Interview: DIFF

DiffDe rootsrockers van DIFF hebben afgelopen vrijdag hun in eigen beheer uitgebrachte debuutalbumCount Your Losses gereleased. Van een officieel release-feestje is volgens zanger Diff Rouw echter nog geen sprake. “Dat zal simpelweg één week later zijn wanneer we in het gloednieuwe poppodium Neushoorn spelen.” Het is geen toeval dat dit in de creatieve hotspot van Leeuwarden zal gebeuren. Het is namelijk de thuishaven van deze ‘local heroes’.

Tekst Jeroen Bakker

Count Your Losses bevat uitsluitend zelfgeschreven materiaal, al zal er voor diegenen die de eerste ep’s in bezit hebben ook bekend werk te horen zijn. Tijdens de optredens zullen eveneens eigen composities gespeeld worden. Rouw voegt er echter snel aan toe: “In één van onze nummers hebben we slechts tien seconden van Bruce Springsteen’s Mary Don’t You Weep gebruikt, een geweldige track die in 2006 tijdens de tour van Springsteen met The Seeger Sessions Band tot de hoogtepunten van de avond behoorde”.

The Boss blijkt een grote inspiratiebron te zijn en dan vooral de folk-kant zoals die met bovengenoemde band zo prachtig tot uiting kwam. Daarnaast zijn er blues- maar ook veel andere rootsverwante elementen in de muziek gestopt waarin altijd weer de gitaren een voorname rol spelen.
“Via mijn ouders ben ik met die muziek opgegroeid en ben ik het gaan waarderen. Vervolgens heb ik het een tijdje links laten liggen en heb ik het weer opgepakt om het zelf te gaan spelen. Later heb ik daarbij allerlei jongens om mij heen heb gezocht die ook dezelfde ambitie als ik hadden. Het mooie is dat het op een bepaald moment gaat samensmelten en er een ‘melting pot’ ontstaat van stijlen die heel goed bij elkaar passen. Nog later ontstond hier muziek uit die ergens op ging lijken. Er was geen sprake van een vooropgezet plan”, klinkt het haast verontschuldigend.
“We hebben nooit met het idee gespeeld om dit eens piekfijn na te bootsen. We hebben echt geprobeerd om met onze eigen ideeën een eigen geluid te creëren.”

DIFF 2015 StaandDe mannen van DIFF zijn geen ‘groentjes’ in de muziek. “Onze band bestaat uit muzikanten die al langer muziek maken. Ik maak al vijftien jaar muziek en vanaf mijn veertiende, of iets eerder zelfs, sta ik al op het podium.” Aan podiumervaring is er dan ook geen gebrek. DIFF is al op veel interessante festivals te zien geweest maar ook de kleine clubs of grote zalen zijn op de tourkalender terug te vinden. Zo werd al eens vijf avonden achter elkaar geopend voor het optreden dat de heren van De Dijk gaven in de Heineken Music Hall. Het bleek een eye-opener te zijn voor DIFF. “We hadden toen plotseling het besef dat dit wel eens iets kon gaan worden. Nu drie jaar later, en heel veel optredens in voornamelijk de Friese provincie maar ook ver daarbuiten, heeft niemand buiten deze band andere muzikale projecten lopen. Alles draait nu om DIFF.”

Naast muziek maken blijkt er ook acteertalent in de band te schuilen. Het klinkt volgens Rouw spannender dan hoe het in werkelijkheid is verlopen. “Voor een serie op Omrop Fryslan werd gevraagd of er een titelsong kon worden geschreven en of wij die dan ook in de serie wilde uitvoeren. Meer was het niet maar zoiets is toch leuk natuurlijk”.

Voor DIFF is het, in tegenstelling tot veel andere bands, geen sex & drugs maar bier & worst waar het tijdens de huidige tour om draait. Deze serie optredens onder de naam Bier & Worst Tour, voorafgaand aan de release-tour met betrekking tot Count Your Losses, speelt zich hoofdzakelijk af in kroegen en staat in het teken van eigen bier en worst dat speciaal voor de band is gebrouwen en geproduceerd. Het is een een tripel geworden vernoemd naar de Friese volksheld Grutte Pier. Daarnaast wordt de overheerlijke Olde Willem Droge Worst geserveerd. Gekozen is duidelijk voor kwaliteit: “Het bier is onderscheiden met de ‘Silver Award’ voor de beste tripel ter wereld. Daar zijn wij heel erg trots op. We proberen kwaliteit, ambacht uit te stralen en vooral ook sfeer te creëren tijdens de optredens. Met name de interactie met publiek vinden wij belangrijk”. Het thema ‘drank’ is bovendien een regelmatig terugkerend onderwerp in de teksten van Rouw. Zo vinden we op het album titels als ‘Whiskey’, een wild enthousiaste rocker, maar ook het ingetogen en gelaagde Battle With The Booze. Achter alle vrolijkheid blijkt wel degelijk ellende, tragiek en rottigheid te zitten. “Ik zeg eigenlijk nooit waar de teksten precies over gaan. Ik heb geen zin om het boek te vertellen. Ik wil er niet alles over kwijt. Laat het graag over aan de denkvrijheid van de mensen. Ik wil de teksten zelf schrijven omdat ik ze moet vertolken. Daarom moet ik er ook achter kunnen staan.”

De oplettende luisteraar zal twee kanten ontdekken in de muziek van DIFF. De term ‘country noir’ is al eens gevallen maar achter de zwaardere thema’s schuilen wel degelijk optimisme en hoop. Wat de toekomst betreft is Rouw eveneens hoopvol gestemd: “Wij hopen heel graag Noorderslag mee te kunnen pakken en in het nieuwe jaar zoveel mogelijk optredens te kunnen doen. We willen groeien, progressie boeken en uiteindelijk zelf onze zalen proberen uit te verkopen”.

LIVEDATA 15/11 Hoorn Cafe de Bejaard 16/11 Emmen De Brasserie 20/11 Leeuwarden Neushoorn (CD presentatie) 27/11 Simplon, Groningen

Interview: Half Moon Run

Half Moon RunIn 2012 verscheen Dark Eyes, het debuutalbum van Half Moon Run. Een jaar later was de band een van de verrassende smaakmakers van Lowlands en het nummer Full Circle was in dat najaar dan ook een dikke hit. Afgelopen 23 oktober is de opvolger Sun Leads Me On verschenen.

Tekst Chris Dekker Foto Yani Clarke

Het Canadese Half Moon Run maakt mooie, op het eerste gezicht ongecompliceerde luisterliedjes, die vooral uitblinken door de meerstemmige zangpartijen. Het songmateriaal is echter afwisselend en gaat van hitgevoelige songs, via trippy muziekstukken naar gelaagde, intelligente nummers. Door het gebruik van wat traditionele instrumenten als de mandoline werd de band twee jaar terug meteen op één stapel met nu-folkbands als Mumford & Sons gegooid en ze tourden dan ook met dit gezelschap. Qua geluid en met hun zomers klinkende nummers passen de vier heren veel meer aan de zuidwestkust van de VS, dan Montreal, in het koude oosten van Canada, waar ze vandaan komen. Het is niet vreemd om te horen dat veel songs in LA werden geschreven. Zanger, gitarist Devon Portielje praatte ons bij over de afgelopen jaren.

Allereerst gefeliciteerd met het nieuwe album en het feit dat jullie show in Amsterdam uitverkocht is. Dat moet fijn voelen?
“Jazeker! We hebben onwijze zin om in Amsterdam te spelen. Nederland is een bijzonder publiek voor ons.”

Dat zeggen alle bands, dat willen we natuurlijk ook graag horen, maar is het ook echt zo?
“Haha! Ja! Ieder land is anders en het is leuk dat de culturele verschillen echt merkbaar zijn. Je merkt dat alle vooroordelen waar blijken te zijn als je in zoveel landen speelt. De Engelsen zijn beleefd, de Fransen wat ingetogen, maar als ze loskomen, dan komen ze ook goed los. En de Nederlanders? Die zijn direct en een stel mafkezen. We hebben altijd goeie shows bij jullie!”

Het duurde behoorlijk lang voordat het tweede album kwam. Wat is erin de tussentijd allemaal gebeurd?
“Na het tweede album hebben we veel en zeer intensief getourd en daarna moesten we echt bijkomen. We hadden echt even rust nodig met veel slaap en gezond eten. Daarna zijn we wel meteen aan de slag gegaan. Het klinkt misschien ongeloofwaardig, maar dit album is juist sneller tot stand gekomen dan de eerste. Voor Dark Eyes hebben we zeven maanden in de studio gezeten. We hebben veel opnieuw gedaan, omdat songs of sounds niet bevielen. Sun Leads Me On is bijna helemaal live opgenomen, zodat het meer een band-feel heeft.”

In hoeverre wijkt dit album nog meer af van de vorige?
“Doordat het zo snel en spontaan werd opgenomen, hoor je veel beter wie we als band zijn en het sluit meer aan op hoe we live klinken. Ik ben verder zeer te spreken over mijn teksten. Het is een beetje een rotwoord, maar ik denk dat we als geheel een stuk volwassener klinken.”

Obscure platen

Wat leren we van je als we je teksten beluisteren?
“Je leert mij wat beter kennen. De teksten zijn persoonlijk. Over hoe ik me voel of over wat ik op te biechten heb. Ik vind het soms moeilijk om me te uiten, maar in poëzie of in een song moet je opeens to the point komen. Het moet kort en krachtig en daarom voelt het soms als therapie. Niet dat ik dat nodig heb, maar wil niet iedereen zijn verhaal kwijt? Je leert dus iets over mij, over hoe ik denk, maar je hoort ook mijn mening over de wereld zoals ‘ie nu is.”

Jullie kozen voor Jim Abbiss, bekend van onder meer Adele en Arctic Monkeys, als producer. Wat was zijn rol?
“Ondanks de grote namen, waren we meer onder de indruk van wat meer obscure platen die hij heeft geproduceerd. Toen we hem voor het eerst aan de telefoon hadden, klikte het meteen. Hij was op zijn beurt meteen onder de indruk van onze demo’s, maar hij wist ook meteen wat vingers op zere plekken te leggen. Door wat simpele ideeën en toevoegingen van hem klopten songs opeens beter. We zagen hem als soort supervisor. Hij wist onze soms rare ideeën om te zetten tot bruikbare toevoegingen in de studio.”

Mumford & Sons brachten de banjo en mandoline terug in de pop, maar door het enorme succes van diezelfde band krijgen we soms rode vlekken in ons nek als we zo’n instrument horen. En zij zelf ook, getuige het nieuwe album. Zijn ze een zegen of de doodsteek geweest voor deze instrumenten?
“Wij maakten en maken de muziek die wij zelf mooi vinden. En daar zit toevallig een mandoline in. Of eigenlijk een viersnarige tenorgitaar uit ’29, maar die klinkt ongeveer zo, haha! Maar ik geloof niet dat wij een trend volgen. Wij houden ons aan onze smaak vast en ik ben alleen maar blij dat we de kans hadden met Mumford & Sons op te treden.”

Hoe ziet de nabije toekomst er uit voor jullie?
“We gaan eerst veel spelen, maar wel op een wat relaxtere manier dan de vorige keer. Ik denk dat we voor ons de juiste manier van schrijven en opnemen gevonden hebben, dus het plan is dat een volgend album minder lang zal duren. Onderweg schrijven vind ik heel lastig. Ik geneigd me veel aan te trekken van de omgeving as ik schrijf en daarom waren we voor dit album ook een paar weken naar LA gegaan. De zon en de sfeer daar hoor je duidelijk terug. Ik hoop dat we tussen het spelen door wat meer tijd hebben om in alle rust met nieuwe songs te komen en dan kan het opnemen weer heel snel gaan!”

LIVEDATUM 07/11 Paradiso Noord @ Tolhuistuin, Amsterdam (Uitverkocht)
Voorprogramma: The Franklin Electric

Interview: PAUW droomt van psychedelische vlucht in het buitenland

pauwband02De Twentse band PAUW behoeft geen introductie meer bij de Pinguin People. Als afsluiter van Pinguins in Paradiso #2 in april 2015 en met twee IJsbrekers op naam (Shambhala en Visions) zijn de vier vrienden eigenlijk al een gevestigde naam. Het debuutalbum Macrocosm Microcosm is 23 oktober verschenen. Daarvoor heeft PAUW een transfer gemaakt naar label Caroline, een dochterplatenmaatschappij van Universal, dus met veel internationale connecties. Want dat is de bedoeling; de kleurrijke, sixties vleugels van PAUW moeten zich ook in het buitenland gaan uitslaan. We spraken voormannen Brian Pots (zang, gitaar) en Rens Ottink (drums) bij Caroline, in het hartje van Amsterdam.

Tekst Gijs Vervliet

Bij de vorige contractbesprekingen werden jullie nog begeleid door de broer van Rens, Thomas Berge, nu zitten jullie bij een internationaal label. Hoe voelt dat?
“Heel goed! Het is sowieso leuk om weer eens in Amsterdam te zijn, zonder dat we naar school hoeven. We zitten namelijk nog steeds op het Conservatorium van Amsterdam, maar door het drukke toerschema, onze studio in het oosten van het land en om dichterbij onze vrienden en familie te zijn, hebben we onze studentenkamers hier opgegeven. Dan maar af en toe een keertje heen en weer met de trein.”

PAUW wil internationaal doorbreken. Caroline kan daarvoor zorgen?
“Zij hebben een groot internationaal netwerk. Macrocosm Microcosm gaat naast de Benelux ook in andere Europese landen uitkomen.”

Moeten jullie nu ook al over de grenzen voor shows?
“We zijn al in Portugal geweest, en onlangs op de Reeperbahn in Hamburg en op het Liverpool Psych Fest in één week. Daarvoor gingen we met de boot naar Engeland, dan heb je echt wel even het bandgevoel! Dit najaar hebben we ook een aantal optredens in België op het programma staan.”

Caroline heeft ook Tame Impala in hun bestand. Er is nog geen voorprogramma bevestigd voor de show in de HMH op 29 januari..
“Dat zou écht héél vet zijn! Ons nieuwe label zegt een aantal verrassingen te hebben, we hopen natuurlijk dat dit er een van is.” (Red: inmiddels is duidelijk geworden dat Jagwar Ma het voorprogramma verzorgd, de show is ook uitverkocht.)

Misschien kan PAUW dan ook bevriend worden met Kevin Parker & Co, net zoals dat met stijlgenoot Temples is gebeurd?
“Haha, wie weet. Alhoewel Tame Impala nu met het laatste album veel elektronischer is dan PAUW, maar wel erg interessant. Temples hebben we al een aantal voorprogramma’s van gedaan. Ze waren ook in Liverpool.”

Hebben jullie op Macrocosm Microcosm ook meer geëxperimenteerd met elektronica en nieuwe instrumenten?
“We hebben geen nieuwe instrumenten aangeschaft, maar we proberen wel steeds nieuwe geluiden te ontwikkelen!”

Het artwork doet erg jaren 60/70 aan, als een psychedelisch conceptalbum over de kosmos en space?
“Het is een verwijzing naar dat de kleinste dingen de grootste uitwerkingen kunnen hebben. Daar zochten we een mooie titel bij. De hoes past erg bij onze muziek, maar het is geen conceptalbum geworden en we wilden ook geen tweede Dark Side Of The Moon maken ofzoiets.”

Jullie maken psychedelische muziek en zien er psychedelisch uit met lang haar en hippiekleren. Komt er dan ook een beetje psychedelische drugs om de hoek kijken?
Dat zou je denken als je ons hoort en ziet, maar nee. We zijn eigenlijk super braaf!”

De Popronde toert nu door het land. Vorig jaar waren jullie de meest geboekte band, hoe kijken jullie daar nu op terug?
“Voelt nog maar als heel kort geleden. Moet je kijken wat er in de tussentijd is gebeurd! Noorderslag, Lowlands, DWDD en nog veel meer.”

De releaseshow is op 7 november in Metropool in Hengelo. Dat is een thuiswedstrijd?
“Dat kan je wel zeggen, ja! We hebben er heel veel zin in, sowieso in de hele tournee. Het is een geweldig gevoel om in zoveel verschillende zalen te mogen spelen. En 20 december spelen we samen met Birth Of Joy in Paradiso.”

En Rens… de drummer van Birth Of Joy (Bob Hogenelst) is afgestudeerd met een 10 op het Conservatorium. Wil je dat succes van je collega en studiegenoot evenaren…?!
Haha, ja dat is zo. Geweldig voor hem, maar voor mij is een gewone voldoende ook prima hoor. Als ik binnenkort maar netjes ben afgestudeerd.

Succes daarmee dan! En met het avontuur van PAUW, natuurlijk!
“Dankjewel!!”

LIVEDATA 30/10 Vera, Groningen 06/11 Grenswerk, Venlo 07/11 Metropool, Hengelo (albumrelease) 10/11 L’eden, Charleroi 14/11Tivoli De Helling, Utrecht 27/11 Muziekgieterij, Maastricht 29/11 AB, Brussel 03/12 Rotown, Rotterdam 04/12 Effenaar, Eindhoven 10/12Glimps, Gent 17/12 Doornroosje, Nijmegen 20/12 Paradiso, Amsterdam (w/Birth of Joy)

Interview: De old fashioned bandjesmentaliteit van Circa Waves

In zijn vrije tijd maakt Sam Rourke mixtapes onder zijn alter ego DJ Warhorse. “Ik werk nu aan een nieuwe set met outtakes van een Marvin Gaye/Mos Def mashup-album dat ik net heb ontdekt.” Sam lijkt nu misschien een übermoderne knakker, maar als bassist van het simplistische indierockbandje Circa Waves is hij juist een voorvechter van old school gitaarmuziek. “Hoe echter, hoe beter.”

Tekst LiveGuideNL | Sven Bersee

Toen laatst bekend werd dat Sam Smith de theme song van de nieuwe James Bond gaat opnemen, grepen de mannen van Circa Waves snel naar de bandtelefoon voor een kort tweetje: Circa Waves ‏@CircaWaves Sep 8 – I dunno what Sam Smith is talkin bout, we’re doing the bond theme!

“We gaan gewoon een cover van Goldfinger spelen”, zegt Sam Rourke nu met een droog hoofd over deze bekendmaking. “We veranderen alleen het woord Goldfinger in de titel van de nieuwe film. SPECTRE dus. Al twijfelen we nog, want ons eigen nummer Get Away is ook een prima Bond-tune. Maar dan moet het wel gezongen worden door Shirley Bassey. Alleen zij komt daarmee weg.”

Spelen in Circa Waves biedt hetzelfde privilege als in de huid kruipen van 007: vrouwen komen op de Liverpudlians af alsof er een chick-magnet in hun strakke broekjes zit. De achttienjarige welpjes staan steevast vooraan bij hun shows. Het heeft er alle schijn van dat deze vier jonge honden de droom leven. Ze dronken laatst ook al champagne met het in de UK legendarische The Libertines. “Vooral in Engeland is dat zó’n belangrijke band. Zeker in hun hoogtijdagen hebben ze bij veel mensen de ogen voor nieuwe muziek geopend. Het is dus wel gek om ze dan backstage op festivals te ontmoeten en gewoon even een praatje met ze te maken.”

Sam verbaast zich soms over het leven waarin hij en zijn bandmaatjes zijn beland. Sinds de release van debuutalbum Young Chasers in maart werd alles alleen maar hectischer. “Dit leven is soms best surrealistisch. We kunnen non-stop de gekste dingen doen. Dus mensen die denken dat wij een droomleven hebben: dat klopt. Het is ongeveer wat ik me ervan voorstelde toen ik jong was. Je ziet veel steden, krijgt ladingen drank in je handen gedrukt en ontmoet toffe mensen. Ik had bijvoorbeeld een keer de kans om Mos Def te ontmoeten. Ik ben groot fan van hem en hij stond tijdens een festival een paar meter verderop. Ik had alleen niet de ballen om hoi te zeggen, helaas.”Hyperenergiek
In hun eigen festival-minidocumentaire 4 Festivals / 4 Countries / 4 Days zien we dat de jongens zich niet bovenmatig inspannen om nieuwe avonturen te creëren. Na de zoveelste hyperenergieke show is bier drinken de voornaamste backstage-bezigheid. Zoals na het optreden op het Friese Welcome to The Village, te zien in aflevering twee van de vierdelige docu. “Daar kun je zien dat we voor en na een show niet veel werk verzetten. Zo herinner ik me van dat festival vooral dat we heel vroeg begonnen met drinken. Er gingen een paar flessen whisky doorheen en ik voelde me daar wel een beetje raar door, maar dat is oké.”

In de docu zien we de heren, zoals het goede Britten betaamt, ook keurig een paar sloten bier wegzuipen. Dat spul is op festivals nu eenmaal in grote hoeveelheden voorhanden. “En de beste manier om met die verleiding om te gaan, is door beter te worden in bier drinken. Dat is een betere aanpak dan alcohol vermijden. Inmiddels zijn we dus vrij getrainde bierdrinkers.”

Allemaal wel zo rock & roll dus, die mentaliteit van deze jongens. Verbaast ons ook niks, want eigenlijk is Circa Waves niets meer dan een typisch old school gitaarbandje. “Onze muziek is vrij simplistisch. Toen we aan Young Chasers werkten, probeerden we het vooral ‘stripped-back’ te houden. We houden er niet van om dingen gecompliceerder te maken dan ze zijn. Veel bands van nu maken er een ‘overblown fucking thing’ van, met zestig backingtracks, tien gitaren en vier vocalen door elkaar.”

Volgens Sam zijn er tegenwoordig te veel bands die live terugvallen op backing tracks. “Het is heel eenvoudig om een show super glad en gepolijst te laten klinken, maar dat is niet echt. Dan denkt het publiek dat zo’n band live geweldig is, terwijl ze eigenlijk gewoon afhankelijk zijn van backing tracks. Dat is best een cynische houding, maar sommige bands interesseert het blijkbaar niet of ze hun fans voor de gek houden.”

Volgens Sam heeft gitaarmuziek in de afgelopen jaren flink geleden, maar hij denk dat het zowaar allemaal beter wordt. “Gelukkig heb je nu weer bands als Wolf Alice, die gewoon echt als een fucking band klinken. Dat is een tijdje weggeweest. Op een zeker moment klonk bijna alles te gepolijst en mooi. Dat doen wij verdomme niet. Wij willen gewoon klinken als een band die in een oud hok liedjes speelt.”

LIVEDATA 28/10 Doornroosje, Nijmegen 29/10 Effenaar, Eindhoven 30/10 London Calling, Amsterdam 31/10 Vera, Groningen

Klinkt als: springerige Britrock voor zweterige pubs

Het november-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: Holy Holy

In thuisland Australië en omstreken zijn ze al uitgetourd met hun debuutalbum When the Storms Would Come. Nu komt het album bij ons uit – 6 november – en komen de heren van Holy Holy ons verblijden met hun muzikale aanwezigheid op onder andere Let’s Get Lost en London Calling.

Tekst Martje Schoemaker

Toch zijn het geen onbekenden in Europa, zo heeft zanger Timothy Carroll ouder die uit Dublin komen, heeft hij zelf in Frankrijk en Engeland gewerkt en werd toen ook nog eens verliefd op een Zweedse, waardoor hij al acht jaar heen en weer aan het vliegen is. Gitarist Oscar Dawson is Brits en heeft een tijd in Berlijn gewoond en gewerkt. Hun muziek is de perfecte samensmelting van hun Australische en Europese muzikale ervaringen. De demo’s die voor dit album hebben gemaakt, zijn dan ook in Stockholm opgenomen, toen ze allebei in Europa aan het werk waren.

Frontman Timothy heeft er weinig moeite mee dat het album alweer voor het eerst uitkomt, maar nu in Europa “Ik heb nooit eerder een album overzees uitgebracht, dus ik weet eigenlijk niet hoe het anders zou moeten” zegt hij lachend. “Eigenlijk is dit wel logisch en prettig, dat we het album eerst hier uitbrachten en konden touren. Australië is zo groot, we zijn in plaatsen geweest, waar ik nog nooit geweest was.”

Het lijkt wel of er iets in het water zit in Australië, met al het muzikale talent wat er vandaan komt. “We hebben het geluk gehad met een aantal zeer geweldige bands te mogen touren, zoals Boy & Bear, waardoor we zelfs al in het Sydney Opera House hebben gespeeld.” Timothy Carroll is ook vol van Preatures, een band die volgens hem als Blondie meets Fleetwood Mac klinkt. “We hebben een landelijk publiek radiostation, Triple-J, die de Australische muziek heel erg ondersteunen en op weg proberen te helpen. Daardoor worden er heel veel mogelijkheden voor jonge artiesten gecreëerd om te spelen. Of weet je… misschien is het wel gewoon onze cultuur, eentje van uitgaan. In de grote steden zijn er zoveel plekken waar je goed uit kunt gaan en live muziek kunt zien en horen.”

Dat doen ze nog steeds graag, naar bandjes kijken. Afgelopen mei waren ze ook al op London Calling, in de Tolhuistuin, waar ze niet alleen een geweldig optreden hadden, maar vooral ook van andere optredens hebben genoten. Ook deze editie hoopt Timothy weer in het publiek te kunnen staan. When the Storms Would Come moet hier nog uitkomen, maar ze hebben al een aantal nieuwe liedjes geschreven voor een volgend album. “Geen idee alleen wanneer we verder kunnen schrijven, het is zo druk. Naast Holy Holy hebben we allemaal nog andere projecten lopen. Zo werk ik zelf bij een muziekfestival in Tasmanië, wat in maart plaatsvindt en daar gaat best veel tijd inzitten. En Oscar is producer en speelt nog in een paar andere bandjes.” De heren moeten echt tijd naast Holy Holy maken om met elkaar nieuw materiaal te kunnen schrijven, maar gelukkig komen ze eerst naar ons toe met hun debuutalbum onder de arm.

LIVEDATA 24/10 Let’s Get Lost, Zwolle 29/10 Ekko, Utrecht 30/10 London Calling, Paradiso

Interview: Metz

Esdoorns, elanden en ijshockey, dat is ongeveer alles wat ik weet over Canada. En dat het er leuk moet zijn, dat ook. De koningin dook immers niet voor niets juist daar onder toen die vermaledijde nazi’s hier een beetje de boel kwamen bezetten. Maar Canada is veel meer dan dat. Zo is het ook het thuisland van de noiserockers van METZ. En hoewel die mannen nu midden in een bomvolle Europese tour zitten, met een schema dat nog strakker is dan de pantalon rond het achterste van Ton Elias, vond frontman Alex Edkins toch nog even tijd om met LiveGuide te bellen, vanaf een truckstop in Milaan.

Tekst LiveGuideNL | Jeroen Haneveer Foto David Waldman

“We rijden zo verder richting Zürich”, vertelt de zanger en gitarist van het trio herrieschoppers uit Toronto. Het moge duidelijk zijn: de heren doorkruisen momenteel Europa, waarbij ze ook ons land een paar keer aan doen. Overigens waren ze hier ook al in juni tijdens Best Kept Secret, een dikke maand na het verschijnen van het tweede album, simpelweg METZ II gedoopt. “We zijn niet zo van de flamboyante en poëtische titels. Dat past niet bij de muziek die we maken.”

Die muziek is namelijk snoeihard. Dat komt live het allerbest tot z’n recht, want deze jongens werken zich vanaf de eerste noten diep in het zweet. Een uitputtingsslag waar ze kei- en keihard aan kapotgaan, maar klagen: ho maar. “We vinden optreden gewoon heel tof. Alle drie wilden we al van jong af aan niets liever dan de wereld rondreizen en muziek maken. Dus nu we die kans krijgen, gaan we er helemaal voor, en het liefst zo vaak mogelijk.”

Daarbij moeten ze het zelf nog wel eens ontgelden. Zo stond bassist Chris Slorach ooit in New York ineens te spelen met een flinke jaap op z’n knar. Toen hij iets te fanatiek aan het headbangen was, had hij zijn gitaar per ongeluk een kopstoot gegeven. “Dat ruige en wilde hoort gewoon bij onze shows”, aldus Alex. “Al hopen we altijd dat het publiek en wijzelf er zonder kleerscheuren vanaf komen. Gelukkig is dat meestal het geval.”

GTA
Ook als je ze nooit live hebt gezien, kan het zijn dat je al eens kennis hebt gemaakt met METZ. Zeker als je ooit in een Lampadati Furore, Dewbauchee Rapid of Enus Cognoscenti Cabrio de straten van Los Santos onveilig hebt gemaakt. Voor bij wie niet direct een belletje gaat rinkelen: Los Santos is de fictieve stad in de game Grand Theft Auto V. Wie daarin afstemt op Vinewood Boulevard Radio kan het speciaal voor het spel geschreven nummer Wet Blanket voorbij horen komen. “Dat was best maf. Ik weet nog goed dat we na een optreden in de auto zaten – heel toepasselijk – en werden gebeld met de vraag of we een nummer wilden schrijven voor GTA. Zoiets hadden we nog nooit gedaan, maar we vonden het natuurlijk een grote eer en hebben meteen toegezegd.”

Daarbij bleek het ook nog een uitstekende manier om nieuwe zieltjes te winnen. “Er zijn al een paar van die jonge gastjes naar ons toegekomen na optredens, die ons hadden leren kennen via dat spel. Dat vind ik echt geweldig.” En toegegeven: het punkgeronk van de Canadezen is inderdaad een uitstekende soundtrack voor wie graag een beetje rondrijdt en tussendoor mensen neerschiet. In een spelletje dan hè.

Naast fervente gamers hebben ze trouwens onbedoeld ook een totaal ander publiek aangetrokken: Deense bejaarden. “Het is al meerdere keren gebeurd dat we in Kopenhagen tijdens het uitladen van de bus werden belaagd door oude dametjes. En dan bedoel ik écht oud, in de tachtig ofzo. Die komen dan foto’s van ons maken en om handtekeningen bedelen. En da’s best eng… Misschien denken ze daar dat we een heel grote bekende rockband zijn. Dat ze met dat spul geld kunnen verdienen ofzo. Heel raar. De volgende keer dat ik er ben, ga ik maar eens uitzoeken wat daar precies aan de hand is.”

LIVEDATA 22/10 Doornroosje, Nijmegen 23/10 Bitterzoet, Amsterdam 24/10 Let’s Get Lost, Zwolle 20/11 Le Guess Who?, Utrecht

Klinkt als: (I’m not your) friend, buddy en guy in een obese achtcilinder op ramkoers.

Interview: Glen Hansard

“Of je nu in een koffiezaak speelt, op straat, in een zaal of op een festival: het is allemaal hetzelfde”, merkt Glen Hansard op voor hij eind juni een instore geeft in de Amsterdamse muziekzaak Concerto. “Een podium is een formaliteit; het is gemaakt zodat iedereen jou kan zien en horen. Natuurlijk is de akoestiek beter in een oud theater, maar er is geen verschil met nu mijn gitaar pakken en een liedje voor jou spelen. Elke keer als je speelt is er dezelfde uitdaging: je hoopt dat jouw nummers landen in de oren van mensen. Ik ken overigens wel artiesten die niet in een koffiezaak spelen, omdat ze er te geïntimideerd van raken.”

Over aandacht heeft de frontman van de Ierse rockband ook als soloartiest niet te klagen. De muziekwinkel zit vol met fans, ondanks dat Hansard zijn tweede soloalbum Didn’t He Ramble op dat moment nog lang niet verkrijgbaar is. Na afloop grijpen de bezoekers hun kans om nog een krabbel te krijgen op diens drie jaar geleden verschenen solodebuut Rhythm And Repose. Hansard heeft de opnames van Didn’t He Ramble net een maand geleden afgerond. “Het is allemaal vrij vers, ja.”

Tekst Mania | Ruben Eg

Hoe begin jij aan een album? Heb je vooraf een idee waar het naar toe moet?
“Nee. Een idee is een idee dat uit de lucht komt vallen. Leonard Bernstein zei ooit: ‘Enthousiasme komt en gaat, maar inspiratie moet je vangen met een knuppel.’ Je moet een idee maar met je ervaring proberen te vormen tot een nummer. Het gaat uiteindelijk door een Glenfilter, als dat ergens op slaat.”

Waar komt jouw inspiratie vandaan? Of moet je echt gaan zitten om een nummer te schrijven?
“Een beetje van beide. Het is echt onmogelijk om in de agenda te zetten dat je om 8.00 uur aan een bureau gaan zitten en dat er tot 12.00 uur ideeën komen om aan te werken. Zo werkt het niet. Grace Beneath The Pines, het eerste nummer op dit album, kwam bijvoorbeeld in een flits tot me bij het afhalen van mijn bagage op een luchthaven in Nieuw-Zeeland. Ik stond te wachten op mijn koffers en ik had een melodie met wat tekst in mijn hoofd. Dus ik nam het snel op met mijn mobieltje en dacht er verder niet meer aan. Ik vond het terug toen ik een paar weken later door de voicememo’s op mijn telefoon ging. Toen ben ik er verder aan gaan werken.”

Vind je zo soms wel eens een idee terug, waarvan je geen idee hebt hoe je er ooit op bent gekomen?
“Absoluut. Er zitten honderden eenzame geesten in iemand zijn hoofd die op een dag zomaar weer opkomen. Dat kan een zin plus een melodie van twaalf jaar geleden zijn. Als dat op het juiste moment gebeurt en je pakt een instrument en schrijft het uit, dan kun je het originele idee naar voren van je hersenen te halen. Ik word mij er wel steeds meer van bewust dat je echt moet gaan zitten en werken aan een idee. Soms moet je er direct de schouders onder zetten: hier ga ik een nummer van maken, zo lang als het duurt. Al kost het moeite, vind ik het niet leuk en is het uiteindelijk een klotenummer. Dan is het in ieder geval een goede oefening geweest. Het houdt in ieder geval de geest scherp. Soms kan het meest banale idee dat nergens op lijkt uiteindelijk het nummer worden waar je het meest trots op bent.”

Staat er zo’n nummer op dit album?
“Eeeehm… Paying My Way. Een nummer dat ik in een hotel bedacht en direct opnam. Stay The Road is ook zo’n nummer. Ik zat op een festival wat te pielen op een mandoline. Toen ik thuis kwam dacht ik: “Ik ga dit hoe dan ook afmaken”. Dus ik heb het uitgeschreven, omgedraaid, in iets totaal anders veranderd en uiteindelijk weer teruggedraaid. Wat voor mij goed is aan deze nummers is dat ik de teksten uit alle hoeken heb bekeken, veranderd, aangepast, weggegooid, terug ben gegaan naar wat het was, herschreven enzovoort. Ik heb aan deze nummers meer gewerkt dan ooit.”

Liedjes schrijven is gewoon werk?
“Precies. Zitten en hard aan de slag gaan. Toen ik veertig werd drong echt tot me door dat ik dit echt doe om mijn brood mee te verdienen. Heel raar. Tot mijn veertigste dacht ik altijd: ‘Tjonge, kom ik hier nog altijd mee weg? Ben ik dit nog altijd aan het doen? Wow, ik maak nog altijd muziek en heb nog altijd brood op de plank!’ Maar toen ik veertig werd, dacht ik: ‘Nee, ik kan hier echt beter in worden als ik hard werk en er dieper in duik.’ Dus dat doe ik sindsdien.”

Voor die tijd dacht je dat het elke dag afgelopen kon zijn met de pret?
“Nee. Voorheen dacht ik: ‘Een nummer komt als het komt’ en met het eerste enthousiasme maakte ik het steeds af. Nu besef ik dat je harder moet werken om er toch iets uit te halen als het originele enthousiasme wegebt. Net zolang tot het enthousiasme terugkeert en je echt vorm kunt geven aan een idee. Voorheen wilde ik niet al te veel schaven aan een idee, omdat ik het wilde laten zoals het was zonder al te veel denkwerk. Maar dat denkwerk komt ook uit mijn hoofd. Nu wil ik dat er juist meer instoppen.”

Hoor je dat op oude platen terug?
“Ik luister liever geen oude liedjes terug. Laatst moest dat wel, toen ik nummers moest uitkiezen voor een verzamelaar voor het 25-jarig jubileum van The Frames. Erg interessant om sommige teksten te horen. ‘Daar had je soms wel iets meer tijd aan mogen besteden’, denk ik nu. Maar dat deed ik toen niet omdat ik expressie boven werk stelde. Niet dat de arbeid nu belangrijker is, want het begint altijd met een idee.”

Toeval dat rond je veertigste ook jouw solodebuut Rhythm And Repose verscheen?
“Geen toeval. Het voelde toen natuurlijk om na The Frames vooruit te gaan, in plaats van terug. Die soloplaat voelde goed, ook om te toeren met solomateriaal en alleen verantwoordelijk te zijn. Met The Frames was er altijd iemand die een song beter maakte.”

Prachtig artwork van dit nieuwe album, overigens.
“Op straat gemaakt met fotograaf Danny Clinch. Ik wilde een profielfoto, maar toch abstract. We vonden een oud verkoophokje voor kaartjes voor de botsauto’s. Kinderen hadden het glas helemaal bekrast. Danny ging binnen staan en ik buiten. De blauwe achtergrond is dus de lucht. De foto is verder helemaal niet bewerkt.”

LIVEDATUM 20/10 Melkweg, Amsterdam (Uitverkocht)

Interview: Mercury Rev

Mercury Rev - The Light In YouMet The Light In You ontwaakt Mercury Rev uit een winterslaap van maar liefst zeven jaar. “Wij wonen in de bergen. De tijd loopt daar anders. Zeven jaar voelt voor ons niet zo lang als voor de muziekindustrie”, verklaren zanger Jonathan Donahue en gitarist Grasshopper.

Tekst Mania | Ruben Eg

Jullie wonen in Catskill Mountains?
Grasshopper: “Ongeveer anderhalf uur rijden van New York. Alles gaat daar in zijn eigen tempo.”
Donahue: “Ik woon boven op een berg en Grasshopper in de vallei. Door het plattelandsleven hebben we niet het gevoel dat we ons moeten haasten. We hadden graag drie jaar geleden iets uitgebracht. Maar kennelijk waren de songs toen nog niet waar ze moesten zijn.”

Hoe nauw werken jullie samen?
Grasshopper: “We schrijven apart. Soms slechts kleine fragmenten, die we opnemen op cassettes en met elkaar uitwisselen. We vullen de fragmenten van de ander aan, helpen met schrijven en vice versa. Vanuit daar bouwen we verder, voegen instrumenten toe, plaatsen er dingen bij, halen dingen weg tot het genoeg vorm heeft en we horen dat het nummer groeit.”

The Light In You is het eerste Mercury Rev-album zonder Dave Fridmann?
Grasshopper: “Dave woont in dezelfde staat, maar wel op zes uur afstand. Hij had het heel druk met andere bands, en mijn vrouw was zwanger geworden. Dat heen en weer gereis zagen we enerzijds niet zo zitten, en anderzijds bleek het erg lastig onze schema’s op elkaar af te stellen. Dus ben ik maar gewoon met Jonathan begonnen. En dat verliep eigenlijk heel goed.”
Donahue: “Dave blijft bandlid. Maar het liep bij dit album gewoon zo. We zijn gewoon begonnen. En het ging erg natuurlijk.”

Mercury RevHeeft het album een thema?
Donahue: “Er zit wel een soort sprookjesachtig, kinderlijk verhaal in van een onzekere duisternis naar een plek van verlossing en licht. Ik denk dat dit eigenlijk wel in al onze muziek zit. Zo’n sprookje voor kinderen begint, je bent onzeker, verwilderd, overweldigd en bang. ‘Hé, ik ben in een bos en ik heb geen idee wat er aan de hand is.’ Halverwege beland je op een pad dat je nog niet gezien had, en word je uit dat bos geleid. Central Park East is het hele album in een een notendop. Een jongeman of tiener die door een gigantisch psychedelisch park loopt. Hij beseft hoe klein hij is in dat enorme ding en probeert er iets van te begrijpen.”

Gebaseerd op een fictief park, of Central Park in New York?
Donahue: “Central Park. Dat heeft een metaforische magie. Inspirerend. Het is grootser dan de mensen erin.”
Grasshopper: “Het is er altijd magisch, omdat het een kleine oasis in het midden van een van de grootste steden in de wereld is. Je voelt je er even in het platteland, op het gras, in de dierentuin. Een beetje surrealistische plek. Als je je omdraait zie je een wolkenkrabber op de achtergrond. En soms zie je helemaal geen gebouwen, terwijl je midden in de stad zit. Het heeft die mystiek en allure. Terwijl het ooit een moeras was.”

Interview: Kurt Vile

Met B’lieve I’m Goin Down… overtreft Kurt Vile zich voor het zesde album op rij. De duistere en tegelijk vrolijke gitaarpop van het voormalige lid van The War on Drugs mag nu al genomineerd worden voor de plaat van dit najaar.

Tekst Mania | Ruben Eg

Een jaar na een optreden in Paradiso verschijnt al weer een nieuw album. Ben je tijdens die tournee al aan de opvolger van Wakin’ On A Pretty Daze begonnen?
“Ik denk dat I’m An Outlaw het eerste nieuwe nummer was waar ik vorig jaar in de zomer aan begon. Ongeveer een jaar geleden ben ik begonnen aan B’lieve I’m Goin Down…. Pffff (lacht) Ik weet eigenlijk niet meer wanneer ik nu precies begonnen ben. Tegenwoordig kan ik wel overal muziek schrijven. En dat doe ik nu ook. Overal.”

Was dat ooit anders?
“Ik had vroeger in Philadelphia overdag een baantje. In de avond schreef en nam ik liedjes op. Dus het was meer thuis werken. En toen ging ik touren, tekende ik bij Matador en deed ik dit soort persdingen. Ik vroeg me echt af hoe ik in hemelsnaam nog een song kon schrijven. Maar nu kan ik het ook op tournee, zelfs tijdens het opnemen van een plaat. Ik kan ter plekke een nummer schrijven in de studio. Ik kan nu 100 procent doen wat ik doe. Ik hoef er niet de voor tijd te nemen.”

Jouw albums klinken altijd alsof jij ter plekke in de kamer speelt, maar dan met steeds betere apparatuur.
“Cool. Dat is precies wat het is: ik zit in jouw kamer. En ik heb ditmaal inderdaad betere apparatuur. (lacht)”

Thuis opnemen is er niet meer bij?
“Ik heb de mentaliteit van een artiest die thuis opneemt, maar ik hoef niet specifiek thuis zelf op te nemen. Tock zou ik dat wel graag weer willen doen. Ik heb een opnameapparaat gekocht. Veel gemakkelijker dan ProTools, dat ik een keer in de wanhoop heb aangeschaft. Natuurlijk ga ik mijn nummers niet met ProTools opnemen. Teveel pop-upschermen en berichten; teveel computer en te weinig muziek. Ik had vroeger een digitale achtsporenrecorder. Die stond in mijn eigen ruimte die was volgepakt met apparatuur. Ik denk dat ik daar weer in kruip.”Begin je steeds wat tokkelend op een gitaar aan nummer?
“Min of meer. Je pakt een gitaar als je inspiratie hebt, een akoestische of elektrische, en gaat wat tokkelen. Dat is gewoon wat ik doe. Het gaat natuurlijk.”

Dat tokkelen hoor je niet zo vaak.
“Ik heb het opgepikt toen ik banjo speelde. Die had ik gekregen van mijn vader. Op mijn veertiende nam ik een paar lessen. Ik werd direct gek op tokkelende gitaristen. Zelfs op The White Album van The Beatles hoor je het. Op de muziek van Jim O’Rourke was ik natuurlijk gek. En die was weer beïnvloed door John Fahey en al die Appalachian Fingerstyle-gitaristen waar mijn vader ook van hield. Op zeker moment pikte ik allemaal op. Maar wie is er tegenwoordig goed in tokkelen op een gitaar? Steve Gunn, een goede vriend van mij, is geweldig. Maar hij gebruikt fingerpicks, en ik niet. Dus: ik ben in voor een wedstrijdje. Ik ben klaar voor een duel met een uitdager.”

Hoe belangrijk is drums voor jouw nummers? Die hoor je namelijk altijd sterk.
“Heel belangrijk. En ik drum nooit op mijn platen. Stella Mozgawa (van Warpaint, red.) is een ongelooflijke drummer. Ik denk nu meer aan de drums dan voorheen. Maar ik zoek muzikanten uit van wie ik weet dat ze goed werk leveren. Er zijn een paar drummers in mijn leven. Van iedereen met wie ik speel weet ik dat ze iets proberen met hun eigen emoties bij mijn muziek. Als ik het niets vind dan zeg ik het natuurlijk. Maar ik ben niet iemand die iemand vooraf precies vertelt hoe hij moet spelen. Dat zou hun natuurlijke reactie beïnvloeden.”

Heb je een voorbeeld waarbij iemand je volledig verraste?
“Wheelhouse. Absoluut. Stella en Dave (Scher, red) reageerden zo goed. Ik voelde mij nederig dat ze er waren. Ik had dit nummer met niemand anders kunnen opnemen. Niemand had bij hen in de buurt kunnen komen. Zelfs als het met anderen bijna zoals dit had geklonken, had ik gezegd dat het nummer nog niet af was.”

Is het toeval dat je bij Dust Bunnies aan Sam Cooke denkt?
“Ik zing natuurlijk “Don’t know much about history”, waarna ik de tekst verdraai in “Don’t know much about the shape I’m”. Het refereert aan Wonderful World en Oh Well van Fleetwood Mac met Peter Green. Ik voeg ze een beetje samen. Een knipoog. Hoe heet die gozer van dat nummer Blurred Line ook al weer? Die had ook wat van Sam Cooke gebruikt. Ik hoef de erfgenamen maar een klein percentage van mijn royalties te betalen, en hij een heleboel. Interessant waar je wel en niet mee kunt wegkomen.”

De contrast tussen jouw doorgaans duistere teksten en vrolijke muziek is altijd erg intrigerend.
“Dat is het leven nietwaar? Het is niet allemaal negatief. Ik ben een opgewekt en vrolijk persoon, ben dankbaar voor wat ik heb en de mensen om mij heen. Maar ik ben ook realistisch. Er is genoeg waar je treurig van wordt. Het beste is om dit te combineren en het te accepteren.”

Waar komt jouw inspiratie vandaan?
“Ik smijt geen dingen er uit of verzin maar wat. Misschien was ik in het verleden wat psychedelischer. Dit is wat meer innerlijke strijd of vreugde. De manier waarop ik mij voel en niet 100 procent in woorden kan uiten komt er wat meer poëtisch of minder realistisch uit. Klinkt dat een beetje logisch?”

LIVEDATUM 31/10 London Calling @ Paradiso, Amsterdam 01/11 Ancienne Belgique, Brussel

Interview: Saybia

Søren Huss (zang) en Jess Jensen (keyboard) van Saybia ogen ontspannen na een volle dag interviews met Nederlandse journalisten. Nog twee te gaan voordat ze terugvliegen naar Kopenhagen. Wat is er gebeurd tijdens hun creatieve ‘break’ van bijna acht jaar? En hoe ziet de toekomst eruit na de release van hun vierde fonkelnieuw album No Sound From The Outside, aankomende vrijdag 2 oktober? “We zetten een dikke streep in het zand en kijken alleen nog maar vooruit. We doen het anders. We nemen de ruimte om te experimenteren met muziek, stijl en vormgeving. Dit is een helemaal nieuwe start.”

Tekst Jacqueline Schoonhoven Foto Patrick Ryming

De Deense band bestaat sinds 1993, neemt drie EP’s op in eigen beheer en toert al flink, als in 2001 een platencontract volgt en daarmee de doorbraak naar de hitlijsten in Denemarken en later de rest van Europa met onder meer de singles Fools Corner en The Day After Tomorrow. Zeven jaar lang brengen de mannen voortdurend nieuwe muziek uit en zijn onderweg om te promoten en op te treden. Tot in 2007 kort na het verschijnen van het derde album Eyes On The Highway de band uit zijn voegen kraakt door stress en persoonlijk drama. De band last een pauze in die uiteindelijk bijna acht jaar duurt.

Alle bandleden slaan een eigen weg in. Toetsenist Jess Jensen pakt de studie grafisch ontwerpen op en begint een eigen bedrijf. Zanger Søren Huss brengt onder meer twee soloalbums uit in zijn moedertaal Deens, die in Denemarken ook goed zijn ontvangen. Jensen: “Iedereen heeft tegenwoordig een baan of eigen bedrijf. We zijn volwassen en zelfstandig geworden en maken daarnaast muziek. We hebben de navelstreng met Saybia moeten doorsnijden en volwassen moeten worden, voordat we naar elkaar terug konden.” Huss was 17 toen hij met Saybia begon. “Het is eigenlijk allemaal heel cliché. We zijn als jonge jongens bij elkaar gekomen. Hebben jaren geploeterd voordat we succes kregen. We hebben ontzettend veel lol gehad. Maar de druk om te presteren werd ons teveel.”

Afgezien van wat live optredens in Denemarken, Zwitserland en Oostenrijk en ook in 2011 in Nederland, bleef nieuw materiaal uit. Totdat Huss met bassist Jeppe Knudsen begon af te spreken op de dinsdagavond. Wekelijks. Huss: “We wilden gewoon eens kijken of we nog muziek konden maken. Zonder de intentie een plaat te maken of de band bij elkaar te brengen. Gewoon een flow vinden die in het hier en nu bij ons past, zonder over het verleden te praten. Hooguit met een frisse blik naar de toekomst kijkend.”

De flow werd gevonden en resulteerde in een flinke hoeveelheid materiaal. Huss: “We hadden genoeg om een album te maken en hebben daarop de rest erbij betrokken.” De band komt nu terug met een ijzersterk album, in een nieuwe stijl en met een nieuwe gitarist, Kasper Rasmussen, vriend van de band. Deze neemt de plaats in van Sebastian Sandstrom. Søren Huss: “Dat is in goed overleg gebeurd. Er is geen onenigheid geweest.” Jensen: “We zijn persoonlijk en zakelijk gegroeid en opnieuw met de band aan de slag gaan, bracht ons op een kruispunt. We begrijpen en respecteren allemaal Sebastians keuze en hij staat achter onze keuze om door te gaan in deze samenstelling.”No Sound From The Outside is wel een echte Saybia-plaat, stevige luisterliedjes, gevoelig, met betekenis, zonder zoetsappig te worden. De hippieachtige sound van het vroegere werk is er af. Saybia klinkt helderder, frisser misschien wel. Jess Jensen: “We hebben gehouden wat goed was maar muzikaal en ook in de vormgeving en de lichtshow geven we de ruimte aan nieuwe ideeën en inspiratie. We zijn abstracter en neigen naar minimalisme. Het is fijn dat we allemaal werk en dus geld hebben. We zijn daardoor onafhankelijk en kunnen naar hartenlust experimenteren.”

Søren Huss is ook op dit album verantwoordelijk voor alle teksten. Zoekend naar een thema, gaan de nummers over het leven en de keuzes en situaties waarvoor dertigers zich gesteld zien. De levensfase waarin de bandleden zelf zaten. Carrière, kinderen, trouwen en echtscheiding, dood en leven. “Het echte verschil met de vroegere platen is misschien wel dat ik nu meer emoties beschrijf dan dat ik ze zelf heb moet uiten”, zegt de zanger.

Gedurende de periode dat Huss de nummers schreef, heeft hij zich vaak afgevraagd of hij als mens moest veranderen of gewoon moest accepteren wie hij is. “Ik heb de neiging om somber te worden maar inmiddels weet ik dat de wereld oneerlijk in elkaar zit. Ik vind mezelf te oud om me over te geven aan Weltschmerz, ik ben ook vader. Ik moet hoop doorgeven, vind ik.”

Huss’ observaties van relaties om zich heen, hoe sommigen veranderden of gewoon hetzelfde bleven verwerkt hij in het album, zoals in Ominous Mystery. “Het is een uitnodiging om er voor elkaar te zijn, ongeacht wat er zich voordoet. Het gaat over de interactie tussen twee mensen en hoe je altijd een keuze hebt.”

No Sound From The Outside is geen sombere plaat. Ondanks de verhalen en emoties in de teksten zijn de sound en groove in de meeste nummers vrij licht. Jess Jensen: “Juist omdat geluk een vluchtig gevoel is, kun je het moeilijk in een lied vangen.” Huss: “Lou Reed deed dat briljant in Perfect Day maar zoiets is mij nog niet gelukt.”

Jensen en Huss kunnen zelf niet echt een favoriet nummer aanwijzen. “Het wisselt per dag en per stemming’, aldus de mannen. Jensen: “Al ga ik momenteel voor Hollow Is Your Promise. Het was bij de opnamen een outsider en eigenlijk ook nog helemaal niet af. Maar het vormt een perfecte brug tussen Saybia oud en nieuw. En als we de nummers spelen, zullen ze ook nog wel wat veranderen, evolueren. Je doet altijd weer nieuwe ontdekkingen tijdens het spelen.”

Saybia speelt de komende week vijf keer in Nederland. De band hoopt er volgend jaar nog een paar festivals aan vast te kunnen knopen. Huss: “We hebben niks te bewijzen. We doen het gewoon stap voor stap en hopen dat het nieuwe materiaal goed landt. We doen en maken wat we leuk vinden. Als je als band oud(er) wordt, kennen mensen je oude nummers. We hopen dat de fans naar de nieuwe nummers willen luisteren en ze omarmen zoals ze met al onze albums hebben gedaan. We kijken er erg naar uit om iedereen weer bij de shows te zien.”

LIVEDATA 01/10 Paradiso, Amsterdam (uitverkocht) 02/10 Metropool, Hengelo (uitverkocht) 09/10 Doornroosje, Nijmegen (uitverkocht) 10/10 Paard van Troje, Den Haag (uitverkocht) 11/10 Effenaar, Eindhoven