Ik weet het, dat van mij ook. Maar ik meen het wel.”

Nu voel ik me alsnog geïntimideerd.
“Hahaha! Maar om er toch serieus op in te gaan: Esperanza is heel erg zachtaardig en lief, soms gewoon té vriendelijk. Ik ben opgevoed met de gedachte dat je beleefd moet zijn en om je medemens moet geven. Dat vind ik ook belangrijk, maar de meeste mensen associëren vriendelijkheid en beleefdheid met zwakte. Daarom staat Pink Oculus als mijn no-nonsense versie achter mij, zodat ik op mijn strepen sta als dat nodig is en alleen doe wat ik zelf belangrijk vind. Het biedt steun op een stukje van mijn leven waarvan ik vind dat ik hulp nodig heb. In plaats van bijvoorbeeld te bidden tot Jezus Christus, richt ik me tot mezelf, tot Pink Oculus.”

LiveGuideNLLIVEDATA 01/10 Paradiso, Amsterdam (releaseparty) 14/10 Gebr. De Nobel, Leiden 14/10 Boom Chigaco, Amsterdam 22/10 Simplon, Groningen 03/11 De Vorstin, Hilversum 04/11 Grounds, Rotterdam 05/11 REC., Rotterdam 08/11 De Oosterpoort, Groningen* 09/11 013, Tilburg* 10/11 Parkstad Limburg Theaters, Heerlen* 25/11 Manifesto, Hoorn 26/11 De Peppel, Zeist

* Support van Dr. Lonnie Smith & The Jazz Orchestra of the Concertgebouw

Klinkt als: soulvolle heerlijkheid die vanaf dag 1 binnenkomt

Het september-nummer (de 25ste editie) van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Zij vieren dit jubileum met Neerlands nieuwe R&B-hoop Pink Oculus op de cover. Verder het allerlaatste interview met Augustines en sappige gesprekjes met Dinosaur Jr, Glass Animals, traumahelikopter en Kanye’s toekomstige running mate Ben Harper.
Ook publiceren we de onmogelijke rider van het fantastische The Grand East, tipt Niels Nieuborg van producerduo Nelson & Djosa de beste albums van het moment en testen we of The Great Communicators net zulke belachelijke Beliebers zijn als dat je zou vermoeden. Vanaf vandaag is LiveGuide 25 op ruim 550 plekken in gans het land te verkrijgen!

Interview: Steve Vai en zijn favoriete gitaarsolo’s

Steve Vai Steve Vai

Op 10 juli was gitaarplukker Steve Vai te bewonderen op Bospop. Zijn beste album Passion And Warfare verscheen 25 jaar geleden en onlangs (juni 2016) werd er een nieuwe versie uitgebracht met als ‘bonus CD’ het album Modern Primitive. Vai’s Passion And Warfare tournee is nog bezig, maar hij doet verder ook nog G-3 en Generation Axe optredens. Tijd om deze workaholic eens aan de tand te voelen over al zijn gitaarbezigheden en zijn optreden op Bospop.

Tekst Martien Koolen Foto Hub Dautzenberg

Vind je het nog steeds een uitdaging om het gehele Passion And Warfare album te spelen, dus beginnen met Liberty en eindigen met Love Secrets?
Steve: “Jazeker, ik begin het eigenlijk steeds leuker te vinden, hoe vaker ik PAW speel hoe beter ik het album vind. Nummers zoals Erotic Nightmares, The Riddle en Sisters lijken steeds beter te worden als ik ze vaak speel en ik heb er echt plezier in om deze tracks elke avond te spelen.”

Is Passion And Warfare je beste album, tot nu toe dan?
Steve: “Dat vind ik moeilijk om dat zo te stellen, Passion And Warfare is natuurlijk wel een fantastisch album, maar ik was erg jong toen ik dat album opnam; het was destijds echt een avontuur om dat album op te nemen en te maken; een echte uitdaging, die uiteindelijk zeer goed uitpakte.”

Modern Primitive is een heel ander album dan PAW, toch?
Steve: “Ja, daar heb je gelijk in, Modern Primitive is de missing link tussen mijn solo debuut Flex-able and Passion And Warfare. Flex-able heb ik gemaakt toen ik 20, 21 jaar oud was en daarna heb ik in de bands Alcatrazz en David Lee Roth band gespeeld en heb ik ook PAW opgenomen. Modern Primitive bevat songs die zijn opgenomen met de zogenaamde Classified band, bestaande uit: Sue Mathis (keyboards, zang), Stu Hamm (basgitaar), Chris Frazier (drums) en Tommy Mars (keyboards, zang). We hebben heel veel songs opgenomen en dertien ervan zijn te horen op Modern Primitive.”

In het nummer The Lost Chord horen we Devin Townsend, hij hoorde toch niet bij de Classified?
Steve: “Nee, dat klopt, maar ik ben gewoon een grote fan van Devin en ik heb hem gevraagd om aan The Lost Chord mee te werken, maar hij zette het nummer volledig naar zijn hand en hij nam ook alle vocalen voor zijn rekening, wat eigenlijk niet de bedoeling was, ha ha. Devin heeft van The Lost Chord zijn nummer gemaakt, maar het is gewoon een goed nummer geworden en staat dus ook terecht op Modern Primitive.”

Jouw albums zijn over het algemeen toch voor 90% instrumentaal, maar Modern Primitive bevat veel songs met vocalen, waarom?
Steve: “De songs op Modern Primitive die tekst bevatten hebben die tekst gewoon nodig, ik heb het niet met opzet gedaan; het kwam gewoon zo uit. Er zijn gewoon nummers die tekst en zang nodig hebben en andere niet, dus…”

Wat is jouw favoriete song van Modern Primtive?
Steve: “Dat varieert eigenlijk per dag, of per week; op dit moment is het Never Forever en toen Modern Primitive net in de verkoop was, was mijn favoriete nummer het openingsnumer BOP!

Is jouw gitaarballad For The Love Of God van Passion and Warfare de beste/mooiste gitaarballad ooit?
Steve: ”Het is een prachtig en ‘beroemd’ nummer en ik vind het heerlijk om te spelen, maar wie ben ik om te zeggen dat een van mijn gitaarballads de beste/mooiste ooit is, dat laat ik maar aan de fans over.”

Jimi HendrixWat is volgens jou de beste gitaarsolo ooit?
Steve: “Beste zou ik persoonlijk willen vervangen voor favoriete gitaarsolo, als dat mag tenminste, ha ha… Mijn favoriete gitaarsolo’s die nogal wat impact op mij hadden zijn nog steeds: de solo van Page (Led Zeppelin) in het nummer Heartbreaker, de solo van Carlos Santana in Europa (de stem van God bijna…) en de solo van Jimi Hendrix in het nummer Machine Gun, zoals het te horen is op het live album Band Of Gypsys.”

Naast de Passion And Warfare tour ben je ook nog onderweg met G3 en Generation Axe, zou jij jezelf als een workaholic betitelen?
Steve: “Nee, absoluut niet! Een workaholic is verslaafd aan zijn werk en dat ben ik met zekerheid niet. Ik houd van mijn werk als muzikant en ik heb ook wel degelijk een “strikte en strenge” werkethiek, maar ik ben geen workaholic; als ik thuis ben denk ik niet aan werk, maar gaat mijn interesse en aandacht uit naar mijn gezin.”

Vertel eens iets over het Generation Axe ‘project’, want dat hebben wij hier in Europa nog niet mogen zien/horen.
Steve: “Met Generation Axe staan we met 5 gitaristen op het podium, te weten: Zakk Wylde, Yngwie Malmsteen, Nuno Bettencourt, Tosin Abasi en ikzelf natuurlijk en we spelen veel nummers samen, dus dat is echt een gitaarorgie van de eerste orde. Meestal beginnen we met het fantastische Boston nummer Foreplay en dan gaat het los. Bij G3 zijn we slechts met drie gitaristen, Joe Satriani, ik en nog een andere gitarist, zoals bijvoorbeeld Eric Johnson of Yngwie Malmsteen en daar speelt elke gitarist zijn eigen show van ongeveer een half uur en daarna spelen we met zijn drieën nog een paar songs, dat is dus toch wel anders.”

Hoe was het om met Zakk, Yngwie, Nuno en Tosin op een podium te staan en te spelen?
Steve: “Fantastisch, onwerkelijk soms, ik had niet gedacht dat zoiets ooit zou gebeuren; het was echt super, Alle vier de gitaristen zijn natuurlijk meesters in wat ze doen en ze hebben allemaal hun eigen specifieke kwaliteiten. Zakk is natuurlijk een brok power, zijn gitaarspel is zo intens en Yngwie ken ik natuurlijk al van de G3 shows, hij is gewoon een gitaarlegende; hij was een pionier die een manier van gitaarspelen introduceerde die we nog niet gehoord hadden. Nuno is waarschijnlijk de meeste ondergewaarderde gitarist van de Generation Axe club en Tosin van de band Animals As Leaders, is waarschijnlijk een van de technisch begaafste gitaristen van deze tijd; zijn stijl is uniek, een mix van fusion en metal. Met deze vier stijlen en die van mij natuurlijk creëren dan weer een zeer interessante bijna ‘nieuwe’” stijl, die iedereen die van gitaarmuziek houdt zeker eens zou moeten beluisteren.”

Is er een kans/mogelijkheid dat die Generation Axe tour ook naar Europa komt?
Steve: “Ik hoop het wel en ik denk ook wel dat het gaat lukken, maar het grootste probleem is natuurlijk om data te vinden die voor ons alle vijf geschikt zijn. Iedereen heeft een eigen band en maakt albums en gaat op tournee, dus het is gewoon erg moeilijk om geschikte data te prikken. Het heeft 1,5 jaar geduurd om deze eerste Generation Axe tour te organiseren en te plannen, dus, we gaan het proberen.”

Wat is jouw favoriete gitaar?
Steve: “Ibanez Jem & Universe gitaren met DiMarzio Pick Ups, deze gebruik ik al jaren. Het zijn geen gemakkelijke gitaren om te bespelen, maar ik vind ze heerlijk en ze passen bij mijn persoonlijkheid.”

Je laatste album The Story Of Light is al weer 4 jaar oud, wanneer kunnen de fans een nieuw album tegemoet zien?
Steve: “Modern Primitive is mijn nieuwe album, het is geen gewone bonus CD, maar een volwaardig nieuw album met allemaal ‘nieuwe’ songs, dus…. Ik plan echter nooit dat soort dingen, ik werk eigenlijk constant aan nieuw materiaal en als ik genoeg nieuwe nummers heb, dan komt er een nieuw album.”

Heb je nog een paar laatste woorden voor de Nederlandse fans?
Steve: “Jazeker, want de Nederlandse fans liggen mij zeer aan het hart, ik kom heel graag in Nederland. Ik geloof namelijk in reïncarnatie en volgens mij heb ik in een eerder leven al eens in Nederland gewoond en geleefd, dus vandaar….. Het optreden op Bospop was trouwens ook zeer goed, het publiek was enthousiast en ik stond op een affiche met Carlos Santana, wat wil een mens nog meer, ha ha…”

Nu je het over Bospop hebt, het was inderdaad een supershow, maar veel mensen ‘klaagden’ over het volume, dat toch iets te hard was…. Hoe heb jij dat ervaren?
Steve: “Dat verbaast me, want dat is eigenlijk het ‘normale’ volume dat we altijd hanteren. Het is mij niet opgevallen, maar misschien hadden een aantal mensen geen oordopjes in en dat is natuurlijk onverstandig. Maar het mag natuurlijk ook niet te hard zijn, want dan kun je de nuances in de muziek niet meer horen en dat kan nooit de bedoeling zijn. Tijdens deze PAW tournee heb ik deze ‘klacht’ echter nog niet gehoord, maar het is altijd goed om feedback te krijgen. Maar toch houd ik van de Nederlandse fans want ze zijn altijd enthousiast, luisteren echt naar de muziek en kennen bijna altijd alle nummers die we spelen!”

Bedankt voor je tijd, Steve.
Steve: “Jij ook bedankt en misschien tot volgend jaar tijdens de Generation Axe tournee!”

Interview Holy Holy: Podcasts en spacecake

Holy HolyHet leven lacht Tim Carroll toe. De zanger van Holy Holy geniet van de populariteit van de tweemansband, maar ook van het uitzicht op zijn vijftig hectaren aan achtertuin in Tasmanië, waar hij vier jaar geleden met zijn Zweedse vrouw kwam wonen. Wij waren benieuwd of de man met zoveel moois om zich heen ook net zulke mooie verhalen heeft. Het resultaat bleek niet eens met een clickbait-kop te omschrijven.

Tekst LiveGuideNL | Thomas van Waardenburg

Een band genaamd Holy Holy brengt een single uit getiteld Darwinism. Hoe pissig willen jullie religieuze instanties precies maken?
“Haha! Het zou geweldig zijn om boze brieven van hen te krijgen, maar onze single gaat niet over de evolutietheorie. Onze laatste tour trapten we af in de stad Darwin, in het noorden van Australië. Toen we na de show nog een paar dagen bleven hangen, schreef ik op mijn telefoon wat teksten die ik daarna heb opgeslagen onder de naam ‘Darwin’. De naam is dus eigenlijk ook geëvolueerd.”

Holy Holy staat ook compleet los van religie, natuurlijk. Jij laat je duidelijk inspireren door de Amerikaanse poëet Allen Ginsberg en psychotherapeut Carl Jung.
“Dat is nog nooit iemand opgevallen, maar het klopt! De song Holy Gin, van ons laatste album When the Storms Would Come, bevat verwijzingen naar het gedicht Footnote To Howl van Allen Ginsberg. Ik luister graag naar podcasts en die geven me ook regelmatig inspiratie voor teksten. Vooral In Our Time van Melvyn Bragg: een historicus die uitlegt hoe geleerden uit verschillende tijden over bepaalde onderwerpen dachten. Zo kwam ik bijvoorbeeld op de verwijzing naar Carl Jung in de song A Heroine. Ik raad iedereen aan ernaar te luisteren.”Je hebt bandgenoot Oscar Dawson leren kennen in Azië toen jullie daar vrijwilligerswerk deden. Toch duurde het daarna nog jaren voordat de band werd gesticht. Wat deden jullie in de tussentijd?
“Ik ben eerst naar Zweden gegaan en Oscar naar Berlijn. Het was niet per se mijn plan om lang te blijven, maar toen ik in Zweden mijn vrouw ontmoette, wilde ik natuurlijk niet zomaar weg. Oscar was ondertussen druk bezig met zijn band Dukes of Windsor, maar we hielden altijd contact. Toen hij een keer naar Stockholm kwam en ik hem voor wat hulp met mijn muziek vroeg, beviel dat zo goed dat we die dag nog de band zijn begonnen.”

En de naam voor de band kwam tot je na het nuttigen van spacecake, begreep ik?
“Haha, dat heb je goed begrepen! Op een middag vroeg mijn pianoleraar na de les of ik een hasj-koekje met hem wilde delen. We zouden daarna naar een show gaan, maar eenmaal bij de bushalte beseften we dat dát niet meer ging gebeuren. Daarna volgde een behoorlijk introspectieve nacht waar ik over een boel dingen heb nagedacht, zoals de kracht van dubbele woorden. Zo kwam ik op Holy Holy. Het woord alleen al draagt een bepaald gevoel met zich mee en dat is ook wat wij met onze muziek willen bereiken.”

Je organiseert eens per jaar een festival in je achtertuin. Dat is vast de beste bijbaan die een muzikant kan wensen?
“Absoluut. Afgelopen maart was de derde editie van Panama, zoals het festival heet. Het is de beste baan ooit! Ik weet niet eens of ik zonder dat festival in een band zou kunnen zitten, omdat touren en opnemen soms heel slopend is. Maar dat festival kan ik gemakkelijk tijdens een tour organiseren en dat houdt me gemotiveerd. We hebben grote acts als Charles Bradley, Courtney Barnett en Seun Kuti gehad, maar ook een boel opkomende bands uit Australië. Op het festival verkopen we appelcider die we zelf maken. Ik word altijd enorm blij als ik erover mag praten, haha! Had ik al gezegd dat het podium naast een meer vol lelies staat?”

LIVEDATA 21/09 Indiestadt @ Paradiso, Amsterdam 22/09 Merleyn, Nijmegen 02/10 Rotown, Rotterdam

Klinkt als: van podcasts en spacecake smullende indie-Aussies met een gezegende dubbele tong

Het september-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview Dinosaur Pile-Up: “Hoeveel dino’s?“

Dinosaur Pile-UpZe waren een tijdje terug nog de support van Weezer, maar Dinosaur Pile-Up mocht begin juni hun Paradiso ontmaagding als headliner ervaren. Hun derde album, Eleven Eleven, is afgelopen week op 26 augustus uit gekomen, terwijl het een wereldwijde release had moeten zijn. Frontman en zanger Matt Bigland baalt daarvan, maar is blij met hoe dit album tot stand is gekomen.

Tekst Martje Schoemaker

“Deze keer gingen we echt als een band de studio in. Bij de vorige twee was ik het alleen daarbinnen. De energie en magie die we als band op het podium hebben, staat nu echt voor het eerst op plaat.” Als band optreden, maar in zijn eentje in de studio. De vorige twee albums heeft Matt alleen opgenomen, alles. Op Nurture Nurture uit 2013 werkte hij wel al samen met producer Tom Dalgety (oa Royal Blood), die nu de hele band in de mix heeft gegooid. “Het was één van de redenen waarom hij zo graag met ons wilde werken. Wat het ook zo tof maakte is dat we gewoon echt goede vrienden zijn. Het was gewoon vier vrienden een maand lang in een studio.”De mogelijkheden in muziek maken en opnemen als band zijn toch wel een stukje groter dan als je het helemaal alleen moet doen. “In de voorproductie vond vooral het experimenteren plaats. Omdat ik het niet alleen was, kon ik mijn ideeën tegen Mike en Jim houden, en Tom. Het mooie van voorproductie is; we hadden nog geen definitieve lijst van liedjes voor op het album. Het was gewoon een waslijst aan muziek die we eigenlijk allemaal wel wilde opnemen. Dan gebeurt het dus dat we liedjes in stukjes hakken, of per gedeelte kijken wat er nog bij moet.” Producer Tom moest soms wat strenger optreden. Dan liet hij de jongens een paar uur alleen met de opdracht ‘daar moet een goed einde bij komen en dat moet lekkerder klinken. Succes!’

Er is weinig leuker dan drie uur lang lekker kunnen doen wat je wil en dan met een mooi resultaat komen. “Op het album staat een liedje Nothing Personal, in voorproductie waren dat nog twee liedjes. Twee totaal verschillende liedjes zelfs. We hielden allemaal van de coupletten van het ene liedje en het refrein bij de ander. Maar los van elkaar, als losse liedjes werkte het gewoon niet. Dus! Plak ze bij elkaar en je hebt het perfecte liedje.“ Matt geeft wel toe dat het een grote en enge stap voor hem was, als song writer, maar Tom wist wat hij deed en daar is Matt hem dankbaar voor. “Ik wilde het bijna met meer liedjes gaan doen!”

Op het podium staat een band die blijer is dan een paar jaar geleden. “We hebben zoveel meegemaakt en zo hard gewerkt om hier te komen. We hebben nu echt als band het werk gedaan en dit album opgenomen. Omdat we het samen hebben gedaan voelt het beter, klinkt het beter. We zitten vol met positieve energie!”

LIVEDATUM 19/11 Melkweg, Amsterdam