Van surrealisme naar realiteit op nieuw album Unknown Moral Orchestra

Unknown Mortal OrchestraToen hij het album maakte, voelde het alsof de wereld om hem heen gek werd. Nu zijn de leadsingle American Guilt en de tweede single Not In Love, We’re Just High gereleased en worden zijn fans gek. Op sociale media is een discussie ontstaan, want de fans zijn in de war door de twee totaal verschillende nummers. Wat kunnen ze verwachten van Sex & Food, het vierde album van Unknown Mortal Orchestra dat 6 april is uitgekomen? Het is precies wat zanger Ruban Nielson wilde creëren met de releases: discussie en verwarring.

Tekst Nadieh Bindels

American Guilt is het meest verwarrende nummer van het album. Daarom wilde ik dat het de leadsingle werd. Not In Love, We’re Just High klinkt weer totaal anders. Dat zorgde ervoor dat fans flink begonnen te discussiëren en spuien op sociale media. Ze hebben geen idee waar het heen gaat met het album en dat is mooi. Ik wil graag dat de plaat een verrassingselement heeft en mensen niet weten hoe het gaat klinken in zijn geheel. Ik wil ook niet de hele tijd maken wat zou moeten of wat fans van me verwachten. Het is heerlijk om te zien hoe mensen reageren op de twee nummers”, vertelt Ruban Nielson. Hij drinkt een speciaal biertje, terwijl we uitkijken op het IJ. Zijn nagels zijn gelakt in verschillende metallic kleuren.

Ruban begon deze keer helemaal anders met het maken van een album. Waar de albumcover normaal als laatste wordt gemaakt, is dit waar hij zijn vierde album mee begon. Na vele gesprekken over visuele aspecten met de ontwerper van de hoes, Neil Krug, ontstond er een beeld van hoe de muziek moest gaan klinken. Van daaruit verzamelde de zanger muziek die paste bij het gevoel dat hij kreeg bij de beelden en kleuren. “Meestal komen er kleine muzikale fragmenten in mijn hoofd en die schrijf ik dan op. Ik weet niet precies waar die ideeën vandaan komen, maar dat maakt ook verder niet uit. Het zijn gewoon random dingen. Ik verzamel ze in een map op mijn computer en op enig moment ga ik ze samenvoegen en structureren.”

Van surrealistisch naar realiteit
De zanger van Unknown Moral Orchestra is degene in de band die alle teksten schrijft. Ook dat doet hij niet altijd direct met een doel. “Soms schrijf ik een nummer en weet ik nog niet wat het betekent, alleen dat het goed voelt en ik het moet gebruiken. In het begin klinken songs vaak surrealistisch en psychedelisch voor me. Dan kom ik er later achter wat het eigenlijk echt voor me betekent.” Ruban wilde niet dat politiek een grote rol zou spelen op het nieuwe album, maar er helemaal omheen kon hij niet. In de tijd dat hij het album schreef, veranderde er veel voor zijn gevoel. “Het leek alsof de wereld om me heen gek werd. De verkiezingen in de V.S., de verschuiving naar rechts, naar Trump. Ik wilde liever een album maken over mijn gevoel en liefde, maar politiek is er toch wel een beetje tussendoor geglipt. Het is niet dat ik echt een mening geef of iets bekritiseer, maar ik observeer en benoem het. American Guilt gaat bijvoorbeeld over het feit dat ik nu tien jaar in de V.S. woon, steeds meer deel word van de maatschappij en moet dealen met de ideologie. Ik betaal belasting en ben daarmee onderdeel van de oorlogsmachine. Daar kan ik niet meer omheen.”

Heden v.s. verleden
Het zijn niet alleen de dingen uit het heden, maar vooral die uit het verleden die Ruban inspireerden voor het album Sex & Food. Zo zijn er in sommige nummers, zoals Hunnybee en Everyone Acts Crazy Now A Days, geluiden te horen die sterk doen denken aan het geluid van videogames en cassettetapes uit de late jaren ’80 en begin jaren ’90. De tijd dat de 38-jarige zanger opgroeide. “Dat klopt inderdaad. Ik heb veel nagedacht over die periode en wilde die graag verwerken in de muziek. Ik speelde in die tijd videogames en had een cassetterecorder voor muziek. Het geluid daarvan is heel specifiek en is sterk verankerd in mijn herinneringen. Ik heb geluid opgenomen met een cassettedek en het verwerkt in sommige nummers van het album.”

Hij werd in zijn leven veel geconfronteerd met drugs, wat een terugkerend thema is in zijn muziek, zo ook op het nieuwe album. Veel mensen in Rubans familie zijn muzikant en hebben of hadden drugs- of alcoholproblemen. Zelf heeft hij ook periodes gehad waarin hij veel gebruikte. “Ja, op de een of andere manier gaan muzikant zijn en drugsgebruik goed samen. Al wordt het ook wel vaak geromantiseerd. Ik ga er nu anders mee om, maar ik heb zeker veel drugs gebruikt in bepaalde periodes. Onder andere de song Not In, We’re Love Just High gaat daar over. Ik keek terug op sommige relaties waarin ik bijna nooit nuchter was en vroeg me af wat die liefde dan was. De herinneringen aan mdma gebruiken en met die persoon zijn, het gevoel dat ik daarbij had was natuurlijk geweldig. Maarja, die mdma hé.. Het is niet dat ik het erg vind of er verdrietig van word, van de gedachte dat ik zoveel onder invloed was, wat de liefde beïnvloedde. Het is gewoon onderdeel van mijn leven en ook ergens wel grappig om op terug te kijken. Daarom moest ook terugkomen op het nieuwe album.”

LIVEDATA 28/05 Ancienne Belgique, Brussel (BE) 10/07 Best Kept Secret, Hilvarenbeek

 

Sunflower Bean: “Inspiratie en energie als het ware vanzelf.”

Met afstand kan I Was A Fool nu al gerekend worden tot de meest coole en sexy singles van 2018. Het is afkomstig van het onlangs verschenen Twentytwo In Blue, het tweede album van het New Yorkse trio Sunflower Bean.

Tekst Jeroen Bakker

De titel is niet alleen een verwijzing naar de leeftijd van de bandleden, ze zijn alle drie 22 jaar, maar vormt tevens de periode tussen het debuutalbum uit 2016 en de releasedatum van de opvolger. Twee jaar en twee maanden geleden werd namelijk Human Ceremony uitgebracht waarmee het drietal kon rekenen op uitstekende kritieken in de diverse media. Tot dan toe speelde de muzikale carrière zich voornamelijk af in hun thuishaven maar dit voorjaar zijn de eerste shows van de Europese tour al op voorhand dik uitverkocht. De verleiding van I Was A Fool lijkt onweerstaanbaar en wordt langzamerhand opgepikt door diverse radiostations in Europa. Woensdagavond 11 april is de band in Paradiso. Kort voor aanvang van het optreden in Birmingham spreken wij met zangeres/bassiste Julia Cumming en gitarist/zanger Nik Kivlen.

”We hebben altijd de intentie gehad om het beste uit onszelf te halen maar dat het zo’n succes zou worden hadden we nooit durven dromen”, aldus Kivlen. “We hadden op de middelbare school al in diverse andere bandjes gespeeld voordat we bij elkaar kwamen en waren ons bewust van de vreemde verhoudingen die je met elkaar als muzikant in een band kunt hebben.” Kivlen probeert de veranderingen van de band te omschrijven aangezien de drie zich sinds enige tijd fulltime met Sunflower Bean bezighouden. “We hebben al eerder in Europa gespeeld maar nog niet eerder wisten wij op eigen kracht de zalen uit te verkopen.”

Het psychedelische indierocktrio uit Brooklyn heeft er hard voor moeten knokken en werd heel even zelfs de hardstwerkende act van New York City genoemd. “Dat was tussen 2014 en 2015  toen we werkelijk overal waar een podium te vinden was speelden. De shows bleken aan te slaan en het speekwoordelijke vuurtje verspreidde zich razendsnel.”

Voor de mensen van het gerenommeerde platenlabel Fat Possum bleken de stuwende drums, dromerige gitaarlijntjes en zangpartijen van Kivlen en Cumming reden genoeg om de band een contract aan te bieden. Inmiddels is de overstap gemaakt naar Lucky Number, het label waar Twentytwo In Blue vorige maand verscheen. Als support-act van bands als Wolf Alice, The Pixies, Vaccines en Best Coast heeft Sunflower Bean al de nodige vlieguren achter de rug.

“De verhoudingen binnen de band zijn altijd zo goed gebleven omdat we vanaf het prille begin allemaal hetzelfde doel nastreefden”, aldus Julia. “We wilden ons volledig kunnen overgeven aan het maken van muziek en bezig kunnen zijn met de band. Uiteraard speelt wederzijds respect daarbij een belangrijke rol en moet je elkaar ook op creatief gebied de nodige vrijheid gunnen. Er is binnen onze muziek ruimte voor experimenten maar we proberen daarentegen wel dichtbij onszelf te blijven. Vooral de optredens zijn voor ons het ultieme moment om ons te kunnen uiten en ons als band te kunnen profileren. Wanneer we bij elkaar zijn komen inspiratie en energie als het ware vanzelf bij elkaar. We weten welke richting we op willen maar als we samen spelen komen er allerlei invloeden bij en ontstaan er steeds weer nieuwe dingen. Alleen muziek maken is leuk maar om samen iets te creëren, iets te delen en daar ook nog succesvol mee zijn is nog veel leuker.”

Hoewel de band niet wil spreken van ‘een protestplaat’ lijkt een bedankje aan de Amerikaanse president op zijn plaats. “Ja, de verkiezingsuitslag is zeker bepalend geweest voor de totstandkoming van deze plaat”, lacht Kivlen. Tracks als Burn It en vooral ook Crisis Fest zijn wat dat betreft veelzeggend “Veel Amerikanen lijken zich langzamerhand te realiseren wat er nu aan de hand is wat de gevolgen zijn. Ik kan mij niet voorstellen dat je in deze merkwaardige tijden als muzikant niet beïnvloed raakt door de gebeurtenissen om ons heen.”

Kivlen heeft zich in diverse interviews uitgesproken over de huidige situatie en spreekt daarin over ‘a shit show’ wanneer het over de vreemde capriolen van de president gaat. Desondanks bevat het album wel degelijk een hoopvol en positief geluid. “Protest is er zeker en vooral als ik bedenk hoe men tegen onze generatie aankijkt. We worden dikwijls als lui en ongemotiveerd gekenmerkt maar ik zie juist heel veel leeftijdsgenoten om mij heen die heel goed weten waar zij mee bezig zijn en keihard werken om hun doel te bereiken. Hoewel men druk bezig is om verdeeldheid te zaaien zie ik juist een sterke solidariteit onder de jongeren groeien. Die spirit hoor je ook terug in onze muziek.”

In een interview van enkele jaren geleden beweerde Julia dat de Rock ’N Roll veel mensen hielp om te overleven. Ze blijkt zich het citaat nog goed te kunnen herinneren: “Ik denk dat het nu nog sterker is dan ooit. De Rock ’N Roll geeft energie, kracht en biedt de mogelijkheid te zijn wie je werkelijk bent. ‘Rock ’N Roll feeds you’ en is juist nu van levensbelang. Het helpt je in tijden als deze overeind te blijven.”

LIVEDATA 10/04 Trix, Antwerpen (BE) 11/04 Paradiso, Amsterdam

Nieuw-Zeelander Marlon Williams – Liefde en loutering

Nieuw-Zeelander Marlon Williams (27) viel begin 2016 op met zijn wonderschone titelloze debuutalbum. Filmische, theatrale country- en folksongs, gezongen door een man met engelachtige stem. Afgelopen februari is de nieuwe plaat Make Way For Love uitgekomen. Een plaat over een verloren muze. Een plaat die hij moest maken.

Tekst Popmagazine Heaven | Sandy Abrahams

Marlon Williams is een charmante man. Aantrekkelijk nonchalant, alsof hij zo uit een jaren vijftig film komt lopen. Zijn donkere brillantinehaar rockabilly naar achter gekamd. Theatrale en fluwelige zangstem. Roy Orbinson met een vleugje Elvis. Hij groeide op in Lyttelton, Nieuw-Zeeland, een kleine havenstad vlak bij Christchurch. Zijn ouders, beiden afstammend van de Maori’s, brachten hun liefde voor muziek over op de jonge Marlon. Bij zijn kunstzinnige moeder hoorde hij vooral klassieke muziek, zijn vader had een meer diverse smaak. “Mijn vader was een Maori-punk en speelde vroeger in een punkband. Hij draaide ook veel country en rock ‘n’ roll. We schreven en zongen vaak samen.” Ze zijn trots op hem. “Mijn moeder is wel kritischer dan mijn vader. Ze let nogal op de details en wil geregeld weten wat ik bedoel met mijn teksten. Dat is soms wat pijnlijk. Vooral als het zinnen zijn over seks. Dat is wel het laatste waarover je het wilt hebben met je ouders.”

Williams studeerde korte tijd Russische taal en literatuur, stapte over op een studie Maori-geschiedenis, en overwoog toen dat ook niets werd een carrière als operazanger. Tijdens de zanglessen was hij een buitenbeentje. “Het kwam vaak voor dat ik met een kater in de les zat en nog rook naar sigaretten en drank. Niet echt de juiste instelling voor een klassiek geschoolde zanger. Ik leerde er wel veel. Ik ontdekte hoe ver ik kon gaan met mijn stem, wat mijn bereik is. Daardoor durfde ik veel meer.”

Opera werd het uiteindelijk niet. Williams koos voor het geluid van grote Amerikaanse crooners als Jim Reeves, Marty Robbins en Roy Orbison. “Ik houd van de openheid waarmee ze zingen, die hoor je niet meer zo vaak. Zonder schaamte je emoties tonen. Dat vind ik mooi.”

SOCIAAL
Williams werd de frontman van countryfolkband The Unfaithful Ways en vormde in 2013 een duo met Delaney Davidson waarmee hij de bluegrass ontdekte. Toen hij alleen verder ging, was dat wel even wennen, maar het maakte alles ook eenvoudiger. Hij kon zelf beslissen wat hij wilde, zijn eigen weg kiezen. Het toenemende succes zag hij niet aankomen. “Het is ontzettend druk. Ik kom net uit Parijs. Daar heb ik tien interviews per dag gedaan. Soms wist ik al wat de volgende vraag zou zijn. Iedereen wilde hetzelfde weten.”

Hij is blij met alle aandacht, begrijp hem niet verkeerd, maar voor iemand die niet heel sociaal is, is het soms even doorbijten. “Ik moet me zo nu en dan afsluiten voor alle drukte. Dan lees ik wat, speel een spelletje of kijk een film. Mensen willen van alles van je en het is de kunst ze tevreden te houden zonder dat ze alle energie bij je weghalen. Gelukkig word ik daar steeds beter in.”

LIEFDESVERDRIET
Het is op zijn minst opmerkelijk wanneer een singer-songwriter niet staat te springen als hij weer eens wat moet schrijven. Toch geldt dat voor Williams. Hij heeft er weinig mee en het voelt als een opluchting als er eentje af is. “Ik houd vooral van al geschreven liedjes. Het hele schrijfproces voelt oncomfortabel, misschien doordat ik mijn gevoelens graag een beetje ontvlucht. I don’t like thinking of matters of the heart too much.”

Op zijn eerste album kwam hij daar nog mee weg. Niet hijzelf worstelde met liefde, verlies of eenzaamheid, het waren vooral verhalen van anderen. Bedacht of waar gebeurd – dat liet hij in het midden.

Hoe anders was dat bij Make Way For Love, zijn nieuwe. “Ik moest gewoon schrijven. Ik had muziek maken zo hard nodig. Het was therapie voor me en ik weet niet wat er was gebeurd als ik dit niet had kunnen doen.”

De noodzaak te schrijven kwam door de breuk met zijn geliefde Aldous (Hannah) Harding. Net als hij artiest en veelbelovend. Zij een tikje excentriek, hij vooral erg onder de indruk van haar. Ze drukte met haar aanwezigheid een artistiek stempel op zijn debuut en met haar afwezigheid op Make Way For Love. Elk nummer ademt Aldous. “Ik miste haar. Er was niemand met wie ik zo veel praatte als met haar. Over muziek, kunst, het leven. Je loopt een lange tijd samen op en houdt elkaars hand vast. Dat was opeens weg. Ik had het graag voorkomen, maar tegelijkertijd was het ook goed dingen zelf te doen, de kracht te vinden in mijn eigen manier van werken.”

Harding is nog wel te horen, in het duet Nobody Gets What They Want Anymore. Twee stemmen die prachtig in elkaar overvloeien, melancholiek en teder. “Voor mij was het heel logisch dat zij meezong, maar moeilijk was het wel. We namen het apart van elkaar op. Dat kon doordat we elkaar altijd goed aanvoelden en het dus niet nodig was echt samen te zijn. Een zwaar proces dat uiteindelijk ook louterend bleek.”

Neigde zijn vorige plaat voornamelijk naar de donkere kant van country en folk, de opvolger klinkt weidser en theatraler. “Ik was toe aan andere dingen ontdekken. Mensen plaatsen mijn muziek graag in een hokje. Dat communiceert gemakkelijker, maar als maker levert het me niets op. Het beperkt je als je steeds stilstaat bij de vraag of de muziek nog wel in je genre past. Dat doe ik dus niet meer.”

Het gaat ruim een jaar na de liefdesbreuk behoorlijk goed met Marlon Williams. Make Way For Love krijgt, nog niet eens uitgekomen, al veel aandacht en de internationale tournee is geboekt. “Misschien is de breuk met Aldous iets waar ik nooit helemaal overheen kom. Ze is echt heel speciaal. Gelukkig vond ik een goede manier om ermee om te gaan. Namelijk dit album. Daar ben ik blij mee.” En, besluit hij berustend: “There’s pride in the letting go.”

LIVEDATA 11/04 AB Club, Brussel, 13/04 Paradiso, Amsterdam (Sold Out) 28/04 Ekko, Utrecht (Sold Out)

Nieuwe nummers niet missen?
Neem een abonnement en profiteer van de aanbieding: 1 jaar Heaven van € 34,99 voor slechts € 22,50! Een abonnement neem je hier: www.popmagazineheaven.nl/actie-abonnement

De dampende southern soul van Nathaniel Rateliff & The Night Sweats

Regelmatig hoor je de laatste maand op diverse radiostations het prachtig ingetogen gezongen You Worry Me voorbij komen van Nathaniel Rateliff & The Night Sweats. De dampende southern soul, pittige countryfolk en broeierige rhythm & blues van de acht muzikanten onder leiding van Rateliff kunnen op grote waardering rekenen in de Amerikaanse media maar lijken nu ook in Europa toch echt tot de verbeelding te gaan spreken.

Tekst Jeroen Bakker

Bijna dreigde drie jaar geleden het opzwepende S.O.B. zelfs een kleine hit te worden. Aanstaande 4 en 5 april zal het gezelschap twee avonden in een uitverkocht Paradiso te zien zijn en in juli zullen de bezoekers van het North Sea Jazz Festival in Rotterdam en Zwarte Cross te Lichtenvoorde vereerd worden met een bezoek van de gepassioneerde muzikanten uit Denver. Vooruitlopend op het deze week verschenen tweede studio-album Tearing At The Seams hadden wij onlangs een gesprek met frontman Rateliff en bassist Joseph Pope III.

Er is niet veel tijd over om deze dagen nog iets van de stad te zien. De twee zijn zojuist uit Parijs gekomen en vertrekken nog dezelfde avond met de trein naar Brussel. “Het is totaal geen probleem voor ons om zoveel tijd samen door te brengen. We zijn al ruim twintig jaar bevriend met elkaar moet je weten”, reageert Rateliff op de vraag of de vriendschap tegenwoordig goed te combineren valt met de zakelijke kant van de muziek. “We zijn al zakelijk vanaf het moment dat we elkaar voor het eerst ontmoetten. Financieel zijn we er nooit op vooruit gegaan.” Pope vult hem lachend aan: “Eigenlijk kost het ons nog steeds meer geld dan dat het oplevert. Het maken van muziek is nog steeds niet winstgevend maar we kunnen gerust stellen dat er werkelijk niets is wat onze vriendschap in gevaar zou kunnen brengen. Daarnaast worden wij er goed bij geholpen door enkele ervaren mensen.” Wat de inkomsten betreft bood de tijd dat Rateliff als tuinman werkte iets meer zekerheid. Ook Pope leek zijn zaak als huisschilder aardig op de rit te hebben. “Ondanks dat hebben wij beiden nooit, zelfs niet één moment spijt gehad toen gekozen werd om dit nieuwe en toch ook wat onzekere avontuur met elkaar aan te gaan. Het is inmiddels een fulltime job geworden maar het wel een baan waar je graag iedere dag je bed voor uitkomt”.

Voor het opnemen van Tearing At The Seams, dat is uitgebracht op het beroemde Stax-label, is gekozen voor een andere werkwijze dan tijdens het opnemen van het debuutalbum. Rateliff: “Alles werd deze keer gelijktijdig opgenomen in één ruimte waarbij nauw werd samengewerkt met de producer. De basis, voornamelijk ‘snippets’ hadden wij al klaar voordat we de studio in New Mexico binnenliepen, het arrangement ontwikkelde zich op het moment dat we met elkaar gingen jammen maar het waren slechts kleine aanwijzingen die werden toegepast. Het ging steeds beter en juist toen we dachten dat we klaar waren werd ons gevraagd om nog één keer met wat laatste, ongebruikte ideetjes aan de slag te gaan. De sfeer was te gek en die live-sessie verliep vlekkeloos. De schrik sloeg ons om het hart toen hij vanachter het mengpaneel plotseling riep dat we zojuist een hit hadden opgenomen. We dachten dat het niet goed was, veel te commercieel of zoiets hahaha.”

Rateliff en The Night Sweats worden dikwijls geroemd vanwege hun grote diversiteit. Alles heeft volgens Pope te maken met de invloeden die ieder bandlid met zich meebrengt. Pope: “We luisteren naar echt van alles en komen via elkaar steeds weer nieuwe dingen tegen die ons beïnvloeden en die terugkomen in onze muziek. Het gaat bijvoorbeeld van Joe Cocker naar James Tayor en van Sam Cooke naar Leonard Cohen.” Volgens Rateliff is het allemaal de schuld van Chuck Berry. Rateliff: “Het is volgens Cohen Chuck Berry die dit allemaal heeft mogelijk gemaakt. Hij zei ooit: All of us are footnotes to the words of Chuck Berry. If Beethoven hadn’t rolled over, there’d been no room for any of us.”

In Amerika wordt heel veel gespeeld. Met de naamsbekendheid gaat het daar echt de goede kant op. “We spelen in prachtige theaters met een capaciteit van bijna tweeduizend toeschouwers waar iedereen speciaal een kaartje koopt om ons te zien spelen maar ook grote sporthallen waar soms zelfs meer dan tienduizend mensen onze muziek te gek vonden. Alleen kwam daarna nog wel The Kings Of Leon een show doen. Zolang wij dat kunnen doen wat we zo graag willen vinden we het prima. De sfeer en de interactie met het publiek is voor ons uitermate belangrijk en dan is zo’n mega-hal natuurlijk niet ideaal. Kijk, een zaal als Paradiso blijft altijd te gek om in te spelen en het Olympia Theater in Dublin is ook een plaats waar we heel graag optreden. We spelen dan ook liever twee avonden in zo’n zaal dan één keer een sporthal voor even zo veel mensen.”

Veel fans in Nederland zullen er voor kiezen om voor beide avonden een ticket te kopen. In grote lijnen zal de setlist hetzelfde zijn maar volgens Pope zal het desondanks ook voor hen interessant genoeg zijn om er een tweede avond bij zijn: “We hebben vaker twee avonden achtereen in dezelfde zaal gespeeld maar we hebben nu de luxe dat er meer materiaal beschikbaar is om uit te kiezen en dus ook de mogelijkheid om tijdens deze tournee meer variatie in de shows aan te brengen Het biedt daarnaast de mogelijkheid voor ons om iets meer te weten te komen over de stad, de mensen en de gewoonten.” Rateliff valt hem lachend in de rede: “Het eerstvolgende optreden is altijd beter dan die van daarvoor dus de tweede avond wordt de beste!”

LIVEDATA 04/04 Paradiso, Amsterdam (Sold Out) 05/04 Paradiso, Amsterdam (Sold Out) 07/04 De Roma, Antwerpen (BE) (Sold Out) 13/07 Zwarte Cross, Lichtenvoorde 15/07 North Sea Jazz Festival, Rotterdam

Tony Clifton doet wat ze wil op het debuutalbum Love Nordic Women

Het zal je maar gebeuren: je doet een shoot met een fotograaf. Ze post je foto op sociale media en een viezerik, die je niet kent, zet er onder ‘Love Nordic women’. En dat terwijl je niet Noors en geen vrouw bent. Het overkwam Merlijn Breedland, gitarist van Tony Clifton. Wat doe je dan? Je kan er om lachen of huilen, of je maakt van de quote je debuutalbum. Dat laatste is wat de band deed. Aanstaande vrijdag (23 maart – Tickets Winnen?) presenteert Tony Clifton de plaat Love Nordic Women in Paradiso, met een klein beetje dank aan de viezerik.

Tekst Nadieh Bindels

Op zich kwam een vrouwenthema voor de albumtitel niet helemaal slecht uit, aangezien vrouwen een grote rol in spelen in de muziek van Tony Clifton. Mees: “De teksten gaan wel vaak over vrouwen inderdaad. We zijn mannen en denken nou eenmaal vaak aan vrouwen en hebben ermee te maken. Dan is het ook makkelijker om daar over te schrijven dan over bijvoorbeeld een oorlogssituatie. Die heb ik nog nooit meegemaakt, dus ik weet ook niet hoe dat voelt.”

Band zonder boodschap
De onderwerpen waar de band over schrijft, zijn verder ook niet moeilijk of beladen en ze voelt die behoefte ook helemaal niet. Merlijn: “We zijn niet heel erg gefocust op teksten schrijven en zijn geen band met een boodschap. We zijn niet pissed op iets of boos op de overheid. Vaak is er een woord of zin waar we op komen in de oefenruimte en dan gaan we daarmee verder. Het nummer Together is een goed voorbeeld. Het begon met dat woord en toen zijn we daarmee verder gegaan. Het gaat over ons als vrienden en over samen leuke dingen doen.” Mees: “Het is ook wel m’n favoriete nummer van het album. Als ik er naar luister, begrijp ik nog steeds niet hoe ik erop ben gekomen. De zanglijnen en van vijfkwarts- naar vierkwartsmaat, het is zomaar gebeurd.”

De drie jongens schrijven de muziek en teksten meestal samen, zonder een vaste volgorde of structuur. De ene keer begint de een met een riff, de andere keer de ander met een zanglijn of een woord. Mees: “Niets wat we maken is gepland of met voorbedachte raden. We doen maar wat.” De band doet ook vooral wat ze leuk vindt en wil zich niet binden aan een genre of een bepaalde uitstraling. Lenny: “We maken niet één genre, maar spelen waar we zin in hebben. Eerst was het meer punk-achtig. Dat is nu wat minder, maar zou zomaar terug kunnen komen. Het nummer Izzy heeft weer een oosterse vibe, ook dat moet kunnen.”

En doen wat ze zelf willen, werkt, want Tony Clifton is lekker op dreef. De band won Rob Acda Award 2017, speelde zo’n twintig shows tijdens Popronde 2017, heeft de komende tijd nog een leuk lijstje optredens gepland staan en presenteert aanstaande vrijdag dus het debuutalbum in Paradiso. Mees: “Ja, ik ben wel benieuwd hoe dat gaat worden. Meestal gaat iedereen wel flink los bij onze optredens, maar dan zit er ook al wat bier in. Ik hoop dat het publiek dat vrijdag ook doet.”

LIVEDATA 21/03 Melkweg, Amsterdam (voorprogramma bij Greta van Fleet – Sold Out) 23/03 Paradiso, Amsterdam (Album Release Show) 07/04 Timboektoe Beach, Velsen-Noord 13/04 Podium de Vorstin, Hilversum (samen met Space Ants & Tape Toy) 21/04 dB’s, Utrecht 19/05 De Zwarte Ruiter, Den Haag 05/05 Bevrijdingspop 2018, Haarlem 11/05 Altstadt, Eindhoven 01/06 Podium Gigant presents @ Rockcafé Ozzy, Apeldoorn 02/06 Eurotrash, Rotterdam

Nana Adjoa: “Als je iets alleen voor jezelf houdt, bestaat het niet.”

Na jaren ‘relaxt links naast de drummer’ te hebben gestaan, heeft Nana Adjoa Effah-Bekoe zichzelf een prominentere rol toebedeeld. De 27-jarige Amsterdamse speelde in tal van bandjes (A Polaroid View, Sue the Night, Janne Schra), maar kon het bestaansrecht van haar eigen muzikale ideeën niet langer ontkennen. Inmiddels zoemt de naam van de dromerige liedjesschrijfster rond als een opgewekt mereltje in het voorjaar: vol belofte en nogal aanwezig.

Tekst LiveGuide | Daan Keijzer

En nu sta je ineens vooraan op het podium, terwijl de band jouw naam draagt. Groot verschil met de periode daarvoor?
“Het is een groot verschil, ja. Als bassist heb ik aardig veel ervaring in verschillende bandjes en stond ik altijd relaxt links naast de drummer. Op die positie kon ik de shows haast met mijn ogen dicht spelen. Nu sta ik vooraan en dat is wennen geblazen. Het klinkt heel simpel, maar als ik mij nu omdraai richting de band dan sluit ik mij af van het publiek. Dat soort kleine dingen maken optredens als frontvrouw een nieuwe wereld, en dat maakt het juist zo leuk. Maar niet alleen de positie op het podium is veranderd. Tijdens interviews en shows gaat het nu vaker over mijzelf. Als bassist kon ik alles rustig van een afstandje waarnemen en af en toe een beetje bijsturen. Nu ben ik letterlijk de hele tijd met de band bezig, omdat het lastig is afstand van jezelf te nemen.”

Klinkt behoorlijk stressy allemaal…
“Nou, voor de Down at the Root-tour ben ik best gespannen. Het is alsof mijn hoofd op het hakblok ligt. Ik ben ontzettend benieuwd wat voor gevoel ik de mensen kan meegeven tijdens die shows. Het liefst wil ik mijzelf alleen muzikaal centraal stellen. De stereotypen rondom singer-songwriters die vertellen waar het liedje over gaat en waarom ze het geschreven hebben, mijd ik. Ik laat de muziek liever voor zichzelf spreken.”

Het heeft wel eventjes geduurd voordat je je eigen muziek voor zichzelf liet spreken. Hoe dat zo?
“Met muziek maken en schrijven startte ik gelijktijdig. Alleen gebeurde het schrijven achter de schermen en het maken in de realiteit. En met achter de schermen bedoel ik ook echt volledig afgesloten van de buitenwereld. Zelfs mijn zusje had nog nooit iets van mijzelf gehoord. Achteraf best een gek idee. De drang om met mijn eigen muziek ook daadwerkelijk iets te doen, is geleidelijk ontstaan. Dat begon een jaar of vier geleden. In de bandjes schreef ik steeds vaker mee waardoor mijn stem vaker werd gehoord. Daardoor begon ik mij comfortabeler te voelen met mijn eigen ideeën. Uiteindelijk besloot ik mijzelf een duwtje in de rug te geven en een band te zoeken voor het vele werk dat ik al had geschreven. Ik dacht: ik kan wel compromissen blijven sluiten met mijn bandleden, maar mijn eigen werk heeft pas bestaansrecht als ik het ook echt de wereld in stuur. Als je het alleen voor jezelf houdt, bestaat het niet.”

En nu heeft iedereen het ineens over je!
“Het is iets geks, die zogenaamde ‘buzz’. Rond Noorderslag was die flink aanwezig, maar ik had zelf niet echt door dat ik van tevoren zoveel genoemd werd. Ik durf niet te zeggen waar het precies vandaan kwam. Ik denk dat mond-tot-mondreclame de belangrijkste drijfveer achter de ophef is. Blijkbaar heb ik een praatgrage persoonlijke kring om mij heen verzameld.”

Tot slot: is perfectionisme de reden voor de lange tijd die het kost voordat we nieuwe nummers van jou kunnen beluisteren?
“Het trage uitbrengen van mijn nummers is een bewuste strategie. Aangezien er tegenwoordig geen regels meer zijn over wanneer en hoe vaak je muziek moet uitbrengen, wilde ik daar mijn tijd voor nemen. Het is een open speelveld geworden. Ik hou ervan om lang na te denken over het schrijven, maken en spelen van mijn muziek. Ik wil duidelijk laten zien dat ik niet zomaar wat doe. Daarin zien sommige mensen een vorm van perfectionisme, maar dat gaat naar mijn idee te ver. Het heeft nogal een negatieve klank. Alsof ik een of andere control freak ben.”

LIVEDATA 31/03 Simplon, Groningen 02/04 Paradiso, Amsterdam 04/04 Hedon, Zwolle 05/04 Rotown, Rotterdam 12/04 EKKO, Utrecht 27/04 Oranjepop, Nijmegen 26/05 Dauwpop, Hellendoorn 25-27/05 Sniester Festival, Den Haag 08-10/06 Best Kept Secret Festival, Hilvarenbeek

Klinkt als: een zwoele slow-coffee die na lang wachten in een thermoskan eindelijk haar warmte en aroma’s mag prijsgeven

LiveGuideHet kan verkeren bij concert- en festivalkrant LiveGuide. Hebben ze eerst Kendrick Lamar op de cover staan, prijkt een maand later doodleuk de kop van Tom Smith op het voorblad. Maar deze overgang mag dan als water en vuur zijn: ook Editors levert weer een pomper van een coverstory op.

De nieuwe LiveGuide, het krantje waarvan de 39e editie vanaf vandaag gratis te verkrijgen is op ruim 500 locaties in Nederland. Onder meer bij popzalen als TivoliVredenburg, Melkweg, 013, De Oosterpoort en Muziekgieterij.

Dronken Alex Kapranos
Waar met Tom Smith en gitarist Justin Lockey uitgebreid wordt gesproken over hoe verdomde gewelddadig de mannen van Editors zelf wel niet zijn, heeft ook het interview met Franz Ferdinand een agressief tintje. Alex Kapranos biecht namelijk op hoe hij een keer in een dronken bui iemand het gevecht gaf waar hij om vroeg. “Ze willen met een artiest vechten, zodat ze tegen hun maten kunnen zeggen dat ze een bekende zanger hebben geslagen.”

Zwarte Cross, Camp Moonrise en Nana Adjoa
Stukken vriendelijker gaat het eraan toe in gesprek met Pieter Holkenborg van de Zwarte Cross, die uitlegt waarom het festival toch in vredesnaam begint met een hiphopweide… Ook leuk: LiveGuide laat de directeur van het nieuwe festival Camp Moonrise drie fijne albums tippen en spreekt Nana Adjoa (A Polaroid View, Sue the Night, Janne Schra) over haar besluit om haar eigen hoofd op het hakblok te leggen door het solopad te kiezen.

Tusky, Khalid, Dream Wife, Rosemary & Garlic, The Game en Avatar
Verder nog: de rider van de kersverse punkrockhype Tusky, de zwembadavonturen van riot grrrl-dames Dream Wife, een ode aan Khalid door zijn grootste fan Aïcha, een quiz waarin wordt getest wat Rosemary & Garlic weet van hiphopsuperster The Game en bizar geouwehoer van de Zweedse metalhead Johannes Eckerström, die met zijn band Avatar in het koninkrijk van hun almachtige gitarist leeft. “Het is het land van je wildste dromen en al je heavymetalfantasieën.”

Heavymetalfantasieën van Avatar: “Glorie aan de Koning!”

Knettergekke metal in een theatraal jasje: het is een prima omschrijving voor het Zweedse Avatar, maar dekt de lading nét niet helemaal. Een band die een complete plaat maakt over een fictief land en de eigen gitarist tot koning hiervan kroont, valt nu eenmaal moeilijk te duiden. LiveGuide riep daarvoor de hulp in van frontman Johannes Eckerström, maar kwam bedrogen uit. De zanger blijkt namelijk nog vreemder dan zijn podium-looks doen vermoeden.

Tekst LiveGuide | Elysa van der Ven

Jullie nieuwe album draait volledig om ‘the King’. Ik had verwacht dat jij als frontman wel de troon zou bestijgen, maar gitarist Jonas bleek degene met blauw bloed. Vanwaar deze keuze?
“Het was geen kwestie van kiezen. De Koning is de Koning en ik ben slechts een nederige onderdaan. Onze heer is geboren met zijn titel; dat is zijn lot.”

En dat zullen we weten ook: in iedere songtitel komt het woord ‘King’ terug. Was dat bewust of ging het automatisch zo?
“Het was een absolute must. We moeten tenslotte de identiteit van de Koning onthullen. Hij is trouwens de grootste inspiratiebron die je ooit zou kunnen bedenken, dus het ging erg makkelijk.”

Een voorbeeld van zo’n songtitel is A Statue of the King. Stel je voor: je mag van wie dan ook ter wereld een beeldje op je nachtkastje. Wie is de lucky one?
“De Koning natuurlijk. En ík zou daarmee zelf de lucky one zijn.”

Is er een historische gebeurtenis of mythe die het koningthema inspireerde?
“Een heleboel momenten uit de geschiedenis – naast de koning zelf natuurlijk. Neem de zogenaamde geboorte van Jezus Christus en alle heisa daaromheen: die gebeurtenissen zijn ongetwijfeld gestolen uit ons nummer King After King.”

Een mooi moment om het even niet meer over de Koning te hebben. Wie zou een geweldige Koningin zijn?
“Die keuze is aan de Koning. Ik bevind me niet in de positie om de private affairs van His Royal Majesty te onthullen. Glorie aan de Koning!”

Oké, hier volgt een nieuwe poging: Avatar Country is de titel van de nieuwe plaat. Wat maakt dit beloofde land zo bijzonder?
“Het is het land van je wildste dromen en al je heavymetalfantasieën. Dit alles bevindt zich in een soort twilight tussen verheerlijking en verval. Het ruikt er naar overwinning en de burgers verkeren in een eeuwige staat van verrukking. Ze stralen in het felle licht dat de Koning op hen werpt. Ook jij kunt trouwens inwoner worden van Avatar Country…”

Klinkt, uh… aanlokkelijk. Voor de gewone burgers onder ons: hoe verkrijg je eigenlijk toegang tot dit mystieke land?
“Als je erin gelooft, zal je metalhart je de weg wijzen.”

Okee… Wil je verder nog iets kwijt?
“Ja.”

LIVEDATA 13/03 TivoliVredenburg, Utrecht 31/03 Paaspop, Schijndel 02/06 Fortarock, Nijmegen

Klinkt als: je vrolijke neefje dat stipt middernacht verandert in een vleesetende brulclown met een talent voor gitaarspel en blikken gooien

LiveGuideHet kan verkeren bij concert- en festivalkrant LiveGuide. Hebben ze eerst Kendrick Lamar op de cover staan, prijkt een maand later doodleuk de kop van Tom Smith op het voorblad. Maar deze overgang mag dan als water en vuur zijn: ook Editors levert weer een pomper van een coverstory op.

De nieuwe LiveGuide, het krantje waarvan de 39e editie vanaf vandaag gratis te verkrijgen is op ruim 500 locaties in Nederland. Onder meer bij popzalen als TivoliVredenburg, Melkweg, 013, De Oosterpoort en Muziekgieterij.

Dronken Alex Kapranos
Waar met Tom Smith en gitarist Justin Lockey uitgebreid wordt gesproken over hoe verdomde gewelddadig de mannen van Editors zelf wel niet zijn, heeft ook het interview met Franz Ferdinand een agressief tintje. Alex Kapranos biecht namelijk op hoe hij een keer in een dronken bui iemand het gevecht gaf waar hij om vroeg. “Ze willen met een artiest vechten, zodat ze tegen hun maten kunnen zeggen dat ze een bekende zanger hebben geslagen.”

Zwarte Cross, Camp Moonrise en Nana Adjoa
Stukken vriendelijker gaat het eraan toe in gesprek met Pieter Holkenborg van de Zwarte Cross, die uitlegt waarom het festival toch in vredesnaam begint met een hiphopweide… Ook leuk: LiveGuide laat de directeur van het nieuwe festival Camp Moonrise drie fijne albums tippen en spreekt Nana Adjoa (A Polaroid View, Sue the Night, Janne Schra) over haar besluit om haar eigen hoofd op het hakblok te leggen door het solopad te kiezen.

Tusky, Khalid, Dream Wife, Rosemary & Garlic, The Game en Avatar
Verder nog: de rider van de kersverse punkrockhype Tusky, de zwembadavonturen van riot grrrl-dames Dream Wife, een ode aan Khalid door zijn grootste fan Aïcha, een quiz waarin wordt getest wat Rosemary & Garlic weet van hiphopsuperster The Game en bizar geouwehoer van de Zweedse metalhead Johannes Eckerström, die met zijn band Avatar in het koninkrijk van hun almachtige gitarist leeft. “Het is het land van je wildste dromen en al je heavymetalfantasieën.”

Harde indierockers JAGD: “Creepy shit gaat in je lijf zitten”

Sinds JAGD vorig jaar met de Popronde door het land trok, hebben deze Amsterdammers een keiharde livereputatie en deze maand schept ook de debuut-EP hoge verwachtingen. Los daarvan valt er nog iets op aan de harde indierockers: een interessant videocliprepertoire.

Tekst LiveGuide | Elysa van der Ven Foto Richard Tas

Toch eerst even over jullie bandnaam: is JAGD een bewuste verneuking van het woord ‘jacht’?
Nanne van der Linden (zangeres): “Ik las ergens het woord ‘hetzjagd’, wat in het Nederlands ‘renjacht’ betekent. Dit houdt in dat de prooi sneller is dan de jager, maar de jager hem toch te pakken krijgt omdat hij de prooi weet uit te putten en overmeesteren. We vonden het allemaal een vet woord, maar hetzjagd in zijn geheel klonk een beetje te…”

Duits?
“Nou ja, dat ook. Maar het klonk vooral te metal. JAGD past verder heel goed bij onze muziek. Die is ook gejaagd, maar wel op een gestileerde manier: je hoort allerlei agressieve outbursts die rusten op een heel doordachte basis. Als je onze muziek met een fi lmgenre moet vergelijken, zou het een psychologische thriller zijn. Zoals A Clockwork Orange of American Psycho. In die films is ook overal over nagedacht: het verhaal, de beelden…”

En wat beelden betreft zijn jullie niet vies van horror. Zo zijn er zombies te zien in de videoclip voor Parlay en Do Something draait om een creepy pop. Is al dat gegriezel in jullie video’s een bewuste keuze?
“Ik heb er nooit zo bij stilgestaan dat in beide clips horrorelementen voorkomen. In Parlay wilden we een karikatuur van onszelf maken. Onze bassist is een typische guy, dus hem in zijn houthakkersblousje zombies laten aanvallen met een kettingzaag leek ons logisch. De horror in Do Something was vooral een idee van degene die de clip heeft gemaakt.”

Namelijk Elmer Kaan, die eerder een video maakte voor The Prodigy. Hoe zijn jullie bij hem beland?
“Via Reddit. Daar had ik een aantal oproepjes gedaan omdat we heel graag een stop-motionclip wilden. Elmer reageerde daarop. Terwijl hij aan onze video werkte, was hij bezig met een stop-motionreclame voor Bertolli-olijfolie. Niet de meest uitdagende opdracht ooit, dus vandaar dat hij ook iets wilde doen wat hij zelf vet vond. We hadden met hem afgesproken om de track te laten horen en zijn eerste reactie was: ‘klinkt als Alice in Wonderland meets David Lynch.’ Die fucked-up shit past goed bij het nummer.”

Jullie zijn dus niet per se horrorfans?
“Ik wel hoor. Onze bassist ook en van de rest weet ik het niet. Maar als ik me kut voel, vind ik het heel fijn om een enge film te kijken. Wanneer je schrikt van creepy shit, dan gaat dat echt in je lijf zitten. Daar kán je niet niks bij voelen. Op zo’n moment geniet ik van het feit dat mijn lichaam reageert op angst. Ik ben wel alleen fan van de mooie horrors hoor, geen cheap scares.”

LIVEDATA 09/03 Luxor Live, Arnhem 17/03 Paard, Den Haag 30/03 Sugarfactory, Amsterdam 06/04 Simplon, Groningen 16/06 Mañana Mañana, Vorden 07/07 MadNes, Ameland 20/07 Summer Breek, Oosthuizen

Klinkt als: Alice in Wonderland meets David Lynch



LiveGuideHet kan verkeren bij concert- en festivalkrant LiveGuide. Hebben ze eerst Kendrick Lamar op de cover staan, prijkt een maand later doodleuk de kop van Tom Smith op het voorblad. Maar deze overgang mag dan als water en vuur zijn: ook Editors levert weer een pomper van een coverstory op.

In de nieuwe LiveGuide, het krantje waarvan de 39e editie vanaf eind februari gratis te verkrijgen is op ruim 500 locaties in Nederland. Onder meer bij popzalen als TivoliVredenburg, Melkweg, 013, De Oosterpoort en Muziekgieterij.

Dronken Alex Kapranos
Waar met Tom Smith en gitarist Justin Lockey uitgebreid wordt gesproken over hoe verdomde gewelddadig de mannen van Editors zelf wel niet zijn, heeft ook het interview met Franz Ferdinand een agressief tintje. Alex Kapranos biecht namelijk op hoe hij een keer in een dronken bui iemand het gevecht gaf waar hij om vroeg. “Ze willen met een artiest vechten, zodat ze tegen hun maten kunnen zeggen dat ze een bekende zanger hebben geslagen.”

Zwarte Cross, Camp Moonrise en Nana Adjoa
Stukken vriendelijker gaat het eraan toe in gesprek met Pieter Holkenborg van de Zwarte Cross, die uitlegt waarom het festival toch in vredesnaam begint met een hiphopweide… Ook leuk: LiveGuide laat de directeur van het nieuwe festival Camp Moonrise drie fijne albums tippen en spreekt Nana Adjoa (A Polaroid View, Sue the Night, Janne Schra) over haar besluit om haar eigen hoofd op het hakblok te leggen door het solopad te kiezen.

Tusky, Khalid, Dream Wife, Rosemary & Garlic, The Game en Avatar
Verder nog: de rider van de kersverse punkrockhype Tusky, de zwembadavonturen van riot grrrl-dames Dream Wife, een ode aan Khalid door zijn grootste fan Aïcha, een quiz waarin wordt getest wat Rosemary & Garlic weet van hiphopsuperster The Game en bizar geouwehoer van de Zweedse metalhead Johannes Eckerström, die met zijn band Avatar in het koninkrijk van hun almachtige gitarist leeft. “Het is het land van je wildste dromen en al je heavymetalfantasieën.”

Wand: “Een witte kat is gewoon een witte kat, toch?”

Met één verse plaat en twee nieuwe bandleden op zak speelde Cory Hanson afgelopen zomer met zijn Wand op Down the Rabbit Hole. Pal tussen de immer groen geurende heuvels van Beuningen voelden we hem en zijn kompanen kort voor de show nog even ongemakkelijk aan de tand over dat toen nog niet verschenen laatste album van ze.

Tekst LiveGuide | Jeroen Haneveer Foto Abby Banks

Setting, het eerste nummer op jullie nieuwe plaat Plum: wat de fuck is dat? Toen ik ‘m tijdens een wandeltocht op had gezet, dacht ik even dat mijn mp3-spelertje het had begeven.
Sofia Arreguin (keyboards): “Hahahaha. Wow.”
Cory (zang en gitaar): “Ik zie het graag als een ‘palate cleanser’. Je weet wel: als je sushi eet, krijg je tussen de gangen vaak een stukje gember, of je neemt even een slok bier om de smaak uit je mond te spoelen. Dan ben je weer helemaal fris en kan je al je onverdeelde fysiologische aandacht richten op het volgende gerecht. Als elk stukje sushi nou een stukje muziek is waar je naar luistert… Ik denk dat we onze luisteraars graag even die mogelijkheid wilden geven.”

Om even de oortjes te zuiveren dus…
Cory: “Precies. En om ze te laten denken dat hun mp3-speler het begeeft.”

Zoals je tussen de verschillende luchtjes in de parfumerie even aan een blik koffiebonen snuffelt, om je reuk te neutraliseren? Ik ben geen groot sushi-liefhebber, vandaar…
Cory: “Jij bent echt een parfum-mannetje! En ik vind het eigenlijk een mooiere metafoor.”
Lee Landey (bas): “Onze nieuwe toetsenist Sofia heeft een prachtige Minimoog-synthesizer, die we gebruikten tijdens de opnames. We hebben alle vijf een patch op die synth gemaakt. Als je die tegelijkertijd afspeelt, krijg je dat geluid. Dat is dus wat je hoort in de opening.”
Cory: “We maakten allemaal een toon, voegden alles samen en dat vormde een harmonische structuur.”
Lee: “Zie het als een soort vingerafdruk van ons vijven.”

Als een kleine kennismaking, voordat het album écht begint?
Cory: “Juist. En we wilden de liedjes de aandacht geven die ze verdienen. Althans, waarvan wíj vinden dat ze die verdienen. En dat doe je onder meer door ze voldoende ruimte te geven. Bijvoorbeeld met stilte. Maar een halve minuut aan lege ruimte werkt ook niet lekker op een album, dus in plaats daarvan konden we het beter vullen met geluid. Het is nog steeds consumeerbaar, maar dient eigenlijk vooral als ondersteuning voor wat daarna komt.”

Laten we het snel nog over iets anders te hebben voor jullie het podium op moeten. In het nummer White Cat zing je: ‘Just an old white cat living in California’. Wie oh wie is deze witte kat?
Sofia: “Ik heb geen flauw idee wie de witte kat is.”
Lee: “Ik denk dat de witte kat waarschijnlijk vooral een aantal verschillende dingen en mensen samen is.”
Sofia: “Een witte kat is gewoon een witte kat, toch? Het is geen persoon.”
Evan Burrows (drums): “We komen best een hoop witte katten tegen, weet je.”

Ik hoopte eigenlijk op wederom een mooie metafoor.
Sofia: “Misschien is het dat ook wel, ja.”

Of een alledaagse uitdrukking die ik niet ken?
Sofia: “Nee, dat niet. Het is een redelijk alledaags dier.”

LIVEDATA 21/02 Vera, Groningen 22/02 Indiestad @ Paradiso, Amsterdam 23/02 Doornroosje, Nijmegen 24/02 Muziekodroom, Hasselt (BE)

Klinkt als: een dolende dakhaas die opvallend geraffineerd uit de hoek komt en wiens witte verschijning nogal scherp afsteekt tegen de grauwe muur die hij onderzeikt

Top 7 magische bands
Als Zweinstein een huisband zoekt, komt Wand ongetwijfeld in aanmerking. De concurrentie is echter moordend, want aan tovenarij, zwarte kunsten en andere magische shizzle is in de muziekwereld geen gebrek.

Neem deze zeven acts
King Gizzard & The Lizard Wizard
Tricky
Captain Beefheart and His Magic Band
The Wytches
Moonspell
Wand
The Charm The Fury

LiveGuideDroevig nieuws: in de 38e uitgave van de gratis concert- en festivalkrant LiveGuide komt een einde aan een traditie. Na 37 nummers waarin de coveract ook altijd geïnterviewd werd, staat op de februari-editie hiphopster Kendrick Lamar. Hijzelf komt niet aan het woord, maar vijf beroemde fans wel.

In het verhaal staat de opvatting dat hij in iedere hoek fans heeft centraal. Man of vrouw, zwart of blank, hipster of hiphead: iedereen houdt van K-Dot. LiveGuide nam de proef op de som door een legendarische funkheld (George Clinton), een popzangeres (Lakshmi), een singer/songwriter (Leif Vollebekk), een hiphopproducer (Reverse) en een folkrocker (Ben Harper) aan het woord te laten. De vijf prominenten uit de muziekbiz leggen ieder op hun eigen manier uit wat Kung Fu Kenny nou zo geniaal maakt.

Eefjes backstageridertje
In de februari-issue van LiveGuide vind je verder interviews met Wand, JAGD, Khruangbin en Bonne Aparte, terwijl de momenteel solo tourende Eefje de Visser haar rider deelt en Mitch Rivers in de Fanboykwiz! het hemd van het lijf wordt gevraagd over The Killers. Het blad staat ook nog stil bij de beste albums van het moment, de hoogtepunten van een zinderende editie van Eurosonic Noorderslag (o.a. Superorganism, Altin Gün en HMLTD) en de vetste festivals voor wie niet kan wachten tot Paaspop, de officieuze opener van het festivalseizoen.

The Wombats: “Meer vrijheid en een nieuwe sound”

Wachtend op de vierde plaat konden we de afgelopen maanden alvast genieten van de nieuwe singles van The WombatsLemon To A Knight FightTurn en Cheetah Tongue. Afgelopen vrijdag is de nieuwste plaat Beautiful People Will Ruin Your Life van het indierocktrio, dat oorspronkelijk uit Liverpool komt, uitgekomen.

Tekst Nadieh Bindels

Inmiddels wonen zanger Matthew Murphy, drummer Dan Haggis en bassist Tord Øveland alle drie in een ander land. Matthew woont zelfs niet meer in Europa, maar in de V.S. Een album met elkaar gemaakt op afstand. Lastig? Welnee, de mannen vonden het eigenlijk wel lekker werken zo.

“Een vlucht van tien uur is inmiddels net zo gewoon geworden als wakker worden in de ochtend en een glas melk drinken. Het reizen is echt geen probleem meer voor ons”, vertelt Murphy.  Hij woont tegenwoordig in L.A., waar de band een paar jaar geleden het tweede album opnam. “Ja, toen vlogen we de hele tijd richting L.A. om op te nemen. Maar sinds ik daar woon, nemen we op in Europa.” Hij vloog in de afgelopen tijd meerdere keren naar Europa om met de hele band aan de nieuwe muziek te kunnen werken. De bandleden zagen elkaar dus wel af en toe, maar het was ook goed om even los van elkaar te zijn, zo vertellen ze. Dan: “We zien elkaar continue als we aan het touren zijn. En dat is vaak. Wat vrijheid en tijd voor jezelf, je eigen relaties en creativiteit kan dan heel fijn zijn. Je komt ook op andere dingen als je in je eentje achter een piano zit te werken dan als je met z’n allen in een ruimte bent. Dit album is een goede mix geworden tussen alleen werken en met z’n allen. Het heeft goed uitgepakt op deze manier.”

Tijdens het maken van dit album voelde de band minder druk dan bij de vorige albums. Ze koos voor een ander label dat meer vrijheid gaf en niet de hele tijd pushte. Het zorgde ervoor dat het nieuwste album sneller af was en gaf vrijheid om met een andere sound te experimenteren. Dan: “Dat we minder stress hadden, is denk ik wel terug te horen. We gaven onszelf andere regels, legden meer de focus op gitaren en drums en minder op synthesizers. Voor het eerst hebben we gewerkt met een wat meer psychedelische sound. Niet dat het album heel psychedelisch is. Het blijft poppy, maar je hoort het af en toe terug in de muziek en de teksten zijn soms surrealistischer.”

WERELDTOUR
Er staat voor de komende maanden een heleboel op de planning voor de mannen van The Wombats. De komende weken tourt de band eerst in het Verenigd Koninkrijk, dan in Europa en daarna in de Verenigde Staten. Dan: “In het V.K. spelen we vooral in kleinere zalen, waar zo’n 200 tot 250 mensen in passen. We vinden het tof om ook de kleinere locaties te supporten. In de V.S. staan we in de voorprogramma’s van The Pixies en Weezer. Daar heb ik ook heel veel zin in. Toen we nog in Liverpool woonden, luisterden we veel naar Weezer en speelden we Weezer’s nummer Buddy Holly bijna ieder weekend. Als je ons toen had verteld dat we een podium met ze zouden gaan delen tijdens een tour, hadden we hard gelachen. En nu is het werkelijkheid.”

LIVEDATA 04/04 Botanique, Brussel (BE) 05/04 TivoliVredenburg, Utrecht