Interview: Public Service Broadcasting

Met zijn kompaan Wrigglesworth vormt J. Willgoose, Esq. het duo Public Service Broadcasting. Hun laatste album The Race For Space is een dansbare geschiedenisles over de ruimtewedloop tussen de VS en de Sovjet-Unie. De tracks zijn verweven met NASA-transmissies en obscure Sovjet-flarden. We spraken met J. over de oneindige kosmos.

Tekst
 LiveGuideNL | Mathieu Mannaerts

Redelijk uniek, zo’n themaplaat over ruimtevaart. Toch?
“Nou ja, andere artiesten hebben vergelijkbare dingen gedaan, vooral in de hiphop. Wel denk ik dat de manier waarop we het conceptueel aanpakken bijzonder is. Daarin schuilt alleen het gevaar dat mensen je een ‘novelty’ vinden, een gimmick. We proberen daarom niet te veel te leunen op de samples. Ik denk dat we op dit album de balans goed bewaren.”

Ben je weleens in slaap gevallen tijdens je zoektocht naar de perfecte sample?
“Om eerlijk te zijn was vooral het verzamelen van de Russische fragmenten best saai, ja. Dat materiaal hebben we puur toevallig bemachtigd. Het lag erg zwaar op de maag, door de manier waarop ze die Sovjet-propaganda door je strot duwden. Terwijl de verhalen erachter juist weer heel interessant zijn.”

Dan liever de Amerikanen…
“Het feit dat het Amerikaanse materiaal voor iedereen beschikbaar is, zegt al genoeg. En dat de mantel van het communisme er niet overheen hangt, scheelt ook een hoop. Overigens kiezen we op het album totaal geen partij hoor!”

Sorry dat ik het vraag, maar is ruimtevaart niet enorm zonde van het geld? Mensen hebben honger en er wordt nota bene bezuinigd op de zorg!
“Zucht. Ik heb die discussie met heel veel mensen gevoerd. Ik vind die houding heel cynisch, onaantrekkelijk, smakeloos en zielig.”

Zo…
“We hebben het over een periode in onze historie met enorm veel technologische vooruitgang. Het klopt dat er honger en oorlog is, maar als we zouden wachten op een perfecte wereld voordat we dit soort stappen ondernemen, dan zaten we nu nog in een grot stokjes tegen elkaar te wrijven. Daarom is het zo zonde dat ruimtevaart door mensen wordt bespot. Of erger nog: ontkend. Dat was ook een motivatie om deze plaat te maken. De muziek is in die zin een liefdesbrief aan de ruimtevaart.”

LIVEDATA 09/06 Sugarfactory, Amsterdam 10/06 Effenaar, Eindhoven 11/06 Hedon, Zwolle 14/06 Vera, Groningen

Klinkt als: de indietechnologica van progressieve thundernerds

Het juni-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: Giant Sand

Howe Gelb moet vast een gelukkige man zijn. Niet alleen wordt dit jaar het dertig-jarige jubileum van het door hem opgerichte Giant Sand gevierd maar recentelijk zijn ook twee zeer interessante releases verschenen waarop zijn stempel staat gedrukt. Met deze interessante muzikale verhalenverteller en producer blikken we terug maar richten ons ook op de huidige stand van zaken en kijken bovendien naar zijn bijzondere relaties met enkele Nederlandse muzikale vrienden.

Tekst Jeroen Bakker Foto Omer Kreso

Giant Sand - Heartbreak PassTijdens de onlangs gehouden internationale Record Store Day verscheen Beyond The Valley Of Rain, een luxe uitvoering van Valley Of Rain, het eerste album dat ooit door Giant Sand werd opgenomen. Daarnaast is er sinds kort ook Heartbreak Pass, een splinternieuw album dat onder zijn eigen naam is uitgebracht. “Het is bijna niet te geloven dat er maar liefst dertig jaar tussen deze releases zit”, klinkt hij alsof hij het nog nauwelijks kan bevatten. “We hebben hier in de States kort geleden enkele optredens gedaan met Winston Watson, onze toenmalige drummer met wie we Valley Of Rain indertijd opnamen. Het grappige is dat we nu met jongens in de band spelen die toen dat werd uitgebracht, nog niet eens geboren waren. Ze vinden het album te gek”. Toevallig blijkt dat de avond ervoor is besproken of het debuut van Giant Sand een integrale live-uitvoering gaat krijgen maar Gelb is zozeer tevreden over het nieuwe materiaal op Heartbreak Pass dat alles daarop gericht zal zijn. Ook de internationale media zijn lovend en ergens werd het al vergeleken met een verzameling nieuw materiaal waarin het allerbeste van drie decennia Giant Sand is verwerkt.

Gelb is afkomstig uit Tucson, Arizona, een stad waarin wordt uitgekeken op vulkanische bergen. Het woestijnachtige landschap heeft altijd een overheersende invloed gehad op de muziek van de singer/songwriter maar er blijkt meer te zijn dan dat. “Een idee voor dit album was er niet echt. Ik werk nooit met een plan maar laat me leiden door de ‘muse of the day’. Die brengt me naar verschillende plaatsen. Ik ben altijd weer verrast wanneer de ‘muse’ mij beïnvloedt, raakt en inspireert. Je zou er een studie op kunnen loslaten waarom het gebeurt maar ik weet het echt niet. Weet je dat ik een muze heb gehad in Amsterdam? Gedurende enige tijd maakte ze muziek in mij los. De liedjes gingen niet zozeer over haar maar wanneer ze in mijn buurt kwam moest ik onmiddellijk schrijven en dan kwam er veel moois uit. Het hoeft trouwens niet eens zozeer een persoon te zijn. De laatste keer dat het zo overduidelijk gebeurde was in Cordoba, in een huis. Het was dat huis dat mij ideeën gaf en het resultaat daarvan is grotendeels op Heartbreak Pass te vinden”.“Ja, de dame in Amsterdam is zich bewust dat zij mij inspireerde. Ik had een paar jaar geleden contact met haar toen ik ’s nachts op de ‘desert highway’ hier in Tucson reed. Voor haar was het vroeg in de morgen toen we elkaar belden. Terwijl ik haar aan de lijn had ontstond er een idee in mijn hoofd en dat moest ik opschrijven maar omdat ik mijn handen aan het stuur moest houden was dat lastig. Iedere kilometer kwamen er woorden die geschreven moesten worden en gelukkig wilde zij dat voor mij doen. Zij schreef het voor mij op en enkele maanden later verscheen Picacho Peak op mijn vorige soloplaat The Coincidentalist. Zo kregen de nachtelijke, Amerikaanse sfeerimpressies van Gelb een Europees tintje. Datzelfde is het geval op het nieuwe album dat dus voornamelijk in Spanje is ontstaan en zowel in Berlijn als in Brussel is opgenomen terwijl het afmixen heeft plaatsgevonden in het Engelse Bristol. Gelb ziet het niet zozeer als een Europees avontuur maar meer als een ‘Global Thing’. “De aarde is ons thuis dus ik werk in al die plaatsen. Cordoba voelt voor mij als Tucson. In 2012 heb ik enige tijd in Denemarken geleefd terwijl ik in Tucson woonde. Met de Deense muzikanten heb ik fijne muziek gemaakt omdat ze Tucson ‘begrepen’. Mijn bandleden worden steeds jonger. Dat was al het geval toen die jongens van Calexico in mijn band zaten. Het waren de jaren negentig. Van leeftijdsverschil tijdens het musiceren heb ik nooit iets gemerkt maar volwassenheid speelde wel degelijk een rol. Joey en John waren nog heel jong en ik had serieuze problemen. Ik was tijdelijk een alleenstaande vader voor mijn dochter. Je kunt zeggen dat Calexico is ontstaan omdat Joey mij niet begreep. ‘Oh, dus je hebt het te druk met andere zaken’, was zijn reactie. Uit elkaar gaan leek voor hem de ideale oplossing. Kijk, zo gaan jonge mensen met bepaalde zaken om zonder dat ze daar verder over nadenken. Overigens wel in de veronderstelling dat ze goed bezig zijn”.

Aangezien er nogal wat interessante gastmuzikanten meedoen op Heartbreak Pass ligt het wellicht voor de hand dat zij ook live ergens zullen opduiken. Naast enkele leden van Sonic Youth en Grandaddy zijn ook de Common Linnets aanwezig maar of Ilse DeLange en JB Meijers Gelb tijdens zijn tournee zullen begeleiden op het podium in Man On A String is nog onzeker. Hij heeft beiden desondanks uitgenodigd voor het optreden in Londen op 2 juni. Na een eerdere samenwerking met Meijers is weliswaar een sterke vriendschap ontstaan en wordt een toekomstige samenwerking niet uitgesloten maar Gelb blijkt goed op de hoogte van de drukke periode waarin zijn vriend zich momenteel bevindt. “JB is een geniale muzikant voor wie ik graag een plekje vrij houd in Giant Sand maar hij is met zoveel dingen tegelijk bezig dat het er nog even niet van zal komen. Hij stelde me in Brussel voor aan Ilse en ik ben heel erg blij dat we samen deze track konden opnemen. Ik had het al dertien jaar liggen maar vond het steeds niet passen op mijn albums en zie nu eens wat er is uitgekomen”. Gelb is Meijers bovendien dankbaar voor een eerdere ontmoeting waarbij hij werd voorgesteld aan Carice van Houten met wie hij vervolgens voor haar album See You On The Ice de studio is ingedoken.

En dan komt het hoge woord eruit: “Zij was de muze waar ik het zojuist over had. ‘I Still can’t understand her effect on me, why that happened’. Het was een bijzondere en zeer intense ervaring”. Het is ondertussen hoog tijd geworden om het gesprek af te ronden want Gelb zelf blijkt het als familieman eveneens heel druk te hebben.

Hij eindigt het gesprek met een welgemeend ‘dankjewel’ en accentloze ‘doei’.

LIVEDATA 22/05 TivoliVredenburg, Utrecht 06/06 Vestrock, Hulst 20/09 Incubate, Tilburg

Interview: Róisín Murphy

Roisin Murphy Hairless ToysWanneer we Róisín Murphy begroeten in de patio van het Brusselse hotel The Dominican oogt ze erg ontspannen en onherkenbaar met haar sluik blond haar en zonnebril. Ze geniet er blijkbaar van om haar nieuwe muzikale broedsel Hairless Toys voor te stellen. Acht nummers verspreid over een aantal diverse stijlen, en dit ook exact acht jaar na haar vorige full album.

Tekst Ruud Van De Locht

Welkom terug, Róisín! Het werd een wel erg lange dracht. Moeilijke bevalling?
Murphy: “Zo voelde het absoluut niet aan. Ik was intussen geregeld muzikaal aan de slag, maar had op geen enkel moment de behoefte om dat te vertalen in een nieuw album. Ik moet het zelf absoluut willen en de juiste vibraties voelen om een release uit te brengen. Zo werk ik al mijn ganse carrière en ik voel geen enkele behoefte die werkwijze te veranderen.”

Wat dreef je dan om juist nu opnieuw naar buiten te treden met een full album?
Murphy: “Vorig jaar bracht ik Mi Senti uit, een ep’tje met zes Italiaanse liedjes, samen met mijn partner Sebastiano Properzi. Ik zat in de studio met Eddie Stevens, een erg getalenteerde muzikant die twintig jaar geleden reeds als klavierspeler bij Moloko aan de slag was, en instond voor de productie van Mi Senti. Op dat moment begon het bij me te kriebelen en ontstond het idee om samen met hem een nieuw album op te nemen. De eerste zaadjes voor Hairless Toys waren geplant.”

In totaal nam je ruim dertig songs op, waarvan er slechts acht op het album verschenen. Kill your darlings?
Murphy: “Toch niet. De keuze voor de nummers die ik op Hairless Toys wilde, was zelfs supergemakkelijk. Ik hield er me mee bezig tijdens de kerstperiode en het vergde niet meer dan uitgerekend één uur. Deze acht nummers vormden een mooi afgerond geheel, zonder meer. De andere nummers zullen dus nog even moeten wachten op een volgend album. Die muzikale en creatieve vrijheid vind ik zo geweldig aan het hedendaagse muzikale klimaat. Dat je volledig vrijuit kunt werken, zonder dat er een platenfirma over je schouder meekijkt. Ik vermoed dat dit een algemeen gegeven is dat voor de meeste muzikanten geldt. Maar weet je wat ik zo leuk vind aan mijn status van ‘middle class musician’? Dat ik gelukkig geen superster ben waardoor ik perfect anoniem over straat kan lopen, maar evenmin arm door het leven moet. Een erg comfortabele situatie.”Hairless Toys klinkt als een collage van diverse stijlen: jazz, deep house, dark disco,… Je was duidelijk toe aan experimenteerdrift?
Murphy: “Ik wilde vooral niet bedelen bij mainstream radiostations om mijn nieuwe songs toch maar te draaien. Niet dat ik de klassieke popsong plots haat, maar het was inderdaad hoog tijd om het over een andere boeg te gooien. In feite ben ik reeds heel mijn carrière op zoek naar mijn eigen, authentieke stem die mij als persoon het meest typeert. Totnogtoe probeerde ik vanalles uit met diverse stemmingen of accenten, maar de ware Roisin voelde ik nooit helemaal. Nu heb ik het gevoel dat ik ze eindelijk gevonden heb.”

Toch klinkt de plaat ook ingetogener dan we van je verwachten. Zijn de wilde jaren voorbij nu je de veertig gepasseerd bent? M.a.w. liggen de turbulente podiumacts van La Murphy definitief achter de rug?
Murphy: “Weet je, ik ben wie ik ben en ik kan het toch niet laten. Zorg er dus toch maar voor dat je bij het volgende concert vooraan staat. Want ik zorg er ongetwijfeld wel voor dat er iets te beleven valt. Ik ben nu eenmaal dat podiumbeest en de leeftijd van veertig of een meer experimentele plaat zullen daar weinig aan veranderen, vrees ik (lacht).

Ok, dat klinkt als een duidelijke waarschuwing. Over dan naar de wereld van de social media, waarmee jij je blijkbaar reuze amuseert.
Murphy: “Zeker weten. Ik voel me evenzeer een visueel artiest en die platformen vormen een erg creatieve plaats waar ik me volledig kan uitleven. Vooral Instagram vind ik reuze; ik plaats er zowel foto’s van mezelf als inspirerende beelden die ik op internet vind. Bovendien vormen social media de kortste lijn met mijn fans wereldwijd. Dat geeft me de mogelijkheid mijn nieuwe muziek en songs onmiddellijk met hen te delen. Even later lees ik al wat zij ervan denken. Die interactiviteit vind ik superleuk, directe communicatie met de fans vind ik fantastisch.

Je werd intussen ook tweemaal moeder. Heeft dat je persoonlijkheid sterk beïnvloed?
Murphy: “Ik ben intussen 41 en wilde altijd al kinderen. Dat was dus een normale evolutie. Ik kreeg wel even een ‘verantwoordelijkheidsshock’ en bezoek geen nachtclubs meer. Maar als persoon of artiest betekende het geen grote verandering voor mij. Toch niet voor zover ik me kan herinneren.”

Geef ons tot slot nog even je eigen favoriete nummer op dit album.
Murphy: “Met die vraag maak je het me wel erg moeilijk. Het titelnummer verwijst naar de pijn van iemand die ik ken, veel meer wil ik daar niet over kwijt. The House of Glass handelt over een erg leuke periode toen we met drie meiden samenhokten tijdens onze tienerjaren. Elke avond naar nachtclubs en parties, terwijl iedereen bij ons in huis binnen viel. Vandaar het Glazen Huis. Een periode die natuurlijk niet bleef duren omdat het er allemaal veel te heftig aan toe ging, maar waaraan ik wel mooie herinneringen bewaar. En dan is er nog Exploitation, een nummer dat zowel inhoudelijk als qua vorm pure seks uitstraalt. En ook al heb ik dan twee kinderen en ben intussen 41 jaar oud, daar kan ik wel degelijk nog steeds enorm op kicken, my darling!”

Ok Roisin, genoteerd! In Paradiso reserveren we alvast een plaats in de coulissen…

LIVEDATA 22/05 Paradiso, Amsterdam (Uitverkocht) 23/05 Ancienne Belgique, Brussel 26/06 Rock Werchter, Werchter 27/06 Down The Rabbit Hole, Beuningen

Interview: zZz

Afgelopen maart kwam het langverwachte derde studio album van het Amsterdamse rock ‘n roll duo zZz uit: Juggernaut. Deze titel zegt precies waar het op staat. Juggernaut: een overweldigende kracht. Een stoomwals. Of in dit geval, een muur van geluid. Ze zitten middenin de tour die Juggernaut laat horen, en wij hebben een bel-afspraak met zanger en slagwerk-man Björn Ottenheim die samen met toetsenist Daan Schinkel, zZz is. Hij staat nog met één voet in de tourbus en de wind ruist door de telefoonlijn – “Ik heb de jongens net afgezet! We zijn vannacht van Oslo naar huis gereden.” Straks even terugbellen? Goed idee.

Tekst Nieke Frantzen Foto Iris Duvekot

Dit is voorlopig het einde van het buitenlandse deel van de tour, “de hotels in Oslo zijn best wel duur, we dachten: weet je wat, we kunnen ‘m ook gewoon smeren en dan zijn we lekker morgenmiddag thuis!” Een nacht doorrijden, daar draaien deze jongens hun hand niet voor om. “We hebben na vijf jaar onze kop weer even laten zien,” vertelt Björn. “Het was echt de hoogste tijd om weer een zZz plaat te maken en die te gaan spelen. Het was heerlijk om weer op het podium te staan, mensen zijn echt laaiend enthousiast. We hebben ook onwijs veel merchandise verkocht. We moesten zelfs halverwege weer terug naar Amsterdam rijden om de voorraad aan te vullen!”

Na Running with the Beast (2008) hebben de mannen hun muziek-tentakels her en der neergelegd: hier de soundtrack voor een film, daar een score voor een theaterstuk. Tussendoor nog een samenwerking met het Amsterdamse folkduo Saelors (Light Light – Kilo). “Dit was allemaal natuurlijk hartstikke leuk om te doen, begrijp mij niet verkeerd! Maar ineens waren we vier jaar bezig met muziek voor- en met anderen schrijven. Niet voor zZz, zoals het bedoeld is. Toen hebben wij gezegd: okay, klaar! Stekker eruit, koelkast in.” Terug naar de oorsprong.Talloze ervaringen rijker is zZz de studio ingedoken en hebben ze Juggernaut eruit geperst. Het was geen zware bevalling. Het opnameproces was anders, rauwer. “De inspiratie moest er gewoon uit, de timing was goed. Dan krijg je dit.” Hoewel deze plaat meer elektronische synth-tonen laat horen, is het zeker niet minder rock ‘n roll. “Voorheen namen we alles eerst goed op en gingen we er vervolgens lagen bovenop leggen om er een ander, dikker, geluid van te maken. Nu zijn we éérst het geluid gaan zoeken en hebben we het daarna opgenomen.” Andersom, dus. “Dit maakt de plaat een stuk organischer en meer to-the-point.” Een eis was ook dat de plaat live gespeeld moest kunnen worden. “Als je veel lagen, toeters en bellen gebruikt is dit moeilijker.” Al is ‘moeilijker’ hier misschien het verkeerde woord, want zZz staat bekend om hun overdonderende podiumenergie: niks is moeilijk!

“Live spelen is het mooiste wat er is. Je geeft alles wat er in zit en dat is een ontzettend bevredigend gevoel. We worden er letterlijk high van. Het is topsport.” Het heeft dus ook een zekere therapeutische werking. Is hij gemaakt om op het podium te staan? “Denk het wel ja. Daar zijn we op ons best. We zijn erg goed op elkaar ingespeeld. Als mensen ons live zien hebben ze zoiets van: what the fuck is dit?! Die twee gasten maken meer geluid dan een 5 mansband!

Het begon allemaal in 2001. “Wij woonde samen op een boerderij, net buiten Amsterdam. Ik maakte muziek in twee bandjes, Daan pingelde op de huis-piano. Hij had een klassieke gitaar opleiding, dus we waren allebei zeker bezig met muziek. Mijn vader kwam op een goeie dag binnen met een orgel. We prikten dat orgel in en Daan begint er op te spelen. ‘Hey wacht eens effetjes…’ dacht ik, ging mijn snare en ride halen, en begon mee te trommelen. Zo is het begonnen! We doken de kelder in en dachten: what the fuck, hiermee gaan we naar Japan!” Zo gezegd, zo gedaan. Het balletje ging rollen en vijf jaar later speelden ze inderdaad in Japan. “Twaalf dagen, tien shows in het voorprogramma van Fat Boy Slim. Ieder z’n eigen superdeluxe suite, van de ene stad naar de andere gevlogen worden. Luxe restaurants. Echt een sterren treatment. Vrij bizar allemaal.”

Gaandeweg is het een combinatie geweest van een onloochenbare muzikale energie en right time, right place. Rond deze tijd is ook op de bovengenoemde boerderij het beruchte Sleazefest ontstaan, “als een soort uit de hand gelopen barbecue! Ik nodigde mijn vrienden uit en binnen de kortste tijd waren er zeven, acht bandjes die gingen spelen. Toen hebben wij dat eigenlijk zo uit de grond gestampt, heel simpel: bier in een badkuip en bands in de achtertuin. Om vier uur ‘s middags zwalkte de laatste mensen naar huis en hadden we zoiets van: wat is hier gebeurd?” Zo is de Sleaze-traditie geboren. Inmiddels is er een zomer-en wintereditie, waar mensen het hele jaar door naar uit kijken.

LIVEDATA 15/05 Vera, Groningen16/05 Podium Victorie, Alkmaar 22/05 Rotterdam Riot, Rotterdam 31/05 Snipperdag festival, Breda 06/06 Psych Lab, Eindhoven 13/06 Wantijpop, Dordrecht 26-27-28/06 Down The Rabbithole, Beuningen 17/07 Welcome To The Village, Leeuwarden 18/07 Polderfest, Sint-Jan-In-Eremo (België) 25/07 WeitjeRock, Biervliet 31/07 Sleazefest, Wijk aan Zee 15/08 La Truite Magique, Tavigny (België)

Interview: King Khan & The Shrines

Trek je zondagskleren maar aan: King Khan en zijn Shrines komen voor drie shows naar Nederland. De anarchistische gogo-pastoor en zijn talentvolle tienkoppige muzikantenkoor verkondigen het geloofwaardige woord van de gospelpunk. Na de dienst is er misschien wel tijd om je lot te ontdekken.

Tekst LiveGuideNL | Thomas van Waardenburg

King Khans hyperactieve positivisme schijnt als een aura om hem heen, terwijl hij in zijn huis in Berlijn een sigaretje rookt en aan een espresso lurkt. De muren zijn behangen met inheemse maskers en religieuze objecten. Die zijn niet even online besteld, want de in Montreal geboren Indiër houdt zich graag bezig met voodoo en tarot. Daarnaast bracht hij tijd door in een Koreaans vrouwenklooster om zich van zijn innerlijke demonen te verlossen. Na zes jaar keerde hij terug om zijn publiek via een zweterige dienst het psychedelische licht te laten zien.

Sinds 1999 brengen jullie toffe platen uit, zoals What Is?! en Idle No More, maar elke mogelijke hype rond de band werd vakkundig de kop ingedrukt. Waarom?

“Naar mijn mening is een hype worden de grootste vijand van echte kunst. Toen wij in 1999 in Canada begonnen, was rock & roll nog stervende. Wij wilden het gevaar er weer in terugbrengen met een goede dosis ‘shock value’ en dat doe je niet door in de krant te staan. Sindsdien is het voor ons niet nodig om via de media onze waar aan te prijzen. De beste marketing voor ons is mond-op-mondreclame.”

Als we de funky razernij van King Khan & The Shrines moeten benoemen, komen we uit op gospelpunk. Zijn die genres niet twee uitersten van elkaar?
“Gospel en punk tappen juist volledig uit hetzelfde vaatje! Beide genres zijn van oorsprong niet per se gemaakt om op te dansen. Ze dienen als uitlaatklep en voor het verkondigen van een boodschap. Stel je een priester voor die de kerkgangers vol overtuiging toespreekt. Verander hem nu in een punkzanger die hetzelfde doet tijdens een show. Dankzij hun overtuigingskracht raakt het publiek van beide bijeenkomsten zijn frustraties kwijt, door zich over te geven aan het ritueel. Met de kracht van de boodschapper en de bereidheid van het publiek kan je samen magie maken.”

Offstage ben je ook niet vies van een potje magie. Onlangs bracht je nog je eigen deck tarotkaarten uit!
“Dat klopt. Ik ben nu zo’n tien jaar tarot aan het bestuderen en ben ook bij een tarotlezer in de leer geweest. Een psychedelische droom over hem was voor mij het teken om een eigen deck te maken. Omdat ik een liefhebber ben van zwarte muziek, besloot ik de kaarten te ontwerpen met belangrijke figuren uit de Afro-Amerikaanse geschiedenis. Heel soms doe ik na de show ook een tarotlegging. Ik neem sowieso een aantal decks ter verkoop mee.”

LIVEDATA 12/05 EKKO, Utrecht 13/05 Doornroosje, Nijmegen 14/05 Dauwpop, Hellendoorn 21/05 Reflektor, Luik 22/05 De Casino, Sint Niklaas

Klinkt als: opgehemelde rock & roll die je laat zweven als een intens exorcisme

Het mei-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: MY BABY

Pekeltjenaakt danst het publiek op de hypnotiserende klanken van Seeing Red. Het bizarre schouwspel speelt zich af tijdens de show van MY BABY op het Luminate Festival in Nieuw-Zeeland. Zangeres en gitarist Cato van Dijck ziet ondertussen net zo bruin als het in trance verkerende publiek. Kort ervoor heeft ze namelijk uit solidariteit met haar uitgeklede aanbidders een duik genomen in het modderbad dat ooit een grasveldje was.

Tekst LiveGuideNL | Sven Bersee

“Dat was wel het toppunt”, lacht Cato als het optreden ter sprake komt. “Ik heb me toen zelf ook maar laten insmeren met modder, want ik wilde me één voelen met publiek. Op de Zwarte Cross moet zoiets natuurlijk ook kunnen, want we spelen er op een buiten-stage. We verwachten wel wat van ons publiek daar.”

In het thuisland heeft Cato nog geen zotheid van Nieuw-Zeelandse proporties ervaren. Hollanders zijn vaak toch net iets nuchterder dan het publiek in het land van de haka. “Daar hebben we vaker meegemaakt dat mensen echt een beetje gek worden. Dat er een oergevoel om te dansen naar boven komt. Met de rustige opbouw van onze shows nemen we de tijd om mensen langzaam in een zekere gekte te brengen. Vaak horen we van toeschouwers dat ze in jaren niet zo hard gedanst hebben.”

Nieuw-Zeeland begint voor MY BABY een tweede thuisbasis te worden, na Amsterdam. Niet zo maf, want gitarist Daniel ‘Da Freez’ Johnston komt uit het meest afgelegen land ter wereld. Met hem en haar drummende broer Joost tourde Cato in april nog door de UK als support act van Seasick Steve. Optreden ervaart ze als een vorm van meditatie. “Dan zit ik helemaal in het moment en raak ik net als het publiek in een soort trance.”Zie MY BABY, dat laatst het verslavende album Shamanaid uitbracht, gerust als een psychedelisch trio. “Ik vind spiritualiteit in muziek heel fijn. Als echte live-act zijn we op het podium erg bezig met wat we willen overbrengen op het publiek. Dat is eigenlijk de boodschap van ons nummer Uprising: come on, do something! Het is lekker om die energie te voelen en mensen aan het dansen te krijgen.”

Haar eigen moves maken in Cato een kernbom aan energie los. Na afloop van een show is dat vuurtje nog lang niet opgebrand. “Een paar uur na een optreden kan ik echt niet slapen. Die met de muziek gegenereerde energie werkt wel een beetje verslavend, haha. Op het moment dat ik dat ervaar, wil ik dat delen met het publiek. Onze ‘doorstompende’, repetitieve ritmes maken iets los in je lichaam. Er vindt controleverlies plaats waardoor iedereen zich helemaal laat gaan.”

LIVEDATA 08/05 Asteriks, Leeuwarden 09/05 Cultuurkapel, Deurne 20/05 Hedon, Zwolle 23/05 Volt, Sittard 24/05 Ribs & Blues, Raalte 30/05 Kaaspop, Edam 30/05 Woodlands, Bergen 31/05 Sniester, Den Haag 13/06 Beeckestijnpop, Velsen-Zuid 13/06 Surfana, Bloemendaal 20/06 Timboektoe, Velsen-Noord 24/07 Valkhof, Nijmegen 25/07 Zwarte Cross, Lichtenvoorde 26/07 Damaris, Amsterdam 27/07 De Parade, Utrecht 07/08 De Parade, Amsterdam 11/09 Victorie, Alkmaar

Klinkt als: de meedogenloze drug van drie groovende bluessjamanen

Het mei-nummer van LiveGuideNL is nu uit en gratis verkrijgbaar op meer dan 550 adressen.

Interview: Patrick Watson

Singer-songwriter Patrick Watson verhuisde voor zijn nieuwe album Love Songs For Robots enkele dagen van een koud Montreal, Canada naar een warm Los Angeles. Het resultaat is een warm album, waarop het gevoel en zijn band centraal staan. We spraken de muzikant annex babe-magnet over het album, dat volgens de berichten een conceptalbum zou moeten zijn.

Tekst Chris Dekker Foto Mathieu Parisien

IslBGOp een van de eerste mooie dagen van het jaar zit Watson op ons te wachten op het terras van het Lloyd-hotel in Amsterdam. Onderuitgezakt, een coole Ray-Ban op de neus, een latte in de hand en voorzien van een brede glimlach. Patrick is zo iemand die je haast geen vragen hoeft te stellen. Uit enthousiasme voor muziek volgt er een spraakwaterval, totdat de medewerker van de platenmaatschappij het seintje voor de laatste minuut geeft. Het enthousiasme wordt nóg groter als ik, bassist zijnde, aftrap met een compliment over de mooie baslijnen van Mishka Stein.

“Ik vind het zo tof dat je dat zegt! Niemand vraagt over hem en dat snap ik niet. De bas is mijn favoriete instrument en hij speelt zo fijn. Mishka heeft altijd mooie hoge baslijnen. Ik denk dat het komt omdat hij van oorsprong Russisch is. Ik weet niet waarom, maar Russen hebben het in hun bloed om mooie, sombere melodielijnen te maken. Ik vind het absurd dat mensen niet horen dat ik een van de beste bassisten ter wereld in mijn band heb!”

Nu je daarover begint. De plaat komt uit onder jouw naam, maar in feite ben je een band?
“Dat is ooit zo ontstaan, ja. Ik begon als solo-artiest, maar de band hoort echt bij mij, maar we hebben er gewoon nooit een naam voor bedacht. Misschien is dat ook wel een van onze geheimen. Als je echt een band hebt, dan is iedereen verantwoordelijk en zijn er veel meer discussies en ruzies. Nu ben ik altijd de schuldige, haha! Ik maak me zorgen om de richting, ik deal met de problemen en de band heeft toch voldoende input in het creatieve proces. En geloof trouwens niets dat je leest: Grote band die doen alsof ze een democratie zijn, hebben vaak een nazi als zanger. Mag ik dat hier zeggen, haha! Een band kan soms ook maar beter één leider hebben.”

Conceptalbum
En hoe is de band betrokken bij het creatieve proces? Als ik naar het nieuwe album luister hoor ik veel bandnummers, maar ook de nummers met soundscapes waar jij patent op lijkt te hebben.
“Ik schrijf veel nummers zelf. Meestal vraag ik al snel de bassist erbij en zo ontstaan mijn songs. De band jamt echter ook zonder mij en ze komen met ideeën, waarbij ik alleen de zanglijn en tekst hoeft toe te voegen. Dat gaat meestal goed. Zij vinden mijn nummers een enkele keer niet fijn, ik zing wel eens een nummer van de band wat niet direct mijn favoriet van de plaat is, maar de afwisseling maakt het, denk ik, wel sterk.”

Love Songs For Robots. Volgens de bijgevoegde informatie is het een conceptalbum?
Patrick kapt me meteen lachend af: “Ach ja. Platenmaatschappijen willen graag een verhaal, journalisten ook, maar het is gewoon een album met liedjes. Ik wist al dat alle journalisten er over zouden beginnen, maar dat hoeft dus niet, haha! Wat ik je wel kan vertellen is dat het album meer om songs draait. En er is meer zang. Nu ik interviews doe moet ik opeens zelf nadenken over de teksten en ik kom er steeds meer achter dat dit album vrij universeel is qua teksten. Ik zing over dingen die ik heb meegemaakt, maar alleen ik weet het echte verhaal erachter. Als ik ‘ik’ zing, zing ik over de collectieve ‘ik’. Het gaat over alle ‘ikken’ in het publiek. En wat ik ook steeds meer merk is dat mijn teksten niets zijn zonder de muziek. Je kan een zin met tien woorden op tien manieren uitspreken. Je kunt steeds de klemtoon op een ander woord leggen en het betekent tien keer iets anders. Mijn muziek geeft die klemtonen. Die geeft de sfeer. Die bepaalt de ware betekenis.”Hiphopdemo’s
Wat mij opvalt is dat het album warmer klinkt, je zingt iets anders.
“Je hebt te veel kille synth-albums, maar het kan ook anders. Kijk naar een band als Air. Hun Virgin Suicides-soundtrack heeft een mooie groove en dat heeft me geïnspireerd. Ik ben meer naar soulzangers gaan luisteren en ik ben maandenlang hiphopdemo’s gaan maken. Ik hou niet zo zeer van rap en de teksten, maar wel van het gevoel. Ik heb me de frasering van hiphop eigen gemaakt. Daarna wilde ik het proberen te vergeten, zodat het een natuurlijk onderdeel van me werd. Dat is hopelijk gelukt. En de reden dat de synthesizers warm klinken, komt door de studio.”

Ja, want je nam niet thuis op in Canada, maar je ging naar Los Angeles?
“We boekten een paar dagen in de legendarische Capitol Studios in LA, ja. Dat was eigenlijk een geintje, een vakantie voor de band. Maar de mensen zijn daar zo goed! Binnen een uur stond het drumstel helemaal klaar, met microfoons er omheen. Dat duurt normaal een dag. We konden dus snel opnemen en we namen soms drie songs per dag om, terwijl we normaal drie dagen over één song deden. Nu waren we goed voorbereid qua samples, maar toch. Er staat daar een dure Neve-mengtafel, die je misschien kent van de Sound City-documentaire. Normaal kunnen synths heel scherp en kil in het hoog klinken, maar de Neve maakte alles rond, warm en organisch. Ook het warme klimaat speelde mee. We hadden een andere mindset. Daarna zijn we snel weer teruggegaan naar Canada, we hebben weer veel pre-productie gedaan en daarna hebben we wat dagen in LA bijgeboekt. Wat begon als een grapje, pakte zeer goed uit.”

iPhone
De songs zijn dus bijna live opgenomen?
“Dat klopt. Er zitten bijna geen overdubs in. Ik hou van spontaniteit. Ik pak liever goede momenten dan goede ideeën. Als je live met elkaar speelt gebeurt er gewoon iets. Tijdens repetities nemen we alles op met een iPhone of een simpele recorder met één microfoon. Als het daarop goed klinkt, is het nummer goed en als het er slecht op klinkt, kan het ook met veel microfoons niets worden. De goede omstandigheden van de Capital Studios hielpen wel mee. Alle instrumenten waren qua geluid van elkaar gescheiden, maar we speelden tegelijk en we konden elkaar zien. De mix op de koptelefoon klonk al zo fijn, dat dat het beste in je naar boven haalt. Soms speelden we iets voor de eerste keer en dan had ik zo’n moment van ‘hadden we deze take maar opgenomen’. Dat bleek dan ook zo te zijn en zo staan er veel eerste takes op het album.”

Is het niet leuk om eens wat met al die iPhone-opnames te doen? A la the Basement Tapes van The Band en Bob Dylan?
“Ja, dat moeten we echt eens doen! We hebben echt veel mooie en rare dingen. Opnames terwijl we dronken zijn, opnames waarbij een van mijn effecten op hol sloeg en waarbij de drummer dat effect volgde. Dat was psychedelisch, maar super en dat bereik je nooit meer. Een andere keer waren we onder invloed van paddo’s. Mag ik dat wel zeggen? Ach fuck it, dit is Nederland. Hier mag het!”

Ik laat het paddo-gedeelte wel uit het interview!
“Ach, weet je wat het leuke is van Patrick Watson zijn? Ik zit qua beroemdheid net onder al die bekende namen. Ik ben een verwend nest, want ik heb een geweldige band, ik kan alles doen wat ik wil, op zijn tijd kan ik een dure studio boeken, ik kan me tijdens touren wat luxe permitteren en ik kan de muziek maken die ik wil. Maar gelukkig heb ik geen miljoenen fans die allemaal wat van me verwachten en ik ben niet zo beroemd dat een rare quote meteen een grote krantenkop wordt. Houwen zo, lijkt me! Als jullie maar allemaal mijn album kopen, haha!”

LIVEDATA 08/05 Melkweg, Amsterdam 09/05 Muziekgieterij, Maastricht

Interview: CJ Bolland “Magnus toonde mij de weg naar de song”

Exact tien jaar na debuutalbum The Body Gave You Everything kwam Magnus, het muzikale ei van dEUS-frontman Tom Barman en techno-dj CJ Bolland, vorig jaar op de proppen met hun tweede worp Where Neon Goes To Die. Opnieuw een verzameling opwindende songs, geurende recensies en liveconcerten met de nadruk op letter een, twee, drie en vier. Want Magnus vormt tegenwoordig een volwaardige band die ook de volgende maanden weer wil stomen in binnen- en buitenland. Op de vooravond van hun volledig uitverkochte AB-concert, kropen we onder de vleugels van CJ Bolland voor een openhartig en eerlijk gesprek over Darwinisme, hiphop en zuurverdiende centen.

Tekst Ruud Van De Locht Foto Senne Van Der Ven

Exact één decennium liggen de twee albums van Magnus van elkaar verwijderd. Niet echt het toonbeeld van een productieve band.
CJ: “Louter een kwestie van agenda’s, dEUS-albums en allerlei film- en tv-werk voor Tom. De eerste stenen voor dit album legden we reeds in 2009, maar pas in 2013 konden we het alle ruimte en tijd geven.”

Je frustratiepan stond ongetwijfeld op barsten?
CJ: “Niet onmiddellijk, want het was helemaal niet zeker of er wel een vervolg zou komen. Toen die knoop was doorgehakt, begon het inderdaad wel te kriebelen. Daarom geniet ik nu voluit: een goede flow, een hoop fun en goede ideeën, voor het eerst op het podium met een liveband… Bijkomend voordeel is dat de nieuwe groepsleden kunnen meeschrijven aan volgende nummers, waardoor een derde Magnus-plaat hopelijk een pak sneller ‘van de persen’ rolt. De kans bestaat zelfs dat dEUS nu een tijdje in de wachtzaal moet blijven. Met die frustratie valt het dus wel mee…”

Singing Man, de eerste single van het nieuwe album en een duet met Editors-frontman Tom Smith, legde meteen een erg hoge standaard. Ongetwijfeld één van de beste nummers die we op Where Neon Goes To Die terugvinden.
CJ: “In eerste instantie namen we Puppy op, waaraan we erg hard werkten tot het strak rechtop stond. Nadien had ik er even geen zin meer in en wilde me graag wat amuseren. Dan kruip ik het liefst in mijn persoonlijke speeltuin van new wave, cold wave en EBM. Die spielerei leidde volledig pijnloos tot Singing Man. Dat hoor je ook aan het nummer.”

“I got the feeling that there something goin’ on tonight”, opent Puppy. Toch beweren jullie bij hoog en laag dat het wilde nachtleven achter jullie ligt.
CJ: “Kijk, we zijn geen 25 meer en hebben relaties. Dus dat is allemaal wat minder, maar we hebben op geen enkel moment formeel besloten van “nu maar eens te stoppen met dat kinderlijk gedrag”. Je zal ons enkel wat minder aantreffen tussen zonsondergang en zonsopgang.”

Thé Lau vertelde me onlangs dat de losbandige periode van Seks, Drugs & Rock and Roll intussen wel voorbij is. Hard werken en een sterke arbeidsethos, zijn vandaag blijkbaar veel meer aan de orde?
CJ: “Als muzikant moet je vandaag inderdaad keihard knokken om overeind te blijven. Zowel in de studio als op elk podium moet je jezelf waarmaken. Het is zaak om tijdens het festivalseizoen zoveel mogelijk op zo groot mogelijke podia te spelen. Enkel op die manier word je bescheiden vergoed voor het studiolabeur. Dan was het in de jaren ’90 een stuk eenvoudiger. Ik zat alleen in de studio en trad solo op, waardoor ik de volledige gage opstrijkte.”Je vertelde me ooit dat je in die periode veel geld verkwiste. Spijt?
CJ: “Nog elke dag. Ik leefde heftig en kende veel tegenslag. Ik clashte met de fiscus en moest mijn huis en studio verkopen. Erg pijnlijk, vooral als je daar twintig jaar voor werkte. Nu huur ik een appartement. Maar ik heb het enkel aan mezelf te danken. Als jonge gast besefte ik niet wat er gebeurde, toen het grote geld rond mijn kop stoof. Ik geloofde ook absoluut niet dat daar ooit een einde aan zou komen.”

Is het nog leefbaar?
CJ: “Het is zonder meer moeilijk. Gelukkig kon ik op de steun rekenen van een heleboel vrienden die destijds ook meegenoten van mijn rijkdom, en me niet vergeten zijn. Vandaag zijn mijn inkomsten opnieuw wat gestabiliseerd, maar het blijft angstig uitkijken naar een nieuwe zomer. Stromen er voldoende euro’s binnen om de opname- en productietijd van een volgend project te overbruggen? Want je moet constant in de running blijven natuurlijk.”

We leven ook muzikaal volop in het online tijdperk. Maar daar valt blijkbaar weinig te rapen?
CJ: “Streamingdiensten zoals Spotify zijn voor artiesten een absolute dooddoener. Wij krijgen slechts een minuscule habbekrats per stream. Voor een stream moet de gebruiker bovendien meer dan de helft van het nummer beluisteren. Neem bijv. Singing Man dat ongeveer 140.000 streams scoorde. Dat vertaalt zich in plusminus tienduizend unieke personen of units. Via de iTunes Store, zou ons dat een kleine vierduizend euro opleveren. Nu ontvangen we zeven euro van Spotify. De enige winnaar is de platenfirma die er zijn hele catalogus van de laatste vijftig jaar op zet.”

Staken is geen optie, vermoed ik. Wat kunnen jullie doen?
CJ: “Jezelf zoveel mogelijk profileren, op podia staan, ervoor zorgen dat mensen je plaat horen… puur Darwinisme. Het gevolg is dat jongeren die twintig jaar geleden hun kans waagden in de muziekwereld, nu veel sneller voor een vaste, zekere job zullen kiezen. Dat is aan mij niet langer besteed op mijn 43. Ik zal me eens gaan aanbieden op de arbeidsmarkt… Ik aanvaard het speelveld zoals het er vandaag bij ligt. Dat blijft trouwens spannend, want groot succes loert altijd om de hoek.”

Samen op avontuur met zielsverwant Barman. Het lijkt wel pure chemie…
CJ: “De voorbije dertien jaar zaten we zowat elf jaar samen in de studio. We vormen een enorm complementair duo en proberen elkaar steeds te overtreffen. Constant botsende ego’s zonder dat ze al teveel schade aanrichten. Voordien kende ik dEUS amper, uitgezonderd enkele radionummers Wanneer Tom me aansprak om hem in te wijden in de ‘apparatuurwereld’ ging er ook voor mij een totaal nieuwe wereld open. Magnus opende voor mij de deuren van de song. Bovendien was ik het ook beu nog langer alleen te werken.”

Een constructieve stap, die reeds twee aanstekelijke albums opleverde. Vergelijk ze eens met elkaar.
CJ: “De tweede is zonder meer donkerder dan de eerste. Terwijl The Body Gave You Everything een plaat is die je draait op weg naar een feestje, klinkt Where Neon Goes To Die meer als een soundtrack voor een trip huiswaarts. Bovendien verwerkte ik een hoop andere muzikale invloeden in het tweede album. Zo luisterde ik de voorbije tien jaar veel naar hiphop. Dat deed ik vroeger nooit, maar de huidige hiphop typeert zich door zijn waanzinnige producties, waarvan ik erg veel opsteek. Hiphop is ongetwijfeld muzikaal het meest interessante genre van het moment, ook al ben ik geen fan van rap.”

Een derde Magnus-album kan er snel aankomen, vertelde je. Terug meer licht of nog donkerder?
CJ: “Ik hoop vooral dat het live-aspect nog meer op de voorgrond treedt. Dat de diverse bandleden geïntegreerd worden in het schrijfproces en hun externe invloeden bij andere bands mee naar de studio brengen. Voor mij mogen een aantal nummers zelfs al jammend ontstaan, zoals dat bij dEUS constant gebeurt. Persoonlijk blijf ik constant graven en zoeken naar de meest bizarre invalshoeken.”

LIVEDATA 14/05 Dauwpop, Hellendoorn 22/05 Gladiolen, Olen 26/06 Rock Werchter, werchter 27/06 Grensrock, Menen 28/06 Genk on Stage, Genk 01/08 Suikerrock, Tienen

Interview: Jacco Gardner heeft gemixte gevoelens bij druk tourschema

Jacco Gardner (Hoorn, 1988) brak in 2013 door met het debuutalbum Cabinet of Curiosities. Het tweede album –Hypnophobia– van het Nederlandse wonderkind komt binnenkort uit (1 mei), maar de inmiddels internationaal zeer succesvolle multi-instrumentalist experimenteert het liefst in z’n eigen studio in Zwaag.
Oud bandlid van Lola Kite en The Skywalkers werd direct de nationale vaandeldrager van neo-sixties, psychedelica -en baroquepop. Jacco Gardner tourde over de hele wereld, had bijna 200 shows en stond op verschillende gerenommeerde festivals als SXSW, FIB, ESNS en BKS. Zijn single Clear The Air was toen ook niet uit de Graadmeter te krijgen. Tijd voor een nieuw album, nieuwe band en nieuwe tournee. Gijs Vervliet van Pinguin Radio sprak hem een paar dagen na zijn verjaardag.

Jacco-090Gefeliciteerd!
“Dank je.”

Nog voor je verjaardag.
“Ohja, ja ik was inderdaad net jarig, alweer helemaal vergeten. Ik heb het eigenlijk niet echt gevierd.”

Waarom niet, je hebt wel wat te vieren lijkt me met je nieuwe album op komst en een gigantisch druk tourschema?
“Dat is het ‘em juist. Door dat super volle schema wil ik nu eigenlijk even rustig aan doen.”

Dus nu lekker in de tuin?
“Jep, het is super zonnig in Zwaag. Ik verwachtte je al dus ben met m’n laptop in de tuin gaan zitten. Het is even wachten voordat we echt los gaan. Op Koningsnacht staan we op het Life I Live Festival, dat ken ik eigenlijk niet. En daarna begint de Nederlandse clubtour. Kom je ook?”

Heel graag, ben erg benieuwd. Je hebt gewisseld in je band, hè? Waarom eigenlijk?
“Het is natuurlijk mijn act, een aantal van de bandleden had het te druk met andere projecten. Maar mijn vorige drummer Jos van Tol heeft bijvoorbeeld nog wel geholpen in de studio.”

Je gaat op tournee met de band Eerie Wanda. Leden van hun zitten ook in jouw begeleidingsband, toch?
“Klopt! Jasper Verhulst en Nic Niccebrugge uit Eerie Wanda zijn mijn bassist en drummer on stage. Een soort groepsreis met vrienden, haha.”

Belangrijk lid in de nieuwe band is de Amerikaan Frank Maston. Hoe is dat zo gekomen?
“We hebben elkaar leren kennen een paar jaar geleden op SXSW in Austin. Tijdens een tour in Amerika had ik plotseling een bandlid nodig en dat is Frank toen geworden. Sindsdien hebben we altijd contact gehouden, we zelfs beste vrienden geworden.”

Zijn band Maston stond zowaar in je favoriete 25 lijstje toen je in de eerste week van 2014 onze Stationschef was. Hoe belangrijk is hij voor je als inspirator?
“Oh, echt? Dat is toevallig! Zijn psychedelica spreekt me heel erg aan. Ik luister sowieso heel veel naar dat soort muziek, bands als The Zodiac en Broadcast and the Focus Group. Julian House van The Focus Group heeft trouwens het artwork gemaakt van Hypnophobia. Ik ben er erg trots op. Frank heeft hier een tijd in Zwaag gewoond, als het goed is is hij net op tijd terug voor de releaseshow in Paradiso, maar dat wordt nog wel even een gedoe.”

Wat dan? Was het te gezellig bij jou dat hij te lang is gebleven?
“Ja, gedoe met toeristenvisum, enzo. Anders hebben we een vervanger!”

Hopelijk komt het goed. Naar wat voor soort muziek hebben jullie samen dan geluisterd?
“We hebben heel veel geëxperimenteerd met nieuwe instrumenten en we zaten helemaal in de jaren ’70 film soundtracks. Ennio Morricone, weet je wel. Tijdens Cabinet of Curiosities was ik daar op het eind al mee bezig en nu kon ik het dus afmaken. Ik zie het in feite als een vervolg, want tijdens de lange tournee had ik geen tijd om de rest verder uit te werken. Het is een album geworden met veel folk, maar ook wel electro. Veel nummers zijn instrumentaal, en zelfs The Carpenters hebben me enorm geïnspireerd.”Hoe ga je dat nu dan doen? Je bent het hele jaar onderweg; in de Verenigde Staten, Canada, Verenigd Koninkrijk, Spanje, Duitsland, etc, etc..?
“Ik heb een speciaal soort keyboardje gekocht waarop ik ideeën kan uitwerken, want het liefste zit ik gewoon in m’n eigen studio zoals je merkt. Het wordt een heel druk jaar en daar kijk ik wel een beetje tegen op.”

Maar het is toch allemaal ontzettend gaaf. Het lijkt me best bijzonder om als Nederlandse act het zo goed te doen in het buitenland?
“Dat is natuurlijk ook zo, maar ik ben gewoon niet zo van het touren. En zo zie ik het trouwens niet, dat ik het als Nederlander goed doe in het buitenland. Met The Skywalkers trad ik ook buiten de landsgrenzen op. Ik heb nu in de Benelux een platendeal met Excelsior, in Amerika wordt het album door Polyvinyl uitgebracht en in Engeland zit ik bij Full Time Hobby. Het is fantastisch dat ik op de voorpagina van OOR sta, maar in andere landen heb ik ook hele mooie recensies. Ik voel me wel een Nederlandse artiest, maar niet onderdeel van de Nederlandse muziekscene.”

Je woont en werkt nu in Zwaag, zou je dan niet liever in het buitenland zitten?
“Zeker wel, maar mijn studiohuur is hier gewoon laag. Ik woon hier en kom hier ook vandaan. Als ik de mogelijkheid heb om naar Amerika te verhuizen zou ik dat misschien wel doen. Maar ik ben helemaal geen stadsmens. Het liefst zit ik in een rustige omgeving, met veel natuur. M’n familie zie ik nu ook al bijna niet, dus daarvoor hoef ik het niet te laten. We zien het wel.”

Je album komt begin mei uit, net na Record Store Day. Vind je dat niet jammer?
“Ik ben niet zo bezig met Record Store Day en de hele media-aandacht daaromheen. Ik heb eerder wel instores gedaan, en misschien volgend jaar ook wel weer. Diegene die het album wil kopen, moet maar even wachten! Ik vind het wel heel goed dat het wordt gedaan en het is leuk dat er speciale releases zijn. Ondanks dat ik zelf helemaal in de psychedelica van vroeger zit, ben ik wel erg benieuwd naar de aankomende albums van Tame Impala en Unknown Mortal Orchestra.”

Zo’n dag met allemaal instores is natuurlijk super druk, dat is op SXSW zeker ook zo? Je hebt geweldige reviews gehad daar, vertel, hoe was het? En heb je nog tijd om andere bandjes te checken?
“Op SXSW speelden we soms wel 3 shows op een dag. De ene kon heel druk zijn en de andere juist weer niet. We hebben inderdaad goede recensies gehad, gelukkig, want het was hard werken. Daardoor heb ik niet veel andere acts kunnen zien. We spelen vaak op psych festivals, dit jaar op Eindhoven Psych Lab bijvoorbeeld, daar ga ik vaak nog wel even rondkijken. Daar zijn dan vaak ook bekenden. Vorig jaar zomer speelden we op een festival in Spanje, Benicàssim. Toen kwamen we na een soort Nirvana remix-act. Daar vind ik dan eigenlijk geen reet aan en merk je ook dat het publiek elke keer wisselt.”

Op Lowlands is dat toch ook wel zo? Ik zie dat je agenda in augustus nog leeg is… En zou je Pinkpop willen doen?
“De boekingen voor festivals stromen nu wel binnen, ja. Ik weet niet wat ik al wel en niet mag bekendmaken. Pinkpop is natuurlijk dé plek als Nederlandse muzikant, maar niet echt mijn muziek denk ik en tijdens Best Kept Secret zijn we in Amerika.”

We merken het wel dan! Heel veel succes met de tournee, dank!
“Thanks, tot binnenkort!”

LIVEDATA 26/04 Life I Live Festival, Den Haag 29/04 Paradiso Noord, Amsterdam 30/04 Hedon, Zwolle 01/05 Vera, Groningen 02/05 Tivoli de Helling, Utrecht 03/05 Doornroosje, Nijmegen 10/05 Les Nuites Botanique, Brussel 03/06 Muziekgieterij, Maastricht 04/06 Rotwon, Rotterdam 05/06 Eindhoven Psych Lab, Eindhoven 17/07 Welcome To The Village, Leeuwarden

Interview: Matthew E. White

Matthew E. White zingt zo relaxed dat je bijna zou denken dat hij nooit zomaar wat roept. Zijn soulvolle tweede album Fresh Blood klinkt als de plaat van een bedachtzame vent. De line ‘everybody likes to talk shit’ uit single Rock & Roll Is Cold slikken we dan ook voor zoete koek.

Tekst LiveGuideNL / Sven Bersee Foto Shawn Brackbill

Wanneer besefte je dat mensen veelal poep praten?
“Dat is al lang geleden…”

Toen je een jaar of vier was?
“Zoiets, haha. Het is gewoon een grappig stukje tekst. Ik heb een mening, zoals iedereen die heeft, maar het leuke van muziek maken is dat ik daarin kan zeggen wat ik wil. Zoals dat mensen shit praten.”

matthew_e_white_3_-_photo_credit_shawn_brackbill_-dsc5911-300dpiJe hebt jezelf daarmee mooi ingedekt. Onder de lyric-video op YouTube riep iemand in de comments dat hij de muziek verschrikkelijk vond, waarop een ander je meteen verdedigde: ‘Everybody likes to talk shit’.
“Haha, dat is mooi! Ik lees veel reacties, maar geen YouTube-comments. Dat is een raar wereldje en daar heb ik helemaal geen tijd voor.”

Wat voor reacties neem je wel serieus?
“Ik respecteer muziekkritieken. Die kunnen heel wijs zijn. Er zijn genoeg journalisten die niet weten waarover ze schrijven, maar mijn debuut Big Inner kreeg ook negatieve kritieken waar ik het mee eens was. Elk album heeft zijn gebreken en ik heb er geen problemen mee als mensen die aanstippen. Dat heb ik ook met interviews. Er zijn veel kritische interviewers die ik waardeer, maar ook journalisten waarvan ik weet dat ze de plaat niet eens hebben gehoord.”

Hoe herken je dat? Test je ze door lyrics te laten opdreunen?
“Nee, sommige mensen geven dat gewoon toe, vooral in Amerika. Big Inner deed het hier in Europa beter dan in de States en ik ben geneigd te denken dat het niveau van de vragen daarmee samenhangt. Het extreemste voorbeeld van een journalist die niet wist waar hij het over had, was iemand die een recensie schreef over een optreden dat helemaal niet had plaatsgevonden. Het was een positief verslag, maar wel van een show die niet was doorgegaan.”

Is dat niet juist een mooi compliment? Hij wist blijkbaar zeker dat het goed zou zijn…
“Haha ja, precies! Ik kon er ook wel om lachen. Dat soort dingen moet je niet te serieus nemen.”

LIVEDATA 22/04 Paradiso, Amsterdam 23/04 AB, Brussel 19/06 Best Kept Secret, Hilvarenbeek

Klinkt als: in warme soul-lagunes popgewekte baardmanspareltjes